Lijntge Pieter Cors Pietersdr , * ±1545 , † <6-1620.
Dochter van Pieter Cors Pietersz en Elijsabeth Claes (Lijsken Claes) .



× >1573
    Sebastiaen Jacobsz , † <1608.
× <1608
    Pieter Cornelisz van der Schoor , † ±1614.    

Kinderen:
  1. Cornelia Sebastiaen Jacobsdr (Neeltje Bastiaens) , † >1659 .

      Zij was een dochter van Sebastiaen Jacobsz en Lijntje Pieter Cors Pietersdr.

      “Op huijden den XVIen Julij 1660 compareerde voor mij Willem Croonenborch, openbaer notaris, dominee Petrus Canzius, bedienaer des goddelijcks woorts in Claeswael, als last en procuratie hebbende van
      - Maerten Cornelisz. Logger en Jan Cornelisz. Langewech, ten huwelijck gehat hebbende Ingentge Cornelis Logger, t’ samen erffgenamen van Jacob Maertensz. Polderdijck, mitsgaders van
      - Cornelis Pietersz. van der Schoor, Jan Jansz. van Strijen, getrout hebbende Pietertgen Pietersdr. [Verschoor], Adriaen Joosten [Kindermaecker resp. Leeuwenburch] in den naeme en als last hebbende van sijne moeder Neeltge Bastiaensdr., weduwe van Jacob Pietersz. Slickboer,
      - Bastiaen Cornelisz. van Driel, Jan Hendricksz. van Rees, getrout hebbende Ingentgen Cornelis van Driel, soo voor haer selven ende vervangende Jan Pietersz. Smits, getrout hebbende Lijntge Cornelisdr. van Driel, alsmede de voorschreven Cornelis Pietersz. van der [Schoor] ende Adriaen Joosten, als neffens den comparant gestelde voochden van ’t weeskint van Annitgen Cornelis van Driel, geprocreert bij Joachim Jansz. Moerkercken, t’ samen kinderen van Cuijniertgen Bastiaens, geprocreert bij Cornelis Cornelisz. van Driel, ende
      - Maertgen Claes[dr.], huijsvrou van Cornelis Cornelisz. van der Wael, in den naeme en als last hebbende van den voors. haren man;
      Alle geinstitueerde erffgenamen neffens hem comparant van Lijntgen Bastiaens, in haer leven weduwe van den voorschreven Jacob Maertensz. Polderdijck. Blijckende bij deselve procuratie gepasseert voor den notaris Adriaen Meijnaert, binnen Dordrecht residerende, ende seeckeren getuijgen in date Xe Junij 1660, inhoudende de clausule van substitutie, ende verclaerde hij comparant in sijn regaerdt geconstitueert ende uijt crachte van den voorschreven procuratie en clausule van substitutie gesubstitueert, in sijn steede gestelt ende machtich gemaeckt te hebben bij desen Adriaen Meijnaert, notaris ende procureur tot Dordrecht, omme in gevolge van den voornoemden procuratie te innen, vorderen ende ontfangen van Dirck Huijbertsz. [de] Winter ende Dirck Cornelisz. Roobol, soodanige somme van penningen als deselve over de coop van den huijsen respectievelijck schuldich sijn, alsmede van de kerckmeesters van Claeswael, ofte die het behooren sal, de somme van IIC XXVIII gulden, die den boel van voorschreven Jacob Maertensz. Polderdijck, als beschadigde borge voor de kerck heeft moeten betalen, met alle costen, schaden ende interest vandien. Item van sinjeur Lora, gewesene Bailliu tot Godtschalxoort, over coop van waren tot de somme van eenhondert vijftich Carolus guldens. Noch van Jan Adriaensz. de Jonge, van de weduwe van Corstiaen van Dongen in Strijen, van Willem Adriaensz. Goedlieff, van Willem Bastiaensz. wagemaker, van Willem Cornelisz. Besemer, van Liedeweij Cornelisdr. ende de andere debiteurs soodanige somme van penningen als de voorschreven erffgenamen van Jacob Maertensz. Polderdijck ende Lijntgen Bastiaens eenichsints sijn competerende volgens de rekeninge ende andere bescheijden daervan sijnde. Ende bij faulte van alle ’t selve met gemoede te becomen, commeringe ende arrestementen daeromme te mogen doen, de saecke in rechte waer te nemen ende vervolgen naer costume locatie tot decisie desselffs in uijtterste executie van dien toe geduijrende, en voorts naer luijt ende in confirmatie van de voorschreven procuratie alles te doen wes de principaele constituant, selff present sijnde, eenichsints soude connen ofte mogen doen. Ja, al waer ’t [oock soo, dat de] saecke naerder ende specialijcker last vereijschte dan voorschreven staet, geloovende voor goet, vast ende van waerde te houden ende doen houden alle ’t gene bij den gesubstitueerden in desen gedaen ende gehandelt sal werden onder den verbande als na rechte. Behoudelijcken dat den gesubstitueerde gehouden blijft van sijnen ontfanck ende handel te doen behoorlijcken rekeninge, bewijs ende reliqua. Aldus gedaen ende gepasseert binnen Dordrecht voornoempt ter presentie ende overstaen van dominee Johannes Crucius, predicant in Numanspolder, ende dominee Petrus Pauw, proponent in de heijlige theologie, [als] getuijge van geloove hier toe versocht.

    × <1605   Joost Adriaensz Kindermaecker .

      Hij was schepen van Oud-Beijerland.

      Joost zou een zoon zijn van Adriaen Cornelis Kindermaker en Sijtje Bastiaansdr. en een kleinzoon van Cornelis Pietersz. Kindermaker.

      Mijnsheerenland, 14 mei 1609:
      Otto Cornelis Cornelisz. Robben, vervangende Anna Cornelis Cornelisdr. Robbe, zijn zuster, en Joost Adriaensz. Kindermaker, die eertijds tot echtgenote heeft gehad Marichge Corn. Cornelisdr. Robben, verkopen aan Adriaen Jacobsz. op Heinenoord 459 roeden land in de Tien Kavelen, ten westen van de nieuwe dijk; de verkopers eertijds aangekomen bij overlijden
      van Cornelis Cornelisz. Robben en deze Corn. Cornelisz. Robben aangekomen bij koop van Ghijsbrecht Pietersz. Meeuwenhil.

      Mijnsheerenland, 2 juni 1608:
      Jacob Cornelisz. Meijnert in Oud-Cromstrijen en meer andere personen bekennen verkocht te hebben aan Gerrit Sijbrantsz. op Heinenoord 1 mrg en 100 roe land in het OvM, ten zuidenvan de Noord- of Achterweg. De verkopers aangekomen bij overlijden van Sebastiaen Jacobsz., echtgenoot van Lijntge Pieter Cors Pietersdr. en haar aangekomen mits het overlijdenvan Elisabeth Claesdr., echtgenote van wijlen Pieter Kors Pietersz.
      Genoemd: Pieter Cornelisz. van der Schoor, Lijntge, Maritge en Elisabeth Sebastiaensdochters in Nieuw-Cromstrijen, Joost Adriaensz. Kindermaker in Oud-Beijerland, echtgenoot van Cornelia Sebastiaen Jacobsdr., Cornelis Cornelisz. van Driel in Oud-Cromstrijen, echtgenoot
      van Cunera Sebastiaen Jacobsdr.; altezamen erfgenamen van Sebastiaen Jacobsz., in echte aan Lijntge Pieter Kors Pietersdr. geprocreert, die nu getrouwd is met Pieter Cornelisz. van der
      Schoor.

    × ±1615   Jacob Pieters Slickboer , † Oud-Beijerland 5-2-1648.

      Hij was een zoon van Pieter Andriesz Slickboer.
      Hij was schepen van Oud-Beijerland in 1633.
      Zie: Ons Voorgeslacht 2010.

      Jacob Pieters trad op als getuige bij de ondertrouw van Adrijaen Joosten (Arijen Joosten "De Kindermaker") Leeuwenburg .

    3 kind(eren)


  2. Lijntge Sebastiaens (Lijntgen Bastiaens) , † <1663 .

      Lijntgen Bastiaensdr., laatst weduwe van Jacob Maertensz. Polderdijck.

      Interessant is het transport op 7-7-1662 door Jan Jansz. van Strijen, oud-schepen van Cromstrijen, van 1 morgen 20 roeden land in de kavel van Nieuw Cromstrijen, hem aanbestorven bij dode van Lijntgen Bastiaensdr., in haar leven weduwe van Jacob Maertensz. Polderdijck.143 Lijntje Bastiaensdr. was een halfzuster van zijn moeder Pietertje Pietersdr, uit het eerste huwelijk van hun moeder Lijntje Pieter Cors Pieterszdr., met Sebastiaen Jacobsz.

    ×   Jacob Maertensz Polderdijck , † <1663.
      Na het overlijden van Jacob Maertensz. Polderdijck worden op 7 juni 1662 1 morgen en 20 roeden bouwland in Nieuw
      Cromstrijen verkocht door Jan Jansz. van Strijen, oud-schepen van Cromstrijen. Dit land was hem aanbestorven bij dode van Lijntgen Bastiaensdr., laatst weduwe van Jacob Maertensz. Polderdijck. Genoemde Lijntge Bastiaensdr. was een halfzuster van Pietertgen Pietersdr. van der Schoor, de echtgenote van voormelde Jan Jansz. van Strijen. Zij stamt uit het tweede huwelijk van de gemeenschappelijke moeder Lijntgen Pieter Cors Pietersdr. met Pieter Cornelisz. van der Schoor, die dus de stiefvader was van Lijntge.


  3. Elisabeth Sebastiaens .


  4. Cunera Sebastiaen Jacobsdr (Kuijnera Bastiaens) .

      Mijnsheerenland, 2 juni 1608:
      Jacob Cornelisz. Meijnert in Oud-Cromstrijen en meer andere personen bekennen verkocht te hebben aan Gerrit Sijbrantsz. op Heinenoord 1 mrg en 100 roe land in het OvM, ten zuidenvan de Noord- of Achterweg. De verkopers aangekomen bij overlijden van Sebastiaen Jacobsz., echtgenoot van Lijntge Pieter Cors Pietersdr. en haar aangekomen mits het overlijdenvan Elisabeth Claesdr., echtgenote van wijlen Pieter Kors Pietersz.
      Genoemd: Pieter Cornelisz. van der Schoor, Lijntge, Maritge en Elisabeth Sebastiaensdochters in Nieuw-Cromstrijen, Joost Adriaensz. Kindermaker in Oud-Beijerland, echtgenoot van Cornelia Sebastiaen Jacobsdr., Cornelis Cornelisz. van Driel in Oud-Cromstrijen, echtgenoot
      van Cunera Sebastiaen Jacobsdr.; altezamen erfgenamen van Sebastiaen Jacobsz., in echte aan Lijntge Pieter Kors Pietersdr. geprocreert, die nu getrouwd is met Pieter Cornelisz. van der Schoor.

      Cromstrijen, 27 oktober 1655: Jochum Jans Moerkercken, weduwnaar van Annetgen Cornelis van Driel, dochter van Cornelis Cornelisz. van Dryel en Cuyniertge Bastiaens.
      Zij wordt in 1632 en 1635 nog vermeld.

    × <1609   Cornelis Cornelisz van Driel , * ±1581 , † <6-1625.
        Zoon van Cornelis Claesse (Cornelis Cleijsz) van Driel en NN. .
      Kinderen: Lijntje, Annetje en Bastiaen.

      Cornelis Cornelisz. van Driel in Oud-Cromstrijen, echtgenoot van Cunera Sebastiaen Jacobsdr., wordt op 2-6-1608 in Mijnsheerenland vermeld.

      “Op huijden den XVIen Julij 1660 compareerde voor mij Willem Croonenborch, openbaer notaris, dominee Petrus Canzius, bedienaer des goddelijcks woorts in Claeswael, als last en procuratie hebbende van
      - Maerten Cornelisz. Logger en Jan Cornelisz. Langewech, ten huwelijck gehat hebbende Ingentge Cornelis Logger, t’ samen erffgenamen van Jacob Maertensz. Polderdijck, mitsgaders van
      - Cornelis Pietersz. van der Schoor, Jan Jansz. van Strijen, getrout hebbende Pietertgen Pietersdr. [Verschoor], Adriaen Joosten [Kindermaecker resp. Leeuwenburch] in den naeme en als last hebbende van sijne moeder Neeltge Bastiaensdr., weduwe van Jacob Pietersz. Slickboer,
      - Bastiaen Cornelisz. van Driel, Jan Hendricksz. van Rees, getrout hebbende Ingentgen Cornelis van Driel, soo voor haer selven ende vervangende Jan Pietersz. Smits, getrout hebbende Lijntge Cornelisdr. van Driel, alsmede de voorschreven Cornelis Pietersz. van der [Schoor] ende Adriaen Joosten, als neffens den comparant gestelde voochden van ’t weeskint van Annitgen Cornelis van Driel, geprocreert bij Joachim Jansz. Moerkercken, t’ samen kinderen van Cuijniertgen Bastiaens, geprocreert bij Cornelis Cornelisz. van Driel, ende
      - Maertgen Claes[dr.], huijsvrou van Cornelis Cornelisz. van der Wael, in den naeme en als last hebbende van den voors. haren man;
      Alle geinstitueerde erffgenamen neffens hem comparant van Lijntgen Bastiaens, in haer leven weduwe van den voorschreven Jacob Maertensz. Polderdijck. Blijckende bij deselve procuratie gepasseert voor den notaris Adriaen Meijnaert, binnen Dordrecht residerende, ende seeckeren getuijgen in date Xe Junij 1660, inhoudende de clausule van substitutie, ende verclaerde hij comparant in sijn regaerdt geconstitueert ende uijt crachte van den voorschreven procuratie en clausule van substitutie gesubstitueert, in sijn steede gestelt ende machtich gemaeckt te hebben bij desen Adriaen Meijnaert, notaris ende procureur tot Dordrecht, omme in gevolge van den voornoemden procuratie te innen, vorderen ende ontfangen van Dirck Huijbertsz. [de] Winter ende Dirck Cornelisz. Roobol, soodanige somme van penningen als deselve over de coop van den huijsen respectievelijck schuldich sijn, alsmede van de kerckmeesters van Claeswael, ofte die het behooren sal, de somme van IIC XXVIII gulden, die den boel van voorschreven Jacob Maertensz. Polderdijck, als beschadigde borge voor de kerck heeft moeten betalen, met alle costen, schaden ende interest vandien. Item van sinjeur Lora, gewesene Bailliu tot Godtschalxoort, over coop van waren tot de somme van eenhondert vijftich Carolus guldens. Noch van Jan Adriaensz. de Jonge, van de weduwe van Corstiaen van Dongen in Strijen, van Willem Adriaensz. Goedlieff, van Willem Bastiaensz. wagemaker, van Willem Cornelisz. Besemer, van Liedeweij Cornelisdr. ende de andere debiteurs soodanige somme van penningen als de voorschreven erffgenamen van Jacob Maertensz. Polderdijck ende Lijntgen Bastiaens eenichsints sijn competerende volgens de rekeninge ende andere bescheijden daervan sijnde. Ende bij faulte van alle ’t selve met gemoede te becomen, commeringe ende arrestementen daeromme te mogen doen, de saecke in rechte waer te nemen ende vervolgen naer costume locatie tot decisie desselffs in uijtterste executie van dien toe geduijrende, en voorts naer luijt ende in confirmatie van de voorschreven procuratie alles te doen wes de principaele constituant, selff present sijnde, eenichsints soude connen ofte mogen doen. Ja, al waer ’t [oock soo, dat de] saecke naerder ende specialijcker last vereijschte dan voorschreven staet, geloovende voor goet, vast ende van waerde te houden ende doen houden alle ’t gene bij den gesubstitueerden in desen gedaen ende gehandelt sal werden onder den verbande als na rechte. Behoudelijcken dat den gesubstitueerde gehouden blijft van sijnen ontfanck ende handel te doen behoorlijcken rekeninge, bewijs ende reliqua. Aldus gedaen ende gepasseert binnen Dordrecht voornoempt ter presentie ende overstaen van dominee Johannes Crucius, predicant in Numanspolder, ende dominee Petrus Pauw, proponent in de heijlige theologie, [als] getuijge van geloove hier toe versocht.

    3 kind(eren)


  5. Marietje Bastiaans (Marichge Sebastiaens) , *Westmaas ±1578 , † Westmaas .

    × ±1599   Cornelis Lievensz Mijs , † Westmaas <1616.

    2 kind(eren)


  6. Cornelis Pietersz van der Schoor , *Cromstrijen >1580 , † Westmaas ±28-11-1672 .

      Cornelis was bouwman [=landbouwer] te Westmaas en schepen en ouderling te Cromstrijen en Westmaas.

    ×   Geertruijt (Geertje Claesse) van Strijen , * 1601 , ~Westmaas 31-5-1601 , † Westmaas ±21-1-1662.
        Dochter van Nicolaes Adriaensz (Claes Adriaensz) van Strijen en Lijsbeth Jacobs Goutswaert .
      Kinderen: Lijntje, Neeltje, Aaltje, Marijtje, Lijsbet.

      Zij was een dochter van Nicolaes (Claes) Adriaensz van Strijen/Strien en Lijsbeth Jacobsdr. van Goutswaert alias van der Stuijpen, die eerder geh. was geweest met Andries Willem Korstensz., boer te Westmaas.

    5 kind(eren)


  7. Beatrijs Pieters van der Schoor , * ±1588 , † ±1651 .


  8. Pietertje Pieters van der Schoor , * ±1590 , † >3-1656 .

      Haar vader was in 1615 al overleden, waarna Pietertje’s man Jan Jansz. in het bezit kwam van diverse percelen land, met name in Cromstrijen.

      Op 6-5-1655 compareerden Jan Mathijsse Dicke, hoefsmid, oud-schepen van Cromstrijen, als last hebbende van Lenert Jacobsz., smid in Poortugaal, broeder van zijn gewezen huisvrouw, die ten echte heeft Neeltgen Jansdr., Adriaen en Jan Jansz. van Strijen, secretaris van St. Anthonispolder, mitsgaders Machteltgen, Lijntgen en Jopgen Jans van Strijen, zijnde de drie dochters, allen mondige kinderen van Jan Jansz. van Strijen en Pietertjen Pietersdr., wonende alhier in Cromstrijen op het dorp Klaaswaal. Omdat hun grootvader Jan Joosten het eigendom van enige partijen land aan hen had vermaakt, op voorwaarde dat hun vader Jan Jansz. van Strijen zijn leven lang het vruchtgebruik daarvan zou hebben, verklaarden zij dat zij daar niet alleen mee tevreden waren, maar dat zij ook wilden dat ingeval hun moeder Pietertjen Pietersdr. langer kwam te leven als hun vader, zij dat vruchtgebruik na zijn dood haar leven lang zou behouden.

    × ±1620   Jan Jansz van Strijen , * ±1592 , † ±1670.
        Zoon van Jan Joostensz (Jan Joosten) en Jobke Arien Meeuwisdr (Jobgen Arijens) .
      Kinderen: Neeltje, Adriaen, Machteltgen, Lijntge, Jan en Jopgen.
      Geschat geboortejaar.

      Jan Jansz. was bouwman (boer) te Klaaswaal, landeigenaar in de polders Groot- en Nieuw-Cromstrijen, schepen van Cromstrijen (1629).

      Vermoedelijk reeds kort na zijn huwelijk vestigde Jan Jansz. zich in Cromstrijen, de
      geboorteplaats van zijn vrouw. Als geboren Strijenaar, werd hij in zijn nieuwe woonplaats vanaf dat moment meestal aangeduid met de familienaam Van Strijen.

      Jan Jans van Strijen voor Lenerdt Jacobs, hoefsmid te Poortugaal, gehuwd met Neeltge Jansdr., en voor Adriaen Jansz. van Strijen, Machtelt en Lijntgie Jansdr. van Strijen, beide minderjarige kinderen van Jan Jansz. van Strijen voornoemd, en voor Jan Jansz. en Jopgen Jansdr. van Strijen, beide minderjarig, verkoopt op 2 aug. 1651 aan Pieter Jan Joostensz. in Strijen een stuk land in de Noordkavel van de Broek, bedijkt met Bonaventura, gemeen met de erfgenamen van Reijer van den Burgh, belend door de oude haven, de landscheiding tussen Bonaventura en de Noordkavel, en de weduwe van Reijer van der Burgh voornoemd; bevestigd door Matijs Heijndrickse Leijssen en Willem Jacobsz. Poortegaal, schepenen van Strijen (1 zegel beschadigd, 1 zegel verloren).

      Op 22-2-1656 verklaarde Jan Jansz. van Strijen, dat zijn kinderen hem betaald hadden ’uijtte penningen’ vanwege de koop van zekere landerijen van zijn vader Jan Joostensz. zaliger, waarvan het eigendom nu behoorde aan zijn kinderen, met name Neeltgen Jans, getrouwd met Lenert Jacobsz. houffsmith, Machtelgen Jans, getrouwd met Willem Sijmonsz. Lantheer, Adriaen Jans, Lijntgen Jans, Jan Jans en Jopgen Jans van Strijen. De kinderen verklaarden dat deze goederen en de inkomsten daarvan gedurende hun leven door hun vader en moeder mocht worden gebruikt, zonder deze te verkopen.

      In een acte uit 25-6-1656 verklaarden de erven Polderman dat zij Jan Jansz. van Strijen en Herman Adriaensz. Polderman bevrijdden van zekere rechten d.d. 5-1-1634, die de kinderen van Jan Jansz. van Strijen uit krachte van het testament van hun grootvader Jan Joostensz. hadden op een partij land.
      overleden tussen 29.10.1669 en 12.11.1670

    6 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.