Claes Willem Ottens
, * ±1475
, † ±1538.
Zoon van
Willem Ottenzn (Willem Ottens)
.
Afb. De Vijfheerenlanden
Claes Willem Ottenzn. die omstreeks 1475 geboren is.
Claes Willem Ottensen alias Wyntgen van Deventer was bouwman in het Laageind van Middelkoop.
Claes blijkt een broer (of een halfbroer) te hebben, die Adriaen Willems de backer of Adriaen Willems den Hartoch heet. Deze woonde sedert 1509 in Utrecht en had land in Lang Nulant en Leerbroek.
Claes trouwt twee maal op huwelijkse voorwaarden en we treffen ook drie boedelverdelingen aan.
Middelkoop, 3-2-1540:
- Willem Claesz de Oude, Cornelis Claesz en Joost Claesz, gehuwd met Marij Claesdr, erfgenamen van Marij Heijnricxdr, eerste huisvrouw van Claes Willem Ottensz, hun moeder, en
- Anthoenis Claesz, Willem Claesz de Jonge, Sebastiaen Claesz, Adriaen Claesz, Marijken Claesdr en Willem Claesz de oude als voogd over zijn zuster Cornelia Claes Willemsz’ onmondige dochter, allen kinderen en erfgenamen van Margriet Cornelisdr, Claes Willems Ottens laatste vrouw, hun moeder,
en alle kinderen als erfgenamen van Claes Willem Ottensz, hun vader, hebben de nalatenschap gedeeld.
Willem Claesz de Oude, Cornelis Claesz en Joest Claesz vanwege zijn huisvrouw krijgen 10 mg op Hoogeind in een hoeve van 14 mg, waarbij Willem en Cornelis elk 4 mg krijgen en Joest 2 mg en 1½ mg op Heicop in een weer van 6 mg, onverdeeld met Jan Cornelisz, Stijn Aerts en Cornelis Heijnricxsz en 4 schild jaarlijks op Pieter Korssen, hen aangekomen van hun grootmoeder.
Anthonis Claesz krijgt huis en hofstad op Middelkoop, waar zijn vader is overleden, met de helft van het voorste van een weer waar het huis op staat, te weten de westzijde, strekkend van het Leerbroekse land tot zijn broer Sebastiaen Claesz, op voorwaarde dat de ongehuwde kinderen vrije toegang tot het huis behouden op hun eigen kosten en in hun eigen bed slapen tot elk van hen gehuwd zal zijn en op voorwaarde dat Anthoenis Claesz en zijn nakomelingen ieder jaar op het jaargetijde van Claes Willem Ottensz, hun vader en zijn twee huisvrouwen een ton bier moet leveren om met zijn broers, zusters en vrienden te drinken en eten, of bij gebreke dat zij in een herberg mogen gaan op kosten van Anthoenis Claesz.
Marijken Claesdr krijgt de westelijke helft van het weer waar haar vader op woonde over de middelwetering tot de Hubertse wetering. Zouden Anthoenis en Marijken dit land moeten afstaan bij erfdeling van Jan Jacopsz van Oudewater of zijn nakomelingen, die mede in dit land geërfd zijn, dan mogen zij dit verhalen op de oostkant van het weer.
Willem Claesz de jonge krijgt 1/4e deel van de gehele hoeve van 21 mg waar zijn vader op woonde in Middelkoop in de oostzijde van de hoeve, strekkend van het Leerbroekse land tot de Hubertse wetering alsmede de bruikweer van Jan Jacobsz vierendeel in de hoeve, die hij gebruiken mag in de oostzijde van de hoeve. Sebas-tiaen Claesz krijgt een hoogte land met griend onder Leerdam aan de Kerkweg, een werf met griend in Leerbroek naast Peter Korssen en de pastorie van Leerbroek en een kamp van 1½ mg op Middelkoop aan de middelwetering aan de westzijde van het weer waar zijn vader woonde. Adriaen Claesz krijgt de lage kamp met de acherste hoogte onder Leerdam aan de Leerbroekse kerkweg.
Cornelia, Claes Willemsz’ onmondige dochter, krijgt 5½ mg in de Vijfvierendeel naast het weer waar haar vader placht te wonen, onverdeeld met Jan Willem Jansz. Sebastiaen, Adriaen en Cornelia krijgen nog 325 Car.gln, te
weten 125 Car.gln op Adriaen Hagen, 100 Car.gln op Jacop Willem Otten en 100 Car.gln op Beernt Jansz.
Willem de Oude, Cornelis, Joost, Sebastiaen, Adriaen, Marijken en Cornelia zullen nog 20 Car.gln hebben die Anthoenis Claesz, hun broer hen belooft uit te reiken.
Gorkum, 29-10-1507: Van Claes Willem Otten XXIIII ellen lynnen lakens getaexert voir II Wilhelmus tuin [kleine pas munt] noch een hexken [= mouwloze trui] VI stuver, eenen ketel I Philips gulden.
Middelkoop, 7-4-1516: Thonis Geritsz verkoopt de HG van Leerbroek een jaarlijkse rente uit 2½ mg in Middelkoop tussen Claes Willem Otten en Jan Willem Jansz’ land, strekkend van de voordijk tot de Hubertse wetering.
Middelkoop, 26-1-1524: Vinck Lambertsz, gezworen landmeter bevestigt onder ede dat hij op verzoek van Claes Willem Ottenz afgelopen herfst een weer land heeft opgemeten waar Claes Willem Ottenz nu woont, gelegen in Middelkoop, strekkend van het Leerbroekse land tot de Hubertse wetering, welk land 20 mg 1 hond 25 rd groot is, eerder minder dan meer.
Middelkoop, 9-7-1527: Jan Jacopsz van der Goude verkoopt aan Claes Willem Ottensz 12 gouden Car.gln jaarlijks uit 5 mg 1½ hond op Middelkoop in een hoeve van 21 mg waar Claes Willem Ottensz nu woont, onverdeeld liggend met de koper en Govert Tijnne.
Middelkoop, 19-7-1529: Govert Dircxz Tijnne draagt Claes Willem Ottenz 1/4e deel over in een hoef van 21 mg op Middelkoop, onverdeeld met de koper en Jan Jacopsz te Gouda, boven Jan Willemsz c.s., beneden de Vijffvierdell, strekkend van het Leerbroekse land tot de Hubertse wetering, waarvoor Dirck Tijnne, zijn vader de helft van een hoef te Meerkerk van 12 mg tot onderpand stelt. Claes belooft hem 520 Rgln.
Middelkoop, 1-9-1530: Claes Willem Ottenz verkoopt Govert Tijnne Dircxsz 12 Car.gln jaarlijkse erfrente uit 3/4e deel van 21 mg op Middelkoop, boven Jan Willemsz c.s., beneden de Vijffvierdell, strekkend van het Leerbroekse land tot de Hubertse wetering, te lossen met 200 Car.gln
Op 28-1-1534 hebben Thyman Janssen als waarsman en Claes Willem Ottensen als gezworenen van Middelkoop ’voir recht aengesprocken Scalck Jansen voir schade ende interest die t gemeine lant van Middelcoop’ zou krijgen betreffende ’t arrest dat hij gedaen heeft aan de Souwe van een selve kae die tselve gemeijn lant leggende heeft in t gerecht van der Leede’ waar Scalck borg was voor een bedrag van 100 Karolus gulden.
Middelkoop, 10-9-1537: Jan Willem Jansz en Claes Willem Otten, beiden woonachtig in Middelkoop, verklaren dat zij donderdagavond j.l. een wagen hadden gehuurd in Vianen waarmee zij met Reijer Claesz timmerman te Leerdam naar Heikop wilden rijden en dat bij de Lazarus te Vianen een Jan, woonachtig te Helsdingen met zijn wagen bij hun is gekomen en zonder dat daartoe reden was vier of vijf maal dwars op hun wagen is gereden uit moedwil om hun wagen in de sloot te rijden. Jan Willem Jansz had hem wel tien maal gevraagd om hen om godswil door te laten rijden, maar hij reed naar de draaiboom waar hij hen de weg versperde en ondanks hun verzoek bleef staan. Toen is Reijer Claesz van hun wagen ge-sprongen en heeft zijn degen getrokken en naar Jan geslagen zonder hem te raken, maar hij sloeg op een ton zodat de degen ‘ontwer spranck’ en dat daarna Jan ging rijden.
Middelkoop, 18-7-1539: Vanwege de problemen tussen de voor- en de nakinderen van Claes Willem Ottensz inzake de huwelijksvoorwaarden tussen Claes, hun vader, en de moeder van de nakinderen, zowel van de goederen die niet ter deling zijn ingebracht, als het delen van de goederen van de 1e en de 2e boedel, bepalen de schepenen dat deze van geen waarde zijn en dat zij onderling de goederen gelijk moeten delen, nadat de eerst gehuwde kinderen hetgeen zij voor moeders goed gehad hebben weer hebben ingebracht. Aangaande de 15 mg en het gerede geld dat de nakinderen vanwege moeders besterf gehad hebben, zullen zij met de vier gezworenen van Middelkoop, twee ooms, Jan Willem Jansz, Heijnrick die Groot Jansz en Adriaen Claes Willemsz samen uit die goederen bewezen worden ‘dair sij bevijnden sullen reden daertoe te dienen’.
Claes blijkt ook op het eind van zijn leven gewoond te hebben in het huis, dat staat op het land van 21 mergen groot, gelegen op het Leecheijndt van Middelkoop tegen de Leerbroekse Lande.
Zie ook: Zuidhollandse Genealogieën, 1986.
Claes moet geboren zijn omstreeks 1475 en overleden tussen 23-10-1536 en 3-2-1540 (wanneer zijn boedel wordt verdeeld).
Claes blijkt bij zijn overlijden zo’n 50 mergen land te hebben, verdeeld over ’t Leecheijndt van Middelkoop, Hoocheijndt van Middelkoop, Recht van der Leede, Leerbroek en op Heicop. In de boedelverdeling staat vermeld dat de kinderen Sebastiaen, Adriaen en Cornelia (kennelijk de drie jongsten) te zamen 325 karolus gulden krijgen en wel van drie partijen, te weten:
- 125 Kgl. van Adriaen Hagen;
- 100 Kgl. van Jacop Willem Ottensen (hun oom);
- 100 Kgl. van Beernt Jansen.
Ook wordt met betrekking tot alle broers en zusters vastgelegd dat Anthonis Claessen (het oudste kind uit het tweede huwelijk) ’ende sijn erven off naecomelingen gehouden sullen wesen alle jaer opt jaergetijde van Claes Willem Ottensen hun vaeder met beyde syn voirs. huysvrouwen in te leggen een ton biers metten toste ende daernae omme dat metten broedere, Susteren ende vrienden dair jairlix met malkanderen te drincken ende eeten erffelick ende ewelick gedurende. Ende inden daertoe ter eniger tyt gebreck inne gevyclle, dat sy inden gevallen sullen mogen teeren in een herberge tot tosten van Anthoenis Claessen sijnen erven ende naecomelingen’.
c
Cornelia Cornelisdr
.
Uit een relatie met Cornelia Cornelisdr. wordt een zoon Adriaen de Bastaard geboren.
Claes Willem Ottens krijgt een kind van Cornelia Cornelisdr. ‘tjonge wijff’ (dienstbode), nl. Adriaen Claesz.
×
(otr 9-3-1504)
Marij Hendrixdr
, † <9-1511.
Getuige bij hun huwelijk:
Geryt Ottenzn (Gherit Ottens)
.
Oom Geryt Ottenzn is ‘hulixluiden’ bij de opstelling van de huwelijkse voorwaarden tussen Claes Willem Ottenzn. en Mary Henrixdr.
Claes Willem Ottens huwt 1e op huwelijkse voorwaarden 9-3-1504 met Mary Henricxsdr., bloedverwanten of vrienden van Claes waren Gherit Ottens en Bernt Everitsen en van Mary waren dat Jan Thimansen en Dirck Janssen;
Hij bracht in:
- 7 hond land in ‘den Lande van de Lede’;
- 6 mergen land in ‘den Lande van de Lede ‘in dat laen noot?’ (zijn ‘bastaard’ zoon Ariaen krijgt later deze 6 mergen);
- 100 scilden en de renten op die 6 mergen; verder werd bepaald dat als ze geen kinderen zouden krijgen, het erfgoed in de familie blijft.
Zij bracht in:
- een hofstad met griend gelegen in ’t Kerckweer tussen Aef Henricxsdr. weduwe en ‘dat pastoers lant van Leerbroek tot Jan Royens lant toe en tot aenden Middelcoopschen lande toe’;
- 3 koeien;
- een bed met toebehoren;
Verder geven haar broers Gherit, Peter, Ghijsbert en Jan Henricxs haar de uitzet mee.
Uit dit huwelijk komen drie kinderen.
Het eerste huwelijk is van korte duur, want Mary Henricxsen overlijdt voor 4-8-1511 en Claes blijft achter met drie onmondige kinderen.
Bij de boedelverdeling treedt een zekere Claes Voss op als voogd voor deze kinderen. Er wordt bepaald dat Claes alle roerende goederen behoudt en alle schulden zal betalen: ook het erf zal hebben ‘staende in Middelcoop’, waar hij op woont met de pacht van de hofstad; de helft krijgt ‘in alle die erffenisse ende landerije die hij heeft, soe wair die landen gelegen mogen sijn’ (behalve dat Claes zijn bastaardzoon 2 mergen land uit ‘dat Lancweer’ moet geven). De drie onmondige kinderen zullen de andere helft van de landerijen hebben, maar Claes moet de kinderen o.a. eten, drank, kleding en geld geven totdat ze mondig zijn; wanneer een kind mondig wordt, dan moet Claes het 100 scilden uitreiken.
×
(otr 1-12-1516)
Margriet Cornelisdr van Aefferen
, * ±1495
, † <10-1532.
Kinderen:
-
Adriaen Claes Willemsz (Adriaen Claess die bastaard)
.
Adriaen Claess was het kind van Cornelia Cornelisdr. ‘tjonge wijff’ (dienstbode), geboren voordat Claes gehuwd was. Hij was een bastaard.
Dat deze bastaard volledig meetelde, blijkt uit het feit dat Adriaen bij de huwelijkse voorwaarden van Claes en zijn eerste vrouw Mary Henrix, 6 mergen land gelegen in de Lande van de Lede krijgt.
Op 3-2-1540 neemt Adriaen Claessen de ‘voichdije ende momberye’ van zijn ‘natuurlicke broeder’ Sebastiaen Claes Willem Ottensen, totdat deze 20 jaar oud zal zijn.
-
Willem Claesz (Willem Claess die Ouden)
.
Willem Claesz. de Oude woonde te Heicop.
Bij de boedelverdeling krijgt Willem Claesz. de Oude samen met zijn volle broer Cornelis en zwager Joost Claessen 10 mergen uit een Hoeff land van 14 mergen gelegen op ’t Hoocheijndt van Middelkoop, onverdeeld met 2 mergen toebehorende aan een Vicarie te Schoendewoerdt en nog 2 mergen toebehorende aan Adriaen Claess ‘hoiren natuerlijcken broeder’. Van de 10 mergen krijgen Willem en Cornelis er elk 4 mergen en Joost 2 mergen. De 2 mergen van de Vicarie moeten ze gedrieën huren. Ook krijgen deze drie ‘voorkinderen’ te zamen 1½ mergen land gelegen op Heicop in een weer land van 6 mergen onverdeeld met Jan Cornelis Styn Aertsdr. en Cornelis Heyndricxs ‘metten laste vanden jaerlicxse thynse die de kerck van Hycoop daerup spreckende heeft.’
Alle drie krijgen ook nog een losrente van 4 gulden per jaar ‘spreckende op Pieter Korssen henluyden aengecomen van hun oude moeder.’ Ze krijgen eveneens elk 20 karolus gulden van hun broer Anthonis Claessen, elk voor hun deel van het huis.
Middelkoop, 3-2-1540:
- Willem Claesz de oude, Cornelis Claesz en Joost Claesz, gehuwd met Marij Claesdr, erfgenamen van Marij Heijnricxdr, eerste huisvrouw van Claes Willem Ottensz, hun moeder, en
- Anthoenis Claesz, Willem Claesz de jonge, Sebastiaen Claesz, Adriaen Claesz, Marijken Claesdr en Willem Claesz de oude als voogd over zijn zuster Cornelia Claes Willemsz’ onmondige dochter, allen kinderen en erfgenamen van Margriet Cornelisdr, Claes Willems Ottens laatste vrouw, hun moeder,
en alle kinderen als erfgenamen van Claes Willem Ottensz, hun vader, hebben de nalatenschap gedeeld.
Willem Claesz de oude, Cornelis Claesz en Joest Claesz vanwege zijn huisvrouw krijgen 10 mg op Hoogeind in een hoeve van 14 mg, waarbij Willem en Cornelis elk 4 mg krijgen en Joest 2 mg en 1½ mg op Heicop in een weer van 6 mg, onverdeeld met Jan Cornelisz, Stijn Aerts en Cornelis Heijnricxsz en 4 schild jaarlijks op Pieter Korssen, hen aangekomen van hun grootmoeder. Anthonis Claesz krijgt huis en hofstad op Middelkoop waar zijn vader is overleden met de helft van het voorste van een weer waar het huis op staat, te weten de westzijde, strekkend van het Leerbroekse land tot zijn broer Sebastiaen Claesz, op voorwaarde dat de ongehuwde kinderen vrije toegang
tot het huis behouden op hun eigen kosten en in hun eigen bed slapen tot elk van hen gehuwd zal zijn en op voorwaarde dat Anthoenis Claesz en zijn nakomelingen ieder jaar op het jaargetijde van Claes Willem Ottensz, hun
vader en zijn twee huisvrouwen een ton bier moet leveren om met zijn broers, zusters en vrienden te drinken en eten, of bij gebreke dat zij in een herberg mogen gaan op kosten van Anthoenis Claesz.
Marijken Claesdr krijgt de westelijke helft van het weer waar haar vader op woonde over de middelwetering tot de Hubertse wetering. Zouden Anthoenis en Marijken dit land moeten afstaan bij erfdeling van Jan Jacopsz van Oudewater of zijn nakomelingen, die mede in dit land geërfd zijn, dan mogen zij dit verhalen op de oostkant van het weer.
Willem Claesz de jonge krijgt 1/4e deel van de gehele hoeve van 21 mg waar zijn vader op woonde in Middelkoop in de oostzijde van de hoeve, strekkend van het Leerbroekse land tot de Hubertse wetering alsmede de bruikweer van Jan Jacobsz vierendeel in de hoeve, die hij gebruiken mag in de oostzijde van de hoeve. Sebas-tiaen Claesz krijgt een hoogte land met griend onder Leerdam aan de Kerkweg, een werf met griend in Leerbroek naast Peter Korssen en de pastorie van Leerbroek en een kamp van 1½ mg op Middelkoop aan de middelwetering aan de westzijde van het weer waar zijn vader woonde. Adriaen Claesz krijgt de lage kamp met de acherste hoogte onder Leerdam aan de Leerbroekse kerkweg.
Cornelia, Claes Willemsz’ onmondige dochter, krijgt 5½ mg in de Vijfvierendeel naast het weer waar haar vader placht te wonen, onverdeeld met Jan Willem Jansz. Sebastiaen, Adriaen en Cornelia krijgen nog 325 Car.gln, te
weten 125 Car.gln op Adriaen Hagen, 100 Car.gln op Jacop Willem Otten en 100 Car.gln op Beernt Jansz.
Willem de Oude, Cornelis, Joost, Sebastiaen, Adriaen, Marijken en Cornelia zullen nog 20 Car.gln hebben die Anthoenis Claesz, hun broer hen belooft uit te reiken.
Op 9-1-1543 geeft Willem Claes de Jonge aan zijn broer Willem Claes de Oude, als natuurlijke voogd en ‘momboir’ van Cornelia Claesdr., 3 karolus gulden en 2½ stuver jaarlijks te betalen ‘op der heyligen drye Conighen dach.’ Dat is de rente van de verschenen landpachten, het hoofdgeld bedroeg 16 karolus gulden.
-
Cornelis Claessen (Cornelis Claesz)
.
Cornelis Claesz., schout in Leerbroek, huwde Margriete en had kinderen.
Op 16-12-1556 in Middelkoop was sprake van "de wed. en kinderen van Cornelis Claesz., schout in Leerbroek".
In Middelkoop op 19-2-1557 comp.
- Margriete Cornelis Claesz, schout in Leerbroeks wed., met broer Jan Henricxsz, ter eenre, en
- Claes en Henrick Cornelisz, Jenneken en Alijt Cornelisdr, mondige kinderen en Claes Cornelisz mede voor Anna, Deliana en Lijske Cornelisdr en Claes Cornelisz nog als voogd van de onmondige Adriaen, Peter de oude, Peter de jonge Cornelisz en Marij en Jacob Cornelisdr.
Zij dragen Dirck Claes Dammasz in de Weverwijk 13 hond over in Leerbroek, oost de wed. en haar kinderen, west OLV-vicarie van Leerbroek, strekkend van de dwarssloot tot de kleine wetering.
-
Marij Claesdr (Marijke Claesdr de Oude)
.
×
Joost Claesz (Joest Claessen)
.
Joost Claesz. was gehuwd met Marij Claesdr.
-
Marijken Claesdr
.
Bij de boedelverdeling van haar vader is bepaald dat Marijken zal hebben de ene helft van de westzijde van de 21 mergen land van de middelweteringe tot de Hubertse weteringe toe. De andere helft heeft Anthonis Claessen.
-
Anthonis Claess (Anthoenis Claessen)
, * ±1517
, † <1587 .
Anthoenis Claess laat 7 kinderen na: Claes, Jacob, Marijke, Neelke, Matthijs, Margaretha & Anneken.
Hij won. in ’t Leecheijnd van Middelkoop op de zgn. 21 mergen tussen de Leerbroekse lande en de Hubertse wetering.
Anthonis Claesz erft begin 1540 een huis en hofstad op Middelkoop, waar zijn vader is overleden, met de helft van het voorste van een weer waar het huis op staat, te weten de westzijde, strekkend van het Leerbroekse land tot zijn broer Sebastiaen Claesz, op voorwaarde dat de ongehuwde kinderen vrije toegang tot het huis behouden op hun eigen kosten en in hun eigen bed slapen tot elk van hen gehuwd zal zijn en op voorwaarde dat Anthoenis Claesz en zijn nakomelingen ieder jaar op het jaargetijde van Claes Willem Ottensz, hun vader en zijn twee huisvrouwen een ton bier moet leveren om met zijn broers, zusters en vrienden te drinken en eten, of bij gebreke dat zij in een herberg mogen gaan op kosten van Anthoenis Claesz.
Op 23 januari 1545 droech Willem Claesz. vuyt Middelcoop op Maryken, Adriaen Lambertsz. wed., 7 car. gld. tsiaers erffel. een ewel. jaerlicx op Ste. Agnieten dach keyser vrys gelts te betaelen, en te nemen op zyn huys en hofstadt mitten lande daertoe behoirende en after aen gelegen, groot tsamen 5½ m., gelegen op Middelcoop, daer hy nu ter tyt inne en op woont, tusschen Yken Hypolithusdr. landt aen die oostzyde en Thoenis Claesz.., zyn broeders cum socys landt aen die westzyde, str. van ’t Leerbroecxse kylspit aff tot die Hubertsche weteringe toe. En Willem Claesz. voorn. als principael en Cornelis Gysbertsz. als borch geloifden heur die selve rente te waeren.
N.B. De naam van zijn vrouw(en) is mij onbekend. Op Internet worden Neeltgen en Anna Claes Dircszdr. als echtgen. genoemd, maar zonder bronvermelding of onderbouwing.
Overl. tussen 1568 en 1587.
7 kind(eren)
-
Willem Claesz (Willem Claessen die Jonge) (van) Deventer
, * ±1518
, † ±1576 .
×
Maryken Gysbert Janszdr
, † >4-1576.
5 kind(eren)
-
Adriaen Claessen
, * >1518
.
Uit de boedelverdeling van zijn vader krijgt hij ‘den Leegen camp met die afterste hoecht gelegen int Recht van den Leeden aenden Leerbroeckschen Kerckwech’ en nog 20 gulden contant. Zijn broer Anthonis Claessen is in 1540 voogd en ‘monberye’ over Adriaen tot hij 22 jaar oud is.
-
Cornelia Claesdr
, * >1518
.
Op 9-1-1543 geeft Willem Claes de Jonge aan zijn broer Willem Claes de Oude, als natuurlijke voogd en ‘momboir’ van Cornelia Claesdr., 3 karolus gulden en 2½ stuver jaarlijks te betalen ‘op der heyligen drye Conighen dach.’ Dat is de rente van de verschenen landpachten, het hoofdgeld bedroeg 16 karolus gulden.
-
Sebastiaen Claess
, * ±1523
, † >1597 .
De natuurlijke broer Adriaen Claessen (bastaard) is in 1540 voogd over Sebastiaen totdat deze 20 jaar oud is. Hij is dus geboren na 1520. Op 26-9-1593 blijkt Sebastiaen Claess 70 jaar oud te zijn, zodat hij rond 1523 geboren is.
Op 17-2-1583 is Sebastiaen Claessen gezworene van Leerbroek.
In 1598 leeft hij nog.