Maertge Tijsdr ( Polderdijck) , *Sint Anthoniepolder ±1560 , [] Rotterdam, Charlois 1645.
Dochter van Mathijs Maertensz ( Polderdijck) en Digna Adriaens (IJngetje Adriaen IJemansdr.) .

Afb. De kerk van de Sint Anthoniepolder   



× ±1580
    Quirijn Geeritsz (Crijn Gerritsz) , † ±1586.
× Rotterdam, Charlois 16-8-1587 (otr Ridderkerk 3-8-1587)
    Leenaert Adriaensz Smitshouck , [] Rotterdam, Charlois 1635.    

Kinderen:
  1. ? Commertje Crijnen , [] Rotterdam, Charlois 1609.

      Mogelijk een dochter van Quirijn Gerritsz, koper van tienden in West-IJsselmonde en Charlois, en ene Adriaen(tje).
      Begr. in de kerk van Charlois.

    ×   Cornelis Andriesz Munter , * ±1535 , † 1611, [] Rotterdam, Charlois .
        Zoon van Andries Adriaensz (Andries Arijsz) Munter en Dirckgen Heijndricx .
      Kinderen; Ariaentje, Andries en Gerit. Mogelijk was er ook nog een zonder nageslacht overleden zoon Aris.

      Cornelis Andriesz Munter alias Soetelieff.

      Soetelieff kan een koosnaam of spotnaam geweest zijn voor Cornelis, welke nog bij zijn kleinkinderen gangbaar was.

      Cornelis was boer op een hofstede in het westblok in Dirk Smeetsland onder Charlois (1578-1587), waarsman van de vier polders van West-IJsselmonde en Meester Arend van der Woudensland (1589-1591), waarsman van Varkensoord en Karnemelksland (1593-1595), kerkmeester van Charlois (1585-1586), schout van Katendrecht (1600).

      Op 7-4-1603 verklaarde Cornelis Andriesz. Munter, inwoner en ’buyrman’ te Charlois, aan Crijn Geerits, het kind van zijn zaliger zoon Geerit Corenlisz. bij Ariaentgen Ploenendr., 1050 car. gld. en nog 78 Car. gld. schuldig te zijn.

      Bastiaen Pietersz., schepen van Charlois, als getrouwd hebbende de dochter van Cornelis Andriesz. Soeteliff, genaemd Ariaentgen Cornelisdr., voor hem zelf en als procuratie hebbende van de voogden van de twee weeskinderen van Andries Cornelis en Geerit Cornelis, zonen van voornoemde Soetelieff, alsmede van de andere erfgenamen, deed op 5-8-1611 transport aan Adriaen Jorisz. [voorvader van de groep Schoute alias Munter], wonende te Katendrecht, en Pieter Adriaensz. Schouten, zijn zoon, wonende in Charlois, van 5½ hont land in Smeetsland in het ’groote block’, belend noord aan ’den smeetslansen dijck’.

      Op 2-11-1611 vond een transport plaats door
      - Bastiaen Pietersen, schepen van Charlois, getrouwd hebbende Arientgen Cornelisdr., voor hem zelf;
      - Pieter Andriessen, won. te Charlois, voor hem zelf en vervangende zijn zuster Marijken Andries;
      - Bastiaen Florissen, won. in Barendrecht, als voogd van de weeskinderen van Andries Cornelissen, waarvan de moeder Machtel Lenaerts was, en
      - Ingen Plonen, won. in Barendrecht, als voogd van het weeskind van Gerit Cornelissen, waarvan de moeder was Ariaentgen Ploenen, allen aerfgenamen van Cornelis Andriesz. Soetelijeff en Commer Crijnen, zaliger.
      Zij transporteerden aan Cornelis Adriaensz. Huyser ca. 1 morgen 40 roeden land in het ’reapehorsten block’ in Smeetsland (onder de jurisdictie van Charlois. De verkoopvoorwaar4den zijn gedateerd op 11-8-1611.

      Zie: "Ons Voorgeslacht" 2012, blz. 334 e.v.
      Overl. tussen 28 mei en 10 juni in 1611, begr. in de kerk van Charlois.

    3 kind(eren)


  2. Mathijs Crijnens (Tijs Crijnens) ( Leegenhouck) , † Prinsenland ±1624 .
    Tijs Crijnens trad op als getuige bij de doop van Gherrit Francken de Vos .

      Tijs was een zoon van Crijn Gerrits en Marijtje Tijs. Tijs had een broer Lauweris Crijnens.

      Tijs was boer op een hofstede in het Kerckenblok van Charlois. Vanaf 1613 was hij landman te Prinsenland.

      De erfgenamen van Pieter Cornelis transporteerden op 17-1-1609 aan Mathijs Crijnens, inwoner van Charlois, een "huijs, bergen, schuijre" met ca. 5 morgen 4 hond in het Kerckenblock in Charlois.
      Op 2-6-1610 kreeg Mathijs Crijnens ca. 5 hond 25 roeden in het Oostduijnblock te Charlois getransporteerd.

      Op 5-5-1614 transporteerde Matthijs Crijnensz, wonend in Prinsenland, aan zijn stiefvader, de Charloisse schepen Lenart Adriaens [Smitshouck], de gerechte helft van ca. 2½ mr. vrij vroonland in het ’Cappellenblock’ te Charlois, zuidelijk belend door [zijn broer] Clement Crijnen.

      Op 14-4-1625 compareerden Lauweris Crijnens, schepen van Charlois, als oom en voogd van vaderszijde, zo van de voorkinderen, waarvan de moeder Maritgen Pieters was, als van de nakinderen met als moeder Stijntgen Andries, alsmede Pouwels Pieters uit Barendrecht, als oom en voogd van moederszijde van de voorkinderen bij Maritgen Pieters, en de in Strijen wonende Heijndrick Wijtens Suijdthouck, als gelast en geïnstrueerd zijnde door Thonis Andries, als voogd van de kinderen van Stijntgen Andries, en Abraham Cornelis, schepen van Charlois, als getrouwd hebbende Bastiaentgen Bastieans, zuster van Huijch Bastiaens, en in de kwaliteit als voogd van de 2 voorkinderen van Stijntgen Andries bij Huijch Bastiaens en zulks hun voogd van vaderszijde. Zij vervingen Mathijs Crijnen (naar het laat aanzien een kind uit het eerste huwelijk van Mathijs Crijnenz) en alle kinderen van Mathijs Crijnen en [ten dele van] Stijntgen Andries, en transporteerden de voornoemde woning met 8 h. Aan de noordzijde werd dit goed belend door eveneens de kinderen en erfgenamen van Matthijs Crijnen.

      Mathijs Crijnen, in zijn leven ’lantman inden Princenlade’.

      Charlois, 24-2-1628: Lau Crijnen en Heijndrick Wijten Suijthouck, voogden van de nagelaten weeskinderen van Matijs Crijnen en Stijntgen Andriesdr., beide zaliger, te weten van Huijch Tijsz. en Maijcken Tijsdr., hebben getransporteerd aan Pieter Tijsz., Geerit Tijsz., Andries Tijsz. en Lijsbet Tijsdr. voorkinderen van Matijs Crijnen daar moeder van was Maertgen Pietersdr. omtrent 349 roeden land wezende de jonge kinderen van Matijs Crijnen en Stijntgen Andriesdr. te weten Huijch Tijsz. en Maertgen Matijsdr. voorsz. haar gedeelte in 5 hond 25 roeden land gelegen in Charlois in het Oostduelblok genaamd ’t Sestalff Hondeken.

      Charlois, 15-3-1630: Lauris Crijnen, onze inwoner als voogd, en Heijndrick Wijten smith, wonende tot Strijen, als gesubstitueerde voogd van de jonge kinderen van Matijs Crijnen en Stijntgen Adriaensdr. met name Huijch en Maeijcken Tijssen hebben getransporteerd aan Willem Woutersz. Verduijn onze inwoner omtrent 1100 roeden land gelegen in Charlois in het Kerkenblok.

      Charlois, 23-4-1633: Pouwels Pietersz., wonende in Barendrecht, en Lauris Crijnen van Dijck als voogden van Andries en Lijsbeth Matijssen, kinderen van Matijs Crijnen en Maertgen Pietersdr., beide zaliger. Zij hebben getransporteerd aan Bastiaen Adriaensz. Hoosgen onze inwoner omtrent 5 hond 25 roeden teelland toekomende de voorn. Andries en Lijsbeth Tijssen, gelegen in Charlois in Oostduelblok.
      Tijs is kort vóór 13-3-1625 overleden.

    ×   NN. .
      Bij zijn onbekende eerste vrouw had Tijs Crijnens een zoon Crijn, die in 1625 overleed en toen was hij al mondig.

      Op 14-4-1625 compareerden Lauweris Crijnens, schepen van Charlois, als oom en voogd van vaderszijde, zo van de voorkinderen, waarvan de moeder Maritgen Pieters was, als van de nakinderen met als moeder Stijntgen Andries, alsmede Pouwels Pieters uit Barendrecht, als oom en voogd van moederszijde van de voorkinderen bij Maritgen Pieters, en de in Strijen wonende Heijndrick Wijtens Suijdthouck, als gelast en geïnstrueerd zijnde door Thonis Andries, als voogd van de kinderen van Stijntgen Andries, en Abraham Cornelis, schepen van Charlois, als getrouwd hebbende Bastiaentgen Bastieans, zuster van Huijch Bastiaens, en in de kwaliteit als voogd van de 2 voorkinderen van Stijntgen Andries bij Huijch Bastiaens en zulks hun voogd van vaderszijde. Zij vervingen Mathijs Crijnen (naar het laat aanzien een kind uit het eerste huwelijk van Mathijs Crijnenz) en alle kinderen van Mathijs Crijnen en [ten dele van] Stijntgen Andries, en transporteerden de voornoemde woning met 8 h. Aan de noordzijde werd dit goed belend door eveneens de kinderen en erfgenamen van Matthijs Crijnen.

    × ±1600   Maertge Pieters (Maritgen Pieters) , † <1610.
        Dochter van Pieter (Pieter Lenertsz) en ?
      Tijs was weduwnaar, toen hij met Maertge Pieters trouwde.
      Kinderen: Pieter, Gheerit, Andries en Lijsbet Tijssen.

      Lau Crijnen en Heijndrick Wijte Suijthoeck, voogden van de nagelaten weeskinderen van Matijs Crijnen en Stijntgen Andries, beiden zaliger, te weten Huijch Tijssen en Maeijken Tijssen, transporteerden op 24-2-1628 aan Pieter, Gerrit, Andries en Lijsbet Tijssen, voorkinderen van Matijs Crijnen bij Maertge Pieters, ca. 349 r., als zijnde het gedeelte van Huijch en Maeijken Tijssen in 5 h. 25 r. in het ’Oostduijlblock’ in Charlois, genaamd ’tsestalff hondeken’.

      Charlois, 23-4-1633:
      Pouwels Pietersz. wonende in Barendrecht en Lauris Crijnen van Dijck, als voogden van Andries en Lijsbeth Matijssen, kinderen van Matijs Crijnen en Maertgen Pietersdr., beide zaliger, hebben getransporteerd aan Bastiaen Adriaensz. Hoosgen onze inwoner omtrent 5 hond 25 roeden teelland toekomende de voorn. Andries en Lijsbeth Tijssen, gelegen in Charlois in het Oostduelblok.

      De broers Pieter Matijssen en Gheerit Matijssen transporteerden op 7-2-1632 aan hun ooms Pouwels Pieters en Willem Pieters 3 mr. in het Oudeland van West-Barendrecht. Dit land was de gebroeders aangekomen op 6-2-1632 na kaveling met hun broer Andries en zuster Lijsbetghen Matijssen en dat met believen van hun oom en bloedvoogd Lauweris Quierijnen.

    ×   Stijntgen Andriesse , † <3-1625.
      Otr. op 1616 in Dinteloord.
      Tijs hertrouwde met Stijntgen Andriesse bij wie hij de kinderen Huijch en Maeijken kreeg. De 2 jonge kinderen van Matijs Crijnen en Stijtgen Andriessen werden genoemd op 6-4-1636.
      Stijntgen was weduwe van Huijch Bastiensz van wie zij 2 kinderen had, Bastiaen en Aeltgen.

      In een akte van 5-4-1636 in sprake van de mondige Bastiaen en Aeltgen, voorkinderen van Stijntge Andries bij Huijch Bastiaensz., beiden overleden in Prinsenland.

      Charlois, 10-5-1624:
      Lauris Crijnen, voogd van de weeskinderen van Mathijs Crijnen en Stijntje Andries, te weten Huich Thijsen en Maartje Thijsen, en procuratie hebbende van Hendrik Witte Suijthoek, wonende te Strijen, als gesubstitueerd voogd van deze weeskinderen. Hij verkooopt een gedeelte van vier morgen, twee hond land in het kerkblok. Willem Wouterse Verduin wordt koper. borgen: Adriaan Lenertse Smitshoek en Cornelis Wouterse Verduin. Adriaan Bastiaanse Vetten mede vervangende Leendert Walinge, man van zijn zus en Joris Pieters, man en voogd van Hilletje Bastiaanse, voorkinderen en erfgenamen van Bastiaan Jacobse Vetten bij hun moeder Sijtje Adriaanse innen achterstallige huur van Bastiaan Leendertse Verschoor.
      Anthonis Andriesse te Zwijndrecht, oom en voogd van de weeskinderen van zijn overleden zuster Stijntge Andries bij Mathijs Crijnen, gaf op 27-2-1625 akte van procuratie aan medevoogd Heijndrick Wijtensz. Suijthouck, wonende te Strijen, om namens de voogden van zaliger Mathijs Crijnen en Stijntje Bastiaense, te weten Lau Crijnen, Pouwels Pieterse te Barendrecht en Leendert Bastiaense, te verkopen een woning met 8 h., enig vee, kleding, meubels en andere inboedel.

    7 kind(eren)


  3. Ingetge Crijnen , [] Rotterdam, Charlois 1647.

    × <1612   Jan Leneartsz Pors , * ±1580 , [] Rotterdam, Charlois 1658.

    7 kind(eren)


  4. Clement Crijnen Leegenhouck , † <1659 .
    Clement Crijnen trad op als getuige bij de doop van Adriaen Leendertsz ( Andijck) , de begrafenis van Maritge Pleunen (Maertgen Plonen) .

      In het hoofdgeld van Charlois van 1623 is Clement Crijnen aangeslagen voor 3 hoofden.
      In het kohier der 200e penning van Charlois over 1644 is Clement Crijnen geboekt voor een gegoedheid van 3000 pond.

      Clement ontleende zijn familienaam aan ’den Laeghenhock’ in het Abtsblok te Charlois, waar zijn hoeve stond.

      De in Charlois wonende Clement Crijnen Legenhoeck verklaarde op 17-5-1636 500 gld schuldig te zijn aan de weduwe Neeltge Cornelisdr., zijn gewezen schoonzuster, weduwe van Ingen Jansz.

      Het is mogelijk dat Andries Tijsz, zoon van Mathijs Crijnenz, als wees door zijn oom Clement Crijnenz. in huis werd genomen. In het testament van Clement Crijnen en zijn vrouw Maertge Plonen van 1-9-1637 benoemde de testateur bij zijn overlijden Andries Tijsz, zoon van zijn broer Mathijs, tot erfgenaam van zijn helft van de gemeenschappelijke boedel. Ook was Andries’ vrouw een stiefdochter van Clement uit zijn vrouw Maritge Pleunen’s eerste huwelijk.

      Op 25-1-1650 verklaarde Clement Crijnen Legenhouck, weduwnaar van Maritgen Pleunen, wonende in Charlois, 898 gld. schuldig te zijn aan de kinderen van de aldaar wonende Andries Thijsz. en zijn vrouw Ariaentgen Ariensdr., alsmede aan de kinderen van de op ’s-Gravendeel woonachtige Cornelis Bastiaensz. en Maritgen Ariensdr., en dat vanwege de legitieme portie der haaftelijke goederen nagelaten door voornoemde Maritgen Pleunen.

      Ten laste van Clement werd op 27-5-1650 een schuldbrief van 1000 gld. opgemaakt ten behoeve van de Rotterdamse jongedochtger Heijltje van Soelen.
      Op 16-12-1652 transporteerde Leegenhouck zijn ’huijs, bergen, schuijre, boomgert, telinge en plantagie’ met 6 mr. 595 r. in het Abtsblock in Charlois, aan de zuid- en westzijde beleand door ’den Charloisen Hogendijck’, alsmede het land genaamd ’het seven hondeken’, aan joffr. Helena van Zoelen te Rotterdam. Dit goed was belast met maar liefst 4335 gld. aan schuldbrieven.
      Overleden tussen 1643 en 1659.

    × ±1631   Maritge Pleunen (Maertgen Plonen) , [] Rotterdam, Charlois 1649.
        Dochter van Ploen Leendertsz en ?
      Maritge Pleunen, weduwe van Adriaen Jan Ingensz de Oude, hertrouwde tussen 1630 en 1633 met Clement Crijnensz, Lagenhouck/Leegenhouck, boer in het Abtsblock te Charlois. Ook hij was eerder getrouwd en zijn eerste vrouw leefde nog in 1623.

      Zij was een dochter van Ploen Leendertz, boer in West-Barendrecht. Haar grootvader van moeder’s zijde heette waarschijnlijk Ingen.

      De in Charlois wonende Clement Crijnen en zijn vrouw Maertge Plonen testeerden op 1-9-1637. Hij benoemde zijn vrouw tot zijn erfgenaam, maar indien zij als langstlevende niet zou hertrouwen zou na haar overlijden de helft van de gemeenschappelijke boedel komen aan Andries Tijsz., zoon van Clements broer [Mathijs Crijnensz]. Maertgen benoemde haar man, de kinderen van haar dochter Maertgen Ariensdr., en haar dochter Adriaentgen Ariensdr. [uit haar eerdere huwelijk] elk voor een derde deel tot haar erfgenamen. Dochter Maertgen zou het vruchtgebruik hebben van de aan haar kinderen vermaakte erfportie.

      Op 23-10-1640 maakten Clement Crijnen Legenhoeck en Maertge Plonen, wonende te Charlois, een aangepast nieuw testament. Bij Maertge’s overlijden zou de helft van de boedel komen aan verwanten van Clement. Maertge benoemde haar man, de kinderen van haar dochters Maertge Ariens en Adriaentge Ariens elk voor een derde part tot haar erfgenamen. De dochters zouden het vruchtgebruik van het aan hun kinderen vermaakte deel genieten.

      De in Charlois wonende Clement Crijnen Legenhouck, weduwnaar van Maritgen Pleunen, verklaarde bij akte van 25-1-1650 898 gld. schuldig te zijn aan de kinderen van Andries Tijsz. en zijn vrouw Ariaentgen Ariensdr. [voordochter van Maritge Pleunen] , wonende in Charlois, en aan de kinderen van Cornelis Bastiaensz. [Spruijt] en zijn vrouw Maritgen Ariensdr. [voordochter van Maritgen Pleunen], wonende in ’s-Gravendeel, en dat wegens de legitieme portie in de hafelijke goederen door Maritgen Pleunen nagelaten.
      Charlois, 1649: "Ontfangen van Clement Crijnen Leegenhouck van dat Maertge Plonen, sijn huijsvrouw, in de voorkerck begraven is, den zomer 1649."

      Get. bij de aangifte begraven: Clement Crijnen Leegenhouck .
      Maertgen Plonen trad op als getuige bij de doop van Adriaen Leendertsz ( Andijck) .


  5. Lauweris Querijnsz (Lauris Crijnenz) van Dijck , † 1637 , [] Rotterdam, Charlois 1637.

    × <1614   Neeltgen Adriaens Hoosge , [] Rotterdam, Charlois 1660.

    9 kind(eren)


  6. Adriaen Leenderts Smitshouck , † <1611 .

      Adriaan Lenertse Smitshoek, als getrouwd hebbende Lijgje Wouterse.

      Leendert Adriaanse Smitshoek, Adriaan Leendertse zijn zoon en Gerrit Cornelisse zijn zwager, voogden over de weeskinderen van Pietertje Leendertse en Willem Wouterse Verduijn, verkopen op 2-7-1628 in Charlois kleding van Pietertje Leendertse. Lauris Crijnen van Dijk is collecteur van de boedel.

      Adriaen Lenertsz Smitshouck werd op 17-10-1646 in Charlois genoemd als oom en bloedvoogd over Jonge Lijntgen Willemsdr. Verduijn.

      Op 12 j u l i 1656 transporteerde Arij Leendertsz- Smitshouck, man van Leijchje Wouters, ca. 8 hont land in het Abtsblock te Charlois aan zijn dochter Lyntjen en haar man Hejndnck Ducxzjongendijckgraeff uit Barendrecht.

      Willem Dircxse, als getrouwd hebbende Maria Ariens Smitshouck, transporteerde op 5 aug. 1662 7 gemeten bouwland i n Oud-Pendrecht voor ƒ 1922 aan Sr Cornelis Jacobsz Beijde, koopman te Rotterdam. Dit land had hij van zijn schoonvader Anjen Leendertsz. Smitshouck ten huwelijk ontvangen.

      Huijch Dircxz. Jongedijckgraef, getrouwd met Pieterige Arijens Smitshouck, Willem Dircksz-, getrouwd met Maritgen Arijens Smitshouck, en Cornelis Woutersz. Verduijn, als voogd over de onmondige kinderen van Lyntgen Arijens Smitshouck, kinderen en erfgenamen van Arij Leendertsz- Smitshouck en Leijtge Wouters, transporteerden op 8 juni 1668 drie vierde parten in een huis en erf op Smitshoek voor 500 Car gld. aan mede-erfgenaam Heijndnck Dircx Jongedijckgraeff.

      Een transportakte gedateerd 10 maart 1672 noemt echter weer Huijch en Willem Dircxz. - voor hen zelf en
      mede voor hun broeder Heijndnck Dircxz. - als erfgenamen van Arij Leenderts Smitshouck en Leijchtie Wouters. Uit deze akte blijkt wel dat de drie gebroeders Jongendijckgraef waren getrouwd met drie zusters Smitshouck.
      OVerl. in of vóór 1610; in 1610 verkochten zijn erfgenamen zijn smederij.

    × <1647   Lijgje Wouters (Leijtgen Wouters) Verduijn , * <1605 .
        Dochter van Wouter Hendricksz Verduijn en Lijntgen Eeuwouts Verschoor .
      Kinderen: Pietertien, Maijken en Lijntgen.

      Adriaen Leendertsz Smitshouck en zijn vrouw Leychge Woutersdr Verduyn maakten een testament op 6-2-1646 in Rotterdam bij notaris Adriaan Kieboom. Zij benoemen elkaar tot erfgenaam met voorzieningen voor hun kinderen. De langstlevende zal aan de kinderen een stuk land van 8 morgen vermaken, of een bedrag van 6.000 gulden. Het stuk land is belend ten noorden door Cornelis Verduyn, ten oosten en westen de Cromme Santwech, en ten westen de erfgenamen van Aert Euwoutsz.

      Charlois, 12-7-1656: Arije Leendertsz. Smitshouck, als man en voogd van Leijchje Woutersdr., onze inwoners, verklaarde met zijn dochter Lijntgen Arijensdr., getrouwd zijnde met Heijndrick Dircksz. Jongedijckgraeff uit Barendrecht, ten huwelijk te hebben beloofd en gegeven zekere omtrent 8 hond land gelegen in Charlois in het Abtsblok.

    3 kind(eren)


  7. Pietertje Leendertse ( Smitshouck) , † <1629 .
      Charlois, 2 juli 1628: Leendert Adriaanse Smitshoek, Adriaan Leendertse, zijn zoon, en Gerrit Cornelisse, zijn zwager, voogden over de weeskinderen van Pietertje Leendertse en Willem Wouterse Verduijn, verkopen kleding van Pietertje Leendertse. Lauris Crijnen van Dijk is collecteur van de boedel.

    ×   Willem Wouterse Verduijn , * >1580 , † 1646.
        Zoon van Wouter Hendricksz Verduijn en Lijntgen Eeuwouts Verschoor .
      Op 17-10-1646 in Charlois was sprake van de Oude en Jonge Lijntgen Willemsdr. Verduijn wegens haar moederlijke erfgenis. Aanwezig was Pieter Bastiaensz. Cranendoncq, getrouwd hebbende de Oudste Lijtgen Willemsdr. Adriaen Lenertsz Smitshouck was aanwezig als oom en bloedvoogd over Jonge Lijntgen Willemsdr.

      Willem was Schepen en Kerkmeester van Charlois.

      Lauris Crijnen, voogd van de weeskinderen van Mathijs Crijnen en Stijntje Andries, te weten Huich Thijsen en Maartje Thijsen, procuratie hebbende van Hendrik Witte Suijthoek, wonende te Strijen, als gesubsitueerd voogd van deze weeskinderen,
      verkoopt op 10-5-1624 in Charlois een gedeelte van 4 morgen, 2 hond land in het kerkblok. De koper is Willem Wouterse Verduin. Borgen zijn Adriaan Lenertse Smitshoek en Cornelis Wouterse Verduin.
      Voornoemde borg Adriaan Lenertse Smitshoek was getrouwd met Lijgje Wouterse Verduijn.

      Charlois, 20-3-1627: Pieter Cornelisz. molenaer, onze inwoner, heeft getransporteerd aan Willem Woutersz. Verduijn, mede onze inwoner, omtrent 1 morgen 529 roeden land in Charlois in het Griffioenblok.

      Charlois, 2-12-1628: Cornelis Woutersz. en Willem Woutersz. Verduijn voor haar zelf en nog vervangende haar mede erfgenamen, allen als kinderen en erfgenamen van Wouter Heijndricksz. Verduijn zaliger, hebben getransporteerd aan Willem Michielsz. Verschoor, onze inwoner, een huis en erf op het dorp van Charlois voor de kerk.

      In september 1629 werden de bieraccijns van Charlois voor een halfjaar verpacht aan Pieter Hendrikse Verboom met Willem Wouterse Verduijn.

      Charlois, 15-3-1630: Lauris Crijnen, onze inwoner als voogd, en Heijndrick Wijten smith,
      wonende tot Strijen, als gesubstitueerde voogd van de jonge kinderen van Matijs Crijnen en
      Stijntgen Adriaensdr. met name Huijch en Maeijcken Tijssen hebben getransporteerd aan
      Willem Woutersz. Verduijn onze inwoner omtrent 1100 roeden land gelegen in Charlois in
      het Kerkenblok.

      Euwout en Willem Woutersz werden op 30-5-1630 door hun broer Cornelis Woutersz Verduijn benoemd tot medevoogden over zijn kinderen.

      Willem Wouterse Verduijn betaalde 2-0-0 schoorsteengeld in Charlois.

      Rotterdam, 16-4-1639: Willem Wouterss Verduyn, wonende in Saerloos, bekent 800 gld. schuldig te zijn aan de nagelaten weeskinderen van Jan Claess Cuyper. Tot borg stelt zich Cornelis Wouterss Verduyn.

      Charlois, 22-4-1643: Adriaen Cornelisz Huijser en Willem Woutersz. Verduijn, onze inwoners, hebben getransporteerd aan Eldert Jansz., mede onze inwoner, omtrent 1 morgen 1 hond 95 roeden weiland in Charlois in het Abtsblok, wezende geestelijke goederen, wezende de ene helft van 2 morgen 3 hond 90 roeden land, daarvan de Jonge Cornelis Cornelisz. de Man van de wederhelft op heden ook opdracht ontvangen heeft, d.w.z. hij transporteerde zijn deel op dezelfde dag ook aan Eldert Jansz.

      Charlois, 17-10-1646: Willem Woutersz. Verduijn, onze inwoner, heeft getransporteerd aan juffrouw Maria van der Meijde weduwe van de heer Johan van IJck in zijn leven burgermeester van Rotterdam en ontvanger generaal van het college ter admiraliteit aldaar omtrent 7 morgen 70 roeden land zowel wei- als teelland in Charlois. Compareerden mede Adriaen Lenertsz. Smitshouck als oom en bloedvoogd over Jonge Lijntgen Willemsdr. en Pieter Bastiaensz. Cranendoncq getrouwd hebbende de Oudste Lijntgen Willemsdr. dochters van de voorn. Willem Woutersz Verduijn zowel voor hem zelf en mede als voogd over de Jonge Lijntghen Willemsdr. zijn huisvrouwen zuster renuchiëren van hun recht van legaal hypotheek die de voorn. Oude en Jonge Lijntgen Willemsdr. Verduijn wegens haar moederlijke erfenis op dit opgedragen land is competerende.

      In het cohier van de 200e penning, opgemaakt op 2-11-1646, over de staat van personen, wonende te Charlois, staat Willem Wouterse Verduijn aangeslagen voor 3000,-.

      Charlois, 18-12-1655:
      - Cornelis Woutersz. Verduijn, als voogd van Jonge Lijntgen Willemsdr. Verduijn, innocente dochter van zaliger Willem Woutersz. Verduijn en Pietergen Leendertsdr., van vaders zijde, en zich sterk makende voor Arijen Leendertsz. Smitshouck, mede voogd van voorn. Lijntgen Willemsdr., van moeders zijde, mitsgaders nog de voorn. Cornelis Woutersz. Verduijn, als voogd van Arijen Willemsz. en Cornelis Willemsz. Verduijn, nagelaten weeskinderen van de voorn. Willem Woutersz. Verduijn, daar moeder van is Maritgen Cornelis Huijsers, ter eenre, en
      - Jacob Arijensz. Geltelder, als getrouwd hebbende de voorn. Maritgen Cornelis Huijsers, moder van de voorsz. 2 weeskinderen ter andere zijde,
      verklaarden dat de voorsz. Jacob Arijensz. Geltelder in kwaliteit voorsz. eerstelijk aan de voorn. Lijntge Willensdr., vangweg haar moederlijk bewijs, volgens de vertichtingsbrief daarvan bij de voorn. Willem Woutersz. Verduijn, gepasseerd voor schout en schepenen van Charlois op 23-6-1628, per rest nog schuldig is de som van 2300 gld. staande dezelfde brief in het geheel verzekerd op zijn woning met 3,5 morgen land in het Griffiolen Blok en nog op 3,5 morgen land in het Struijs Blok, inhoudende ter som van 5050 car. gld. Daarop zij verklaarden afgelost te zijn een som van 2750 gld. en zulks nog resterende is de voorsz. 2300 gld., dewelke de voorn. Jacob Arijensz. Geltelder belooft te betalen met de interest van voordien. Tot hypotheek zijn voorsz. bouwwoning, bergen en schuren met omtrent 4 morgen 3 hond land, daar de voorsz. woning op staat, als daar annex gelegen in Charlois in het Kerkenblok.
      Verklaarden zij comparanten dat de voorn. Geltelder in kwaliteit voorsz. mede schuldig is aan de voorn. 2 weeskinderen met namen Arij Willemsz. en Cornelis Willemsz. Verduijn, daar moeder van is de voorn. Maritgen Huijsers, ter zake van haar vaderlijk bewijs de som van 1200 gld. volgens de uitkoop bij de voorsz. Cornelis en Eewout Verduijn jegens de weduwe voorn. ggedaan uit kracht van het testament bij de voorn. Willem Woutersz. Verduijn en zijn voorsz. huisvrouw, gepasseerd voor notaris Adriaen van Aller binnen Rotterdam, die Jacob Arijensz. Gelterlder belooft te betalen. tot hypotheek zijn voorsz. woning en land.

      Charlois, 19-9-1658: Jacob Arijensz. Geltelder onze mede schepen voor hem zelf voor de ene helft en Cornelis Woutersz. Verduijn, Pieter Velsenaer, Eeuwout Aertsz. Verschoor en in deze vervangende voor Arijen Cornelisz. Huijser te samen bij testamentaire dispositie gestelde voogden en executeurs over de twee minderjarige kinderen en goederen van zaliger Willem Woutersz. Verduijn en Maertge Cornelisdr. Huijsers, volgens het testament d.d. 22-3-1658 en voor zover nodig geauthoriseerd door het Hof van Holland volgens de akte van authorisatie d.d. 2-9-1658, voor de resterende helft hebben getransporteerd aan de heer Jacob van Vredenburch brouwer in de Bril tot Rotterdam omtrent 6,5 morgen zowel wei- als teelland gelegen in Charlois in twee percelen namelijk in het Oost Duijelblok 3 morgen 2 hond 73 roeden, en nog 3 morgen 89 roeden gelegen in het Kerkenblok.
      Op 16-4-1639 wordt hij nog genoemd als wonende in Saarloos en ook op 17-10-1646. In elk geval is hij overl. vóór 2-12-1646, dus in de periode okt. - dec. 1646 zal hij zijn overl.

      Willem Wouterse trad op als getuige bij de ondertrouw van Eeuwout Wouterse Verduijn .

    2 kind(eren)


  8. Neeltje Leenderts Smitshouck , * <1620 , † <7-1647 .

      Ook: Leentje Leendertsdr. Smitshouck alias Hameetersdr.

      Te Poortugaal vergezelden Clement Crijnen Leghenhouck en [zijn halfbroer] Adrijaen Leendertsz Smitshouck op 13-4-1642, als ooms en voogden van moederszijde van Ariaentjen Gerritsdr. Vrijlandt [dochter van hun halfszuster respectievelijk zuster Neeltjen Leendertsdr. Smitshouck] bij het maken van huwelijkse voorwaarden.

      In Pernis was op 6-6-1647 sprake van "Gerrit Cornelisz. Vrijlandt, weduwnaar en boedelhouder van Neeltjen Leendert Hameetersdr., wonende op Hoogvliet".

    × <1640   Gerrit Cornelisz Vrijlant , [] Poortugaal 11-2-1653.
        Zoon van Cornelis Vrijlant .

      Gerrit Cornelisz. (van) Vrijlandt, boer onder Pernis, schepen van Deijffelsbroek en Madroel, dijkgraaf van Smalland en Oostbroek.

      Te Poortugaal op 6-3-1631 comp. Gerrit Cornelisz. Vrijlandt, wonende Pernis, Willem Cornelisz., zijn broer, wonende Hoogvliet en Jan Bastiaansz. Spruijt, hun neef, wonende Hoogvliet en geven procuratie aan de secretaris van Willemstad of die van Ruigenhil om aan en ten behoeve van Cornelis Dankertsz. of zijn huisvrouwe moeder alzulke 7½ gemet zaailand over te dragen, gemeen liggende met 15 gemet, toebehorende Frans Gijsbertsz., getrouwd hebbende de weduwe van Crijn Cornelisz., als hun aanbestorven zijndoor het overlijden van de kinderen van Crijn Cornelisz. zal, hunlieder broer en oom enbij de voorn Gerrit Cornelisz. verkocht aan de voorn Cornelis Dankertsz.

      Pernis, 6-6-1647: Gerrit Cornelisz. Vrijlandt, weduwnaar en boedelhouder van Neeltjen Leendert Hameetersdr., wonende op Hoogvliet, heeft een vrije gift gegeven en overgedragen me een halm van een stroo en getransporteerd aan Neeltjen Leendertsdr. Welhoeck, weduwe en geïnstitueerde boedelhoudster van Heijndrick Dircksz. van Driel, wonende in het Vrijland, van wiens wege Leendert Pietersz. Welhoeck, haar vader, de gift accepteert, het eigendom van de navolgende woning, dijk en eigen landen, alle gelegen onder de jurisdictie van Pernis, namelijk eerst een woning als huis, hof, erf, keet,twee bargen, boomgaard en geboomte staande en gelegen in het poldertje genaamd ’t Vrijland, belend N en O de Vrijlandsedijk Z de volgende 2 gemeten zaailand en W het land van Gabriel Cornelisz. in Pernis, de Vrijlandsedijk tegen de voorsz. woning gelegen,
      strekkende van de ene steenpaal tot de andere, groot omtrent 4 lijnen of hond. Nog 6 gemeten 2 lijnen zaailand gelegen in het Vrijland, namelijk eerst 2 gemeten gelegen tegen het erf van de voorsz. woning, belend N het voorsz. erf O de Vrijlandsedijk en de Pastoriedrogenbinnendijk Z de volgende 4 gemeten, of naar de laatste meting 3 gemeten 2 lijnen 52 roeden, gekocht van de rentmeester van de goederen van het convent van de Kartuizers buiten bij Utrecht, belend N de voorsz. 2 gemeten O de voorsz. Pastoriedrogenbinnendijk Z Gabriel Cornelisz. voorn. met bruikland en W Leendert Cornelisz. Couwenhoven. En nog 2 lijnen gemeen met 2 lijnen bruikwaar wezende memorieland belend N de Vrijlandsedijk O de voorn. Gabriel Cornelisz. Z de voorsz. 4 gemeten Katuizersland en W de voorn. Leendert Couwenhoven. En nog de helft van 4,5 gemeten zaailand daarvan de wederhelft toebehoord de heer Rochus Grijp op het Huis Valckesteijn dijkgraaf van het gemeneland van Poortugaal, gelegen in Nieuw-Pernis aan de Sluisseweg, belend O de voorsz. weg Z Gabriel Cornelisz. in Pernis W de Pastoriedrogenbinnendijk voorsz. en N jonkheer Willem Verduijn. Door de voorn. Gerrit Cornelisz. aan de voorn. Heijndrick Dircksz. in het voorjaar 1645 neffens nog twee 5 geeten zaailand gelegen in het Smalland en de helft van 3 gemeten weiland gelegen in het Oudeland van Poortugaal, daarbij volgende 19 gemeten 75 roeden bruikland gelegen in diverse polders, met de vruchten van 3 gemeten koolzaat, 11 gemeten tarwe en 4 lijnen
      wintergerst, toendertijd te velde staande, zowel op het eigen als op het bruikland. Verkocht tezamen voor de som van 15500 car. gld., te betalen in termijnen. Gedaan en gepasserd in het raadhuis van Pernis.

      Charlois, 6-5-1656:
      - Gabriel Gerritsz. Vrijland voor hem zelf,
      - Pieter Meeusz. van Durp, als getrouwd hebbende Pietertgen Gerritsdr.,
      - Pieter Bastiaensz. Ouwe Pier, als getrouwd hebbende Ingentge Gerritsdr.,
      - Crijn Gerritsz. Vrijland voor hem zelf,
      - Harman Cornelisz. van der Wael, als getrouwd hebbende Maria Gerritsdr.,
      - Willem Tomasz. van der Mars, als getrouwd hebbende Willemtge Gerritsdr., en
      - Bastiaen Dircxsz. van Driel, schout van Hoogvliet, als oppervoogd over Leendert Gerritsz. Vrijlant,
      alle kinderen van zaliger Gerrit Cornelisz. Vrijlant en Neeltge Leendertsdr. Smitshouck, zijn huisvrou, beide zaliger, mitsgaders
      - Gerrit Gerritsz. Vrijlant voor hem zelf en
      - Heijndrick Jansz. Kerbijn, getrouwd hebbende Emmetgen Gerritsdr. als volle zuster en broeder van zaliger Leendert Gerritsz. Vrijlant,
      te samen voor een negende part en
      hebben getransporteerd aan Jan Huijgen Blijdurp, wonende in Rhoon, omtrent 1 morgen 3 hond land in Charlois in het Oostduijel Blok, haar comparenten aangekomen bij erfenis van Leendert Arijensz. Smitshouck, haar grootvader.

      Op 30-1-1629 in Pernis comp.
      - Cornelis Cornelisz. Langevriende, oud 28 jaar,
      - Cornelis Huijbrechtsz. de
      Cortevriende, oud 40 jaar,
      - Arien Meesz., oud 46 jaar,
      - Cornelis Cornelisz. de jongelois, oud
      20 jaar,
      - Pieter Leendertsz. de jonge molenaar, oud 24 jaar en
      - Jan Ringelen, oud 32 jaar.
      Zij verklaren op verzoek van Cornelis Hendriksz.van Dijk, schout van Pernis, en Hendrik Cornelisz., zijn zoon, dat zij in januari 1629 ten huize van Frans Jansz. de waard hebben zitten drinken met de voorsz. Hendrik Cornelisz. [van Dijk] en Gerrit Cornelisz. Vrijlandt, dewelke met de anderen zekere kwestie hebben gehad, waarbij Gerrit tegen Hendrik zei dat die een hoerenkind was en meer van zulke scheldwoorden.
      (Cornelis Cornelisz. Soeteman, Jan Leendertsz. Hofdijk en Gerrit Jansz. Brock tekenen met hun handmerk.)

      Pernis, 3-7-1645:
      Schout en schepenen van Pernis hebben ten verzoek van Isaacq van der Swaen onze secretaris getaxeerd de navolgende woning, dijk en eigen landen staande en gelegen in de jurisdictie van Pernis door Heijndrick Dircksz. van Driel gekocht van Gerrit Cornelisz. Vrijlandt dijkgraaf van Smalland en Oostbroek, neffens nog ‘twee vijff’ gemeten zaailand gelegen in Smalland en de helft van 3 gemeten weiland gelegen in het Oudeland
      van Poortugaal daarbij volgende 19 gemeten 75 roeden bruikwaar gelegen in diverse polders met de vruchten van 3 gemeten koolzaad, 11 gemeten tarwe en 4 lijnen wintergerst staande te velde zowel op het eigen als op het bruikland, tezamen voor de som van 15.500 ponden.
      Eerst zekere woning als huis, hof, erve, keet, twee bargen, boomgaard en geboomte staande en gelegen in het Vrijland onder Pernis. Waardig 3500 ponden.
      De Vrijlandsedijk tegen de voorsz. woning gelegen strekkende van ene paal tot de andere, groot omtrent 4 lijnen of hond. Waardig 200 ponden.De helft van 4,5 gemeten zaailand daarvan de wederhelft toekomt Rochus Grijp van Valckesteijn dijkgraaf van het gemene land van Poortugaal, gelegen in Nieuw-Pernis aan de Sluisseweg, belend O de voorsz. weg Z Gabriel Cornelisz. W de Pastorie Drogen Binnendijk N [niet ingevuld]. Waardig 1125 ponden.
      Nog 6 gemeten 2 lijnen zaailand gelegen in het Vrijland onder Pernis, belend [niet ingevuld]. Waardig 3500 ponden.
      Som van deze partijen: 8325 ponden. Aldus getaxeerd bij Eeuwout Woutersz. Verduijn schout, Cornelis Cornelisz. Langevrienden en Cornelis Huijbrechtsz. Boogaertman schepenen van Pernis, ten huize van Jacob Beijensz. bode van Pernis.
      Poortugaal, 11-2-1653: Gerrit Cornelisz Vrijlandt, kerk, 2-0-0.

    8 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.