Jan Joostensz
(Jan Joosten)
, * ±1560
, † 6-1630, [] Strijen .
Zoon van
Joost Adriaensz (Joost Schalcken)
en
Neeltken Witten (Neeltgen Wittendr)
.
Afb. Als schepen van Strijen gebruikte Jan Joosten dit wapen in 1613.
Jan Joosten, geboren ca. 1560 (geschat), schipper van Dordrecht (1588), wonende in "Het Moriaenshooft" in Strijen (1599, 1602), eigenaar van de halve korenmolen te Strijen (1602), mede-eigenaar van de steenplaats bij de sluis van Nieuw-Bonaventura, schepen van Strijen (1589-1629), dijkgraaf van de polder Oude Clem (1600, 1618, 1622).
Jan Joosten schipper, wonende in Strijen, stelde zich op 16-11-1590 borg voor zijn broeder Schalck Joosten voor de lichtinge van een nieuwe cromstevenschuit "bij den selven Schalck getimmert inde keete van Wit Joosten, buijten de Vuylpoort’, en gearresteerd bij Heyltgen Thonisdr.
Behalve de delen in de ’coorn-windt en rosmolen’ van Strijen die al in het bezit van de familie waren, verwierf Arijen Jacobs de Graeff langzamerhand nog andere delen in de molens, die vanaf 1602 voor de helft eigendom waren van Jan Joosten, de grootvader van zijn vrouw.
Omstreeks 1600 leefden te Strijen Andries Bastiaensz.
Verwael (Verweel, van der Weel) en zijn vrouw Neeltje Jansdr. van Strien. Deze laatste was een dochter van Jan Jooste van Strien, nog vermeld in 1630. Deze had , behalve een dochter Neeltje, nog twee zoons, nl. Pieter en Jan.
Op 28-4-1705 transporteerden de heren Aert, Johan en Koenraet Welboren hun 18e part in de korenwind- en rosmolen van Strijen, tezamen met Andries Merenburg, Bastiaen Cornelis Boer, Isaack Bastiaens Boer en Willem de Geus, die hun 18e part daarin overdroegen aan Neeltie Pieters van den Arent.246 Deze aandelen in die molen waren nog afkomstig van hun zeer vermogende grootvader Jan Joostensz.
Mijnsheerenland, 24 juni 1606:
De timmerman Cornelis Adriaensz. Loopicker bekent wel en wettelijk schuldig te zijn aan Jan Joosten in Strijen, als meester van de Steenplaats aldaar: de som van 28 Carolusgulden over de leverantie van 12000 bakken steen. Cornelis Adriaensz. stelt tot zekerheid over de betaling zijn geheel huis(inge), een keetje en de beterschap van zijn erf, waar hij tegenwoordig in en op woont. Oost het huis van Pieter Aertsz. Loopicker, zuid het land van de Heer van Moerkercken, west het huis van Cornelis Gerritsz. Vuijrren en noord de Heerenweg of -straat.
Hij testeerde op 18 mei 1630.
overleden tussen 13 en 19-6-1630, begr. in de kerk van Strijen onder grafzerk: ’(Jan J)oosten ... (dijck)graef van de (Oude Clem) sterf... (en zijn huisvrouw Jobje) Adryaens (sterf den
....) 1626’.
Op 19-6-1630 kavelden de erfgenamen van de overleden Jan Joostensz. Hij liet ca. 30 morgen land rond Strijen met een waarde van ca. 25.000 gld. na.
‘Dat voor ons quam Pieter Jansz., woonende in Stryen, soo voor hem selven als in desen vervangende ende hem sterckmaeckende voor Jan Jansz. van Stryen, synen broeder, ende Andries Bastiaensz. Verweel, als vader ende voocht van syne kinderen, geprocureert by Neeltgen Jans, die hy in desen belooft te houden als hem selven, te samen erffgenamen van Jan Joosten,
vendidit [verkopen] in de voorscreven qualiteyt Reynier van der Putten, borger deser stede, domum cum suis [een huis met toebehoren], staende ende gelegen buyten de Vuylpoorte, genaemt Den Grooten Engel (...). Kent betaelt, promittit in voorscreven qualiteyt quitare; belast met een pantpont van twee guldens ’s jaers, die de cooper etc. Ende tot waerborge verbint hy comparant synen persoon ende goederen, soo roerende als onroerende, present ende toecomende. In oirconde. Actum den XIen juny 1637.’
×
Dordrecht 7-2-1588
Jobke Arien Meeuwisdr (Jobgen Arijens)
, *Strijen ±1560
, † 1626, [] Strijen .
Kinderen:
-
Neeltje Jan Joosten (Neeltje Jans) (van Strien)
, *Strijen ±1590
, † ±1625 .
Neeltje Jans van Strijen (Strien), dochter van Jan Joosten en Jopgen Ariens.
Omstreeks 1600 leefden te Strijen Andries Bastiaensz.
Verwael (Verweel, van der Weel) en zijn vrouw Neeltje Jansdr. van Strien. Deze laatste was een dochter van Jan Jooste van Strien, nog vermeld in 1630. Deze had, behalve een dochter Neeltje, nog twee zoons, nl. Pieter en Jan.
Andries Bastiaensz. Verweel en zijn zieke huisvrouw Neeltge Jansdr. maakten op 15-4-1624 voor de schout en schepenen van Strijen ten hunnen huize een wilsbeschikking. Daarin benoemden zij hun kinderen tot universele erfgenamen van de eerststervende van hen beiden. Tot voogd van vaderszijde der kinderen benoemden zij van vaderszijde zijn broeder Antonis Bastiaensz. Verweel en van moederszijde haar vader Jan Joostensz. Deze zouden zorg dragen voor een boedelscheiding tussen de langstlevende en de kinderen en de voogden zouden het part van de kinderen beheren waarmee zij tot hun 20e jaar geallimenteerd dienden te worden. Aan de weeskamer behoefde geen inventaris en administratie overlegd te worden.
Op 19-6-1630 kavelden de erfgenamen van de overleden Jan Joostensz. en wederom trad Verweel hierbij op als vader en voogd van zijn kinderen
i.v.m. hun grootvaderlijke erfenis. Jan Joostensz. liet ca. 30 morgen land rond Strijen met een waarde van ca. 25.000 gld. na.
Pieter Jan Joostensz. werd op 9-1-1658 gemachtigd door zijn broeder Jan Jansz. van Strijen, inwoner van Klaaswaal, om met de kinderen van Andries Bastiaensz. Verweel, ten echte gehad hebbende Neeltgen Jansdr., hun zuster, naast voorn. Pieter Jan Joostensz. als gestelde executeur van zaliger Jan Joostensz., hun vader en schoonvader, te procederen m.b.t. de administratie.
Overl. tussen 15-4-1624 en 1626.
×
Andries Bastiaensz van der Waal
, *Strijen ±1575
, † ±1673.
Zoon van
Bastiaen Aris Andriesz (Bastiaen Adriaensz) ( Verweel)
en
Bijateris Ingens (Beatrix IJnghensdr)
.
Kinderen: Neeltgen, Beatrix, Bastiaen & Adriaen.
Andries Bastiaensz van der Wael / Verwael / Verweel / Merenburg.
Hij was landbouwer nabij Strijen, waarsman van eerst Oud-Bonaventura en daarna het Oudeland van Strijen, binnenbans.
Hij was een zoon van Bastiaan Adriaen Andriesz Verweel (van der Weel) en Bijateris (Beatrix) Ingens.
In het Strijense verpondingskohier der 1000e penning over 1626 werd Andries Bastiaens Verweel met zijn kinderen aangeslagen voor een gegoedheid van maar liefst 36.000 pond of gld.
Weeskamer Strijen, 9 januari 1630:
- Jan Joostens, wed. van Jopgen Aryens, ter eenre,
- Pieter, Jacob, Jan Aryens zoonen met hun vader Adriaan Leenderts, mede namens Huigo en Isaack Aryens, allen kinderen van Machteld Pieters,
- Maritge Pieters, weduwe van Wouter Pieters Sprnyt, geassisteerd met Andries Bastiaens Verweel, haar gecoren voocht;
- Pieter Jans, mede namens zijn broer Jan Jans, en als voogd van de kinderen van Zara Pieters en Reynier Borremans, en
- Andries Bastiaens Verweel, als vader van de kinderen bij Neeltje Jans.
Allen zijn kinderenn en kleinkinderen van Jopgen Aryens. Er is sprake van een boedelscheiding voor schepenen van Strijen van 29 februari 1628. Jan Jansz. wordt een zoon genoemd van Jan Joosten en Jopgen Aryens.
Op 30-3-1632 kavelden Bastiaen Andriesz. Verweel, Job Aertsz., als man en voogd van Neeltgen Andriesdr., en Pieter Jansz., als oom en voogd van Aryen Andriesz. (Verweel) en Biatris Andriesdr., kinderen en erfgenamen van Neeltge Jansdr. en erfgenamen van hun grootvader Jan Joostensz. Bastiaen Verweel verkreeg o.a. een hofstede met 9 morgen in de 2e kavel van het Land van Essche ter waarde van 8000 gld.
‘Dat voor ons quam Pieter Jansz., woonende in Stryen, soo voor hem selven als in desen vervangende ende hem sterckmaeckende voor Jan Jansz. van Stryen, synen broeder, ende Andries Bastiaensz. Verweel, als vader ende voocht van syne kinderen, geprocureert by Neeltgen Jans, die hy in desen belooft te houden als hem selven, te samen erffgenamen van Jan Joosten,
vendidit [verkopen] in de voorscreven qualiteyt Reynier van der Putten, borger deser stede, domum cum suis [een huis met toebehoren], staende ende gelegen buyten de Vuylpoorte, genaemt Den Grooten Engel (...). Kent betaelt, promittit in voorscreven qualiteyt quitare; belast met een pantpont van twee guldens ’s jaers, die de cooper etc. Ende tot waerborge verbint hy comparant synen persoon ende goederen, soo roerende als onroerende, present ende toecomende. In oirconde. Actum den XIen juny 1637.’
Overleden tussen 1670 en 20-4-1674.
4 kind(eren)
-
Jan Jansz van Strijen
, * ±1592
, † ±1670 .
Geschat geboortejaar.
Jan Jansz. was bouwman (boer) te Klaaswaal, landeigenaar in de polders Groot- en Nieuw-Cromstrijen, schepen van Cromstrijen (1629).
Vermoedelijk reeds kort na zijn huwelijk vestigde Jan Jansz. zich in Cromstrijen, de
geboorteplaats van zijn vrouw. Als geboren Strijenaar, werd hij in zijn nieuwe woonplaats vanaf dat moment meestal aangeduid met de familienaam Van Strijen.
Jan Jans van Strijen voor Lenerdt Jacobs, hoefsmid te Poortugaal, gehuwd met Neeltge Jansdr., en voor Adriaen Jansz. van Strijen, Machtelt en Lijntgie Jansdr. van Strijen, beide minderjarige kinderen van Jan Jansz. van Strijen voornoemd, en voor Jan Jansz. en Jopgen Jansdr. van Strijen, beide minderjarig, verkoopt op 2 aug. 1651 aan Pieter Jan Joostensz. in Strijen een stuk land in de Noordkavel van de Broek, bedijkt met Bonaventura, gemeen met de erfgenamen van Reijer van den Burgh, belend door de oude haven, de landscheiding tussen Bonaventura en de Noordkavel, en de weduwe van Reijer van der Burgh voornoemd; bevestigd door Matijs Heijndrickse Leijssen en Willem Jacobsz. Poortegaal, schepenen van Strijen (1 zegel beschadigd, 1 zegel verloren).
Op 22-2-1656 verklaarde Jan Jansz. van Strijen, dat zijn kinderen hem betaald hadden ’uijtte penningen’ vanwege de koop van zekere landerijen van zijn vader Jan Joostensz. zaliger, waarvan het eigendom nu behoorde aan zijn kinderen, met name Neeltgen Jans, getrouwd met Lenert Jacobsz. houffsmith, Machtelgen Jans, getrouwd met Willem Sijmonsz. Lantheer, Adriaen Jans, Lijntgen Jans, Jan Jans en Jopgen Jans van Strijen. De kinderen verklaarden dat deze goederen en de inkomsten daarvan gedurende hun leven door hun vader en moeder mocht worden gebruikt, zonder deze te verkopen.
In een acte uit 25-6-1656 verklaarden de erven Polderman dat zij Jan Jansz. van Strijen en Herman Adriaensz. Polderman bevrijdden van zekere rechten d.d. 5-1-1634, die de kinderen van Jan Jansz. van Strijen uit krachte van het testament van hun grootvader Jan Joostensz. hadden op een partij land.
overleden tussen 29.10.1669 en 12.11.1670
×
±1620
Pietertje Pieters van der Schoor
, * ±1590
, † >3-1656.
Dochter van
Pieter Cornelisz van der Schoor
en
Lijntge Pieter Cors Pietersdr
.
Kinderen: Neeltje, Adriaen, Machteltgen, Lijntge, Jan en Jopgen.
Haar vader was in 1615 al overleden, waarna Pietertje’s man Jan Jansz. in het bezit kwam van diverse percelen land, met name in Cromstrijen.
Op 6-5-1655 compareerden Jan Mathijsse Dicke, hoefsmid, oud-schepen van Cromstrijen, als last hebbende van Lenert Jacobsz., smid in Poortugaal, broeder van zijn gewezen huisvrouw, die ten echte heeft Neeltgen Jansdr., Adriaen en Jan Jansz. van Strijen, secretaris van St. Anthonispolder, mitsgaders Machteltgen, Lijntgen en Jopgen Jans van Strijen, zijnde de drie dochters, allen mondige kinderen van Jan Jansz. van Strijen en Pietertjen Pietersdr., wonende alhier in Cromstrijen op het dorp Klaaswaal. Omdat hun grootvader Jan Joosten het eigendom van enige partijen land aan hen had vermaakt, op voorwaarde dat hun vader Jan Jansz. van Strijen zijn leven lang het vruchtgebruik daarvan zou hebben, verklaarden zij dat zij daar niet alleen mee tevreden waren, maar dat zij ook wilden dat ingeval hun moeder Pietertjen Pietersdr. langer kwam te leven als hun vader, zij dat vruchtgebruik na zijn dood haar leven lang zou behouden.
6 kind(eren)
-
Pieter Jan Joostensz (Pieter Jansz) (van Strijen)
, * ±1595
, † ±1667 .
×
<7-1626
Adriaentgen Laurens (Ariaentje Louris) Moerkercken
, * <1610
, † >8-1678.
4 kind(eren)