Bastiaen Francken (Bastiaen Vrancken) van den Nes , † <3-1611.
Zoon van Vranck Ghijsbrechtsz van den Nes en NN. Bastiaansdr .



× <1590
    NN. , † <7-1597.
× Rijsoord (ZH) 29-6-1597
    Sijken Lenaerts , *Oud-Alblas ±1575 , † >8-1607.    

    Dochter van Lenaert Cornelisz Sterrenburg (?) en Seijken Cornelisse Besemer (?).
Kinderen:
  1. Adriaen Sebastiaensz (Adriaen Bastiaensz) van den Nes , † ±1651 .
    Adriaen Bastiaensz trad op als getuige bij de ondertrouw van Hendrick Ariensz van der Giessen .

      Hij was boer te Sandelingenarnbacht, landeigenaar ald. en te Rijsoord en Ridderkerk, heemraad
      van Sandelingenarnbacht (1647-165l).

      Op 8 april 1602 was ’Adriaen Bastiaensen inden Nes’ te Ridderkerk doopgetuige bij een kind van Jacob Adriaensen Decker en Pieterken Adriaens. Gezien de
      voornaam van de dopeling, Hilleken, zullen de ouders familie van Adriaens vrouw zijn geweest.
      Overl. tussen 4 december 1650 en 20 juli 1652.

    × <1620   Ingetken Hendricks (Engeltgen Hendricks) van der Giessen , † >6-1665.
        Dochter van Hendrick Goosensz van der Giessen en Hillichgie Cornelis (Hilliken Cornelisdr) .

      Ingentgen Heyndricxdr., weduwe van Adriaen Bastiaensen van den Nes, wonende in Sandelingenambacht, verklaarde op 20 juli 1652 400 Car. gld. schuldig te zijn aan Franchoys Baltensen, boekverkoper en burger van Dordrecht. Deze lening verzekerde zij op haar persoon en goederen, terwijl de in Sandelingenambacht wonende Goossen Aryensen van den Nes en Dirck Cleyssen, wonende in Hendrik-Ido-Ambacht, zich als borgen stelden. Zij plaatste haar handmerkje; de borgen ondertekenden de akte.

      Op 27 augustus 1652 verklaarden Ingetje, weduwe van Adriaen Bastiaensen van Nes, Goossen Adriaensen van den Nes, wonende in Sandelingenambacht, en Dirck Cleyssen, wonende in Hendrik-Ido-Ambacht, 350 Car. gld. schuldig te zijn aan de in Krimpen op de Lek woonachtige Barbera Herberts en dit vanwege een obligatie die Adriaen Sebastiaensen van den Nes op 24 maart 1637 ten behoeve van Cors Willems had laten opmaken. Deze obligatie werd vervolgens gecasseerd. Allen ondertekenden de akte.

      Wijt Adriaensen van Nes, secretaris van Sandelingenambacht, als last en procuratie hebbende van zijn moeder Ingetgen Hendricx, weduwe en boedelhoudster van zaliger Adriaen Bastiaensen van Nes, en haar kinderen (gepasseerd voor schout en heemraden van Sandelingenambacht d.d. 24 februari 1657) transporteerde op die dag voor de som van 1800 Car. gld. 3 morgen 1 hond aan ’den Droogendijck’ onder Oud-Reierwaard aan de te Zevenhuizen woonachtige Aert Pietersen. Zuidelijk was dit land belend aan de genoemde dijk en noordelijk aan ’den Tiendewech’.

      Goossen Adriaensen van Nes en Govert de With. notaris te Dordrecht, als bij het Hof en Hoge Vierschaar van Zuid-Holland gecommiteerd en geautoriseerd zijnde tot het verkopen en benificiëren van de goederen van Ingentgen Hendericxe, weduwe van Aryen Bastiaensen van Nes (akte van autorisatie verleend op 27 april 1665), transporteerden op 8 juli 1665 voor 1650 Car. gld. aan Wouter Jacobsen ’t Hoen 2 morgen zaailand omtrent de Oostendam in Oud-Reierwaard met het daarop staande koolzaad. Oostelijk was dit land belend aan het ’Sint Antonis Huysken’, noordelijk aan ’den Tiendewech’ en zuidelijk aan (de broer van Ingetje) Cornelis Henricxsen van der Giessen.
      Vervolgens passeerde ’t Hoen een schuldbrief van 1100 Car. gld. ten behoeve van de crediteuren van Ingetje. die op 24 oktober 1678 werd geroyeerd. Daarbij werd melding gemaakt van een kwitantie van 10 mei 1666.

    6 kind(eren)


  2. Maijken Bastiaens van den Nes , † ±1622 .
      Overl. 1620-24.

    ×   Cornelis Corstiaensz ( Groenevelt) , † ±1668.

      Cornelis Corstiaensz was boer te Hendrik-Ido-Ambacht, leenman van Honingen te Hendrik-Ido-Ambacht, heemraad (1607-1609), substituut-schout (l 644- 1647), schout (1648- 1667) van Hendrik-Ido-Ambacht, landeigenaar te Hendrik-Ido-Ambacht en in Oud-Reierwaard.

      Cornelis Corstiaensz was een zoon van Corstiaen Adriaen Monnen, boer te Hendrik-Ido-Ambacht, leenman van Honingen ald.
      Cornelis Corstiaensz. huwde 2e voor 1625 met Maria Jacobsdr. Besemer, dochter van Jacob Leendertsz. Besemer, heemraad, schepen van Hendrik-Ido-Ambacht, heemraad van Sandelingenambacht, en Jannigje (Yangen) Jansdr.

      Bij dode van zijn vader werd Cornelis Corstiaensz. op 7 mei 1620 beleend met ’de Vette Kampen’ te H.I.A.

      Cornelis Corstiaensen, schout van Hendrik-Ido-Ambacht, compareerde op 25 maart 1663 voor een Dordtse notaris en deed zijn voorgaande testamenten e.d. teniet; met name het testament dat hij op 26 februari 1636 met zijn vrouw Maryken Jacobs Besemer voor notaris Pieter Schepens te Dordrecht (wiens protocollen verloren zijn gegaan) had gemaakt. Uit deze wilsbeschikking blijkt de behoorlijke welstand van de testateur.
      Aan zijn voorzoon Bastiaen Cornelisz. bij Mayken Bastiaens van den Nes, zijn eerste huisvrouw, vermaakte hij 3 morgen 150 roeden land in Schilmans-kinderenambacht ’aen den Ambachtse Steech’, de wederhelft van de ’romeyne wey’, 5 morgen leenland in Sandelingenambacht in de hoeve van Kijfhoek, huisraad, inboedel, beesten, bouwgereedschap e.d. Pikant detail is dat zoon Jacob Cornelisz. op dat moment voortvluchtig was vanwege de beschuldiging van criminele misdaad en zodoende zijn vaderlijk erfdeel t.z.t. niet kon aanvaarden, omdat hij naar alle waarschijnlijk ’wt dese landen sal werden gebannen op paine van den lijve’. Aan de kinderen van zijn overleden dochter Aechtgen Cornelisdr. bij Aert Cornelisz. Vermaet vermaakte hij 3000 Car. gld., welk bedrag zoon Corstiaen moest betalen omdat hij een perceel land groot 3 morgen 2 hond genaamd ’t Groene Velt’ in bezit hield. Ook legateerde hij 50 Car. gld. aan ’zijne arme behoeftige vrunden’, die zes weken na zijn overlijden uitgereikt dienden te worden. De testateur benoemde tot executeurs en voogden over de minderjarigen zijn zoon Corstiaen Cornelisz., zijn schoonzoon Fabius Josterius (?)en zijn zwager Cornelis Anthonis L o d e w i j c x.

      Rijsoord, 20-12-1666:
      Cornelis Corstiaensz, schout van Hendrikidenambacht herroept het testament, gemaakt voor notaris Pieter Schepen op 15 februari 1636 tezamen met zijn laatste vrouw Marijken Jacobs, gemaakt. Hij vermaakt als volgt:
      - zijn zoon Jacob Cornelisz, beschuldigd van een misdaad (waarvoor hij voortvluchtig is) krijgt eventueel alleen zijn legitieme portie - aan zijn moederlijk erfdeel is reeds voldaan
      - Achie Cornelis, verwekt bij Aert Cornelisz Vermaet
      - Aeltie Cornelis, getrouwd met Hendick Adriaensz Pater
      - Jannitie Cornelis, getrouwd met Fabius Postelius
      - Corstiaen Cornelisz
      - Maritie Cornelis, verwekt bij Maria Jacobs Besemer, zijn laatste huisvrouw
      - Bastiaen Cornelisz, verwekt bij Maria Bastiaene van den Nes, zijn eerste huisvrouw, elk voor een zesde part.
      Corstiaen Cornelisz, Aeltie Cornelis en Maritie Cornelis hebben hun moederlijk erfdeel nog niet ontvangen. Corstiaen krijgt drie mergen twee hont land gelegen in Sandelingenambacht. Maritie krijgt twee mergen twee hont land gelegen in Schiltmanskinderen Ambacht aan de Ambachtsesteeg. Aeltie krijgt twee mergen twee hont land gelegen aan de Munickesteegh in Heer Oudelandsambacht. Als voogden over de minderjarige kinderen benoemt hij Corstiaen Cornelisz, Fabius Postelius en Cornelis Anthonis Loduwijcxsz.
      Overl. tussen 4 juni 1667 en 28 september 1668.

      In een akte van 1 januari 1675 wordt Cornelis Corstiaensz. postuum met familienaam genoemd: Cornelis Corstyaensz. Groenevelt, in leven schout van H.I.A.

    2 kind(eren)


  3. Clement Bastiaenssen van der Nes , *Rijsoord (ZH) <1580 , † <10-1650 .
    Clement Bastiaenssen trad op als getuige bij de doop van Job Pieters .

      Familienaam Van der Nes/Esch.

      Clement Bastiaensz. was boer in het Oude Land van West-Barendrecht, gegoed te West-Barendrecht, kerkmeester van Barendrecht (1627-1628).

      Clement werd op 9 augustus 1649 gevrijwaard van verschuldigde betalingen aan weeskinderen van zijn (ha1f)broer Willem Bastiaensz. van den Nes.

      Rotterdam, 13-9-1650:
      Bastiaen Clementsz van Esch, zoon en erfgenaam van wijlen Clement Bastiaensz van Esch uit Barendrecht, komt met Jacob - en Clement Besemer een verdeling overeen van de nagelaten goederen van Clement Bastiaensz.
      Bastiaen Clementsz behoudt alle goederen van zijn vader; de Besemers verkrijgen een stuk land (naast dat van Bastiaen) in Dirck Smeetslant, en 1/4e deel uit de nalatenschap van hun (oud)oom Leendert van Esch uit Rijsoort, als geerfd door Clement Bastiaensz.
      Jacob - en Bastiaen Besemer zijn kinderen van wijlen Annetjen Clementsdr, dochter van Clement Bastiaensz.. Jacob, koopman, treedt hier op mede namens zijn minderjarige broer Clement. Bastiaen Clementsz tekent als Bastiaen Clement vanden Nes.

      Rotterdam, 5-5-1654:
      Basteaen Clements van den Esch, Cornelis Cornelisz Boertgen, man van Lijsbeth Clements van den Esch, en Dirck Fransz, man van Maritgen Clements van den Esch, kinderen en erfgenamen van Clements Bastaens van den Esch en Lijntge Joppen, verklaren dat de kinderen van Annetge Clements, hun zuster za., hun grootouderlijk erfdeel hebben ontvangen. Zij verklaren dat alleen zij 3en recht hebben op de erfenis van hun ouders en deze hebben verdeeld.
      Boertgen heeft 2 morgen 2 hond land gekregen in Dirck Smeetsland, belend ten oosten door Pieter Joppen, ten westen Willem Heindericx, schout van Poortugaal, ten zuiden de Smmetlandsedijk en ten noorden de erfgenamen van Ingen Arijens Bastiaen Clements van den Esch krijgt de overige onroerende goederen en diverse onroerende goederen Dirck Fransz krijgt geld en obligaties.

    ×   Lijntghen Joppen , *West-Barendrecht ±1570 , † ±1640.
        Dochter van Jop Aertsz en NN. (?).
      Otr. op 11-12-1599 in Rijsoord (ZH).
      Clement Bastiaenssen van der Nes in Rijsoirt en Lijnken Joppen uijt West Barendrecht: "bescheijt gegeven om te trouwen".
      Kinderen: Anneken, Bastiaen, Lijsbetge, Job (2x) en Maritge.
      Geb. ca. 1565-75.

      Lijntgen/Lijnke Joppen had een broer Pieter Joppen.

      Leendert Coornelissen, heemraad van West-Barendrecht en Carnisse, Coenraet Joppen, Pieter Joppen, Cleement Bastiaensen, als man en voogd van Lijntghen Joppendochter, en voornoemde Coenraet Joppen, heemraad, als voogd van de nagelaten weeskinderen van zaliger Neeltghen Joppen, van de kinderen van Annen Joppen en van Arien Joppen en vervangende zijn broers Aert en Euwout Joppen, transporteerden op 6 juli 1619 aan Lijntghen Aerentsen, weduwe van Jacop Martensen, 547 roeden in het Nieuwe Bedijkte Land van West-Barendrecht. In de marge van deze akte staat genoteerd dat dit een eigenbrief was voor ’Lijntghen Jacop Maertensen wedue van t landt van Leendert Coorn(e1issen) en d’erffgenamen van za(1iger) Trijntghen Cleys’.

      R’dam, 13-3-1639:
      Clement Bastiaensz van den Nesch en zijn vrouw Lijntgen Joppen, wonend in Barendrecht, benoemen hun kinderen tot erfgenamen, en de kinderen nagelaten door Annitge Clementsdr., waar vader van was Cornelis Jacobsz Besemer. Bastiaen Clementsz van Nesch wordt benoemd tot voogd als Clement Bastiaensz de eerststervende is.

      In R’dam op 14-4-1640 comp.
      - Clement Bastiaens van Esch, weduwnaar van Lijntgen Joppen, wonend te Barendrecht, ter ene zijde, en
      - Basteaen, Lijsbeth en Marritgen Clements van Esch, meerderjarige kinderen van Clement Bastiaens van Esch, en Lijntgen Joppen, Lijsbeth en Marritgen worden geassisteerd door Pieter Joppen, hun oom, ter andere zijde.
      Zij sluiten een contract van uitkoop. Clement Bastiaens van Esch zal aan zijn kinderen overdoen:
      - Derdehalf morgen patrimoniaal land in de stad, belend ten oosten door Stijntge Elants en ten westen door Henrick Schrijck, strekkend van de Barendrechtsendijck tot de Smeetlantsendijck;
      - 2 morgen en 2 hont vrij land in Dirck Smeetslant, belent ten oosten door Pieter Joppen, ten westenWillem Heijndricx, schout van Poortegael, ten zuiden de Smeetlantsendijck en ten noorden de erfgenamen van Inge Arijens
      - 18 morgen bruiklant, die hij gebruikt nl:
      - 7 morgen en 4 hont van Cornelis van Beveren, oud-burgemeester van Dordrecht, gelegen in het Buijttenland van West-Barendrecht;
      - 6 morgen 500 roeden van Stijntge Elants, gelegen in de stede;
      - 3 morgen 450 roeden van Henrick Schrijk, gelegen in de stede;
      - het huis.
      Overl. ca. 1639/40.

      Lijntghen Joppen trad op als getuige bij de doop van Job Pieters , de doop van Cornelis Cleijsz (?) .

    6 kind(eren)


  4. Pleun Bastiensz van den Nes , *Rijsoord (ZH) 1589 , ~’t Ambacht 17-12-1589 , † <9-1648 .
      Pleun, zoon van Bastiaan Francken van der Nes, gedoopt in ’t Ambacht.


  5. Cornelis Bastiaensz van den Nes , * <1590 , † <1649 .

    × ±1608   Aechtgen Willems , * ±1585 , † >5-1649.

    6 kind(eren)


  6. Willem Bastiensz van den Nes , *Rijsoord, De Nes 1592 , ~Rijsoord (ZH) 17-12-1592 , † <1649 .
      Willem, zoon van Bastiaen Francken. Hij zou - volgens Slijkerman - een bastaardzoon zijn.

      Willem zou een bastaardzoon zijn geweest.

      Willem Bastiaense van den Nes liet op 21-6-1620 in Rijsoord een dochter Anneken dopen. Hij liet op 22-1-1623 in Rijsoord een zoon Arien dopen met Jorisken Bastiaenen als de moeder en Mariken Simonsz. als de getuige.

    × Ridderkerk 1617   Jorisken Bastiaenen , *Ridderkerk, Bolnes ±1595 .
      Willem Bastiaensz, jg, van de Nes in Rijsoord, en Jorisjen Bastiaens, jd, van Bolnes in Ridderkerk. Zij hadden o.a. twee zonen met de naam Bastiaen.

      Lidmaat te Rijsoord op 26-3-1622: Jorisken Bastiaenen, huijsvrou van Willem van de Nes.
      "Jorisken Bastianen is met attestatie vertrocken na Ridderk[erck] 11 Ap 1626".

      Ridderkerk, 10-8-1649: Pieter van Golen, rentmeester te IJsselmonde etc., als oom en voogd aan moederszijde van de onmondige kinderen van Willem Bastiaensz van den Nes zaliger en Jorisjen Bastiaens, tezamen met Lenert Bastiaensz - Arijen Bastiaensz v.d. Nes en Bastiaen Cornelisz Groenevelt, ooms en neef resp. van vaderszijde zullen tezamen borg zijn voor de betalingen van de erfenis of vaderlijk of moederlijk deel aan de voornoemde kinderen.

    6 kind(eren)


  7. Leendert Bastiaensz (Lenert Bastiaensz) van den Nes , * >1596 , † 1649 .

      LEENDERT BASTIAENSZ. VAN DEN NES, boer op vaderlijke hofstede op De Nes onder Rijsoord, landeigenaar en -huurder in Oud-Reierwaard, landhuurder in De (Groote) Nes te Rijsoord.

      Leendert Bastiaensz. van den Nes maakte een testament op 26 augustus 1648. In dat testament stelde hij dat hij meer dan één zuster met kinderen had.

      Ridderkerk, 29-10-1648:
      Leendert Bastiaensz van den Nes wonende op de Nes te Rijsoord geeft opdracht zijn testament van 27 augustus 1648, opgemaakt door notaris Daniell Eelbo te Dordrecht en getuige Cornelis Arijensz Boer (schout van Heer Oudelands Ambacht en secretaris van Hendrik Ido Ambacht) en Arent van Neten, nietig te verklaren. Bij deze prelegateert hij aan de drie kinderen van zijn overleden broer, Cornelis Bastiaens, met name Franck, Cornelis, Maijken en Teuntgen, die bij hem inwonen, 6.000 carolusguldens. Aan Bastiaen en Marichen (zij is getrouwd met Pieter Quirijnen) en de kinderen van voornoemde Cornelis Bastiaensz, elk een bedrag van 500 gulden. Tenslotte aan Bastiaen Willemsz en Vranck Willemsz, beiden zonen van Willem Bastiaensz, zijn broer zaliger, elk een bedrag van 500 carolus guldens. De erfgenamen van zijn na te laten goederen zijn eveneens de eerdergenoemde personen.

      Ridderkerk, 25 juni 1649:
      Leendert Bastiaensz van den Nes, wonende op de Nes te Rijsoord, ter eenre, en Bastiaen Cornelisz Groenevelt, wonende in Hendrik Ido Ambacht, ter andere zijde, verklaren dat het testament dat Leendert op 26 augustus 1648 heeft gedeponeerd bij notaris Daniel Eelbo te Dordrecht hiermede nietig wordt verklaard. Hij maakt nieuwe afspraken met zijn neef Bastiaen Cornelisz Groenevelt inzake zijn goederen.

      Rotterdam, 27-1-1639:
      Jacob Besemer, coorncooper, mede erfgenaam van zijn oom Leonart Bastiaensz van Nesch, overleden te Rijsoort, machtigt Pieter van der Licht, notaris, om uit zijn naam te voldoen aan de verplichting persoonlijk te verschijnen in zijn zaak als eiser tegen Bastiaen Willemsz van Nesch en Ingetje Heindericx, zoals is opgedragen door het gerecht te Dordrecht.

      Uit naam van de erfgenamen en legatarissen van zaliger Leendert Bastiaensen van den Nes transporteerde Martinus Glierius, notaris en procureur te Dordrecht, aan Franck Cornelissen van den Nes 2 morgen 300 roeden aan ’den Pruymendijck’ onder de Oud-Reieerwaard. De koop werd voldaan met het passeren van een schuldbrief ten bedrage van 1000 Car. gld. ten behoeve van de te Dordrecht wonende juffr. Margrieta Cools, welke op 9 mei 1660 geroyeerd werd.

      Op 26 augustus 1648 maakte Leendert Bastiaensen van de Nes, wonende op de Nes onder de jurisdictie van Rijsoord, te Hendrik-ldo-Ambacht in gezelschap
      van o.a. Cornelis Aryensen Boer, schout van Heeroudelandsambacht en secretaris van Hendrik-Ido-Ambacht, voor de Dordtse notaris Daniell Eelboo een overeenkomst met ’zijnen neve ende susters sone’ Bastiaen Cornelisz., wonende in Hendrik-Ido-Ambacht. De ’hoffstede mette huysinge, schuyre, boomgaert’ met 13 morgen eigen land daarbij behorende, waar Leendert dan woont, onder de jurisdictie van Rijsoord en ’De Nes’ genaamd is, met nog 19 hond in Oud-Reierwaard, genaamd ’Het Smalweer’, en 3 morgen 3 hond zaai- en weiland aldaar aan ’den Droogendijck’, hetwelk dan alles door Leendert gebruikt wordt, zal Bastiaen in huur nemen tot aan het overlijden van
      Leendert. Tevens nam Bastiaen ook al de huurlanden van Leendert over en dat
      zolang de huurkontrakten liepen. Ook kreeg hij de veestapel en de inboedel onder zijn beheer. Voor dit alles zou Bastiaen jaarlijks 350 Car. gld. aan Leendert betalen en tevens zou hij de hypotheek op de hofstede met landen ten bedrage van 800 gld. overnemen. Daarvoor diende Bastiaen zijn oom te onderhouden, maar diende deze wel zelf zijn kleding te bekostigen.
      Daarenboven moest hij voor dit alles ook nog eens 2200 Car. gld. aan zijn oom betalen. Deze overeenkomst zou komen te vervallen als Bastiaen zonder kinderen vóór zijn oom zou komen te overlijden. Dan diende Leendert aan de naaste ’vrunden’ van Bastiaen 1000 Car. gld. uit te keren. Beiden ondertekenden de akte.

      Bij dezelfde gelegenheid, dus ook op 26 augustus 1648, maakte Leendert Bastiaensen zijn testament, waarin hij zijn ’neve’ Bastiaen Cornelis, ’wesende
      sonen van sijn testateurs overleden suster sa(liger)’, die dan nog ongehuwd is.
      tot zijn erfgenaam benoemde. Bastiaen zou aan Leenderts twee volle broers Clement Bastiaensen en Aryen Bastiaensen en aan de nagelaten kinderen van
      zijn overleden broer Willem Bastiaensen, d.w.z. aan iedere staak, 750 Car.
      gld. moeten uitreiken. Bastiaen Cornelissen, zoon van zijn broer Cornelis Bastiaensen, zou 300 Car. gld. ontvangen en Anneken, Marichen en Willemijntgen Cornelis, mede dochters van zaliger Cornelis Bastiaensen (er staat abusievelijk: Bastiaen Cornelissen) gezamenlijk 450 Car. gld. Aan de andere kinderen van zijn broer Cornelis Bastiaensen: Franck Cornelissen, Mayken Cornelis, die dan nog ongehuwd is, en Theuntgen Cornelis, die dan bij haar oom Leendert woont, vermaakte hij gezamenlijk 3000 Car. gld. Er zou geen inventaris van zijn boedel behoeven te worden overlegd en bemoeienis van de schout werd uitgesloten.

      Leendert Bastiaensen van de Nes, wonende ’op de Nes’ onder de jurisdictie van Rijsoord, maakte op 29 oktober 1648 in gezelschap van o.a. (zijn latere aangetrouwde neefje) Cornelis Aryensen Boer, schout van Heeroudelandsambacht en secretaris van Hendrik-Ido-Ambacht, voor een
      notaris uit Dordrecht op het dorp Hendrik-Ido-Ambacht opnieuw een testament, waarbij hij zijn voor de Dordtse notaris Daniell Eelbo gemaakte en hiervoor besproken testament van 26 augustus 1648 teniet deed. Hij prelegateerde aan de drie kinderen van zaliger Cornelis Bastiaensen: Franck Cornelissen, Mayken Cornelis en Teuntgen Cornelis, ’jegenwoordich bij hem, testateur, inwonende’, tezamen 6000 Car. gld. Aan Bastiaen Cornelissen en Marichen Cornelis, getrouwd met Pieter Quirijnen. mede kinderen van zijn voornoemde broer Cornelis Bastiaensen, vermaakte hij elk 500 Car. gld. Aan Bastiaen Willemsen den ouden en Vranck Willemsen, beiden zonen van zijn overleden broer Willem Bastiaensen, vermaakte hij eveneens elk 500 Car. gld. Al zijn verdere goederen,
      zoals ’huys. hoff, lant ende sant, haeffelicken goederen, meubele, huysraet, linnen, wollen’ etc. zouden komen aan de voornoemde legatarissen en aan zijn andere broers, broeder(s?)- en zusterskinderen of hun nakomelingen ab intestato (= zonder testament). Leendert verbood uitdrukkelijk levering van inventaris aan de schout en gerechten van Rijsoord of elders.

      Ingentie Hendricxdr., geassisteerd met haar zoon en gekoren voogd Goosen Aryensz. van de Nes, wonende in Sandelingenambacht, aan de ene zijde, en Franck Cornelisz. van de Nes, P(iete)r Cornelisz. Soeteman, getrouwd met Mariken Cornelis van de Nes, Ary Cornelissen Soeteman, getrouwd met Teuntgen Cornelis van Nes, Bastiaen Cornelissen van de Nes en Mariken Cornelis van de Nes, weduwe van P(iete)r Crijnen, alsmede Bastiaen Willemsen van de Nes en Franck Willemsen van de Nes, allen erfgenamen en legatarissen van Leendert Bastiaensen van de Nes, zowel voor henzelf als uit naam van Jacob Cornelissen Besemer, wonende tot Rotterdam, zoon van Anneken Clemensen van de Nes, ter andere zijde, compareerden op 2 oktober 1653 voor een notaris te Dordrecht. Tussen de partijen was namelijk onenigheid ontstaan aangaande de rekening die Arien Bastiaensen van de Nes tot de laatste november 1649 aan de erfgenamen had gedaan en die door enkelen van hen ook was getekend. De partijen hadden elk een advocaat in de arm genomen en beloofden zich neer te leggen bij de uitspraak voor de Hoge Raad van Holland.

      Ridderkerk, 25 juni 1649: Leendert Bastiaensz van den Nes, wonende op de Nes te Rijsoord, ter eenre, en Bastiaen Cornelisz Groenevelt, wonende in Hendrik Ido Ambacht ter andere zijde, verklaren dat het testament dat Leendert op 26 augustus 1648 heeft gedeponeerd bij notaris Daniel Eelbo te Dordrecht hiermede nietig wordt verklaard. Hij maakt nieuwe afspraken met zijn neef [=oomzegger] Bastiaen Cornelisz Groenevelt inzake zijn goederen.

      Rotterdam, 2-9-1653: Bastiaens Clementsz van de Nes uit Barendrecht, die voor een vierde deel erfgenaam is van wijlen zijn oom Leonard Bastiaensz van den Nes, draagt al zijn rechten op de boedel van zijn oom over aan Jacob Besemer, koopman, die ook voor een vierde deel erfgenaam is van genoemde Leonard. Besemer zal alle reeds gemaakte en nog te maken onkosten betalen. Bovendien zal hij een verering geven aan Anna van de Nes, de dochter van Leonard.

      Rotterdam, 27-1-1654: Jacob Besemer, coorncooper, mede erfgenaam van zijn oom Leonart Bastiaensz van Nesch, overleden te Rijsoort, machtigt Pieter van der Licht, notaris, om uit zijn naam te voldoen aan de verplichting persoonlijk te verschijnen in zijn zaak als eiser tegen Bastiaen Willemsz van Nesch en Ingetje Heindericx, zoals is opgedragen door het gerecht te Dordrecht.
      Leendert is zonder nageslacht overl. tussen
      25 juni en november 1649.


  8. Neeltgen Bastiaen Francken (van den Nes) , * >1596 .
    Neeltgen Bastiaen Francken trad op als getuige bij de doop van Pouwels Cornelisse Soetman .

      Leendert Bastiaensz. van den Nes maakte een testament op 26 augustus 1648. In dat testament stelde hij dat hij meer dan één zuster met kinderen had.
      Neeltgen Bastijaen Francken wordt als doopgetuige vermeld.


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.