Pieter Jan Joostensz
(Pieter Jansz)
(van Strijen)
, * ±1595
, † ±1667.
Zoon van
Jan Joostensz (Jan Joosten)
en
Jobke Arien Meeuwisdr (Jobgen Arijens)
.
Afb. De Zuid-Hollandse Eilanden
Pieter Jansz. van Strijen, alias Pieter Jan Joostenz., dijkgraaf van de polder Oude Klem (1655), eigenaar van de helft van het huis ’Lant van Beloffte’ in het dorp Strijen, afkomstig van zijn schoonvader (1651).
Een eerste vermelding van Pieter Jan Joostensz., inwoner van het dorp Strijen, stamt uit 24-7-1633 en betreft een borgstelling voor Cornelis Bastiaens.
Bij de aanslag vanwege de 200e penning in Strijen over 1638 wordt Pieter Jan Joosten werd aangeslagen voor 55 pond, dat wil zeggen dat hij 11.000 pond gegoed was.
Weeskamer Strijen, 9 januari 1630:
- Jan Joostens, wed. van Jopgen Aryens, ter eenre,
- Pieter, Jacob, Jan Aryens zoonen met hun vader Adriaan Leenderts, mede namens Huigo en Isaack Aryens, allen kinderen van Machteld Pieters,
- Maritge Pieters, weduwe van Wouter Pieters Sprnyt, geassisteerd met Andries Bastiaens Verweel, haar gecoren voocht;
- Pieter Jans, mede namens zijn broer Jan Jans, en als voogd van de kinderen van Zara Pieters en Reynier Borremans, en
- Andries Bastiaens Verweel, als vader van de kinderen bij Neeltje Jans.
Allen zijn kinderenn en kleinkinderen van Jopgen Aryens. Er is sprake van een boedelscheiding voor schepenen van Strijen van 29 februari 1628. Jan Jansz. wordt een zoon genoemd van Jan Joosten en Jopgen Aryens.
Blijkbaar voerde Pieter Jan Joosten de rekening van de Strijense nalatenschap van zijn halfzuster Zara Pietersdr., die getrouwd was geweest met Reynier Borremans. Op 20-11-1636 machtigde Pieter Borremans, seylmaecker, zijn zwager Pieter Jansz van Heel om te Strijen van Pieter Jan Joosten, zijn oom en gewezen voogd, de rekening te vorderen en af te sluiten van Cornelia Borremans, zijn zuster en zwagers vrouw, en met Reinier en Sara Borremans, zijn broer en zuster, hun landen in het openbaar te verkopen.
‘Dat voor ons quam Pieter Jansz., woonende in Stryen, soo voor hem selven als in desen vervangende ende hem sterckmaeckende voor Jan Jansz. van Stryen, synen broeder, ende Andries Bastiaensz. Verweel, als vader ende voocht van syne kinderen, geprocureert by Neeltgen Jans, die hy in desen belooft te houden als hem selven, te samen erffgenamen van Jan Joosten, vendidit [verkopen] in de voorscreven qualiteyt Reynier van der Putten, borger deser stede, domum cum suis [een huis met toebehoren], staende ende gelegen buyten de Vuylpoorte, genaemt Den Grooten Engel (...). Kent betaelt, promittit in voorscreven qualiteyt quitare; belast met een pantpont van twee guldens ’s jaers, die de cooper etc. Ende tot waerborge verbint hy comparant synen persoon ende goederen, soo roerende als onroerende, present ende toecomende. In oirconde. Actum den XIen juny 1637.’
Rotterdam, 22-3-1641: Pieter Borremans, seijlmaker, machtigt Susannetgen Rogiers, zijn vrouw, om, voor het gerecht van Strijen, over te dragen aan Pieter Jans Joosten te Strijen, zijn oom, 5 morgen land aldaar, geerfd, met zijn broers en zusters, van zijn grootmoeder.
Rotterdam, 26-7-1641: Pieter Jan Joostensz, bouwman, wonend in Strijen, en zijn vrouw Ariaentje Louris bekennen 1.000 gulden schuldig te zijn aan Aeltje van de Velde, weduwe van Syvert van der Duyn, wegens geleende gelden.
Rotterdam, 21-6-1644: Pieter Jan Joosten en zijn vrouw Ariaentje Lourensdr, wonend in Strijen, zijn 2400 gulden schuldig aan Aeltjen van de Velde, weduwe van Sijbert van Duijnen, voor heden geleend geld.
Pieter Jan Joostens te Strijen verklaart op 15 mei 1647 een schuld te hebben aan Johan Cools te Dordrecht, gevestigd op 3 ½ morgen land in de Noordkavel van de Broek, bedijkt met NieuwBonaventura, belend door de oude haven, Arijen Pleunen van Moerkercken, de landscheiding tussen de Noordkavel en Bonaventura en Andries Coomans; bevestigd door Hendrick Wijtens Zuijthouck en Andries Claes van Strijen (zegels beschadigd).
Na het overlijden van schoonvader Lauweris Jans Moerkercken vonden diverse transporten plaats van onroerende goederen, afkomstig uit diens erfenis.
Als beschadigde borg voor zijn vader Pieter Jans Joosten moest Jan Pieters van den Arent berusten in de verkoping op 11-5-1656 van zijn vee, wagens, landbouwwerktuigen, etc. Met de opbrengst van fl. 553-16-0 betaalde de secretaris van Strijen 4-3-1657 de pachten die zijn vader schuldig was aan de moeder van Arent van der Burgh.
Zie: Ons Voorgeslacht 2005.
Overl. tussen 4-6-1667 en 20-5-1670.
×
<7-1626
Adriaentgen Laurens (Ariaentje Louris) Moerkercken
, * <1610
, † >8-1678.
Kinderen:
-
Jan Pieters van der Arent
, † >4-1671 .
Jan Pieters
trad op als getuige bij
de doop van
Alida Hermanusse Vinck
.
Aanvankelijk woonde het echtpaar Van den Arent - Van Leeuwen in Strijen, blijkens de doop aldaar op 5-3-1656 van Sara, dochter van Jan Pieters van den Arent en Pleuntje Lotte van Leeuwen.
Als beschadigde borg voor zijn vader Pieter Jans Joosten moest Jan Pieters van den Arent berusten in de verkoping op 11-5-1656 van zijn vee, wagens, landbouwwerktuigen, etc. Met de opbrengst van fl. 553-16-0 betaalde de secretaris van Strijen 4-3-1657 de pachten die zijn vader schuldig was aan de moeder van Arent van der Burgh.
Na het overlijden van hun zuster Jopje door een tragisch ongeluk in 1691, waardoor Neeltje
voor de helft eigenaar was geworden, kocht Neeltje de andere helft van een huis en erf op het dorp Strijen terug van de kinderen van haar broer Jan Pietersz. van den Arent: op 17-7-1692 transporteerden Claes Langestraet, als in huwelijk hebbende Arijaentie van den Arent, voor hemzelf en nog als procuratie hebbende van Loth van den Arent, tegenwoordig in Indië, mitsgaders van Arij van den Arent, kinderen en descendenten van Jan Pieters van den Arent, erfgenamen voor de ene helft van Jopje Pieters van den Arent, voor 470 gld. aan Neeltie Pieters van den Arent, weduwe van Arij Jacobs van der Graeff: de helft van zekere ’huijsinge en erve’ op het dorp Strijen, ’vanouts genaemt het Lant van Belofte’, belend O: Arijaentie Pieters Wittens, Z: ’den buijrenstraet’, W: het ’gemene buijrenslop’, N: de oude haven; de helft van de visserij in de oude haven van Strijen, strekkende van de ’teeslooth vanden blaeckse gront tot aenden sluijs van Nieubonaventura, leggende in den
dijck bij den steenplaets, volgens de oude brieven daer van sijnde’.
×
Rotterdam 10-6-1655
Pleuntjen Lotte van Leeuwen
, *Rotterdam 1636
, ~Rotterdam 23-10-1636
, † >4-1671.
Dochter van
Lot Jacobsse van Leeuwen
en
Aeltge Areijens
.
Otr. op 23-5-1655
in Rotterdam.
Jan Pietersz van der Arent, jongeman van Strien, en Pleuntjen Lotte van Leeuwen, jongedochter, wonend buijten de Delfsepoort.
Kinderen o.a. Arijaentje, Loth en Aeltje.
Zij was een dochter van Lot Jacobsz van Leeuwen en Aeltge Ariens.
Pleuntjen Lotte
trad op als getuige bij
de doop van
Alida Hermanusse Vinck
.
6 kind(eren)
-
Jobje Pieters (Joppie Pieters) van der Arent
, † Strijen 21-12-1691 (Verdronken) .
Jopje Pieters van den Arent wordt vanaf 1664 vermeld en was een ongehuwde dochter die haar moeder verzorgde op haar oude dag.
Jobje Pieters van der Arent en Neeltje Pietes van der Arent betaalden in aug. 1664 mee aan het "verniuwen van de predickstoel, thecken en de kroonen": f6.6.0.
Aerjaentgie Lauweris van Moerkercke, weduwe en boedelhoudster van wijlen Pieter Jan Jooste, gaf op 19-7-1674 te kennen dat Joppie Pieters, haar dochter, ’veel moeijte en kosten met haere comparante bij sieckte, crencke en swacke daegen in haere ouderdom heefft gehadt, dat sij vervolgens de selve moeijte en costen noch dagelijcx hebbende is, ja dat sulcx noch eenige jaeren soude connen duijren en van tijt tot tijt met het toenemen van haere jaeren verargeren’. Om die reden droeg zij over aan haar dochter: de vorderingen op Job Aerts Welborn, de kinderen van Adryaen Meerenburgh, Beatris Andries van der Wael en de erfgenamen van Bastiaen Andries van der Wael, ter zake van de administratie bij haar man als voogd over de voorsz. personen gehad, alsmede nog andere pretenties tot last van
verscheidene personen.
Jopje Pieters van den Arent kwam aan haar eind door een tragisch ongeluk. Op 22-
12-1691 vond de schouw plaats van het dode lichaam van Jopje Pieters vanden
Arent, liggende in haar huis op het dorp Strijen. Zij was de vorige dag met Frederick Sanders in zijn wagen van Dordrecht gekomen. De wagen was op de dijk aan de Bonaventuurse kant ’s avonds ca. 6 uur omgevallen nabij het huis van Arij Jans Huijsman, alwaar zij in de bermsloot van Oud-Bonaventura was verdronken. Een biervat was daarbij op haar lichaam gevallen en haar hoofd was in de modder geraakt. De Hoge Vierschaar bepaalde dat het een ongeluk was, omdat de wagen tegen een boom reed die de voerman (in de duisternis) niet had gezien.
-
Ariaentje Pieters van der Arent
, *Strijen ±1635
, † Rotterdam ±2-1658 (kraambed) .
Geschat geboortejaar.
Ariaentje Pietersdr. van der Arent (van Molenerf), geb. Strijen.
Jacobus de Colonia, apothecaris, enAriaentjePieters, echtelieden, maken op 31-7-1645 hun testament en benoemen elkaar tot erfgenaam. Bij vooroverlijden van een van hen zonder wettige kinderen na te laten, moet de ander aan de ouders van de overledene een bedrag van 100 gld. uitkeren.
Ariaentje Pietersdr. was op 19-2-1658 hoogzwanger en heeft de bevalling niet
overleefd, want reeds op 9-3-1658 gaf Pieter Jansz. van Strien, wonende in Strien, procuratie aan zijn huisvrouw Ariaentgen Lauwerisdr., om namens hem te compareren in Rotterdam om daar zijn ’swager’ Jacobus de Colonia, ’appoteeckaris’, weduwnaar van zijn dochter Ariaentgen Pietersdr., de erfportie of porties kwijt te schelden die hij op de boedel van Van Strien te vorderen zou mogen hebben, omdat Ariaentgen Pietersdr. kinderloos was overleden.
Ariaentje Pieters is overl. in Rotterdam tussen 19 feb. en 9 maart 1658.
’Aereaentge Pieters, (vrouw van) Jacobus Adamse, apteeker opde Delfse vaert in de Witte Pot, leydt inde kerck’ begraven.
×
Rotterdam 14-2-1644
Jacob Adamsz Colonia
, *Rotterdam ±1619
, [] Rotterdam 9-5-1700.
Otr. op 24-1-1644
in Rotterdam.
27 jaar oud in 1644, 40 jaar oud in 1659, oud 64 jaar op 31-8-1684
In 1658 was Jacob apotheker, in 1684 meester tegelbakker in Rottedam.
Jacob was een telg uit een geslacht van Kunstschilders. Zijn ouders zijn Adam Louisz. Colonia (±1572-1651), kunstschilder en makelaar te Rotterdam, en Beatrijs Dircksdr. van Beijeren (±1571-1646), dochter van Dirk Sebstiaans van Beijeren en Catharina Hendricks.
Adam de Colonia, weduwnaar van Beatris Dircx, verklaart op 13-12-1646 voor de notaris dat het voorgaande testament van 15-4-1643 en het codicil van 23-7-1643 beide tezamen met zijn vrouw gemaakt, en het testament van 30-11-1643, door zijn vrouw gemaakt, van waarde blijven. Hij benoemt tot zijn erfgenamen Isaac de Colonia en Jacob de Colonia, zijn zonen. Zij zijn gehouden om aan de kinderen! van Bemardus Hovius en Tanneke de Colonia, boven de 600 gld. van hun grootmoeder nog 900 gld. uit te keren.
Jacobus de Colonia, apothecaris, koopt 28-1-1649 van Ingetje Rochusse van Berckel, weduwe van Jan Damen van Nyedeck, een huis en erf, staande aan de oostzijde van de Delftsevaart voor het bedrag van
6000 gld.
Jacob ging op 18-4-1660 in Rotterdam in otr. en trouwde op 6-5-1660 in Kralingen met Hester de Meijer, j.d. van Rotterdam, ald. begr. op 15-9-1689. Zij is een dochter van Govert Isaacsz. Meijer en Pietertgen Cornelis.
Jacobus de Colonia en Hester de Meyer verschijnen 5-9-1689 voor de notaris, hij gezond en zij ziek van lichaam, om hun testament te maken. Aangezien er uit beide huwelijken geen blijvende geboorte is, worden veel familieleden met een legaat bedacht in de vorm van contant geld of obligaties.
Zie: Ons Voorgeslacht 2005 & 2012.
6 kind(eren)
-
Neeltje Pieters van der Arents
, * ±1640
, [] Strijen ±5-5-1706.
×
±1663
Arij Jacobs (de) Graaf
, * 1639
, ~Rockanje 31-7-1639
, † ±1684.
7 kind(eren)