Aechtgen Willems
, * ±1585
, † >5-1649.
Dochter van
Willem Alertsz
en
Mariken Adriaens (Mariken Arijens)
.
Dat Aechtgen een dochter was van Willem Alertsz. en Mariken Adriaensdr. blijkt uit het testament van haar moeder gedateerd 4 november 1613. Haar broers en zusters waren: Alert, Thonis, Mariken, Jaepken en Neeltgen Willems. In deze akte worden geen eventuele echtgenoten van deze kinderen vermeld.
Op 25-1-1616 compareerden de erfgenamen van Cornelise Aelertsz. en zijn huisvrouw Jacobina Jacobsdr., beiden zaliger. De erfgenamen waren:
- Cornelis Otten, man en voogd van Kuyner Alertsdr., voor hem zelf;
- Pieter Pietersz., voor hem zelf en vervangende zijn kinderen en vervangende Aelert Pietersz., zijn broeder;
- Jan Pietersz. voor hem zelf;
- Aert Aertsz., man en voogd van Bastiaentgen Pietersdr. voor hem zelf;
- Alert Adriaensz., voor hem zelf en vervangende Leentgen Adriaensdr., zijn zuster, en vervangende de weeskinderen van dien;
- Alert Willemsz. en Thonis Willemsz., elk voor hen zelf;
- Herman Cornelisz., man en voogd van Jacobina Willemsdr., voor hem zelf;
- Willem Pietersz., man en voogd van Mariken Willemsdr., voor hem zelf en vervangende Neeltgen Willemsdr., zijn vrouwen zuster;
- Cornelis van den Nes, ma en voogd van Aechtgen Willemsdr., voor hem zelf;
- Aert Melsonen, man en voogd van Mariken Remboutsdr., voor hem zelf.
Zij zijn allen erfgenamen van Cornelis Alertsz. zaliger.
Aechtgen Willemsdr., weduwe van Cornelis Bastiaens van den Nes, wonende te Groote Lindt, oud 64jaar, legde op 18 juni 1649 op verzoek van Leendert Gilliss. Vinck, schout aldaar, de verklaring af, dat zij ca. 24 jaar geleden, ten tijde dat Jan Pieterss., geboren in de Lindt. de eerste maal bruidegom was, voor genoemde Jan Pieterss. 60 of 63 Car. gld. had betaald aan Pleuntgen Crijnen, lakenkoopster te Dordrecht, en dat ter betaling van Jans bruidegomsklederen, zoals tussen Aechtgen en Jan was afgesproken. Zij had de helft van dit bedrag toentertijd gegeven aan Jans zuster Lijsbeth Pietersdr. Thans wist zij zich niet meer te herinneren waarom zij dit geld had moeten geven, dan dat wijlen haar man dit geld bij Leendert Vincks vader ’op interest van weeskinderen gedaen’ had. Aechtgen bekrachtigde de akte met haar handmerkje.
×
±1608
Cornelis Bastiaensz van den Nes
, * <1590
, † <1649.
Kinderen:
-
Bastiaen Cornelisz van den Nes
, * ±1611
, † >1688 .
In een akte gedateerd 1 juni 1649 legde o.a. de ca. 38 jaar oude en in de Lindt wonende Bastiaen Cornelis van Nes een verklaring af over onenigheid over de kwaliteit van zeker land, dat schout Leendert Gillissen Vinck en Arien Pietersen (van Dalum), beiden wonende te Groote Lindt, van de Schutterij te Dordrecht in huur hadden. Bastiaen plaatste zijn handmerkje onder de akte.
In 1659 wordt hij genoemd als boer te Groote Lindt. Hij was ald. ook landeigenaar en -huurder. Hij was heemraad van Groote Lindt (1675-1679, 1681, 1682, 1684, 1688).
Op 1 november 1676 kwamen enerzijds de schout, schepenen en de secretaris van Meerdervoort en anderzijds Cornelis, Aelbert en Leendert Leenders Snoo, meerderjarig, en Bastiaen Cornelis van den lues uit naam, nevens de drie voornoemde meerderjarigen, van Neeltje Leenders Snoo, meerderjarige dochter, Cornelis en Bastiaen Leenders Snoo, minderjarig, en Jacob Cornelis, getrouwd met Lijsbet Leenders Snoo, allen kinderen en erfgenamen van Leendert Geerits Snoo, verwekt bij zijn eerste vrouw Annetje Cornelis ’ende de laeste mede van dien namen’, in leven gewoond hebbende en overleden in het Volgerland van Meerdervoort, tot een akkoord.
Op 5 juni 1678 kreeg Bastiaen door de diakonie te Groote Lindt betaald voor het ’houden’ van P(iete)r Noteboom, ’daer aen waer was gehadt’, d.w.z. Bastiaen had winkelwaren gegeven.
×
Rijsoord (ZH) 30-12-1640
Pieterke Willems (de Weert)
, * ±1617
, ~Rijsoord (ZH) 7-1-1618
, † >1671.
Dochter van
Willem Pietersz (Witte Pietersz) (de) Waert
en
Grietge Cornelisdr (Griettien Cornelisse) Baes
.
Otr. op 8-12-1640
in Rijsoord (ZH).
Bastiaen Cornelisz. van de Nes van De Linde en Pieterke Willemsdr. van Rijsoord. Kinderen: Cornelis, Willem, Pieter, Leendert, Grietje, Aagje en Marijken.
De vader van Pieterke Willemsdr. was Witte Pietersz. Zij was bij haar huwelijk afkomstig van Rijsoord.
Blijkens de akte van uitkoop tussen Willem Pietersen de Waert, weduwnaar van
Grietgen Cornelisdr., en zijn kinderen van 27 juni 1640, was Pietertgen Willemsdr. 23 jaar oud. De meerderjarige Pietertgen kreeg, evenals haar broers en zusters, 285 pond toebedeeld.
Pieter Willemsen, voor hem zelf en voor zijn broer Cornelis Willemsen, beiden wonende op Ridderkerk, Bastiaen Cornelissen van den Nes, getrouwd met Pietertie Willems, Grietgen Willems, weduwe van Corstiaen Isbrantsen, en Leendert Ariensen Pieterman, getrouwd met Neeltie Willems, allen kinderen en erfgenamen van Willem Pietersen geprocreëerd bij Grietgen Cornelis, in leven gewoond hebbende te Ridderkerk, kavelden op 14 mei 1660 te Dordrecht. De gebroeders kregen een huis met weiland onder Ridderkerk toebedeeld, waarvoor zij hun zusters uitkochten. Van den Nes ontving namens zijn vrouw 620 Car. gld. Hij zette het van hem bekende merkje onder de akte.
Overl. ná 14 feb. 1672, toen zij in Rijsoord doopgetuige was.
Pieterke Willems
trad op als getuige bij
de doop van
Willem Cornelisz de Waert
.
7 kind(eren)
-
Anneke Cornelisse (van den Nes)
, *Groote Lindt ±1615
, † ±1654 .
×
Hendrik-Ido-Ambacht 31-5-1637
Leendert Gerritsz Snoo
, † Zwijndrecht, Meerdervoort, Volgerland ±1675.
9 kind(eren)
-
Franck (Vranck Cornelisz) van den Nes
, * ±1615
, † <1670 .
Franck was boer te Rijsoord. Na 1662 vertrok hij naar Dubbeldam.
In de boedelrekening van Aert Woutersz. van Gouthouven te Rijsoord d.d. 12 mei 1656 is sprake van een betaling van 4 pond 10 st. aan Franck Cornelisz. en ene Maeycke Hendricx vanwege ’t kisten en affleggen.
Uit naam van de erfgenamen en legatarissen van zaliger Leendert Bastiaensen van den Nes transporteerde Martinus Glierius, notaris en procureur te Dordrecht, aan Franck Cornelissen van den Nes 2 morgen 300 roeden aan ’den Pruymendijck’ onder de Oud-Reieerwaard. De koop werd voldaan met het passeren van een schuldbrief ten bedrage van 1000 Car. gld. ten behoeve van de te Dordrecht wonende juffr. Margrieta Cools, welke op 9 mei 1660 geroyeerd werd.
Ingentie Hendricxdr., geassisteerd met haar zoon en gekoren voogd Goosen Aryensz. van de Nes, wonende in Sandelingenambacht, aan de ene zijde, en Franck Cornelisz. van de Nes, P(iete)r Cornelisz. Soeteman, getrouwd met Mariken Cornelis van de Nes, Ary Cornelissen Soeteman, getrouwd met Teuntgen Cornelis van Nes, Bastiaen Cornelissen van de Nes en Mariken Cornelis van de Nes, weduwe van P(iete)r Crijnen, alsmede Bastiaen Willemsen van de Nes en Franck Willemsen van de Nes, allen erfgenamen en legatarissen van Leendert Bastiaensen van de Nes, zowel voor henzelf als uit naam van Jacob Cornelissen Besemer, wonende tot Rotterdam, zoon van Anneken Clemensen van de Nes, ter andere zijde, compareerden op 2 oktober 1653 voor een notaris te Dordrecht. Tussen de partijen was namelijk onenigheid ontstaan aangaande de rekening die Arien Bastiaensen van de Nes tot de laatste november 1649 aan de erfgenamen had gedaan en die door enkelen van hen ook was getekend. De partijen hadden elk een advocaat in de arm genomen en beloofden zich neer te leggen bij de uitspraak voor de Hoge Raad van Holland.
Rijsoord, 10 juli 1662:
Adriaen Ribbens, leenman van het Leenhoff binnen Bergen op Zoom en Vranck Cornelis van de Nes, wonende in Rijsoord komen overeen dat door een achterstand in het betalen van pacht voor een totaalbedrag van 273 carolus guldens, Vranck aan voornoemde leenman in onderpand de nog op het veld staande bonen, tarwe en erwten geeft voor een bedrag van 120 carolus guldens. De overige 153 gulden belooft hij te betalen in twee termijnen. De eerste termijn over 1 jaar na dato, de tweede termijn over 2 jaar na dato.
Franck is overl. tussen 1662 en 1669.
c
1645
Neeltie Samuels
.
Franck Cornelisz. had een buitenechtelijke relatie met Neeltie Samuels, waaruit een zoon Johannes werd geboren.
×
Rijsoord (ZH) 25-12-1649
Marrichjen Pieters (Maijken Pieters)
.
Marrichjen was mogelijk een dochter van Pieter Ariensz. Vinck en Geertie Cornelisdr.
Marrichjen huwde 2e (ondertr. Rijsoord 16 mei en attestatie gegeven om elders te trouwen 1 juni 1670) met Anthony Joosten.
5 kind(eren)
-
Marichen Cornelis (Mariken Cornelis) van den Nes
, *De Lindt ±1618
, † >1665 .
Geschat geboortejaar.
MARICHEN (MARIKEN, MAEYKE) CORNELISDR. VAN DEN NES.
Ingentie Hendricxdr., geassisteerd met haar zoon en gekoren voogd Goosen Aryensz. van de Nes, wonende in Sandelingenambacht, aan de ene zijde, en Franck Cornelisz. van de Nes, P(iete)r Cornelisz. Soeteman, getrouwd met Mariken Cornelis van de Nes, Ary Cornelissen Soeteman, getrouwd met Teuntgen Cornelis van Nes, Bastiaen Cornelissen van de Nes en Mariken Cornelis van de Nes, weduwe van P(iete)r Crijnen, alsmede Bastiaen Willemsen van de Nes en Franck Willemsen van de Nes, allen erfgenamen en legatarissen van Leendert Bastiaensen van de Nes, zowel voor henzelf als uit naam van Jacob Cornelissen Besemer, wonende tot Rotterdam, zoon van Anneken Clemensen van de Nes, ter andere zijde, compareerden op 2 oktober 1653 voor een notaris te Dordrecht. Tussen de partijen was namelijk onenigheid ontstaan aangaande de rekening die Arien Bastiaensen van de Nes tot de laatste november 1649 aan de erfgenamen had gedaan en die door enkelen van hen ook was getekend. De partijen hadden elk een advocaat in de arm genomen en beloofden zich neer te leggen bij de uitspraak voor de Hoge Raad van Holland.
×
Dordrecht 1644
Pieter Krijne
, † ±1650.
Otr. op 10-4-1644
in Rijsoord (ZH).
Zij was j.d. van de Linde. Pieter Krijne was j.m. van IJsselmonde, wonende Rijsoord.
Pieter Krijne woonde aan de Vergeeleweg (Vrouwgeleweg) onder Hendrik-Ido-Ambacht (1646, 1648).
Mayken Cornelis en Pieter Krijne vestigden zich na hun huwelijk in de kerkelijke gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. Blijkens doopoptekeningen van 7 januari 1646 en 26 januari 1648 woonden zij aan de Vergeeleweg aldaar.
Op 2 februari 165 1 werd aldaar hun jongste kind ten doop gehouden, waarbij werd opgemerkt dat de vader toen reeds overleden was.
Overl. tussen lente 1650 en 2 februari 1651.
×
Rijsoord (ZH) 16-10-1653
Anthonis (Theunis Pieters) Hertoch
, † Rijsoord (ZH) 22-12-1653.
Anthonis Hertoch was weduwnaar van Neeltje Willemsdr.
Hij was secretaris van Rijsoord (1653).
Theunis Pietersz. en zijn 1e vrouw Neeltje Willems kwamen in november 1646 van Poortugaal naar Rijsoord.
×
Rijsoord (ZH) 10-6-1657
Jacob Cleijsz
, † <5-1661.
Jacob Cleijsz. was weduwnaar wonende onder
Rijsoord (1657).
Jacob Cleijsz. was schapenboer en visser aan de Drogendijk (Pruimendijk) onder Ridderkerk.
Van 21 april 1661 dateert de inventaris van de nagelaten boedel van Jacob Cleyss. en diens eerste vrouw Leyntie Pieters en van diens nog levende 2de vrouw Maritie Cornelis. Deze werd opgemaakt op verzoek van de achter Dordrecht wonende Cornelis Willemss., zwager van Jacob, gekoren voogd van de minderjarige weeskinderen bij de eerste vrouw Leyntie: Cleys, Geen, Jacob, Ariaentie, Jannitie en Annetie. Maritie Cornelis werd hierbij geassisteerd door haar broer Vranck Corneliss. van Nes als haar voor de gelegenheid gekoren voogd. De boedel bestond uit een huis met erf aan ’den Drogendijck’ onder de jurisdictie van Ridderkerk, 6 schapen, 10 lammeren, huisraad, waaronder een bed met 2 dekens en gordijnen, en een ’snaphaen’ (schietwapen). Ook zijn er diverse visnetten genoemd. Dit alles werd genoteerd op aangeven van Vranck van Nes. Zowel hij als zijn zuster zetten hun merkje.
×
Rijsoord (ZH) 3-5-1665
Hendrick Leendertsz Legendijck
.
Otr. op 18-4-1665
in Rijsoord (ZH).
Hendrik Leendertsz Legendijck, wed. van Mariichje Joosten, en Maijken Cornelis, wed. van Jacob Cleijsz., beijde won. onder Rijsoirt.
-
Maeijcken Cornelis (Maritgen Cornelis) van den Nes
, *De Lindt ±1620
, † >11-1684 .
Afk. van Groote Lindt.
Zij was spinster en veldarbeidster te Ridderkerk in 1680.
Maeycken Cornelisdr., oud ca. 44 jaar, huisvrouw van Pieter Soeteman en wonende aan ’de Pruymendijck’ onder de jurisdictie van Ridderkerk, attesteerde op 24 en 25 september 1664 over de ligging van een aveling van de kerk van Groote Lindt in de Grote Nes onder Rijsoord. Zij verklaarde destijds gedurende 10jaar bij haar oom Leendert Bastiaensz. van den Nes aldaar te hebben gewoond. Zij bekrachtigde haar verklaringen met haar merkje.
Op 15 augustus 1665 legde o.a. de ca. 45 jaar oude Maeycken Cornelisdr. een verklaring af op verzoek van Jan Theunissen, wonende aan ’den Drogenwaeldijck’ onder Ridderkerk, over een gebeuren van twee dagen tevoren om ca. half vijf ’s morgens, toen Jans dochter Maritie half in een sloot lag waar weinig water in stond, onwel werd en uiteindelijk stierf. Zij plaatste haar merkje.
Ridderkerk, 1680: Pieter Soetemans weduwe behelpt haer met spinne en somtijts int velt te gaen arbeijde als sijnde een oude vrouw met haer kindt boven de acht jaeren.
- Ingentie Hendricxdr., geassisteerd met haar zoon en gekoren voogd Goosen Aryensz. van de Nes, wonende in Sandelingenambacht, aan de ene zijde, en
- Franck Cornelisz. van de Nes, P(iete)r Cornelisz. Soeteman, getrouwd met Mariken Cornelis van de Nes, Ary Cornelissen Soeteman, getrouwd met Teuntgen Cornelis van Nes, Bastiaen Cornelissen van de Nes en Mariken Cornelis van de Nes, weduwe van P(iete)r Crijnen, alsmede Bastiaen Willemsen van de Nes en Franck Willemsen van de Nes, allen erfgenamen en legatarissen van Leendert Bastiaensen van de Nes, zowel voor henzelf als uit naam van Jacob Cornelissen Besemer, wonende tot Rotterdam, zoon van Anneken Clemensen van de Nes, ter andere zijde,
compareerden op 2 oktober 1653 voor een notaris te Dordrecht. Tussen de partijen was namelijk onenigheid ontstaan aangaande de rekening die Arien Bastiaensen van de Nes tot de laatste november 1649 aan de erfgenamen had gedaan en die door enkelen van hen ook was getekend. De partijen hadden elk een advocaat in de arm genomen en beloofden zich neer te leggen bij de uitspraak voor de Hoge Raad van Holland.
Pieter Cornelissen Soeteman en Marritie Cornelisdr., echtelieden wonende aan ’den Pruymendijck’ onder de jurisdictie van Ridderkerk, zij ziek te bed liggend, maakten daar op 4 december 1663 een nieuw testament voor de notaris uit Rijsoord, dat evenwel vrijwel van gelijke strekking was als hun wilsbeschikking uit 1650. Bij zijn kinderloos vooroverlijden zou hun gemene boedel worden gedeeld en zou zijn vrouw de helft hiervan ontvangen. De andere helft zou gaan naar zijn naaste ’vrinden’ ab intestato. Indien hij met achterlating van kinderen zou komen te overlijden zou zijn vrouw in de volledige boedel blijven zitten en de kinderen tot hun mondigheid moeten opvoeden en bij meerderjarigheid aan hen 25 gld. en een behoorlijke uitzet moeten meegeven. d.w.z.: ’een sondachs ende werckendachs cleet’. De kinderen zouden tot zijn erfgenamen benoemd worden en dat i.p.v. de uitreiking van hun legitieme portie na zijn overlijden. Bij haar kinderloos vooroverlijden zou haar man haar enige erfgenaam zijn en bij het nalaten van kinderen zouden de voorgenoemde voorwaarden van kracht zijn. De langstlevende zou voogd over de minderjarigen zijn. Beiden zetten hun merkje onder de akte.
Op 24 september 1664 attesteerde Maeycken Cornelisdr., huisvrouw van Pieter Soeteman, wonende aan ’den Pruymendijck’, oud ca. 44 jaar, op verzoek van ds. J. Kocxius, predikant te Molenaarsgraaf, dat zij haar oom Leendert Bastiaensen van de Nes, toen hij land huurde op de Grooten Nes (onder Rijsoord), meermalen een en ander had horen zeggen over de ligging van de aveling die zou behoren aan de kerk van de Lindt. Maeycken verklaarde nog dat zij destijds l 0 jaar bij haar genoemde oom had gewoond.
Zij zette haar merkje onder de akte.
Een dag later attesteerde Maeycken opnieuw, nu met (haar schoonvader) Cornelis Cornelissen Soeteman, ca. 75 jaar oud en wonende aan ’den Pruymendijck’, met soortgelijke strekking over deze aveling. Soeteman verklaarde o.a. dat hij met zaliger Leendert Bastiaensen van den Nes ’groot conversatie ende ommeganck heeft gehadt ende geduurigh bij hem heeft verkeert".
In het van 1 juni 1680 daterende kohier van de huishoudens te Ridderkerk staat het volgende te lezen: ’Pieter Zoeteman’s weduwe behelpt haer met spinne en somtijts int velt te gaen arbeijde als sijnde een oude vrouw met haer kindt boven de 8 jaeren.
Op 23 juli 1680 stelde Maeycken Cornelis, weduwe van Pieter Cornelissen Soeteman, wonende in Ridderkerk (’Rijsoord’ is doorgehaald), zich borg voor een geldlening door haar zoon Cornelis te Carnisse. Zij plaatste haar handmerkje onder de akte.
Maritgen Cornelis, weduwe van Pieter Cornelisse Soeteman, wonende aan ’den Droogenwaeldijck’ onder Ridderkerk, maakte op 4 december 1684 ziek te bed liggend haar testament. Tot haar universele erfgenaam benoemde zij haar zoon Leendert Pieterse Soeteman. Als tegenprestatie diende hij zijn moeder haar leven lang te ’adsisteren ende onderhouden’ en na haar overlijden aan zijn broer Cornelis en aan zusters Marij en Achje Pieters Soeteman elk 50 Car. gld. uit te reiken en dat vanwege het vaderlijk bewijs volgens de op 4 december 1663 voor de notaris van Ridderkerk opgemaakte akte tussen hun ouders. De testatrice bekrachtigde de akte met haar merkje.
×
Rijsoord (ZH) 19-12-1649
Pieter Cornelisz Soeteman
, † <6-1680.
Zoon van
Cornelis Cornelisz Soetman
en
?
Maijken Cornelisdr., j.d. van de Lindt, en Pieter Cornelisz., j.m. van Rijsoord. Kinderen: Leendert, Cornelis, Marij en Achje.
Pieter Cornelisz. Soeteman (Soetmans) woonde aan de Pruimendijk onder Ridderkerk (1650, 1663, 1664).
Pieter was een zoon van Cornelis Cornelisz. Soetman (en waarschijnlijk diens 1ste vrouw).
Rijsoord, 4-12-1663:
Pieter Cornelis Soeteman en Maritie Cornelis (ziek zijnde), echtpaar, wonende aan de Pruimendijk, maken hun testament. Wanneer Pieter als eerste overlijdt (en er zijn geen kinderen) dan erft zijn echtgenote één helft van zijn nalatenschap en de andere helft gaat naar zijn naaste vrienden en erfgenamen ab-intestato. Zijn er kinderen dan voedt de langstlevende hen op tot hun mondige dagen of huwelijk. Zij krijgen dan als erfenis 25 carolus gulden, alsmede een zondags en werkkleed. Overlijdt Maritie als eerste dan is Pieter haar universele erfgenaam.
Ridderkerk, 1680: Pieter Soetemans weduwe behelpt haer met spinne en somtijts int velt te gaen arbeijde als sijnde een oude vrouw met haer kindt boven de acht jaeren.
Ingentie Hendricxdr., geassisteerd met haar zoon en gekoren voogd Goosen Aryensz. van de Nes, wonende in Sandelingenambacht, aan de ene zijde, en Franck Cornelisz. van de Nes, P(iete)r Cornelisz. Soeteman, getrouwd met Mariken Cornelis van de Nes, Ary Cornelissen Soeteman, getrouwd met Teuntgen Cornelis van Nes, Bastiaen Cornelissen van de Nes en Mariken Cornelis van de Nes, weduwe van P(iete)r Crijnen, alsmede Bastiaen Willemsen van de Nes en Franck Willemsen van de Nes, allen erfgenamen en legatarissen van Leendert Bastiaensen van de Nes, zowel voor henzelf als uit naam van Jacob Cornelissen Besemer, wonende tot Rotterdam, zoon van Anneken Clemensen van de Nes, ter andere zijde, compareerden op 2 oktober 1653 voor een notaris te Dordrecht. Tussen de partijen was namelijk onenigheid ontstaan aangaande de rekening die Arien Bastiaensen van de Nes tot de laatste november 1649 aan de erfgenamen had gedaan en die door enkelen van hen ook was getekend. De partijen hadden elk een advocaat in de arm genomen en beloofden zich neer te leggen bij de uitspraak voor de Hoge Raad van Holland.
Overl. tussen 24 september 1664 en 1 juni 1680.
Pieter Cornelisz
trad op als getuige bij
het huwelijk van
Cornelis Pietersz Soeteman
.
4 kind(eren)
-
Teuntgen Cornelis van den Nes
, *De Lindt ±1622
, † <1663 .
De jongere kinderen van wijlen Cornelis Bastiaens, met name Franck, Cornelis, Maijken en Teuntgen woonden in bij Cornelis’ broer Leendert Bastiaensz. van den Nes, won. op de Nes te Rijsoord, en werden bedeeld in diens testament van 29-10-1648.
×
Rijsoord (ZH) 12-3-1650
Arij Cornelisz (Arien Cornelisz) Soeteman
, *Rijsoord (ZH) ±1627
.
Arien was een zoon van Cornelis Cornelisz. Soetman en Pietertje A r i e n s d r .
Arien huwde 2e Rijsoord (ondertr. Hendrik-Ido-Ambacht en
Rijsoord 14 april) 13 mei 1663 met Mayke Willemsdr., j.d. wonende aan den Veersendijk; kerkelijk onder Hendrik-Ido-Ambacht.
Rijsoord, 25-8-1663:
Arij Cornelisz Soeteman en Maijcken Willims (ziek op bed), echtpaar wonende aan de Pruimendijk, benoemen elkaar tot erfgenaam. De langstlevende dient de eventuele kinderen op te voeden tot hun mondige dagen of huwelijk, waarna zij 200 carolus gulden zullen ontvangen; de langstlevende wordt tevens voogd.
Rijsoord, 12-11-1667:
Pleuntie Leendersdr, weduwe van Willem Pietersz, wonende aan de Steenplaet onder ’t Volgerlant van Sandelinghambacht, geeft aan dat de weeskinderen haar erfgenamen zijn. Arij Cornelisz Soeteman, man van haar dochter Maeijcke Willems dient de administratie voor de weeskinderen bij te houden.
Arijen Cornelisse Soeteman, getrouwd met Maeijken Willemsdr., wordt op 1 juni 1669 genoemd.
Arien was sergeant in het corps weerbare mannen in de Zwijndrechtse Waard in 1 6 7 3.