Vranck Ghijsbrechtsz van den Nes , * ±1509 .
Zoon van Gijsbrecht Vrancken van den Nes .



×
    NN. Cornelisdr .    

    Dochter van Cornelis Heijndricksz Besemer (???) en ?
×
    NN. Wijtensdr .    

    Dochter van Wijt (???) en ?
×
    NN. Bastiaansdr .
Kinderen:
  1. Bastiaen Francken (Bastiaen Vrancken) van den Nes , † <3-1611 .

    × <1590   NN. , † <7-1597.

    × Rijsoord (ZH) 29-6-1597   Sijken Lenaerts , *Oud-Alblas ±1575 , † >8-1607.
        Dochter van Lenaert Cornelisz Sterrenburg (?) en Seijken Cornelisse Besemer (?).
      Kinderen i.e.g. Leendert, Clement, Adriaen, Cornelis, Pleun en Maijen.

      Sijke woonde met haar man in Rijsoord.
      Sijken Lenaerts was op 20 september 1607 nog doopgetuige te Barendrecht.

    8 kind(eren)


  2. Adriaenken Francken van den Nes , † Barendrecht 1-11-1597 .
      Ariaentgen Francken stierf op 18 november 1597 na een legaat vermaakt te hebben aan de Armen van Barendrecht.

    × <1576   Gerrit Willemsz , † >1603.
      Uit hun zoon Franck stamt het Barendrechtse geslacht de Vos.

      Gerrit Willemsz. was boer te Oost-Barendrecht.

      Op 8 augustus 1576 compareerden te Dordrecht Gerit Willemsz. van Oost-Barendrecht, als man en voogd van Adriaenken Franckendr.. voor de ene helft, en Cornelis Besemer Franckenz. van den Nes, wonende op Heerjansdam, en Joris Geritss., uit Adriaen Pieters zoons ambacht (= Sandelingenambacht), als vader en voogd van Maryken Jorisdr., geprocreëerd bij Lenaertgen Franckendr. zaliger, voor de andere helft, allen erfgenamen van Franck Gijsbertss. van den Nes hun vader (respectievelijk schoonvader en grootvader), en verkochten aan Maerten Claesz. van Slijcht een huis en erf met zijn toebehoren aan de Veste te Dordrecht bij de ’botgens poorte’, gelegen tussen Jan Reyerszoons huis aan de ene zijde en Digna inden Spiegels huis aan de andere zijde. Dit huis was belast met een jaarlijkse losrente van 10 schellingen groten vlaams, welke de koper overnam.

    1 kind(eren)


  3. Wijt Francken van den Nessch , * ±1540 , † >1609 .
      Geschat geboortejaar.

      Wijt was schout (l 571), heemraad (1595, 1597-1599, 1601- 1605, 1 6 1 0) van Hendrik-Ido-Ambacht, schout van Sandelingenambacht (1602, 1605).

      Wijt huwde mogelijk met een dochter van Aert Heyndrick Thonisz., boer te Sandelingenambacht, landpoorter van Dordrecht, heemraad, stedehouder van Sandelingenambacht en diens vrouw Lijsken Heymansdr.

      Kinderen van Wijt zijn Franck en Mariken en mogelijk nog een dochter.

      Zijn oudste vermelding dateert van 13juni 1571 toen hij als ’Wijt Vrancken van den Nessch’ als schout in Hendrik-Ido-Ambacht een charter bezegelde. Zijn wapen vertoont een merk.

      Blijkens een akte van 27 februari 1597 gebruikte Wyt Francken van den Nes 6 morgen en een huis in Sandelingenambacht, toebehorende aan de executeurs van het testament van Adriaen Dirckx Coninck te Dordrecht, dat toen werd verkocht. Een oude vrouw genaamd Barbara mocht in het huis blijven wonen.

      Op 15 augustus 1598 werd Wijt Francken beleend met twee stukken land genaamd ’De Steenplaets’ ter grootte van 8 morgen in de hoeve van Kijffhouk in Hendrik-Ido-Ambacht. Dit goed lag ongeveer tegenover het Huys Boucquet.


      Mariken Aertsdr.. weduwe van Jacop Diericksen, werd op 1 mei 1602 geassisteerd
      door haar oom en gekoren voogd Wijt Vrancken van den Nes, schout van
      Sandelingenambacht, toen zij met Herp Diercksen, als oom en gerechte bloedvoogd
      van haar kinderen: Machtelt, 14jaar, Cornelis, 9 jaar en Dierick Jacopsen, 6 jaar, tot
      vertichting kwam. Mariken behield het huis met boomgaard aan ’Den Droogendijck’
      onder Ridderkerk, het zaai- en weiland, de koeien, paarden, inboedel, de baten en
      schulden etc. De kinderen kregen zekere kledingsstukken van hun vader toebedeeld,
      waaronder een ’laken wammus’(?) (= lakense wambuis ?) met 28 zilveren knopen. De
      moeder zou de kinderen tot 18-jarige leeftijd opvoeden etc. en dan aan elk van hen
      200 gld. uitreiken, waarvoor zij 3 morgen 4 hond in Oud-Reienvaard in een weer van
      7 morgen 4 hond als zekerheid r telde"^. Op welke wijze Wijt een oom van Mariken
      was is mij niet duidelijk. Mogelijk liep de verwantschap via de vrouw van Wijt. Jacop
      Diericksen en Mariken Aertsdr. lieten in 1587 en 1596 kinderen te Rijsoord dopen.

    3 kind(eren)


  4. Lenaertge Francken van den Nes , * ±1550 , † <1577 .

    ×   Joris Gerrit Cornelisz (Joris Gerritsz) Leenhouwer , * <1540 , † >1607.
      Lenaertge was Joris’ 1e vrouw. Joris hertrouwde later met een dochter van Cornelis Thonisz., schout van Rijsoord.
      Mogelijk in Sandelingen-Ambacht geboren.

      Lenaertge Francken huwde met Joris Gerritsz. Leenhouwer alias Cranendonck, geb., verm. te Sandelingenambacht, voor 1540, boer en wellicht ook steenbakker te Sandelingenambacht, leenman van de Lek en Polanen aldaar, heemraad van Hendrik-ldo-Ambacht (1606-1608), overl. na 26 mei 1608, zoon van Gerrit Cornelisz., boer te Sandelingenambacht, leenman van de Lek en Polanen ald., (en diens vrouw Machtelt Cleysdr.?). Joris hertrouwt vóór ca. 1590 met een dochter van Cornelis Thonisz., schout van Rijsoord, landgebruiker in de Oud-Reijerwaard.

      In 1557 was Joris Gerritsz. in Sandelingenambacht in het bezit van 4 morgen land met "dat huijs daer op staende".

      Aanvankelijk werd Joris Gerritsz. genoemd met de toevoeging "leenhouwer’, maar vanaf 1607 met de familienaam Cranendonck.

      Gerrit Cornelisz., de vader van de gebroeders Cleys en Joris Leenhouwer, erfde bij dode van zijn moeder Mariken Lambrecht Willemszoonsdr. in 1520 een leen van de hofstad van de Lek en Polanen in Sandelingenambachten het is naar aanleiding van dit bezit dat de toenaam Leenhouwer onstond,welke uiteindelijk evolueerde tot Leenheer.


  5. Cornelis Francken (Cornelis Besemer Vranckensz) van (den) Nes , * ±1550 , † <5-1611 .

      CORNELIS BESEMER VRANCKENSZ. VAN (DEN) NES, woonde te Heerjansdam (1575, 1576). te Groote Lindt (1601) boer aldaar (tot in 1602), landeigenaar ald.

      Cornelis kan met voornaam en geslachtsnaam (Besemer) naar zijn grootvader van moederszijde zijn vernoemd.

      Cornelis Besemer Vranckensz. van (den) Nes uit Rijsoord was boer. Hij was een zoon van Vranck Ghijsbrechtsz. van den Nes, boer op de Nes onder Rijsoord, schepen van Rijsoord en taxateur van de 10e penning van Rijsoord en Strevelshoek. Cornelis’ moeder was was. een dochter van Cornelis Besemer. Mogelijk heette zij Marijtje.
      In 1573-76 woonde Cornelis in Heerjansdam; in 1601 in Groote Lindt.

      Op 1 september 1576 compareerde ter secretarie van Dordrecht Cornelis Francken van de Nes uit Rijsoord en betuigde zijn spijt over enige woorden die hij die dag binnen ‘de camere juditiale aldaar’ tegen schout Huyg van Heerjansdam had gesproken. Hij verklaarde deze gesproken te hebben ‘uijt hefticheijt van bloede’.
      Cornelis Heyndryckx Witteboom, wonende aan de Noldijck onder de jurisdictie van Ridderkerk, stelde zich bij akte van 30 maart 1599 met zijn hofstede als borg voor Cornelis Vranck van den Nes, die gecondemneerd was door Mannen van de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland voor een som van 81 rijnsgld. ten behoeve van Cornelis Jaecobsz., lakenkoper te Dordrecht.

      Cornelis Heyndryckx Witteboom, wonende aan de Noldijck onder de jurisdictie van Ridderkerk, stelde zich bij akte van 30 maart 1599 met zijn hofstede als borg voor Cornelis Vranck van den Nes, die gecondemneerd was door Mannen van de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland voor een som van 81 rijnsgld. ten behoeve van Cornelis Jaecobsz., lakenkoper te Dordrecht.
      Overl. tussen 18 oktober 1602 en 2 april 1611.

    × ±1571   Truijken Pieters (Truijtge Pieter Kors Pietersdr) , † >3-1611.
        Dochter van Pieter Cors Pietersz en Elijsabeth Claes (Lijsken Claes) .
      Zij trouwden tussen 24-6-1570 en 18-6-1573. Kinderen: Marijgen en Vranck. Zie: Slijkerman’s Van den Nes.

      Truijchge Pieter Cors Pieterszoonsdr.

      Mijnsheerenland, 18 juni 1573: Cornelis van der Nes Francksz., e.v. Truytge Pieter Kors Pietersdr., verk. aan Cornelis Cornelisz., e.v. Marichge Pieter Kors Pietersdr., alzulke cijns- en eigenlanden als hem vanwege zijn huisvrouw aangekomen zijn van Lysbeth Claesdr., weduwe wijlen Pieter Kors Pietersz. op 24.6.1570. Op deze landen rust een geestelijke schuld, die ten laste blijft van de verkoper.

      Cornelis Besemer Vranckenss. van Nes en zijn huisvrouw Truyken Pietersdr., wonende in Groote Lindt, droegen op 18 oktober 1602 over aan hun zoon Vranck Corneliss. hun ’huys, hoff, berch ende schuyr’, alsmede eigen- en huurland, inboedel, paarden en koeien en dat met alle lasten etc., zoals zij op dat moment bezaten, en dat ’int aensiene van zijne trouwe hulpe ende bijstandichen aen zijne ouders bewesen ende noch bewijsende’. Zoon Vranck beloofde zijn ouders gedurende de rest van hun leven ’in haeren ouden dagen’ te onderhouden in eten, drinken en kleding.
      Nog op 2-4-1611 wordt Truijken Pietersdr. als weduwe vermeld in Groote Lindt.

    2 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.