Vranck Ghijsbrechtsz
van den Nes
, * ±1509
.
Zoon van
Gijsbrecht Vrancken van den Nes
.
Blijkens een akte gedateerd 3 februari 1553 was Franck Ghysbertss. van den Nes toen 44 jaar oud. In een op 17 juni 1572 eveneens te Dordrecht opgemaakte akte legde o.a. de ca. 62 jaar oude Franck Gijsberts van Nes een verklaring af. Hij werd derhalve tussen 1508 en 1510 geboren.
Franck Ghijsbrechtsz. van de Nes won. onder Rijsoord.
Vranck was de zoon van ene Gijsbrecht, geb. naar schatting ca. 1480. Vranck had mogelijk een broer Jan Gijsbrechtsz., landeigenaar op De Nes te Rijsoord, woonde te Dordrecht (l557, 1561). Blijkens het kohier van 1561 lag dit land op het eilandje De Nes, waarvan het restant eigendom was van Franck Ghijsbrechtz. van den Nes.
Vranck van den Nes kan diverse malen getrouwd zijn geweest. Gezien de vernoeming van een zoon Cornelis Besemer kan gedacht worden aan een eerdere vrouw (Marijgen ??) die dan een dochter was van Cornelis Heyndricksz. Besemer, in 1502 plaatsvervangend schout van Sandelingenambacht. Een latere vrouw kan bijv. een dochter van ene Wijt zijn geweest.
Op 8 augustus 1576 compareerden te Dordrecht Gerit Willemsz. van Oost-Barendrecht, als man en voogd van Adriaenken Franckendr.. voor de ene helft, en Cornelis Besemer Franckenz. van den Nes, wonende op Heerjansdam, en Joris Geritss., uit Adriaen Pieters zoons ambacht (= Sandelingenambacht), als vader en voogd van Maryken Jorisdr., geprocreëerd bij Lenaertgen Franckendr. zaliger, voor de andere helft, allen erfgenamen van Franck Gijsbertss. van den Nes hun vader (respectievelijk schoonvader en grootvader), en verkochten aan Maerten Claesz. van Slijcht een huis en erf met zijn toebehoren aan de Veste te Dordrecht bij de ’botgens poorte’, gelegen tussen Jan Reyerszoons huis aan de ene zijde en Digna inden Spiegels huis aan de andere zijde. Dit huis was belast met een jaarlijkse losrente van 10 schellingen groten vlaams, welke de koper overnam.
Vranck Ghijsbrechtsz. was boer op de hofstede op de Nes onder Rijsoord (1557, 156l), woonde aan de Droogendijk onder de jurisdictie van Ridderkerk (ca. 1570), taxateur der
Tiende Penning van Rijsoord en Strevelshoek (1557), schepen van Rijsoord (1562)23, landgebruiker, landeigenaar te Hendrik-Ido-Ambacht, landeigenaar en -huurder te Rijsoord en in Oud-Reierwaard, landhuurder te Heerjansdam en was huiseigenaar te Dordrecht.
Blijkens het uit 1561 daterende kohier der Tiende Penning van R i d d e r k e r k bezat Franck Gijssenss., ’wonende opten Nes in Rijsoirt’ een noord (= buitendijksgelegen land) van 3% hond voor de dijk van de polder Oud-Reierwaard, terwijl hij daarnaast een noord van gelijke grootte in huur hield. Dit betrof zaailand. Verder had hij in de polder Oud-Reierwaard ongeveer 16 morgen weide- en zaailand in huur, verspreid over een zestal niet ver van elkaar verwijderd gelegen percelen.
Vranck was landbwr. op de hofstede "Op de Nes" onder Rijsoord (1557, 156l), wo. aan de Droogendijk onder de jurisdictie van Ridderkerk (ca. 1570), taxateur der Tiende Penning van Rijsoord en Strevelshoek (1557), schepen van Rijsoord (1562), landgebruiker, landeigenaar te Hendrik-Ido-Ambacht, landeigenaar en -huurder te Rijsoord en in Oud-Reijerwaard, landhuurder te Heerjansdam, huiseigenaar te Dordrecht.
De naam Van den Nes is ontleend aan het eilandje De Nes in de rivier De Waal aan de noordzijde van Ridderkerk en de zuidzijde van Rijsoord en Sandelingenambacht.
In de loop van de 17de eeuw verspreidden Vrancks nakomelingen zich voornamelijk over De Zwijndrechtse Waard, Dordrecht, Barendrecht en omgeving en De Hoeksche Waard en rond 1700 was het geslacht al wijd vertakt.
×
NN. Cornelisdr
.
Dochter van
Cornelis Heijndricksz Besemer
(???) en
?
Cornelis en Bastiaen hadden beiden een dochter genaamd Ma(r)ijken.
Mogelijk was zij Marijgen ?? Cornelisdr. Besemer ?? ...
×
NN. Wijtensdr
.
Dochter van
Wijt
(???) en
?
NN. Wijtensdr. ( Adriaans ? )
×
NN. Bastiaansdr
.
Kinderen:
-
Bastiaen Francken (Bastiaen Vrancken) van den Nes
, † <3-1611 .
×
<1590
NN.
, † <7-1597.
×
Rijsoord (ZH) 29-6-1597
Sijken Lenaerts
, *Oud-Alblas ±1575
, † >8-1607.
Dochter van
Lenaert Cornelisz Sterrenburg
(?) en
Seijken Cornelisse Besemer
(?).
Kinderen i.e.g. Leendert, Clement, Adriaen, Cornelis, Pleun en Maijen.
Sijke woonde met haar man in Rijsoord.
Sijken Lenaerts was op 20 september 1607 nog doopgetuige te Barendrecht.
8 kind(eren)
-
Adriaenken Francken van den Nes
, † Barendrecht 1-11-1597 .
Ariaentgen Francken stierf op 18 november 1597 na een legaat vermaakt te hebben aan de Armen van Barendrecht.
×
<1576
Gerrit Willemsz
, † >1603.
Uit hun zoon Franck stamt het Barendrechtse geslacht de Vos.
Gerrit Willemsz. was boer te Oost-Barendrecht.
Op 8 augustus 1576 compareerden te Dordrecht Gerit Willemsz. van Oost-Barendrecht, als man en voogd van Adriaenken Franckendr.. voor de ene helft, en Cornelis Besemer Franckenz. van den Nes, wonende op Heerjansdam, en Joris Geritss., uit Adriaen Pieters zoons ambacht (= Sandelingenambacht), als vader en voogd van Maryken Jorisdr., geprocreëerd bij Lenaertgen Franckendr. zaliger, voor de andere helft, allen erfgenamen van Franck Gijsbertss. van den Nes hun vader (respectievelijk schoonvader en grootvader), en verkochten aan Maerten Claesz. van Slijcht een huis en erf met zijn toebehoren aan de Veste te Dordrecht bij de ’botgens poorte’, gelegen tussen Jan Reyerszoons huis aan de ene zijde en Digna inden Spiegels huis aan de andere zijde. Dit huis was belast met een jaarlijkse losrente van 10 schellingen groten vlaams, welke de koper overnam.
1 kind(eren)
-
Wijt Francken van den Nessch
, * ±1540
, † >1609 .
Geschat geboortejaar.
Wijt was schout (l 571), heemraad (1595, 1597-1599, 1601- 1605, 1 6 1 0) van Hendrik-Ido-Ambacht, schout van Sandelingenambacht (1602, 1605).
Wijt huwde mogelijk met een dochter van Aert Heyndrick Thonisz., boer te Sandelingenambacht, landpoorter van Dordrecht, heemraad, stedehouder van Sandelingenambacht en diens vrouw Lijsken Heymansdr.
Kinderen van Wijt zijn Franck en Mariken en mogelijk nog een dochter.
Zijn oudste vermelding dateert van 13juni 1571 toen hij als ’Wijt Vrancken van den Nessch’ als schout in Hendrik-Ido-Ambacht een charter bezegelde. Zijn wapen vertoont een merk.
Blijkens een akte van 27 februari 1597 gebruikte Wyt Francken van den Nes 6 morgen en een huis in Sandelingenambacht, toebehorende aan de executeurs van het testament van Adriaen Dirckx Coninck te Dordrecht, dat toen werd verkocht. Een oude vrouw genaamd Barbara mocht in het huis blijven wonen.
Op 15 augustus 1598 werd Wijt Francken beleend met twee stukken land genaamd ’De Steenplaets’ ter grootte van 8 morgen in de hoeve van Kijffhouk in Hendrik-Ido-Ambacht. Dit goed lag ongeveer tegenover het Huys Boucquet.
Mariken Aertsdr.. weduwe van Jacop Diericksen, werd op 1 mei 1602 geassisteerd
door haar oom en gekoren voogd Wijt Vrancken van den Nes, schout van
Sandelingenambacht, toen zij met Herp Diercksen, als oom en gerechte bloedvoogd
van haar kinderen: Machtelt, 14jaar, Cornelis, 9 jaar en Dierick Jacopsen, 6 jaar, tot
vertichting kwam. Mariken behield het huis met boomgaard aan ’Den Droogendijck’
onder Ridderkerk, het zaai- en weiland, de koeien, paarden, inboedel, de baten en
schulden etc. De kinderen kregen zekere kledingsstukken van hun vader toebedeeld,
waaronder een ’laken wammus’(?) (= lakense wambuis ?) met 28 zilveren knopen. De
moeder zou de kinderen tot 18-jarige leeftijd opvoeden etc. en dan aan elk van hen
200 gld. uitreiken, waarvoor zij 3 morgen 4 hond in Oud-Reienvaard in een weer van
7 morgen 4 hond als zekerheid r telde"^. Op welke wijze Wijt een oom van Mariken
was is mij niet duidelijk. Mogelijk liep de verwantschap via de vrouw van Wijt. Jacop
Diericksen en Mariken Aertsdr. lieten in 1587 en 1596 kinderen te Rijsoord dopen.
3 kind(eren)
-
Lenaertge Francken van den Nes
, * ±1550
, † <1577 .
×
Joris Gerrit Cornelisz (Joris Gerritsz) Leenhouwer
, * <1540
, † >1607.
Lenaertge was Joris’ 1e vrouw. Joris hertrouwde later met een dochter van Cornelis Thonisz., schout van Rijsoord.
Mogelijk in Sandelingen-Ambacht geboren.
Lenaertge Francken huwde met Joris Gerritsz. Leenhouwer alias Cranendonck, geb., verm. te Sandelingenambacht, voor 1540, boer en wellicht ook steenbakker te Sandelingenambacht, leenman van de Lek en Polanen aldaar, heemraad van Hendrik-ldo-Ambacht (1606-1608), overl. na 26 mei 1608, zoon van Gerrit Cornelisz., boer te Sandelingenambacht, leenman van de Lek en Polanen ald., (en diens vrouw Machtelt Cleysdr.?). Joris hertrouwt vóór ca. 1590 met een dochter van Cornelis Thonisz., schout van Rijsoord, landgebruiker in de Oud-Reijerwaard.
In 1557 was Joris Gerritsz. in Sandelingenambacht in het bezit van 4 morgen land met "dat huijs daer op staende".
Aanvankelijk werd Joris Gerritsz. genoemd met de toevoeging "leenhouwer’, maar vanaf 1607 met de familienaam Cranendonck.
Gerrit Cornelisz., de vader van de gebroeders Cleys en Joris Leenhouwer, erfde bij dode van zijn moeder Mariken Lambrecht Willemszoonsdr. in 1520 een leen van de hofstad van de Lek en Polanen in Sandelingenambachten het is naar aanleiding van dit bezit dat de toenaam Leenhouwer onstond,welke uiteindelijk evolueerde tot Leenheer.
-
Cornelis Francken (Cornelis Besemer Vranckensz) van (den) Nes
, * ±1550
, † <5-1611 .
CORNELIS BESEMER VRANCKENSZ. VAN (DEN) NES, woonde te Heerjansdam (1575, 1576). te Groote Lindt (1601) boer aldaar (tot in 1602), landeigenaar ald.
Cornelis kan met voornaam en geslachtsnaam (Besemer) naar zijn grootvader van moederszijde zijn vernoemd.
Cornelis Besemer Vranckensz. van (den) Nes uit Rijsoord was boer. Hij was een zoon van Vranck Ghijsbrechtsz. van den Nes, boer op de Nes onder Rijsoord, schepen van Rijsoord en taxateur van de 10e penning van Rijsoord en Strevelshoek. Cornelis’ moeder was was. een dochter van Cornelis Besemer. Mogelijk heette zij Marijtje.
In 1573-76 woonde Cornelis in Heerjansdam; in 1601 in Groote Lindt.
Op 1 september 1576 compareerde ter secretarie van Dordrecht Cornelis Francken van de Nes uit Rijsoord en betuigde zijn spijt over enige woorden die hij die dag binnen ‘de camere juditiale aldaar’ tegen schout Huyg van Heerjansdam had gesproken. Hij verklaarde deze gesproken te hebben ‘uijt hefticheijt van bloede’.
Cornelis Heyndryckx Witteboom, wonende aan de Noldijck onder de jurisdictie van Ridderkerk, stelde zich bij akte van 30 maart 1599 met zijn hofstede als borg voor Cornelis Vranck van den Nes, die gecondemneerd was door Mannen van de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland voor een som van 81 rijnsgld. ten behoeve van Cornelis Jaecobsz., lakenkoper te Dordrecht.
Cornelis Heyndryckx Witteboom, wonende aan de Noldijck onder de jurisdictie van Ridderkerk, stelde zich bij akte van 30 maart 1599 met zijn hofstede als borg voor Cornelis Vranck van den Nes, die gecondemneerd was door Mannen van de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland voor een som van 81 rijnsgld. ten behoeve van Cornelis Jaecobsz., lakenkoper te Dordrecht.
Overl. tussen 18 oktober 1602 en 2 april 1611.
×
±1571
Truijken Pieters (Truijtge Pieter Kors Pietersdr)
, † >3-1611.
Dochter van
Pieter Cors Pietersz
en
Elijsabeth Claes (Lijsken Claes)
.
Zij trouwden tussen 24-6-1570 en 18-6-1573. Kinderen: Marijgen en Vranck. Zie: Slijkerman’s Van den Nes.
Truijchge Pieter Cors Pieterszoonsdr.
Mijnsheerenland, 18 juni 1573: Cornelis van der Nes Francksz., e.v. Truytge Pieter Kors Pietersdr., verk. aan Cornelis Cornelisz., e.v. Marichge Pieter Kors Pietersdr., alzulke cijns- en eigenlanden als hem vanwege zijn huisvrouw aangekomen zijn van Lysbeth Claesdr., weduwe wijlen Pieter Kors Pietersz. op 24.6.1570. Op deze landen rust een geestelijke schuld, die ten laste blijft van de verkoper.
Cornelis Besemer Vranckenss. van Nes en zijn huisvrouw Truyken Pietersdr., wonende in Groote Lindt, droegen op 18 oktober 1602 over aan hun zoon Vranck Corneliss. hun ’huys, hoff, berch ende schuyr’, alsmede eigen- en huurland, inboedel, paarden en koeien en dat met alle lasten etc., zoals zij op dat moment bezaten, en dat ’int aensiene van zijne trouwe hulpe ende bijstandichen aen zijne ouders bewesen ende noch bewijsende’. Zoon Vranck beloofde zijn ouders gedurende de rest van hun leven ’in haeren ouden dagen’ te onderhouden in eten, drinken en kleding.
Nog op 2-4-1611 wordt Truijken Pietersdr. als weduwe vermeld in Groote Lindt.
2 kind(eren)