Ghijsbrecht Adriaensz
(Gijs Arienss)
, † ±1601.
Zoon van
?
.
Ghijsbrecht had broers Cornelis Adriaensz. Crompeijn en Adriaen Adriaens, die won. ’opt roede vaert’ (= De Klundert). Hun gezamenlijke vader is alleen als patroniem bekend.
In 1591 pachtte ene ‘Adriaen Geritsz. Bollen ofte Crompain’ van de kerk te Ridderkerk een stuk zomerland of noord gelegen voor de polder Nieuw-Reijerwaard. Er is geen bewijs dat hij de gezochte vader is, want zijn vrouw heette in 1586 Maritgen.
Gijs Arienss. van den Houck [= Puttershoek] stelde zich op een - op 22 november 1592 te Maasdam gehouden - openbare verkoping van inboedel als borg voor diverse
personen.
Joris Corneliss. uit Puttershoek transporteerde bij akte van 31 januari 1596 aan de - mede in Puttershoek wonende - Gijs Arienss. 7 hont in het ambacht van Maasdam, dat aan de noordzijde werd belend door (zijn schoonmoeder) Fijken Gijssen van Puttershoek.
Op 18 februari 1599 verzocht de deurwaarder van het Hof van Holland, na akte van condemnatie van 4 november 1597 en akte van executie van 1 februari 1599, aan Gijsbert Arijaens (= de man van Jaepken Adriaensdr.) dat hij de goederen zou aanwijzen die geëxecuteerd mochten worden. Gijs Ariaenss., in aanwezigheid van de schout en heemraden van Maasdam, antwoordde hierop: ‘ghij meucht de goederen soucken die tot speciael ipotheck daer onder verbonden sijn tot voldoeninghe van dese condempnatie’.
In een akte gedateerd tussen 2 en 11 oktober 1599 is Gijsbrecht Adriaenss. genoemd op een lijst van personen die zijn ‘geset op leeninge desen jaere 1599’ en wel voor een bedrag van 15 gld.
Op 26 september 1600 werd Ghijsbrecht Adriaenss. bij de schouw door schout en heemraden van Puttershoek beboet vanwege ’den cant tegen zijn huysinge aende buyten cant van den dijck genen van het halve slop tusschen Michiel Aertss. zijn huysinge tot de erven v(oor)nt toe leggenden tegen den voordueer vanden voirs. Ghijsbrecht Adriaenss’.
Gijsbert Arijenss. ‘van Pietershouck’ verklaarde bij akte van 2 november 1600 gekocht te hebben van Arijaen Bastiaenss., zijn ‘neeff’ wonende aan ‘de Glypperdijck’, 325 roeden tijnsland in Maasdam, gelegen in drie verscheidene stukken, welke Arijaen Bastianss. waren aanbestorven van Fijgen Gijsbertsdr. ‘zijn wijffs bestemoeder’.
De koopsom bedroeg 120 rijnsgld. de morgen, welke bedrag hij diende te betalen te Dordrecht met de koude beestenmarkt 1601. Bij de koop was inbegrepen ‘alsulke actie als hem competeert van de worff van Arijen Arijenss. Jonge.
Op 16 mei 1616 compareerden Corn(elis) Adriaenss. ‘op Pietershouck’, en Adriaen Corn(eliss.) jonge Crompeijn, tezamen bloedvoogden van moederszijde [’vaderssijde’ = doorgehaald] van de kinderen van wijlen Gijsbrecht [….= Adriaenss.], met Sebedeus Jans als man van Berber Gijsbrechtsdr., voor hem zelf, en Roelant Reijnierss., als man en voogd van Elisabet Gijsbrechtsdr., voor hem zelf, en Leendert Jacobss., stadhouder van Puttershoek, als oppervoogd der wezen, en verklaarden verkocht te hebben aan Corn(elis) IJsbrantss., wonende aan de Blaak, 1 morgen 550 roeden in het Zomerland voor de Blaak op de grond van Moerkerken. Aan de oostzijde was dit land belend door ‘het kercken lant’ van Puttershoek en aan de noordzijde door ‘den post wech’ Dit land was de verkopers aangekomen bij successie en versterfenis van hun vader en moeder zaliger. Het eerste gebod vond plaats op 10 april en het derde en laatste op 24 april.
Corn. Arijensz. van der Houck en Arijen Corn(elis)z. Jonge Crympers, wonende te Ridderkerk, zijnde bloedvoogden van de onmondige kinderen van Gijs Arijenss. en Jaepge Arensdr., zijn huisvrouw, en Sebedeus Janss., als man en voogd van Barber Gijsbrechts, en Roelant Reijniers, als getrouwd hebbende Lijsken Gijsbertsdr., verrichten op 17 mei 1616 transport aan Jan Arijenss. Koijman (Coijman), wonende op Puttershoek, van 1 morgen in Nieuw-Bonaventura, welke destijds door koop van de grafelijke domeinen van Holland was verkregen, en gelegen in ’de thienden camp’, zuidelijk en noordelijk aan de koper belend, oostelijk ’comende aende visscher hille’ en westelijk aan ’den eerste x [= Kruis]wech.
Eveneens in 1616 passeerde Jan Arijensz. Coijman een schuldbrief ten behoeve van Arijen Gijsbertss. den ouden, Arijen Gijsbertss. den jongen en Fijken Gijsberts, hun zuster, onmondige kinderen van Gijsbert Arienss. en Jaepgen Arijensdr. Ten bedrage van 216 Car. gld. 12 st., en te betalen elk kind zijn portie bij ieders leeftijd van 25 jaar ‘of soo veel eer als de voorss. kinderen ofte haere voochden goetduncken en geraden vinden zullen’.
Zie: Gen. Erfgoed mag. 2010.
Overl. tussen 20 okt. 1600 en 24 april 1601, wsl. in Putterh.
×
<1593
Jaepken Adriaensdr
, * ±1593
, † <6-1616.
Kinderen:
-
Barberke Gijsberts
, * ±1593
.
×
Sibbedeus Jansz
, † <5-1636.
2 kind(eren)
-
Lijsken Gijsberts
, * ±1595
, † >4-1616 .
-
Ariaen Gijsbertsz (Arijen Gijsbertss de Ouden)
, * ±1597
.
-
Adriaen Gijsbertsz (Arijen Gijsbertss de Jonge)
, * ±1598
, † >4-1616 .
-
Fijchgen Gijsbertsdr
, * ±1599
, † >4-1616 .