Jaepken Adriaensdr
, * ±1593
, † <6-1616.
Dochter van
Adriaen Jansz (Arien Janss)
en
Fijgen Gijsbertsdr
.
Jaepken Adriaensdr., woonde te Puttershoek, dochter van Adriaen Jansz., inwoner van Puttershoek, en Fijken Gijsbertsdr.
Op 24 april 1601 compareerden Adrien Arienss. Jonghe, voor hem zelf en als voogd van zijn zuster Jaepge Ariensdr., die mede present was, Corn(elis) Arienss., Pieter Heyndrix, Arien Damisz. en Corn(elis) Arienss. van Rijderkerck, als voogd van de nagelaten weeskinderen van zaliger Gijsbert Ariess., geassisteerd met de schout van Puttershoek als oppervoogd der wezen van ‘s-heren wege, tezamen erfgenamen van Fijken Gijsbertsdr., weduwe van Arien Janss., hun moeder en vader, en transporteerden landerijen te Maasdam.
- Jaepken Adriaensdr., weduwe van Ghijsbrecht Adriaenss., wonende te Puttershoek, met haar broeder Adriaen Adriaenss., wonende op Maasdam, als haar voogd voor die gelegenheid, en Pieter Heijndricxz. en Adriaen Dammen, wonende in St. Anthoniepolder, enerzijds, en
- Cornelis Adriaenss., wonende te Ridderkerk, als gerechte bloedvoogd van de onmondige weeskinderen van Ghijsbrecht, met zijn broeder Adriaen Adriaenss., wonende ’opt roede vaert’, als oom van de weeskinderen, anderzijds,
kwamen op 17 juli 1601 tot vertichting en uitkoop. De weeskinderen, Barberke, 8 jaar, Lijsken, 6 jaar, Adriaen, 4 jaar, ’noch eenen’ Adriaen, 3 jaar, en Fijchgen, 2 jaar oud, zouden de helft van alle landerijen, ter grootte van ca. 11 morgen, toebedeeld krijgen. Dit waren 10 hont 50 roeden in het Oudeland van Maasdam, ca. 2 morgen in het Zomerland onder Mijnsheerenland, 3 morgen 150 roeden in Bonaventura en 4 morgen in de ’Graefflijckheyt’ in Bonaventura.
Moeder Jaepken zou alle schulden in de boedel voldoen en de weeskinderen bevrijden van alle rente-custingpenningen, uitgezonderd de jaarlijkse 12 Car. gld. op elke morgen in de ’Graefflijckheyt’, welke voor de helft tot laste van de kinderen zouden komen. Jaepken zou nog enige tijd de landen van de kinderen (met een hypotheek) mogen belasten. Zij zou de zonen tot hun 18e jaar onderhouden etc. en de dochters tot hun 16e jaar, waarna elk kind 144 Car. gld. uitgereikt zou krijgen. Voor dit alles zou Jaepken de wederhelft van de landerijen behouden, alsmede de bruiklanden, de ’hof, huys, berch, schuer’, de beesten, paarden, huisraad etc. De landerijen van de weeskinderen zou zij tot hun mondigheid mogen gebruiken zonder daarvoor pacht te hoeven betalen. Wel zou zij daarvan de verpondingen etc. voldoen. Voor dit alles stelde Jaepken in het bijzonder haar boerderij te Puttershoek, alwaar Ghijsbrecht Adriaensz. was gestorven, als zekerheid.
De kinderen en erfgenamen van Ghijsbrecht Adriaenss. en Jaepgen Ariensdr. eisten op de op 22 juni 1616 voor de Hoge Vierschaar van ZuidHolland gehouden rechtdag van Willem Willemss. op Puttershoek de betaling van 183 gld. 9 st. volgens een op 22 februari 1614 voor schout en schepenen van Puttershoek gepasseerde schepenschuldbrief.
Overl. tussen 24 april 1601 en 16 mei 1616.
×
<1593
Ghijsbrecht Adriaensz (Gijs Arienss)
, † ±1601.
Kinderen:
-
Barberke Gijsberts
, * ±1593
.
×
Sibbedeus Jansz
, † <5-1636.
2 kind(eren)
-
Lijsken Gijsberts
, * ±1595
, † >4-1616 .
-
Ariaen Gijsbertsz (Arijen Gijsbertss de Ouden)
, * ±1597
.
-
Adriaen Gijsbertsz (Arijen Gijsbertss de Jonge)
, * ±1598
, † >4-1616 .
-
Fijchgen Gijsbertsdr
, * ±1599
, † >4-1616 .