Claes Willemsz van ter Bregge , † ±1627.
Zoon van ? .
Claes Willemsz trad op als getuige bij de ondertrouw van Cornelis Jacobsz van Velsen .



×
    Trijntgen Jans , † <4-1625.
Kinderen:
  1. Leentge Claesse (Leentge Claes Willemsdr) ( Terbregge) , † <2-1658 .

      Te H’berg op 31-3-1629 comp.
      - Willem Claesz, Philips Claesz en Arien Claesz, alle drie voor zichzelf,
      - Cornelis Michielen gehuwd met Maritge Claesse,
      - Frans Cornelisz ’t Baesge gehuwd met Leentge Claesse en de
      voornoemde Willem Claesz in de naam van
      - Betge Claesse, mitsgaders als oom en voogd van
      - de kinderen van zaliger Jan Claesz en nog als oom en voogd van
      - de kinderen van Neeltge Claesse, daar vader af is Maerten Pleunen;
      Allen tezamen kinderen en erfgenamen van Claes Willemsz, en
      zij hebben verkaveld.

      Te H’berg op 7-4-1631 Comp. Geertrui Dirks, weduwe van Claes Thijsz, geassisteerd met Claes Cornelisz minne, haar voogd in deze, ter eenre en Arien Cornelisz [..] man gehuwd met Maritge Claesse, Inge Cornelisz gehuwd met Aefge Claesse en de voornoemde Arien Cornelisz en Frans Cornelisz ’t Baesge, als voogden van Neeltge Claesse, tezamen kinderen van Claes Thijsz zaliger, ter andere zijde, en hebben verkaveld.

      Te H’berg op 18-6-1633 comp.
      - Willem Claesz, Philips Claesz en Betge Claesse, alle drie voor zichzelf,
      - Frans Cornelisz ’t Baesge gehuwd met Leentge Claesse,
      - Willem Cornelisz voor zichzelf,
      - Cornelis Michielen in de naam van Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz en voor Arien Pieter Vrancken gehuwd met Cuniertge
      Cornelisse en de voornoemde Willem Claesz als voogd van Maritge, Jan en Liedewij Cornelisse, met zijn zevenen kinderen van zaliger Maritge Claesse.
      - Jan Jansz, molenaer tot Schiedam, voor zichzelf en Jacob Jansz, medemolenaer tot Schiedam, gehuwd met Maritge Jansz en Willem Claesz voornoemd als voogd van Willem Jansz, mitsgaders de voornoemde Jan Jansz en Jacob Jansz in de naam van Dirk Jansz als medevoogd van de voornoemde Willem Jansz, met zijn drieën kinderen van zaliger Jan Claesz.
      - Pieter Willemsz gehuwd met Neeltge Maertens en Willem Claesz als voogd van Pleun, Trijntge, Maritge, Jan, Aeltge en Willem Maertensz, met zijn zevenen kinderen van zaliger Neeltge
      Claesse, en allen tezamen erfgenamen van zaliger Arien Claes Willemsz.
      Zij hebben verkaveld.

      Te H’berg op 29-4-1635 comp. Philips Claesz voor zichzelf voor 1/8 deel, Willem Pleunen in de naam van zijn moeder Betge Claesse, mede voor haar zelf, voor 2/8 deel, Willem Cornelis Michielen voor zichzelf en in de naam van zijn andere broers en zusters, zijnde kinderen van Maritge Claesse, en nog van de kinderen van Jan Claesz, alsmede van Willem Claesz en zulks voor 3/8 parten, Pieter Willemsz Corffbreijer gehuwd met een dochter van Neeltgen Claesse voor zichzelf en nog als voogd van de verdere kinderen van dezelfde Neeltge Claesse en tezamen in de naam van Betge Claesse, die actie had van Frans Cornelisz ’t Baesge. Zij hebben verkaveld.

      Te H’berg op 3-11-1636 comp. Arien Cornelisz Speelman, onze buurman, en koopt uit tegen Frans Cornelisz ’t Baesge en Inge Cornelisz als voogden van
      - Annetje Ariens, 18 1/2 jaar,
      - Maerten Ariensz, 16 jaar,
      - Maritge Ariens, 13 1/2 jaar,
      - Pleuntge Ariens, 5 1/2 jaar, en
      - Neeltje Ariens, 3 1/4 jaar,
      zijn kinderen, geprocreëerd bij Maritge Claesse, zijn overleden huisvrouw [in marge: 9-11-1654, de inhoud dezes is voldaen].

      Te H’berg op 17-5-1638 comp. Trijntge Pieters, weduwe van Willem Claesz, geassisteerd met Jan Lenert Meijnen, haar voogd in deze, ter eenre en Philips Claesz en Betge Claesse, beiden voor zichzelf, Frans Cornelisz ’t Baesge gehuwd met Leentge Claesse, Jan Jansz en Willem Jansz, beiden voor zichzelf, en Jacob Jansz gehuwd met Maritge Jans, met hun drieën kinderen van Jan Claesz, Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz, Willem Cornelisz en Jan Cornelisz, alle vier voor zichzelf, Arien Pieter Vrancken, Huijbert Pieter Vrancken enArien Jansz van Alphen, alle drie in de naam van hun respectieve huisvrouwen en met hun zevenen kinderen van zaliger Maritge Claesse, Pleun Maertensz voor zichzelf, Pieter Willemsz Corffbreijer gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornelisz Molenaer gehuwd met Maritge Maertens en de voornoemde Pieter Willemsz als voogd van Trijntge Maertens, Jan Maertensz, Aefge Maertens en Willem Maertensz, met hun zevenen kinderen van zaliger Neeltge Claesse, allen tezamen erfgenamen van de voornoemde Willem Claesz, voor de andere helft en hebben verkaveld.

      Te H’berg op 22-5-1638 comp. Philips Claesz, Betge Claesdr, beiden voor zichzelf, Frans Cornelisz, gehuwd met Leentge Claesse, Jan Jansz en Willem Jansz, beiden voor zichzelf, mitsgaders Jacob Jansz, gehuwd met Maritge Jans, kinderen van zaliger Jan Claesz, Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz en Willem Cornelisz, alle drie voor zichzelf, Arien Pieterszen Huijbert Pietersz, beiden in de naam van hun huisvrouw en met hun vijven in de naam van Jan Cornelisz voor zichzelf en voor Arien Jansz van Alphen gehuwd met Liedewij Cornelisse, tezamen kinderen van zaliger Maritge Claesse, Pleun Maertensz voor zichzelf, Pieter Willemsz gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornelisz Molenaar gehuwd met Maritge Maertens en Pieter Willemsz als voogd van Trijntge, Jan, Aeltge en Willem Maertensz, tezamen kinderen van zaliger Neeltge Claesse, allen tezamen erfgenamen van Willem Claesz. Zij hebben verkaveld.

      In ’t Amb. H’berg op 24-6-1640 comp.
      - Leentgen Claesdr., weduwe Frans Cornelisz. ’t Baesgen, mitsgaders
      - Teunis Dircksz. int Hout en Arien Willemsz. van der Kade, beide in de naam van haar huisvrouwen mede-erfgenamen ex testamento van de voorn. Frans Cornelisz.,
      - Jan Fransz. ’t Baesgen, voor hem zelf,
      te samen erfgenamen ex testamento van de voorn. Frans Cornelisz. [doorgehaald: Jan Fransz. ’t Baesgen als oom en geordonneerde voogd over de nagelaten weeskinderen van zaliger Leentgen Fransdr., daar vader af is Cornelis Cornelisz. Kerckhoff].
      Zij bekennen verkocht te hebben aan
      - Jan Fransz. ’t Baesgen [onze buurman] mede-erfgenaam als boven haar comparanten vijf zesde parten;
      - Willem Cornelis Michielsz. [onze buurman] een partij land te verongelden voor 1 morgen gelegen in Ommoord en 2 hond en 21 roeden gelegen in de Bospolder.
      Met bijbehorende schuldbrief.

      In 1650 was sprake van
      - De weduwe van Frans Cornelisz t Baesgen een margen streckende van haer eijgen landt aff tot Arijen Lenertsz Buick sijn landt toe belent ten oosten Dome Jansz ende ten westen Jan Fransz t Baesgen.
      - Noch seven hondt streckende vande Heer van Eijck sijn landt aff tot d selve sijn landt toe belent ten oosten Maerten Dircksz ende ten westen de weduwe van Willem Claesz. Borge d selve landen.

    ×   Frans Cornelissoon (Frans Cornelisz) ’t Baesge , * ±1574 , † 23-2-1640, [] Rotterdam, Hillegersberg .
        Zoon van Cornelis Fransz (’t Baesge) en Aefge Cornelisse .
      Kinderen: Cornelis, Jan, Aeffge, Leentge en Maritge.
      op 6 mei 1636 zou hij 61 jr. oud zijn geweest

      Zijn zoon Jan werd rond 1615 geboren. Verder had hij dochters Leentgen, Aefgen en Maritge.

      Te H’berg op 16-03-1586 werd een rekening opgemaakt van Aernt Cornelisz, vervangende Cornelis Lenertsz, als voogd van de weeskinderen
      van Aefge Cornelisse, in presentie van Cornelis Fransz als vader van zijn kinderen, met name Frans, Maritge en Anneke Cornelisse.

      Te H’berg werd op 17-6-1593 een rekening opgemaakt van Jan Cornelisz, als bloedvoogd van Frans Cornelisz, nagelaten weeskind van Aefge Cornelisse zaliger.

      H’berg, 15-2-1603: Overmits het overlijden van Jan Cornelisz als voogd van kinderen voorszegd (van Maritge Cornelisse), daarvan ook zijn nagelaten weduwe en kinderen rekening hebben gedaan als voren blijkt. De nieuwe voogden worden Frans Cornelisz en Claes Thijsz.

      Annetge Cornelisse, en Frans Cornelisz werden op 29-4-1605 in Hillegersberg genoemd als kinderen van Cornelis Fransz, wezende een zoon van Frans Michielsz.

      Amb. H’berg, 13-3-1622:
      - Frans Cornelisz. Baesgen, onze buurman, transporteert aan Jan Pietersz., onze mede schepen, een partij land te verongelden voor 9 hond.
      - Jacop Dircxsz., wonende te Rotterdam, transporteert aan Frans Cornelisz. Baesgen een partij land te verongelden voor 1 morgen, gelegen in Ommoord.

      Amb. Hillegersberg, 5-4-1623:
      - Frans Cornelisz. Baesgen transporteert aan Jan Jansz. van Alphen wonende aan de Rotte zekere partij land te verongelden voor 5 hond gelegen in de Butterdorpsepoldder.
      - Jan Jansz. van Alphen transporteert aan Frans Cornelisz. een partij land te verongelden voor 7 hond in de Butterdorpsepolder.

      Amb. Hillegersberg, 15-5-1624: Jacop Corsz., Willem Corsz. en Maritgen Corsdr. elk voor haar zelf, mitsgaders Pieter Willemsz. als getrouwd hebbende Soetgen Claesdr., Jacob Corsz. voorn. als procuratie hebbende van Abram Willemsz. wonende te Rotterdam getrouwd hebbende Maritgen Claesdr. en de voorn. Willem Corsz. als procuratie hebbende van Cors Claesz., te samen kinderen van Catharina Corsdr., en Willem Jacopsz. als curator ovver de goederen van de kinderen van Ariaentgen Corsdr., allen ex testamento erfgenamen van Maritgen Ariensdr. weduwe Cors Willemsz. haar moeder en grootmoeder respectievelijk, transporteren aan:
      - Frans Cornelisz. Baesgen, wonende aan de Rotte, 3 morgen 3 hond land gelegen in Butterdorp.
      Met bijbehorende schuldbrief van Frans Cornelisz. Baesgen, wonende aan de Rotte.

      Amb. Hillegersberg, 19-3-1626: Michiel Teunisz. Levelang transporteert aan Frans Cornelisz. ’t Baesgen een partij uitgemoerd land en water te verongelden voor 4 hond 75 roeden gelegen in de Butterdorpse polder.

      Te Hillegersberg werd op 2-11-1626 een rekening opgemaakt van Frans Cornelisz ’t Baesge als oom en voogd van Neeltge Claesse, nagelaten weesdochter van Annetge Cornelisse zaliger, daar vader af is Claes Thijsz, op deze mede present.

      Rotterdam, 15 juni 1627: Bartholomeeus Aryensz en Jan Jansz Boogert, bleyckers buiten Rotterdam, en Frans Cornelisz Baesge won. aan de Rotte sluiten een overeenkomst over de levering van turff.

      Amb. Hillegersberg, 23-3-1634: Frans Cornelisz. ’t Baesgen, onze buurman, transporteert aan Jan Ariensz. [doorgehaald: Cornelisz.] Sweer, zijn schoonzoon, een partij land te verongelden voor 4,5 hond gelegen in Ommoord.

      Amb. Hillegersberg, 23-4-1635:
      - Frans Cornelisz. ’t Baesgen, onze buurman, in de naam van zijn huisvrouw mede-erfgenaam van zaliger Arien Claes Willemsz., transporteren aan Pieter Willemsz., getrouwd hebbende een dochter van Neeltgen Claesdr. zaliger, en voorts aan de verdere kinderen van dezelfde Neeltgen Claesdr., daar vader af is Maerten Pleunen, en zulks aan hen allen te samen in het gemeen, een partij land te verongelden voor 5 hond 49 roeden gelegen in Ommoord.
      - Pieter Willemsz. Corffbreijer, getrouwd hebbende een dochter van zaliger Neeltgen Claesdr. en zulks voor hem zelf, mitsgaders Willem Claesz. en dezelfde Pieter Willemsz., als voogden van de verdere kinderen van dezelfde Neeltgen Claesdr., daar vader af is Maerten Pleunen, en zijn schuldig aan Frans Cornelisz. ’t Baesgen een som van 375 gld.
      - Frans Cornelisz. ’t Baesgen, nomine uxoris mede-erfgenaam van zaliger Arien Claes Willemsz., transporteert aan Betgen Claesdr., weduwe lest wijlen Cornelis Jacobsz. van Velsen, zijn comparants achtste part in zekere
      huising, erve, boomgaard en getimmerte, in het geheel te verongelden voor 2 hond.

      Rotterdam, 6-5-1636:
      Frans Cornelisz Baesgen, 61 jr., wonende in Hillegersberge, verklaart dat in zijn bijzijn Bouwen Cornelisz wonende in Hillegersberge, gezegd heeft, dat hij wilde dat na zijn overlijden zijn zoon Adriaen Bouwensz, vier morgen land zal krijgen gelegen in Hillegersberge in Ommoorden, zich uitstrekkend van de Rotte tot aan het land dat zal toekomen aan de erfgenamen van Bouwen Cornelisz aan de oostzijde begrensd door Cornelis Ploenen.

      Te Hillegersberg op 8-10-1636 comp. Aefge Fransse, weduwe van zaliger Jan Arien Michielsz Kerkhoff, geassisteerd met Frans Cornelisz ’t Baesge, haar vader en gekozen voogd in deze, en koopt uit tegen Cornelis Ariensz Kerkhoff als voogd van Arien Jansz, 4 jaar, nagelaten weeskind en enig erfgenaam van de voornoemde Jan Ariensz Kerkhoff.

      Inventaris van alle de goederen, roerende ende onroerende, in- ende uijtschulden, die Maritgen Claesdr sa., in haer leven met Arien Corn. Speelman, haren man, gemeen beseten ende daernaer metter doot ontruimt ende achtergelaten heeft. Overgelevert ter presentie van Inge Corn. ende Frans Corn t Baesgen, als voochden van de naergelaten weeskinderen van Maritgen Claesdr sa. voornt. Actum op den 3en novemb. ao. 1636 in Hillegersberg.

      Amb. Hillegersberg, 6-4-1635:
      - Frans Cornelisz. ’t Baesgen transporteert aan Cornelis Cornelisz. Kerckhoff zijn zwager [= schoonzoon & onze buurman] een partij land te verongelden voor 1 morgen gelegen in Wollefoppen polder. Met bijbehorende schuldbrief.
      - Pieter Ockersz., molenaer, onze buurman, transporteert aan Frans Cornelisz. ’t Baesgen [onze buurman] een partij land te verongelden voor 1 morgen 3 hond 12 roeden gelegen in de Oosteindse polder. Met bijbehorende schuldbrief.

      Amb. Hillegersberg, 29-4-1635: Frans Cornelisz. ’t Baesgen, onze buurman, transporteert aan Teunis Dirxsz. int Hout een partij land te verongelden voor 1,5 morgen gelegen in de Butter[dorpse]polder.
      Amb. Hillegersberg, 13-2-1636: Frans Cornelisz. ’t Baesgen transporteert aan Cors Maertsz. timmerman een partij land te verongelden voor 1 morgen 3 hond 12 roeden gelegen in de Oostendse polder.

      Amb. Hillegersberg, 30-8-1637: Frans Cornelisz. ‘t Baesgen, onze buurman, transporteert aan Jan Fransz., zijn zoon, zekere partij van zijn achterhuising en van zijn erve met twee schuren daar op staande, strekkende uit de Rotte en Frans Cornelisz. Kade buiten de heining af tot Frans Cornelisz. eigendom en het navolgende land van Jan Fransz. toe [...].

      Op 1-2-1658 in Hillegersberg comp.:
      - Jan Fransz ’t Baesge, voor zichzelf,
      - Arien Willemsz van der Kade, gehuwd met Aefge Fransse,
      - Cornelis Cornelisz Kerckhoff en Theunis Dirksz in ’t Hout als vader en in het doen van de scheiding en deling van deze boedel opziende voogden van hare kinderen, geprocreëerd bij Leentge en Maritge Fransse, beiden zaliger, tezamen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van Leentge Claasse, die weduwe was van Frans Cornelisz ’t Baesge, beiden zaliger, en hebben verticht.

    5 kind(eren)


  2. Maritge Claesdr (Maritge Claes Willemsdr) , † ±1631 .

    × <1600   Cornelis Michielen , † ±1636.

    7 kind(eren)


  3. Philips Claesz (van ter Bregghe) , † >2-1640 .

      Amb. Hillegersberg, 18-6-1633:
      Phillips Claesz. en Betgen Claesdr., beide voor haar zelf, Frans Cornelisz. als man en voogd van Leentgen Claesdr., Willem Cornelisz. voor hem zelf en Cornelis Michielsz., hem sterk makende voor Jacob Cornelisz. en Feijs Cornelisz., beide voor haar zelf en voor Arien Pieter Vranckensz., getrouwd hebbende Cuniertgen Cornelisdr., en de voorn. Willem Claesz., als voogd van Maritgen Cornelisdr., Jan Cornelisz. en Lieduwij Cornelisdr. mitsgaders de voorn. Cornelis Michielsz., als vader van de voorn. Maritgen, Jan en Lieduwij met hen zevenen kinderen van zaliger Maritgen Claesdr., alle te samen mede-erfgenamen van zaliger Arien Claes Willemsz. transporteren uit en vanwege de gemeen boedel en goederen van voorn. Arien Claesz. zaliger vooruit voldaan en betaald te moeten worden een som van 427 gld. 10 st. uit zaak van koop van het nagenoemde
      hypotheek zulks de voorn. Arien Claesz. zaliger in zijn leven van de voorn. Willem Claesz. mitsgaders van de kinderen van Jan Claesz. en van de kinderen van Neeltgen Claesdr. had gekocht en daarvan zij op huiden behoorlijke gift en eigendom aan en ten behoeve van de gemeen erfgenamen van dezelfde Arien Claesz. zaliger hebben verleden [...].

      Te H’berg op 22-5-1638 comp.
      - Philips Claesz,
      - Betge Claesdr, beiden voor zichzelf,
      - Frans Cornelisz gehuwd met Leentge Claesse,
      - Jan Jansz en Willem Jansz, beiden voor zichzelf, mitsgaders Jacob Jansz gehuwd met Maritge Jans, kinderen van zaliger Jan Claesz,
      - Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz en Willem Cornelisz, alle drie voor zichzelf, Arien Pieterszen Huijbert Pietersz, beiden in de naam van hun huisvrouw en met hun vijven in de naam van Jan Cornelisz voor zichzelf en voor Arien Jansz van Alphen gehuwd met Liedewij Cornelisse, tezamen kinderen van zaliger Maritge Claesse,
      - Pleun Maertensz voor zichzelf, Pieter Willemsz gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornelisz Molenaar gehuwd met Maritge Maertens en Pieter Willemsz als voogd van Trijntge, Jan, Aeltge
      en Willem Maertensz, tezamen kinderen van zaliger Neeltge Claesse.
      Zij zijn allen tezamen erfgenamen van Willem Claesz, en hebben verkaveld.

      Te H’berg op 10-12-1638 comp. Pleun Maertensz voor zichzelf, Pieter Willemsz Corffbreijer, gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornellsz Molenaer, gehuwd met Maritge Maertens, mitsgaders de voornoemde Pieter Willemsz Corfbreijer en Philips Claesz als voogden van Trijntge, Jan, Willem en Aeltge Maertens, tezamen kinderen en erfgenamen van zaliger Neeltge Claesse, geprocreëerd bij Maerten Pleunen, en zij hebben verkaveld.

      Te H’berg op 10-3-1640 comp. Pleun Maertensz en Jan Maertensz, beiden voor zichzelf, Pieter Willemsz Corfbreijer, gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornelisz Molenaer, gehuwd met Maritge Maertens, Pieter Claesz, gehuwd met Trijntge Maertens, en de voornoemde Pieter Willemsz en Philips Claesz, als voogden van Aeltge Maertens en Willem Maertensz, tezamen kinderen en mede-erfgenamen van Maerten Pleunen en Neeltge Claesse, beiden zaliger, en hebben verkaveld (o.a. 2 morgen 1 hont leenland van het huis Cralingen, gelegen in Ommoord).


  4. Jan Claesz ( Molenaer) , † <4-1629 .

      Jan Claesz was molenaer. Hij was de vader van Jan, Willem, en Maritge Jans, gehuwd met Jacob Jansz. Als één van de voogden over zijn kinderen wordt Dirk Jansz van der Gaech genoemd.

      Te H’berg op 31-3-1629 comp. - Willem Claesz, Philips Claesz en Arien Claesz, alle drie voor zichzelf,
      - Cornelis Michielen gehuwd met Maritge Claesse,
      - Frans Cornelisz ’t Baesge gehuwd met Leentge Claesse en de voornoemde Willem Claesz in de naam van
      - Betge Claesse, mitsgaders als oom en voogd van
      - de kinderen van zaliger Jan Claesz en nog als oom en voogd van
      - de kinderen van Neeltge Claesse, daar vader af is Maerten Pleunen.
      Zij zijn allen tezamen kinderen en erfgenamen van Claes Willemsz. en zij hebben verkaveld.

      Amb. H’berg, 18-6-1633:
      - Willem Claesz. voor hem zelf voor een gedeelte,
      - Jan Jansz. en Jacop Jansz., beide molenaars wonende te Schiedam, voor haar zelf, ende voorn. Willem Claesz. als voogd van
      - Willem Jansz., onbejaarde zoon van zaliger Jan Claesz., mitsgaders Jan Jansz. en Jacop Jansz. voorsz. als last hebbende en haar sterk makende voor Dirck Jansz., wonende te Schiedam mede-voogd van de voorn. Willem Jansz., te samen voor gelijk gedeelte. en
      - Pieter Willemsz. getrouwd hebbende Neeltgen Maertensdr. en de voorn. Willem Claesz. als voogd van
      - Pleun Maertensz.,
      - Trijntgen Maertensdr.,
      - Maritgen Maertensdr.,
      - Jan Maertensz.,
      - Aeltgen Maertensdr. en
      - Willem Maertensz., te samen kinderen van zaliger Neeltgen Claesdr. daar vader af is Maerten Pleunen, mede voor gelijk gedeelte,
      en geven, na voorgaande approbatie van schout en schepenen van Hillegersberg op 15-6-1633 daar opgegeven voor de portie van de kinderen van Jan Claesz. en Neeltgen Claesdr. voorsz., aan de gemeen erfgenamen van zaliger Arien Claes Willemsz. gift en eigendom van haar drie achtste parten in zekere huising, erve, barg, schuur, getimmerte en boomgaard in het geheel te verongelden voor 2 hond, of zo veel minder of meer als de kaveling van de woning en landen van zaliger Claes Willemsz. mede brengende is, staande en gelegen in de Bospolder. In welke voorsz. goederen dezelfde erfgenamen van Claes Willemsz. nog vier achtste parten en Betgen Claesdr. het resterende achtste part mede is toebehorende, en zulks zij al bij het leven van voorn. Arien Claesz. zaliger die voorsz. haar drie achtste parten aan hem hadden verkocht.

      In ’t Amb. H’berg op 10-4-1634 comp.
      - Betgen Claesdr. voor haar zelf, geass. met Willem Pleunen, haar zoon en gekoren voogd in deze,
      - Pieter Willemsz., getrouwd hebbende Neeltgen Maertensdr., zijnde een dochter van zaliger Neeltgen Claesdr., mitsgaders
      - Willem Claesz. en de voorn. Pieter Willemsz. te samen voogden van
      - de minderjarige en ongehuwde kinderen van dezelfde Neeltgen Claesdr. zaliger,
      - Jan Jansz. voor hem zelf,
      - Jacob Jansz., getrouwd hebbende Maritgen Jansdr., en
      - Dirck Jansz. als voogd van Willem Jansz. met hen drieën kinderen van zaliger Jan Claesz.,
      al te samen mede-erfgenamen van zaliger Claes Willemsz.
      Zij transporteren aan Cornelis Lenertsz. Kerckhoff en Cornelis Jansz. Stolck te samen een partij land te verongelden voor 1 morgen 1,5 hond gelegen in de Boschpolder.

      Te H’berg op 13-11-1634 comp.
      - Willem Claesz, Philips Claesz en Betge Claessen, geassisteerd met Willem Pleunen, haar
      zoon en gekozen voogd, alle drie voor zichzelf,
      - Frans Cornelisz gehuwd met Leentge Claesse,
      - Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz en Willem Cornelisz, alle drie voor zichzelf,
      - Arien Pietersz en Hubert Pietersz, beiden in de naam van hun respectieve huisvrouwen, de voornoemde Willem Claesz, als voogd, en Cornelis Michielsz, als vader, van Jan Cornelisz en Liedewij Cornelisse, kinderen van zaliger Maritge Claessen,
      - Jan Jansz voor zichzelf en Jacob Jansz nomine uxoris, mitsgaders de voornoemde Willem Claesz en Dirk Jansz van der Gaech als voogden van Willem Jansz, kinderen van zaliger Jan Claesz,
      - Pieter Willemsz Corffbreijer nomine uxoris en Willem Claesz als voogd en Maerten Pleunen als vader van de voorderkinderen van zaliger Neeltge Claesse;
      Allen tezamen in de voorszegde kwaliteite erfgenaam van Arien Claes Willemsz. Zij hebben verkaveld.

      Amb. H’berg, 23-4-1635:
      Jan Jansz. voor hem zelf, Jacob Jansz., getrouwd hebbende Maritgen Jansdr., en Willem Claesz., als oom en voogd van Willem Jansz., kinderen van zaliger Jan Claesz. en zulks Willem Claesz. van der Bregge, mede-erfgen. van zaliger Arien Claes Willemsz., transporteren aan Willem Cornelis Michielsz. haar/zijn achtste part in zekere huising, erve, boomgaard en getimmerte, in het geheel te verongelden voor 2 hond. Nog [...].

      In H’berg op 17-5-1638 comp.
      - Trijntge Pieters, weduwe van Willem Claesz, geassisteerd met Jan Lenert Meijnen, haar
      voogd in deze, ter eenre, en
      - Philips Claesz en Betge Claesse, beiden voor zichzelf,
      - Frans Cornelisz ’t Baesge gehuwd met Leentge Claesse,
      - Jan Jansz en Willem Jansz, beiden voor zichzelf, en Jacob Jansz gehuwd met Maritge Jans, met hun drieën kinderen van Jan Claesz,
      - Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz, Willem Cornelisz en Jan Cornelisz, alle vier voor zichzelf,
      - Arien Pieter Vrancken, Huijbert Pieter Vrancken en Arien Jansz van Alphen, alle drie in de naam van hun respectieve huisvrouwen en met hun zevenen kinderen van zaliger Maritge Claesse,
      - Pleun Maertensz voor zichzelf, Pieter Willemsz Corffbreijer gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornelisz Molenaer gehuwd met Maritge Maertens en de voornoemde Pieter Willemsz als voogd van Trijntge Maertens, Jan Maertensz, Aefge Maertens en Willem Maertensz, met hun zevenen kinderen van zaliger Neeltge Claesse.
      Zij zijn allen tezamen erfgenamen van de voornoemde Willem Claesz, voor de andere helft.
      Zij hebben verkaveld.

      Amb. H’berg, 23-4-1640:
      - Phillips Claesz., Pleun Maertensz., te samen voor de ene helft, en
      - Jan Jansz. en Willem Jansz., mitsgaders Jacob Jansz. getrouwd hebbende Maritgen Jansdr., te samen voor de andere helft,
      transporteren aan Cornelis Lenertsz. Kerckhoff [onze tegenwoordigte ambachtsbewaarder] een partij land te verongelden voor 1 morgen gelegen in de Boschpolder.
      Te H’berg op 31-3-1629 comp.
      - Willem Claesz, Philips Claesz en Arien Claesz, alle drie voor zichzelf,
      - Cornelis Michielen gehuwd met Maritge Claesse,
      - Frans Cornelisz ’t Baesge gehuwd met Leentge Claesse en de
      voornoemde Willem Claesz in de naam van
      - Betge Claesse, mitsgaders als oom en voogd van
      - de kinderen van zaliger Jan Claesz en nog als oom en voogd van
      - de kinderen van Neeltge Claesse, daar vader af is Maerten Pleunen;
      Allen tezamen kinderen en erfgenamen van Claes Willemsz, en
      zij hebben verkaveld.

    ×   Jannetje Jans , † <1644.

      Jannetje had een broer Dirck Jansz. die op Schiedam woonde.

      Te H’berg op 31-5-1643 comp. Jan Jansz en Willem Jansz, beiden voor zichzelf, Jacob Jansz gehuwd met Marijtje Jans, tezamen kinderen en erfgenamen van Jan Claesz, Molenaer en Jannetje Jans, beiden zaliger, en hebben verkaveld.

    3 kind(eren)


  5. Neeltge Claesse (van Terbregge) , † <4-1625 .

      Amb. H’berg, 3-3-1625: Willem Claesz., Jan Claesz., Phillips Claesz., Arien Claesz. en Betgen Claesdr., alle vijf voor haar zelf, Cornelis Michielsz. als man en voogd van Maritgen Claesdr., Frans Cornelisz. als man en voogd van Leentgen Claesdr., mitsgaders Maerten Pleunen als vader en voogd van de nagelaten weeskinderen van zaliger Neeltgen Claesdr., kinderen en kindskinderen respectievelijk en zulks erfgenamen van Trijntgen Jansdr. zaliger ter andere zijde, bekennen met elkaar gegrondkaveld te hebben [...].

      Te H’berg op 18-6-1633 comp.
      - Willem Claesz, Philips Claesz en Betge Claesse, alle drie voor zichzelf,
      - Frans Cornelisz ’t Baesge gehuwd met Leentge Claesse,
      - Willem Cornelisz voor zichzelf,
      - Cornelis Michielen in de naam van Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz en voor Arien Pieter Vrancken gehuwd met Cuniertge
      Cornelisse en de voornoemde Willem Claesz als voogd van Maritge, Jan en Liedewij Cornelisse, met zijn zevenen kinderen van zaliger Maritge Claesse.
      - Jan Jansz, molenaer tot Schiedam, voor zichzelf en Jacob Jansz, medemolenaer tot Schiedam, gehuwd met Maritge Jansz en Willem Claesz voornoemd als voogd van Willem Jansz, mitsgaders de voornoemde Jan Jansz en Jacob Jansz in de naam van Dirk Jansz als medevoogd van de voornoemde Willem Jansz, met zijn drieën kinderen van zaliger Jan Claesz.
      - Pieter Willemsz gehuwd met Neeltge Maertens en Willem Claesz als voogd van Pleun, Trijntge, Maritge, Jan, Aeltge en Willem Maertensz, met zijn zevenen kinderen van zaliger Neeltge
      Claesse, en allen tezamen erfgenamen van zaliger Arien Claes Willemsz.
      Zij hebben verkaveld.

      Amb. H’berg, 10-4-1634: Cornelis Lenertsz. Kerckhoff onze
      buurman en Cornelis Jansz. Stolck, wonende in Kralingen, en zijn schuldig aan Betgen Claesdr. voor een derde part, mitsgaders aan de kinderen van zaliger Neeltgen Claesdr. daar vader af is Maerten Pleunen samen voor gelijk derde part, en aan de kinderen van zaliger Jan Claesz. voor het resterende derde part, te samen een som van 1150 gld.

      In H’berg op 29-4-1635 comp.
      - Philips Claesz voor zichzelf voor 1/8 deel,
      - Willem Pleunen in de naam van zijn moeder Betge Claesse, mede voor haar zelf, voor 2/8 deel,
      - Willem Cornelis Michielen voor zichzelf en in de naam van zijn andere broers en zusters, zijnde
      - kinderen van Maritge Claesse, en nog van
      - de kinderen van Jan Claesz, alsmede van
      - Willem Claesz en zulks voor 3/8 parten,
      - Pieter Willemsz Corffbreijer gehuwd met een dochter van Neeltgen Claesse voor zichzelf en nog als voogd van de
      verdere kinderen van dezelfde Neeltge Claesse en tezamen in de naam van
      - Betge Claesse, die actie had van Frans Cornelisz ’t Baesge.
      Zij hebben verkaveld.

      In H’berg werd op 8-12-1636 een rekening opgemaaktvan Willem Claesz als voogd van de zes jongste nagelaten kinderen van Neeltge Claesse zaliger, daar vader af is Maerten Pleunen, in presentie van Pieter Willemsz als medevoogd, mitsgaders van Pleun Maertensz en Pieter Cornelis Allertsz, gehuwd met Maritge
      Maertens.

      Te H’berg op 22-5-1638 comp.
      - Philips Claesz, Betge Claesdr, beiden voor zichzelf, Frans Cornelisz gehuwd met Leentge Claesse, Jan Jansz en Willem Jansz, beiden voor zichzelf, mitsgaders Jacob Jansz gehuwd met Maritge Jans, kinderen van zaliger Jan Claesz.
      - Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz en Willem Cornelisz, alle drie voor zichzelf, Arien Pietersz en Huijbert Pietersz, beiden in de naam van hun huisvrouw en met hun vijven in de naam van Jan Cornelisz voor zichzelf en voor Arien Jansz van
      Alphen gehuwd met Liedewij Cornelisse, tezamen kinderen van zaliger Maritge Claesse;
      - Pleun Maertensz voor zichzelf, Pieter Willemsz gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornelisz Molenaar gehuwd met Maritge Maertens en Pieter Willemsz als voogd van Trijntge, Jan, Aeltge en Willem Maertensz, tezamen kinderen van zaliger Neeltge Claesse.
      Zij zijn allen tezamen erfgenamen van Willem Claesz. en zij hebben verkaveld.

      Actum, den 10en Martij ao. 1640 in Hillegersberg:
      Inventaris van alle de goederen, die Maerten Pleunen, wedenaer ende boedelhouder van sa. Neeltgen Claesdr, in syn leven beseten ende sulcx by de selve metter doot ontruimt ende achtergelaten heeft. Gedaen maecken by de kinderen ende erffgen. van de voors. Maerten Pleunen ende Neeltgen Claesdr, beyde sa. m., ende overgelevert den 10en Martij ao. 1640.
      Vaste goederen: Een parthije leenlant, die verongelt wert voor 2 margen, 1 hont, sware verpandinge, gelegen in Ommoorden.
      Compareerde Pleun Maertensz ende Jan Maertensz, beijde voor haer selven, Pr. Willemsz, getrout hebbende Neeltgen Maertensdr, Pr. Corn. Molenaer, getrout hebbende Maritgen Maertensdr, Pr. Claesz, getrout hebbende Trijntgen Maertensdr, kinderen ende mede erffgen. van sa. Maerten Plonisz ende Neeltgen Claesdr, beijde sa. m., ende affirmeerden ter goeder trouwe desen inventaris te wesen deuchdelijck ende oprecht sonder dat by haer wetenschap off kennisse daer inne iet verswegen, achtergehouden ofte ter quader trouwe wereloos geworden is, belooffde oock soo noch naemaels iet tot hare kennisse mochte comen, t ware dan bate off schaade, tot desen boedel behoorende, dat sy tselve behoorlijck sullen bekent maken ende op desen inventaris doen amplieeren.
      Overl. vóór 3-3-1625, toen haar weduwnaar werd vermeld.

    ×   Maerten Pleunen , † ±1639.
      Kinderen: Pleun, Neeltge, Martige, Trijntge, Jan, Aefge en Willem.

      Te H’berg op 31-3-1629 comp.
      - Willem Claesz, Philips Claesz en Arien Claesz, alle drie voor zichzelf,
      - Cornelis Michielen gehuwd met Maritge Claesse,
      - Frans Cornelisz ’t Baesge gehuwd met Leentge Claesse en de
      voornoemde Willem Claesz in de naam van
      - Betge Claesse, mitsgaders als oom en voogd van
      - de kinderen van zaliger Jan Claesz en nog als oom en voogd van
      - de kinderen van Neeltge Claesse, daar vader af is Maerten Pleunen;
      Allen tezamen kinderen en erfgenamen van Claes Willemsz, en
      zij hebben verkaveld.

      Te H’berg op 13-11-1634 comp.
      - Willem Claesz, Philips Claesz en Betge Claessen, geassisteerd met Willem Pleunen, haar
      zoon en gekozen voogd, alle drie voor zichzelf,
      - Frans Cornelisz gehuwd met Leentge Claesse,
      - Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz en Willem Cornelisz, alle drie voor zichzelf,
      - Arien Pietersz en Hubert Pietersz, beiden in de naam van hun respectieve huisvrouwen, de voornoemde Willem Claesz, als voogd, en Cornelis Michielsz, als vader, van Jan Cornelisz en Liedewij Cornelisse, kinderen van zaliger Maritge Claessen,
      - Jan Jansz voor zichzelf en Jacob Jansz nomine uxoris, mitsgaders de voornoemde Willem Claesz en Dirk Jansz van der Gaech als voogden van Willem Jansz, kinderen van zaliger Jan Claesz,
      - Pieter Willemsz Corffbreijer nomine uxoris en Willem Claesz als voogd en Maerten Pleunen als vader van de voorderkinderen van zaliger Neeltge Claesse;
      Allen tezamen in de voorszegde kwaliteite erfgenaam van Arien Claes Willemsz. Zij hebben verkaveld.

      Te H’berg op 10-12-1638 comp. Pleun Maertensz voor zichzelf, Pieter Willemsz Corffbreijer, gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornellsz Molenaer, gehuwd met Maritge Maertens, mitsgaders de voornoemde Pieter Willemsz Corfbreijer en Philips Claesz als voogden van Trijntge, Jan, Willem en Aeltge Maertens, tezamen kinderen en erfgenamen van zaliger Neeltge Claesse, geprocreëerd bij Maerten Pleunen, en zij hebben verkaveld.

      Te H’berg op 10-3-1640 comp. Pleun Maertensz en Jan Maertensz, beiden voor zichzelf, Pieter Willemsz Corfbreijer, gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornelisz Molenaer, gehuwd met Maritge Maertens, Pieter Claesz, gehuwd met Trijntge Maertens, en de voornoemde Pieter Willemsz en Philips Claesz, als voogden van Aeltge Maertens en Willem Maertensz, tezamen kinderen en mede-erfgenamen van Maerten Pleunen en Neeltge Claesse, beiden zaliger, en hebben verkaveld (o.a. 2 morgen 1 hont leenland van het huis Cralingen, gelegen in Ommoord).
      Op 10-3-1640 werd zijn erfenis verdeeld.

    7 kind(eren)


  6. Arien Claes Willemsz , † ±1628 .

      H’berg, 8-1-1628: Staat en verdeling voor de erfgenamen van Claes Willemsz, met name Willem Claesz, Jan Claesz, Philips Claesz, Arien Claesz, Cornelis Michielsz gehuwd met Maritge Claesse, Frans Cornelisz (gehuwd met [Leentje Claesse]), Betge Claesse, geassisteerd met haar zoon Willem Pleunen, en de kinderen van Neeltge Claesse.

      Bij de verkaveling van 31-3-1629 in H’berg wordt Arien Claesz níet meer genoemd, dus kennelijk was hij ondertussen overleden.


  7. Willem Claesz (van) Terbregge , * ±1568 , † 22-2-1638 , [] Rotterdam, Hillegersberg .
    Willem Claesz trad op als getuige bij de ondertrouw van Jacob Jansz van der Meer .

      Willem Claesz., gehuwd met Trijntge Pieters, een dochter van Pieter Jansz Pronck. Willem Claesz is kinderloos overleden.

      Willem is een zoon van Claas Willemsz. Terbregge (vermeld in de 10e penning van 1561) en Trijntje Jansdr.

      In aug. 1628 was Willem Claesz. van der Bregge één van de kerkmeesters in H’berg.

      Huw. voorw. op 29-3-1633 in Rotterdam tussen Jacob Jansz van der Meer uit Schipluy - bijgestaan door Arien Florisz, tabackcoper en Dirck Henrikxsz, cleermaker, zijn zwagers. Hij sluit een kontrakt van huwelijkse voorwaarden met Maertgen Jansdr. uit Schiedam - bijgestaan door Willem Claesz van der Bregge uit Hillegonsberch, Dirck Jansz uit Schiedam, haar ooms, en haar broer Jan Jansz.

      Amb. Hillegersberg, 23-4-1635:
      Jan Jansz. voor hem zelf, Jacob Jansz., getrouwd hebbende Maritgen Jansdr., en Willem Claesz., als oom en voogd van Willem Jansz., kinderen van zaliger Jan Claesz. en zulks Willem Claesz. van der Bregge, mede-erfgen. van zaliger Arien Claes Willemsz., transporteren aan Willem Cornelis Michielsz. haar/zijn achtste part in zekere huising, erve, boomgaard en getimmerte, in het geheel te verongelden voor 2 hond. Nog [...].

      Te H’berg op 22-5-1638 comp.
      - Philips Claesz,
      - Betge Claesdr, beiden voor zichzelf,
      - Frans Cornelisz gehuwd met Leentge Claesse,
      - Jan Jansz en Willem Jansz, beiden voor zichzelf, mitsgaders Jacob Jansz gehuwd met Maritge Jans, kinderen van zaliger Jan Claesz,
      - Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz en Willem Cornelisz, alle drie voor zichzelf, Arien Pieterszen Huijbert Pietersz, beiden in de naam van hun huisvrouw en met hun vijven in de naam van Jan Cornelisz voor zichzelf en voor Arien Jansz van Alphen gehuwd met Liedewij Cornelisse, tezamen kinderen van zaliger Maritge Claesse,
      - Pleun Maertensz voor zichzelf, Pieter Willemsz gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornelisz Molenaar gehuwd met Maritge Maertens en Pieter Willemsz als voogd van Trijntge, Jan, Aeltge
      en Willem Maertensz, tezamen kinderen van zaliger Neeltge Claesse.
      Zij zijn allen tezamen erfgenamen van Willem Claesz, en hebben verkaveld.

    ×   Trijntgen Pieters Pronck , * ±1579 , † 12-2-1656, [] Rotterdam, Hillegersberg .
        Dochter van Pieter Jansz Pronck en Leentge Jans van Alphen (??).
      Geen nakomelingen.

      Trijntje Pieters Pronk, die een dochter is geweest van Pieter Jansz Pronk en Leentje Jans van
      Alphen.

      Haar voogd was haar neef Jan Lenart Meijnen, zoon van Lenert Meijnen en Pleuntje Jansdr. Pronck.

      Te H’berg op 17-5-1638 Comp. Trijntge Pieters, weduwe van Willem Claesz, geassisteerd met Jan Lenert Meijnen, haar voogd in deze, ter eenre en Philips Claesz en Betge Claesse, beiden voor zichzelf, Frans Cornelisz ’t Baesge gehuwd met Leentge Claesse, Jan Jansz en Willem Jansz, beiden voor zichzelf, en Jacob Jansz gehuwd met Maritge Jans, met hun drieën kinderen van Jan Claesz, Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz, Willem Cornelisz en Jan Cornelisz, alle vier voor zichzelf,
      Arien Pieter Vrancken, Huijbert Pieter Vrancken enArien Jansz van Alphen, alle drie in de naam van hun respectieve huisvrouwen en met hun zevenen kinderen van zaliger Maritge Claesse, Pleun Maertensz voor zichzelf, Pieter Willemsz Corffbreijer gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornelisz Molenaer gehuwd met Maritge Maertens en de voornoemde Pieter Willemsz als voogd van Trijntge Maertens, Jan Maertensz, Aefge Maertens en Willem Maertensz, met hun zevenen kinderen van zaliger Neeltge Claesse, allen tezamen erfgenamen van de voornoemde Willem Claesz, voor de andere helft en hebben verkaveld.

      Rotterdam, 23-2-1656: Gerrit Jansz Stockvis, beenhakker,draagt 200 gulden over aan de schout van Zevenhuizen. Hij heeft het bedrag ontvangen door overlijden van zijn nicht Trijntgen Pietersdr., weduwe van Willem Claesz uit Terbregge, volgens een akte gedateerd op 29 December 1654 gepasseerd voor notaris Gerrit van der Hout, te profijte van Johan Vermeer.

      H’berg, 11-9-1656: Rekening van Arien Dammisz als voogd van Arien Cornelisz Kerckhoff, het weeskind van zaliger Maritgen Lenertsdr, van wie vader is Cornelis Ariensz Kerckhoff, gedaan sedert 18-05- 1654. Present Arien Cornelisz zelf. Genoemd wordt de portie gekomen van de erfenis van zaliger Trintgen Pieters Pronck, die weduwe was van Willem Claesz van der Bregge. Arien Cornelisz is nu uit de voogdij ontslagen.


  8. Betge Claesse (van ter Bregge) , * <1580 , † ±1640 .

      Betge Claesse was weduwe van Pleun Ariensz.

      H’berg, 20-5-1606: Rekening van Betge Claesse, weduwe van Pleun Ariensz, geassisteerd met Claes Willemsz, haar vader en voogd in deze, van de ontvangst en de uitgaven, die haar man zaliger in zijn leven van Jan en Michiel Cornelisz gehad heeft.

      H’berg, 4-4-1609: Rekening van Claes Willemsz als vader en voogd van Betge Claesse, zijn dochter, weduwe van Pleun Ariensz.

      Rotterdam, 18-1-1610:
      Huwelijkse voorwaarden van Cornelis Jacobss van Velsen, weduwnaar van Leentgen Pietersdr., wonende op de Rotte in Hillegersberch, en Betgen Claesdr., weduwe van Pleun Aeryaenss, tegenwoordig wonende ter Bregge in Hillegersberch, geassisteerd door haar vader Claes Willemss, maken huwelijkse voorwaarden op. Er worden regelingen getroffen voor de kinderen uit hun eerste huwelijken. Betgen heeft 5 kinderen uit dat huwelijk.

      Testament op 28-10-1617 in Rotterdam:
      Claes Willems van der Bregge en zijn vrouw Trijntgen Jans, wonend ter Bregge in Hillegaersberch op de Rotte, benoemen hun kinderen tot erfgenamen, i.p.v. Betgen Claesdr., hun dochter, benoemen zij haar kinderen, met een bepaling t.a.v. Cornelis Jacobs van Velsen, man van Betgen.

      H’berg, 8-1-1628: Staat en verdeling voor de erfgenamen van Claes Willemsz, met name Willem Claesz, Jan Claesz, Philips Claesz, Arien Claesz, Cornelis Michielsz gehuwd met Maritge Claesse, Frans Cornelisz (gehuwd met Leentje Claesse), Betge Claesse, geassisteerd met haar zoon Willem Pleunen, en de kinderen van Neeltge Claesse.

      Amb. H’berg, 23-10-1633: Lenert Jansz. Breetvelt, onze buurman, is schuldig aan Betgen Claesdr., weduwe Cornelis Jacopsz. van Velsen, een rente van 25 gld. per jaar. Vermeld Arien Jansz. Breetvelt, comparants broeder. Idem Jannetgen Jansdr., nagelaten weesdochter van Jan Lenertsz. Coppellenaer.

      In ’t Amb. H’berg op 10-4-1634 comp.
      - Betgen Claesdr. voor haar zelf, geass. met Willem Pleunen, haar zoon en gekoren voogd in deze,
      - Pieter Willemsz., getrouwd hebbende Neeltgen Maertensdr., zijnde een dochter van zaliger Neeltgen Claesdr., mitsgaders
      - Willem Claesz. en de voorn. Pieter Willemsz. te samen voogden van
      - de minderjarige en ongehuwde kinderen van dezelfde Neeltgen Claesdr. zaliger,
      - Jan Jansz. voor hem zelf,
      - Jacob Jansz., getrouwd hebbende Maritgen Jansdr., en
      - Dirck Jansz. als voogd van Willem Jansz. met hen drieën kinderen van zaliger Jan Claesz.,
      al te samen mede-erfgenamen van zaliger Claes Willemsz.
      Zij transporteren aan Cornelis Lenertsz. Kerckhoff en Cornelis Jansz. Stolck te samen een partij land te verongelden voor 1 morgen 1,5 hond gelegen in de Boschpolder.

      Te H’berg op 13-11-1634 comp.
      - Willem Claesz, Philips Claesz en Betge Claessen, geassisteerd met Willem Pleunen, haar zoon en gekozen voogd, alle drie voor zichzelf,
      - Frans Cornelisz gehuwd met Leentge Claesse,
      - Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz en Willem Cornelisz, alle drie voor zichzelf,
      - Arien Pietersz en Hubert Pietersz, beiden in de naam van hun respectieve huisvrouwen, de voornoemde Willem Claesz, als voogd, en Cornelis Michielsz, als vader, van Jan Cornelisz en Liedewij Cornelisse, kinderen van zaliger Maritge Claessen,
      - Jan Jansz voor zichzelf en Jacob Jansz nomine uxoris, mitsgaders de voornoemde Willem Claesz en Dirk Jansz van der Gaech als voogden van Willem Jansz, kinderen van zaliger Jan Claesz,
      - Pieter Willemsz Corffbreijer nomine uxoris en Willem Claesz als voogd en Maerten Pleunen als vader van de voorderkinderen van zaliger Neeltge Claesse, allen tezamen in de voorszegde kwaliteite erfgenaam van Arien Claes Willemsz.
      Zij hebben verkaveld.

      In H’berg op 29-4-1635 comp.
      - Philips Claesz voor zichzelf voor 1/8 deel,
      - Willem Pleunen in de naam van zijn moeder Betge Claesse, mede voor haar zelf, voor 2/8 deel,
      - Willem Cornelis Michielen voor zichzelf en in de naam van zijn andere broers en zusters, zijnde kinderen van Maritge Claesse, en nog van
      - de kinderen van Jan Claesz, alsmede van
      - Willem Claesz en zulks voor 3/8 parten,
      - Pieter Willemsz Corffbreijer gehuwd met een dochter van Neeltgen Claesse voor zichzelf en nog als voogd van de verdere kinderen van dezelfde Neeltge Claesse en tezamen in de naam van
      - Betge Claesse, die actie had van Frans Cornelisz ’t Baesge.
      Zij hebben verkaveld.

      Amb. H’berg, 23-4-1635:
      Frans Cornelisz. ’t Baesgen, nomine uxoris mede-erfgenaam van zaliger Arien Claes Willemsz., transporteert aan Betgen Claesdr., weduwe lest wijlen Cornelis Jacobsz. van Velsen, zijn comparants achtste part in zekere huising, erve, boomgaard en getimmerte, in het geheel te verongelden voor 2 hond.

      Amb. H’berg, 25-4-1635:
      Willem Pleunen, als zoon van Betgen Claesdr. mede-erfgenaam van zaliger Arien Claes Willemsz., en hem sterk makende en de rato caverende voor dezelfde Betgen Claesdr., transporteert aan Pieter Willemsz. Corffbreijer, getrouwd hebbende een dochter van zaliger Neeltgen Claesdr., voor hem zelf en aan dezelfde als voogd van de verdere kinderen van voorn. Neeltgen Claesdr., een achtste part in een partij uitgemoerd land en water in het geheel te verongelden voor 7,5 hond gelegen in de Boschpolder.

      In H’berg op 17-5-1638 comp.
      - Trijntge Pieters, weduwe van Willem Claesz, geassisteerd met Jan Lenert Meijnen, haar voogd in deze, ter eenre, en
      - Philips Claesz en Betge Claesse, beiden voor zichzelf,
      - Frans Cornelisz ’t Baesge gehuwd met Leentge Claesse,
      - Jan Jansz en Willem Jansz, beiden voor zichzelf, en Jacob Jansz gehuwd met Maritge Jans, met hun drieën kinderen van Jan Claesz,
      - Jacob Cornelisz, Feijs Cornelisz, Willem Cornelisz en Jan Cornelisz, alle vier voor zichzelf,
      - Arien Pieter Vrancken, Huijbert Pieter Vrancken en Arien Jansz van Alphen, alle drie in de naam van hun respectieve huisvrouwen en met hun zevenen kinderen van zaliger Maritge Claesse,
      - Pleun Maertensz voor zichzelf, Pieter Willemsz Corffbreijer gehuwd met Neeltge Maertens, Pieter Cornelisz Molenaer gehuwd met Maritge Maertens en de voornoemde Pieter Willemsz als voogd van Trijntge Maertens, Jan Maertensz, Aefge Maertens en Willem Maertensz, met hun zevenen kinderen van zaliger Neeltge Claesse.
      Zij zijn allen tezamen erfgenamen van de voornoemde Willem Claesz, voor de andere helft.
      Zij hebben verkaveld.

      Amb. Hillegersberg, 1-12-1638:
      Betgen Claesdr., lest weduwe Cornelis Jacobsz. van Velsen, geassisteerd met Heijnderick Jacobsz. Scheepmaker, haar gekoren voogd in deze, transporteert aan Willem Pleunen, haar zoon, zeker erf met alle getimmterte daar op staande en egelegen in de Boschpolder aan de Rotte.

      In ’t Amb. Hillegersberg op 23-4-1640 comp.
      - Phillips Claesz. voor hem zelf,
      - Willem Pleunisz., als last hebbende van BETGE CLAESDR., zijn moeder, en hem daar voor sterk makende en de rato caverende,
      - Feijs Cornelisz., Willem Cornelisz. en Jan Cornelisz., alle drie voor haar zelf,
      - Arien Pietersz. en Hubert Pietersz., beide in de naam van haar respectievelijke huisvrouwen,
      - Arien Jansz. van Alphen, mede nomine uxoris, en met haar zessen kinderen van zaliger MARITGEN CLAESDR.,
      - Jan Jansz. en Willem Jansz., beide voor haar zelf, en Jacob Jansz., nomine uxoris, met hen drieen kinderen van zaliger JAN CLAESZ.,
      - Leentgen Claesdr., weduwe Frans Cornelisz. ’t Baesgen, en
      - Jan Fransz. voor hem zelf,
      - Teunis Dircksz. int Hout en Arien Willemsz. van der Kade, beide nomine uxoris en de voorn. Jan Fransz., als oom en bloedvoogd voor zeoveel het nood zij van de kinderen van zaliger Leentgen Fransdr., kinderen en
      kindskinderen respectievelijk en erfgenamen ex testamento van voorn. FRANS CORNELISZ. zaliger,
      - Pleun Maertensz. en Jan Maertensz., beide voor haar zelf, Pieter Willemsz. Corffbreijer, Pieter Claesz. en Pieter Cornelisz. Molenaer, alle drie nomine uxoris en nog de voorn. Phillips Claesz. en Pieter Willemsz., als voogden van Aeltgen Maertensdr. en Willem Maertensz., met hen zeven kinderen van zaliger NEELTGEN CLAESDR.,
      alle te samen erfgenamen van zaliger WILLEM CLAESZ.
      Zij transporteren aan Cornelis Claesz. Coomen [wonende te Rotterdam] EN Willem Cornelis Michielen [onze buurman] een partij land te verongelden voor 1 morgen 5 hond 25 roeden gelegen in de Bospolder en 5 hond gelegen in de Bospolder.

      Actum, op den 25en october ao. 1640 in H’berg:
      Inventaris van alle de goederen, roerende ende onroerende, in- ende uytschulden, die za. Betgen Claesdr, wede. van wylen Pleun Ariensz, metter doot ontruimt ende achtergelaten heeft. Overgelevert by Willem Pleunen, sone ende mede erffgen. van de voorn. Betgen Claesdr za., ter presentie van Lenert Jansz Klinckert, zone van za. Maritgen Pleunendr, mede erffgen. als boven.
      Los blad: Compareerde Willem Pleunen, zone ende mede erffgen. van de voorn. Betge Claesdr za., ende ten wiens huise de voorn. Betge Claesdr is comen te overlyden, ende verclaerde by solemneelen eede hem affgenomen als recht is desen inventaris te wesen deuchdelyck ende oprecht sonder dat met syne wetenschap off kennisse daer inne iet verswegen ofte ter quader trouwe achtergehouden ofte wereloos geworden es, belooffde oock soo noch namaels iet tot syne kennisse mochte comen, ’t sy dan proffyt ofte schade, desen boedel aengaende, dat hy ’tselve behoorlyck sal bekent maacken ende op desen inventaris doen amplieeren. Soo waerlyck moste hem Godt Almachtich helpen.

      In H’berg op 26-11-1640 comp. Willem Pleunen en Lenert Jansz Klinkert, beiden voor zichzelf en elk voor 1/3 part, en dezelfde Willem Pleunen als voogd, mitsgaders Maerten Dirk Jaspersz als vader en Philips Claesz als oudoom van de vier nagelaten weeskinderen van zaliger Leentge Pleunen voor het resterende 1/3 part en tezamen kinderen en erfgenamen van zaliger Betge Claesse, die weduwe was van wijlen Pleun Ariensz., en het laatst van Cornelis Jacobsz van Velsen. Zij hebben verkaveld.
      Op 26-11-1640 werd haar erfenis verdeeld.

    × <1600   Pleun Aeryaenss (Ploon Ariensz) , † ±1604.
        Zoon van Arien Dammasz en Maritge Jans .
      Pleun Ariensz. en BEtge Claesdr. woonden in 1656 te Terbregge.
      Kinderen: Maertge, Neeltge, Leentge, Arien en Willem Pleunen.

      Pleun Ariensz. tot Ommoorden. Pleun had broers Vranck Ariensz en Dammas Ariensz.

      Te H’berg comp. op 31-7-1605 Betge Claesse, weduwe van Pleun Ariensz, geassisteerd met Claes Willemsz, haar voogd in deze, en heeft verticht tegen Vranck Ariensz., als oom en bloedvoogd van Maertge, Neeltge en Leentge, Arien, en Willem Pleunen, de kinderen van de voorszegde Pleun Ariensz.

      H’berg, 24-3-1607: Rekening van Claes Willemsz ter Bregge, als bestevader van de nagelaten weeskinderen van Ploon Ariensz zaliger, die hij verwekt heeft bij Betge Claesse, in presentie van Dammas Ariensz, als oom en voogd van dezelfde kinderen.

      H’berg, 4-4-1609: Rekening van Claes Willemsz., als bestevader en voogd van de nagelaten kinderen van Pleun Ariensz. tot Ommoorden, die hij geprocreëerd heeft bij Betge Claesse, in presentie van Dammas Ariensz.

      H’berg, 13-11-1610:
      Rekening van Claes Willemsz van ter Bregge, als bestevader en voogd van de kinderen van Pleun Ariensz, in zijn leven gewoond hebbende in Ommoord, in presentie van Dammas Ariensz. als medevoogd. Pleun Ariensz heeft nog 3 broers.

      H’berg, 5-11-1626: Rekening van Dammas Ariensz zaliger, in zijn leven voogd geweest van Pieter, Cornelis en Lenert Ariensz, nagelaten zonen van Arien Dammasz zaliger, daar moeder af is Barber Gerrits, overgeleverd door Neeltge Cornelisse, weduwe van Dammas Ariensz voorszegd. In presentie van Vranck Ariensz voor zichzelf, Jan Pietersz als stiefvader van Cornelis en Lenert Ariensz, Arien en Jan Cornelisz Vollebrecht, beiden voor zichzelf en als voogden van Ariaentge Cornelisse, hun zuster, kinderen van Maritge Ariens, Neeltge Ariens, weduwe van Cornelis Pietersz Cleijn voor zichzelf, Willem Pleunen voor zichzelf en voor zijn zuster Maritgen en Leentge Pleunen, overmits de absentie van hun mannen, kinderen van Pleun Ariensz.

      Te H’berg comp. op 26-11-1640:
      - Willem Pleunen en
      - Lenert Jansz Klinkert, beiden voor zichzelf en elk voor 1/3 part, en dezelfde Willem Pleunen als voogd, mitsgaders Maerten Dirk Jaspersz als vader en Philips Claesz als oudoom van de vier nagelaten weeskinderen van
      - zaliger Leentge Pleunen voor het resterende 1/3 part;
      Zij zijn tezamen kinderen en erfgenamen van zaliger Betge Claesse, die weduwe was van wijlen Pleun Ariensz en het laatst van Cornelis Jacobsz van Velsen. Zij hebben verkaveld.

    ×   Cornelis Jacobsz van Velsen , † <11-1633.
        Zoon van Jacob van Velsen en Aegte Reijmbrands .
      Otr. op 18-1-1610 in Rotterdam.
      Get. bij het huwelijk: Claes Willemsz van ter Bregge .


      Rekening van Cornelis Jacobsz van Velsen als broeder en voogd van Pleuntje Jacobs, dochter van Jacob Dirksz, opgemaakt in H’berg op 26-1-1586.
      Rekening van Michiel Feijsz en Cornelis Jacobsz van Velsen als voogden van Aefge Ariens, weeskind van Arien Feijsz, opgemaakt in H’berg eind 1586.
      Rekening van Cornelis Jacobsz van Velsen als broeder en voogd van Apolonia Jacobs, zijn zuster, in presentie van Maerten Jansz, haar voogd, opgemaakt in H’berg op 17-5-1602.

      Te H’berg comp. op 6-5-1602 Cornelis Jacobsz van Velsen en verticht mits deze tegen Thijs Cornelisz Kater gehuwd met Maritge Cornelisse, tegen Pieter Cornelisz, Reijmbrand Cornelisz en tegen Dirk Pietersz als oom en voogd van Haesge Cornelisse, nagelaten kinderen van Leentge Pieters, zijn comparants huisvrouw zaliger.

      In H’berg comp. op 26-11-1602 Cornelis Jacobsz van Velsen en Pieter Jacobsz van Velsen, beiden voor zichzelf, Huijbert Leendertsz Bontenbal, gehuwd met Liedewij Jacobs, en Maritge Jacobs met Jan Jacobsz van Velsen, haar broer, en Pleuntje Jacobs met dezelfde broeders geassisteerd, en hebben verticht d’een tegen d’ander door het overlijden van Aegte Reijmbrands, hun moeder.

      Te H’berg op 27-9-1609 comp. Arien Pietersz van Velsen en bedankt Cornelis Jacobsz van Velsen en Cornelis Pietersz., zijn voogden.
      Rekening van Cornelis Jacobsz van Velsen als (broeder en) voogd van Aplonia Jacobs, zijn zuster, in presentie van Maerten Jansz Versijden, medevoogd, opgemaakt op 18-12-1610 in H’berg.

      H’berg, 5-1-1615: Rekening van Cornelis Jacobsz van Velsen als broeder en voogd van Aplonia Jacobs, zijn zuster, nu overleden zijnde.
      Te H’berg comp. op 5-1-1615 Cornelis Jacobsz van Velsen voor zichzelf, Huijbert Leendertsz Bontenbal nomine uxoris, Jacob Pietersz, Arien Pietersz en Ewout Ockersz nomine uxoris, Thijs Thijsz als voogd van Ocker Pietersz, allen erfgenamen van Apolonia Jacobs van Velsen en zij vertichten.

      H’berg, 4-3-1619: Rekening van Cornelis Cornelisz Huijsman en Cornelis Jacobsz van Velsen als voogden van Grietge Cornelisse, in presentie van Cornelis Jansz Olijman gehuwd met Grietge Cornelisse voorszegd.

      Amb. Hillegersberg, 4-9-1622: Pieter Cornelisz. van Velsen, als medeerfgenaam van Cornelis Jacopsz. van Velsen zaliger, transporteert Claes Willemsz. ter Bregge
      zijn achtste part in zekere custingbrief bij Phillips Claesz. ten behoeve van Cornelis Jacobsz. voorsz. d.d. 31-3-1618 voor schout en schepenen van Hillegersberg gepasseerd, inhoudende nog als rest 3275 gld.

    5 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.