Andries Adriaensz (Andries Arijsz) Munter , * ±1495 , † >30-11-1557.
Zoon van Adriaen Andriesz ( Munter) .



×
    Dirckgen Heijndricx , [] Rotterdam, Charlois 1604.
Kinderen:
  1. Adriaen Andriesz Munter , * ±1535 , † >1576 , [] Rotterdam, Charlois .

    2 kind(eren)


  2. Cornelis Andriesz Munter , * ±1535 , † 1611 , [] Rotterdam, Charlois .

      Cornelis Andriesz Munter alias Soetelieff.

      Soetelieff kan een koosnaam of spotnaam geweest zijn voor Cornelis, welke nog bij zijn kleinkinderen gangbaar was.

      Cornelis was boer op een hofstede in het westblok in Dirk Smeetsland onder Charlois (1578-1587), waarsman van de vier polders van West-IJsselmonde en Meester Arend van der Woudensland (1589-1591), waarsman van Varkensoord en Karnemelksland (1593-1595), kerkmeester van Charlois (1585-1586), schout van Katendrecht (1600).

      Op 7-4-1603 verklaarde Cornelis Andriesz. Munter, inwoner en ’buyrman’ te Charlois, aan Crijn Geerits, het kind van zijn zaliger zoon Geerit Corenlisz. bij Ariaentgen Ploenendr., 1050 car. gld. en nog 78 Car. gld. schuldig te zijn.

      Bastiaen Pietersz., schepen van Charlois, als getrouwd hebbende de dochter van Cornelis Andriesz. Soeteliff, genaemd Ariaentgen Cornelisdr., voor hem zelf en als procuratie hebbende van de voogden van de twee weeskinderen van Andries Cornelis en Geerit Cornelis, zonen van voornoemde Soetelieff, alsmede van de andere erfgenamen, deed op 5-8-1611 transport aan Adriaen Jorisz. [voorvader van de groep Schoute alias Munter], wonende te Katendrecht, en Pieter Adriaensz. Schouten, zijn zoon, wonende in Charlois, van 5½ hont land in Smeetsland in het ’groote block’, belend noord aan ’den smeetslansen dijck’.

      Op 2-11-1611 vond een transport plaats door
      - Bastiaen Pietersen, schepen van Charlois, getrouwd hebbende Arientgen Cornelisdr., voor hem zelf;
      - Pieter Andriessen, won. te Charlois, voor hem zelf en vervangende zijn zuster Marijken Andries;
      - Bastiaen Florissen, won. in Barendrecht, als voogd van de weeskinderen van Andries Cornelissen, waarvan de moeder Machtel Lenaerts was, en
      - Ingen Plonen, won. in Barendrecht, als voogd van het weeskind van Gerit Cornelissen, waarvan de moeder was Ariaentgen Ploenen, allen aerfgenamen van Cornelis Andriesz. Soetelijeff en Commer Crijnen, zaliger.
      Zij transporteerden aan Cornelis Adriaensz. Huyser ca. 1 morgen 40 roeden land in het ’reapehorsten block’ in Smeetsland (onder de jurisdictie van Charlois. De verkoopvoorwaar4den zijn gedateerd op 11-8-1611.

      Zie: "Ons Voorgeslacht" 2012, blz. 334 e.v.
      Overl. tussen 28 mei en 10 juni in 1611, begr. in de kerk van Charlois.

    ×   Commertje Crijnen , [] Rotterdam, Charlois 1609.
        Dochter van Quirijn Geeritsz (Crijn Gerritsz) (?) en Maertge Tijsdr ( Polderdijck) (?).
      Kinderen; Ariaentje, Andries en Gerit. Mogelijk was er ook nog een zonder nageslacht overleden zoon Aris.

      Mogelijk een dochter van Quirijn Gerritsz, koper van tienden in West-IJsselmonde en Charlois, en ene Adriaen(tje).
      Begr. in de kerk van Charlois.

    3 kind(eren)


  3. Heijndrick Andriesz Munter , *Rotterdam, Charlois ±1535 , † 1607 .
      Geb. naar schatting ca. 1530-40.

      Hindrick Andriesz. Munter was boer te Charlois, later te Colijnsplaat. Hij boerde daar in een nieuwe Zeeuwse polder.

      Het eerste erf van het kerkhof af in Charlois is in 1659 gemeind bij Heijnderick Anderiesz. Munter. Dat zou een eventuele kleinzoon kunnen betreffen.

      Hij was schepen van Charlois (1582-1596), kerkmeester aldaar (1587-1592), ouderling Colijnsplaat (1603-1605) en diaken aldaar (1605-1607).

      Hij kwam verm. kort na de bedijking van de polder Oud-Noord-Beveland in 1598 naar Colijnsplaat, landbouwer ald.
      Functie: Schepen van Charlois van 1587 tot 1592
      overl. in 1607, vóór 21 juli.

    ×   Lijnken Flooren (Lijn Flooren) , [] Rotterdam, Charlois 1594.
      Charlois, 1594: "Noch ontfanghen van Heijnrick Andriesz Munter van dat Lijn Flooren, zijnne huijsvrouwe za. int suijtkoer begrauen leijt."

    × <2-1599   Grietken Jansen (de Pest), [] Colijnsplaat (Zld) 8-10-1636.

      Grietgen Jansdr., weduwe en boedelhoudster van Heyndrick Andriesz. Munter, bezat in 1607 de helft van een huis en erf te Charlois naast het kerkhof, waarvan de wederhelft toebehoorde aan Willem Pietersz. Besemer en zijn huisvrouw Fijtgen Pietersdr.
      Aan de pest overleden, het slechtste doodskleed gebruikt.

    7 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.