Pieter Cors Pietersz , * ±1535 , † <2-1570.
Zoon van Cors Pietersz en Truij Willem Corstendr (Truijtge Willems) .



× <1555
    Elijsabeth Claes (Lijsken Claes) , * ±1535 , † <1609.
Kinderen:
  1. Marichge Pietersdr (Martige Pieter Kors Pietersdr) , † <6-1574 .

      Marichge Pieter Cors Pieterszoonsdr.

      Mijnsheerenland, 16 mei 1574:
      Boedelscheiding tussen Cornelis Cornelisz., weduwnaar van Marichge Pieter Kors Pietersdr., en Kors Pietersz., die bij hem gevoegd heeft Bastiaen Cornelisz. als voogd van Lyntge Pietersdr., Cornelis Frankenz., ev Truychge Pietersdr., en Jan Jacobsz. (pentionaris), ev Annechge Pieter Kors Pietersdr.

    × <7-1570   Cornelis Cornelisz , † >4-1574.

      Cornelis Cornelisz. was boer op het dorp Mijnsheerenland.

      Enerzijds Cornelis Cornelisz., weduwnaar van Marichge Pieters Korsdr., en anderzijds
      - Kors Pietersz., bij hem gevoegd Bastiaen Cornelisz. schoon[stiefvader], als gekoren voogd van
      - [Pieterke] Pietersdr. en Lijntge Pietersdr.,
      - Cornelis Vranckensz., als man en voogd van Truchge Pietersdr., en
      - Jan Jacobsz., als man en voogd van Annechie Pietersdr.
      Zij zijn tezamen erfgenamen van hun zuster Marichge Pieters. en komen tot uitkoop op 16-5-1574. Daarbij behoudt Cornelis Cornelisz. het huis op het dorp van Mijnsheerenland met haafelijke goederen, zoals paarden, koeien, kalveren ect., huisraad en ’moble’ goederen, in- en uitschulden, het koren te velde, de bruilanden en alles wat tot de bouwnering behoort. De kleding en juwelen van Marichge komen aan haar erfgenamen en dezen zullen met Cornelis elk voor een halft de eigen- en cijnslanden bezitten, waarvan Cornelis het gedeelte van de erfgenamen 2 jaar in huur zal houden. Voorts zal hij aan hen 25 ponden groten vlaams betalen.


  2. Kors Pietersz , † >4-1574 .


  3. ? Pieterke Pietersdr , † >4-1574 .

      In mijn interpretatie was Eeuwout Willemsz. een eerdere man van Lijsken Claesdr. en waren zij de ouders van Pieterke Eeuwoutsdr., maar op basis van hetzelfde transport van 24-6-1570 concludeert Slijkerman kennelijk dat Pieterke Euwoutsdr. een kleindochter was i.p.v. een dochter. Ik ga ervan uit dat hij de originele bron heeft gezien. Ik heb alleen een transcriptie gezien.

    × <1570   Eeuwout Willemsz , † <6-1574.

    1 kind(eren)


  4. Pieter Pietersz , † >1554 .

      Mijnsheerenland, 14 maart 1555 stilo communi:
      Anna Pietersdr., oud 19 jaar, machtigt haar broer Pieter Pietersz. om alzulk land te verkopen als haar aangekomen is van haar grootmoeder Maritge Meynertsdr. Deze volmacht is geschreven te Schiedam door Dirck Willem Lutensz., gezworen poorter der stede van Schiedam. Anna Pietersdochter ondertekend deze volmacht met haar handmerk.
      Nota: Op 22 maart 1555 zoe heeft Pieter Pietersz. voor hem en als gemachtigd van Anna Pieters, zijne zuster, Kors Pietersz. gifte gegeven en noch mede gifte gegeven Yeman Adriaensz.


  5. Truijken Pieters (Truijtge Pieter Kors Pietersdr) , † >3-1611 .

      Truijchge Pieter Cors Pieterszoonsdr.

      Mijnsheerenland, 18 juni 1573: Cornelis van der Nes Francksz., e.v. Truytge Pieter Kors Pietersdr., verk. aan Cornelis Cornelisz., e.v. Marichge Pieter Kors Pietersdr., alzulke cijns- en eigenlanden als hem vanwege zijn huisvrouw aangekomen zijn van Lysbeth Claesdr., weduwe wijlen Pieter Kors Pietersz. op 24.6.1570. Op deze landen rust een geestelijke schuld, die ten laste blijft van de verkoper.

      Cornelis Besemer Vranckenss. van Nes en zijn huisvrouw Truyken Pietersdr., wonende in Groote Lindt, droegen op 18 oktober 1602 over aan hun zoon Vranck Corneliss. hun ’huys, hoff, berch ende schuyr’, alsmede eigen- en huurland, inboedel, paarden en koeien en dat met alle lasten etc., zoals zij op dat moment bezaten, en dat ’int aensiene van zijne trouwe hulpe ende bijstandichen aen zijne ouders bewesen ende noch bewijsende’. Zoon Vranck beloofde zijn ouders gedurende de rest van hun leven ’in haeren ouden dagen’ te onderhouden in eten, drinken en kleding.
      Nog op 2-4-1611 wordt Truijken Pietersdr. als weduwe vermeld in Groote Lindt.

    × ±1571   Cornelis Francken (Cornelis Besemer Vranckensz) van (den) Nes , * ±1550 , † <5-1611.
        Zoon van Vranck Ghijsbrechtsz van den Nes en NN. Cornelisdr .
      Zij trouwden tussen 24-6-1570 en 18-6-1573. Kinderen: Marijgen en Vranck. Zie: Slijkerman’s Van den Nes.

      CORNELIS BESEMER VRANCKENSZ. VAN (DEN) NES, woonde te Heerjansdam (1575, 1576). te Groote Lindt (1601) boer aldaar (tot in 1602), landeigenaar ald.

      Cornelis kan met voornaam en geslachtsnaam (Besemer) naar zijn grootvader van moederszijde zijn vernoemd.

      Cornelis Besemer Vranckensz. van (den) Nes uit Rijsoord was boer. Hij was een zoon van Vranck Ghijsbrechtsz. van den Nes, boer op de Nes onder Rijsoord, schepen van Rijsoord en taxateur van de 10e penning van Rijsoord en Strevelshoek. Cornelis’ moeder was was. een dochter van Cornelis Besemer. Mogelijk heette zij Marijtje.
      In 1573-76 woonde Cornelis in Heerjansdam; in 1601 in Groote Lindt.

      Op 1 september 1576 compareerde ter secretarie van Dordrecht Cornelis Francken van de Nes uit Rijsoord en betuigde zijn spijt over enige woorden die hij die dag binnen ‘de camere juditiale aldaar’ tegen schout Huyg van Heerjansdam had gesproken. Hij verklaarde deze gesproken te hebben ‘uijt hefticheijt van bloede’.
      Cornelis Heyndryckx Witteboom, wonende aan de Noldijck onder de jurisdictie van Ridderkerk, stelde zich bij akte van 30 maart 1599 met zijn hofstede als borg voor Cornelis Vranck van den Nes, die gecondemneerd was door Mannen van de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland voor een som van 81 rijnsgld. ten behoeve van Cornelis Jaecobsz., lakenkoper te Dordrecht.

      Cornelis Heyndryckx Witteboom, wonende aan de Noldijck onder de jurisdictie van Ridderkerk, stelde zich bij akte van 30 maart 1599 met zijn hofstede als borg voor Cornelis Vranck van den Nes, die gecondemneerd was door Mannen van de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland voor een som van 81 rijnsgld. ten behoeve van Cornelis Jaecobsz., lakenkoper te Dordrecht.
      Overl. tussen 18 oktober 1602 en 2 april 1611.

    2 kind(eren)


  6. Anna Pieters Cors Pieterszdr (Annichgen Pieter Cors Pietersdochter) , * ±1535 .
      Mijnsheerenland, 14 maart 1555 stilo communi:
      Anna Pietersdr., oud 19 jaar, machtigt haar broer Pieter Pietersz. om alzulk land te verkopen als haar aangekomen is van haar grootmoeder Maritge Meynertsdr. Deze volmacht is geschreven te Schiedam door Dirck Willem Lutensz., gezworen poorter der stede van Schiedam. Anna Pietersdochter ondertekend deze volmacht met haar handmerk.
      Nota: Op 22 maart 1555 zoe heeft Pieter Pietersz. voor hem en als gemachtigd van Anna Pieters, zijne zuster, Kors Pietersz. gifte gegeven en noch mede gifte gegeven Yeman Adriaensz.

      Anna Pieter Cors Pietersdr. werd op 19-10-1607 in Mijnsheerenland vermeld als gewoond hebbende in een stede op 7 morgen, 268 roeden, 8 voet en 6 duimen land in het Oudeland van Moerkercken.
      Anna woonde daar met Jan Jacobsz., die mogelijk een zoon was van Jacob Cornelisz. en Heijltge Jan Heijensdr.

      Er was sprake van verkoop 1 morgen en 500 roeden cijnsland in het Oudeland van Moerkerken van de kinderen en erfgenamen van Jan Jacobsz. Pentionaris en Annichgen Pieter Cors Pietersdochter op 3 mei 1603.

      Mijnsheerenland, 7 mei 1624: Willem Cornelisz. Romeijn, wonende te Ridderkerk, echtgenoot van Marichge Cornelis Jacobsdr., verkoopt aan Agnietge Adriaensdochter, wonende aan de Blaak onder Moerkercken, 1 morgen en 500 roeden cijnsland in het Oudeland van Moerkercken. Oost het land van Dyngman Pauly, zuid een klein smal gedeelte van de gemenelands watering, west de weg strekkende van de Maasdijk tot de Reedijk van Heinenoord en noord de Noord- of Achterweg. Dit cijnsland is hem aangekomen bij overlijden van zijn schoonmoeder Marichge Ghijssendochter, in het laatst van haar leven echtgenoten van Pieter Cornelisz. Romeijn en de zelve Romeijn aangekomen bij koop van de kinderen en erfgenamen van Jan Jacobsz. Pentionaris en Annichgen Pieter Cors Pietersdochter op 3 mei 1603.

    × ±1572   Jan Jacobsz (geseijt) Pentionaris , † <3-5-1603.
        Zoon van Jacob Cornelisz en Heijltge Jan Heijensdr .
      Zij trouwden tussen 24-6-1570 en 16-5-1574. Kinderen: Jacob Jansz., Pijeter Jansz. Blaack en Pleun Jansz.

      Jan Jacobsz. wordt "Jan Jacobsz. Heysen - genaamd Pentionaris - genoemd.

      Jan Jacob Heijesz., die een zoon was van Jacob Cornelisz. en Heijltge Jan Heijensdr. Vader Jacob Cornelisz. was boer aan de Blaakse Dijk onder Mijnsheerenland en waarsman van het Oudeland van Moerkerken. Jan Jacobsz. Pentionaris was tussen 1594 en 1601 heemraad van de polder ,,Het Oudeland van Moerkercken”.

      In 1580 heeft Jan Jacobsz. geseijt Pentionaris tevens 7 morgen land in huur van het sterfhuis van Aernt Cornelisz. van der Mijl, die reeds in 1571 24) wordt genoemd als belender ten oosten van het land van Jacob Cornelisz., de vader van Jan Jacobsz.

      Ook heeft Jan Jacobsz. nog 5 morgen land in huur in de Heilige Geestblokken oderde ban van Moerkerken, die hem op 7 december 1600 definitief worden overgedragen door de toezienders en verzorgers van het Sacramentsgasthuis te Dordrecht. Dit perceel was op het oosten belent met het kerkland van Mijnsheerenland en Maasdam,op het zuiden het water van de Maas, op het westen de grens van het Heilig Geestblok en op het noorden de landen van het Godshuis.

      Op 22 december 1587 komt Jan Jacobsz. genaamd Pentionaris verder in het bezit van 4 morgen land, zijnde 2/3 deel van 6 morgen land, waarvan Jan Jacobsz. reeds 1/3 deel bezat, hem aangeërfd bij het overlijden van zijn broer Andries Jacob Cornelisz.
      Deze twee derde delen worden hem overgedragen door Joris Cornelisz., zijn oom, als gemachtigde van Sebastiaentge en Jacob Jacobsz. zijn broeder.

      Mijnsaheerenland, 19 oktober 1607:
      Jacob Jansz. geseijt Pentionaris en zijn broer Pleun Jansz. verkopen aan de regeerders oftewel verzorgers van het Sacramentsgasthuis en de Heilige Geest (Armen) ter Grooter Kerk binnen Dordrecht 7 morgen, 268 roeden, 8 voet en zes duimen land in het Oudeland van Moerkercken, in de stede daar Jacob Cornelisz. en Heyltge Jan Heyensdr. alsmede Jan Jacobsz. en Anna Pieter Cors Pietersdr. in gewoond hebben, genaamd het Oostmolenblok voor de Blaak(se dijk). Oost: het land hetgeen Gerrit Mathijsz., graanhandelaar te Dordrecht, gekocht heeft van vorenstaande verkopers. Zuid: de Oostmolenweg. West: de Oostwatermolenvliet. Noord: de gemeenlands avelingen van Moerkercken. De verkopers aangesuccedeerd bij het overlijden van hun ouders en hun lieden grootvader aangekomen bij koop van Guilliam de Volare, echtgenoot van jonkvrouw Maria Heijnricksdr., eertijds weduwe van mr. Huijman Woutersz.

      Mijnsheerenland, 1 juni 1625: Jacob Jansz. Pentionaris, wonende aan de Blaak, stelt zich met al zijn goederen waarborg voor alle tot nu toe onbekende lasten die ooit op 1 morgen en 500 roeden cijnsland mogen rijzen. Dit land is eertijds gekocht bij Agnietge Adriaensdochter van Willem Cornelisz. Romeijn tot Ridderkerk, echtgenoot van Marichge Cornelis Jacobsdr.

      Mijnsheerenland, 23.11.1634:
      Schout en heemraden attesteren op verzoek van Pieter Cornelisz. Romeijn, dat Pieter Cornelisz. Meeldijck in Mijnsheerenland solvent genoeg is voor de som van 220 Car. gulden, waarvoor Meeldijck zich als borg gesteld heeft ten behoeve Jan Claesz. de Rhoon, echtgenoot van Anneke Jacobsdr., dochter van Jacob Jansz. Pentionaris en Grietge Ariaensdr. (Hordijk).
      Hij wordt in 1594, 1599 en 1601 - dus kort voor zijn dood - als heemraad van Mijnsheerenland genoemd. Jan Jacobsz. Pentionaris is dood vóór 3 mei 1603 wanneer zijn kinderen en erfgenamen 1 morgen en 5 hont chijnsland - gelegen
      in het Oudeland van Moerkerken - verkopen aan Pieter Cornelisz. Romeijn.
      Jan wordt opgevolgd door zijn oudste zoon Jacob, die op 2-6-1603 land verkoopt.

    3 kind(eren)


  7. Lijntge Pieter Cors Pietersdr , * ±1545 , † <6-1620 .

    × >1573   Sebastiaen Jacobsz , † <1608.

    × <1608   Pieter Cornelisz van der Schoor , † ±1614.

      Pieter was boer te Cromstrijen en was in 1602-7 schepen van Cromstrijen.

      Pieter was een zoon van Cornelis Willemsz. van der Schoor, boer te Cromstrijen en later inwoner van Oud-Bijerland, en Baletge Jacobsdr., die mogelijk tot de familie (Ver)Stoup behoorde. Cornelis Willemsz. was participant in de ambachtsheerlijkheid Cromstrijen en ook schepen van Cromstrijen.
      Pieter is overl. tussen 7-12-1613 en 12-2-1615, dus rond 1614.

    8 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.