Claes Willem Ottens , * ±1475 , † ±1538.
Zoon van Willem Ottenzn (Willem Ottens) .

Afb. De Vijfheerenlanden   



c
    Cornelia Cornelisdr .    

× (otr 9-3-1504)
    Marij Hendrixdr , † <9-1511.    

× (otr 1-12-1516)
    Margriet Cornelisdr van Aefferen , * ±1495 , † <10-1532.
Kinderen:
  1. Adriaen Claes Willemsz (Adriaen Claess die bastaard) .

      Adriaen Claess was het kind van Cornelia Cornelisdr. ‘tjonge wijff’ (dienstbode), geboren voordat Claes gehuwd was. Hij was een bastaard.
      Dat deze bastaard volledig meetelde, blijkt uit het feit dat Adriaen bij de huwelijkse voorwaarden van Claes en zijn eerste vrouw Mary Henrix, 6 mergen land gelegen in de Lande van de Lede krijgt.

      Op 3-2-1540 neemt Adriaen Claessen de ‘voichdije ende momberye’ van zijn ‘natuurlicke broeder’ Sebastiaen Claes Willem Ottensen, totdat deze 20 jaar oud zal zijn.


  2. Willem Claesz (Willem Claess die Ouden) .

      Willem Claesz. de Oude woonde te Heicop.

      Bij de boedelverdeling krijgt Willem Claesz. de Oude samen met zijn volle broer Cornelis en zwager Joost Claessen 10 mergen uit een Hoeff land van 14 mergen gelegen op ’t Hoocheijndt van Middelkoop, onverdeeld met 2 mergen toebehorende aan een Vicarie te Schoendewoerdt en nog 2 mergen toebehorende aan Adriaen Claess ‘hoiren natuerlijcken broeder’. Van de 10 mergen krijgen Willem en Cornelis er elk 4 mergen en Joost 2 mergen. De 2 mergen van de Vicarie moeten ze gedrieën huren. Ook krijgen deze drie ‘voorkinderen’ te zamen 1½ mergen land gelegen op Heicop in een weer land van 6 mergen onverdeeld met Jan Cornelis Styn Aertsdr. en Cornelis Heyndricxs ‘metten laste vanden jaerlicxse thynse die de kerck van Hycoop daerup spreckende heeft.’
      Alle drie krijgen ook nog een losrente van 4 gulden per jaar ‘spreckende op Pieter Korssen henluyden aengecomen van hun oude moeder.’ Ze krijgen eveneens elk 20 karolus gulden van hun broer Anthonis Claessen, elk voor hun deel van het huis.

      Middelkoop, 3-2-1540:
      - Willem Claesz de oude, Cornelis Claesz en Joost Claesz, gehuwd met Marij Claesdr, erfgenamen van Marij Heijnricxdr, eerste huisvrouw van Claes Willem Ottensz, hun moeder, en
      - Anthoenis Claesz, Willem Claesz de jonge, Sebastiaen Claesz, Adriaen Claesz, Marijken Claesdr en Willem Claesz de oude als voogd over zijn zuster Cornelia Claes Willemsz’ onmondige dochter, allen kinderen en erfgenamen van Margriet Cornelisdr, Claes Willems Ottens laatste vrouw, hun moeder,
      en alle kinderen als erfgenamen van Claes Willem Ottensz, hun vader, hebben de nalatenschap gedeeld.
      Willem Claesz de oude, Cornelis Claesz en Joest Claesz vanwege zijn huisvrouw krijgen 10 mg op Hoogeind in een hoeve van 14 mg, waarbij Willem en Cornelis elk 4 mg krijgen en Joest 2 mg en 1½ mg op Heicop in een weer van 6 mg, onverdeeld met Jan Cornelisz, Stijn Aerts en Cornelis Heijnricxsz en 4 schild jaarlijks op Pieter Korssen, hen aangekomen van hun grootmoeder. Anthonis Claesz krijgt huis en hofstad op Middelkoop waar zijn vader is overleden met de helft van het voorste van een weer waar het huis op staat, te weten de westzijde, strekkend van het Leerbroekse land tot zijn broer Sebastiaen Claesz, op voorwaarde dat de ongehuwde kinderen vrije toegang
      tot het huis behouden op hun eigen kosten en in hun eigen bed slapen tot elk van hen gehuwd zal zijn en op voorwaarde dat Anthoenis Claesz en zijn nakomelingen ieder jaar op het jaargetijde van Claes Willem Ottensz, hun
      vader en zijn twee huisvrouwen een ton bier moet leveren om met zijn broers, zusters en vrienden te drinken en eten, of bij gebreke dat zij in een herberg mogen gaan op kosten van Anthoenis Claesz.
      Marijken Claesdr krijgt de westelijke helft van het weer waar haar vader op woonde over de middelwetering tot de Hubertse wetering. Zouden Anthoenis en Marijken dit land moeten afstaan bij erfdeling van Jan Jacopsz van Oudewater of zijn nakomelingen, die mede in dit land geërfd zijn, dan mogen zij dit verhalen op de oostkant van het weer.
      Willem Claesz de jonge krijgt 1/4e deel van de gehele hoeve van 21 mg waar zijn vader op woonde in Middelkoop in de oostzijde van de hoeve, strekkend van het Leerbroekse land tot de Hubertse wetering alsmede de bruikweer van Jan Jacobsz vierendeel in de hoeve, die hij gebruiken mag in de oostzijde van de hoeve. Sebas-tiaen Claesz krijgt een hoogte land met griend onder Leerdam aan de Kerkweg, een werf met griend in Leerbroek naast Peter Korssen en de pastorie van Leerbroek en een kamp van 1½ mg op Middelkoop aan de middelwetering aan de westzijde van het weer waar zijn vader woonde. Adriaen Claesz krijgt de lage kamp met de acherste hoogte onder Leerdam aan de Leerbroekse kerkweg.
      Cornelia, Claes Willemsz’ onmondige dochter, krijgt 5½ mg in de Vijfvierendeel naast het weer waar haar vader placht te wonen, onverdeeld met Jan Willem Jansz. Sebastiaen, Adriaen en Cornelia krijgen nog 325 Car.gln, te
      weten 125 Car.gln op Adriaen Hagen, 100 Car.gln op Jacop Willem Otten en 100 Car.gln op Beernt Jansz.
      Willem de Oude, Cornelis, Joost, Sebastiaen, Adriaen, Marijken en Cornelia zullen nog 20 Car.gln hebben die Anthoenis Claesz, hun broer hen belooft uit te reiken.

      Op 9-1-1543 geeft Willem Claes de Jonge aan zijn broer Willem Claes de Oude, als natuurlijke voogd en ‘momboir’ van Cornelia Claesdr., 3 karolus gulden en 2½ stuver jaarlijks te betalen ‘op der heyligen drye Conighen dach.’ Dat is de rente van de verschenen landpachten, het hoofdgeld bedroeg 16 karolus gulden.


  3. Cornelis Claessen (Cornelis Claesz) .

      Cornelis Claesz., schout in Leerbroek, huwde Margriete en had kinderen.

      Op 16-12-1556 in Middelkoop was sprake van "de wed. en kinderen van Cornelis Claesz., schout in Leerbroek".

      In Middelkoop op 19-2-1557 comp.
      - Margriete Cornelis Claesz, schout in Leerbroeks wed., met broer Jan Henricxsz, ter eenre, en
      - Claes en Henrick Cornelisz, Jenneken en Alijt Cornelisdr, mondige kinderen en Claes Cornelisz mede voor Anna, Deliana en Lijske Cornelisdr en Claes Cornelisz nog als voogd van de onmondige Adriaen, Peter de oude, Peter de jonge Cornelisz en Marij en Jacob Cornelisdr.
      Zij dragen Dirck Claes Dammasz in de Weverwijk 13 hond over in Leerbroek, oost de wed. en haar kinderen, west OLV-vicarie van Leerbroek, strekkend van de dwarssloot tot de kleine wetering.


  4. Marij Claesdr (Marijke Claesdr de Oude) .

    ×   Joost Claesz (Joest Claessen) .

      Joost Claesz. was gehuwd met Marij Claesdr.


  5. Marijken Claesdr .

      Bij de boedelverdeling van haar vader is bepaald dat Marijken zal hebben de ene helft van de westzijde van de 21 mergen land van de middelweteringe tot de Hubertse weteringe toe. De andere helft heeft Anthonis Claessen.


  6. Anthonis Claess (Anthoenis Claessen) , * ±1517 , † <1587 .

      Anthoenis Claess laat 7 kinderen na: Claes, Jacob, Marijke, Neelke, Matthijs, Margaretha & Anneken.
      Hij won. in ’t Leecheijnd van Middelkoop op de zgn. 21 mergen tussen de Leerbroekse lande en de Hubertse wetering.

      Anthonis Claesz erft begin 1540 een huis en hofstad op Middelkoop, waar zijn vader is overleden, met de helft van het voorste van een weer waar het huis op staat, te weten de westzijde, strekkend van het Leerbroekse land tot zijn broer Sebastiaen Claesz, op voorwaarde dat de ongehuwde kinderen vrije toegang tot het huis behouden op hun eigen kosten en in hun eigen bed slapen tot elk van hen gehuwd zal zijn en op voorwaarde dat Anthoenis Claesz en zijn nakomelingen ieder jaar op het jaargetijde van Claes Willem Ottensz, hun vader en zijn twee huisvrouwen een ton bier moet leveren om met zijn broers, zusters en vrienden te drinken en eten, of bij gebreke dat zij in een herberg mogen gaan op kosten van Anthoenis Claesz.

      Op 23 januari 1545 droech Willem Claesz. vuyt Middelcoop op Maryken, Adriaen Lambertsz. wed., 7 car. gld. tsiaers erffel. een ewel. jaerlicx op Ste. Agnieten dach keyser vrys gelts te betaelen, en te nemen op zyn huys en hofstadt mitten lande daertoe behoirende en after aen gelegen, groot tsamen 5½ m., gelegen op Middelcoop, daer hy nu ter tyt inne en op woont, tusschen Yken Hypolithusdr. landt aen die oostzyde en Thoenis Claesz.., zyn broeders cum socys landt aen die westzyde, str. van ’t Leerbroecxse kylspit aff tot die Hubertsche weteringe toe. En Willem Claesz. voorn. als principael en Cornelis Gysbertsz. als borch geloifden heur die selve rente te waeren.

      N.B. De naam van zijn vrouw(en) is mij onbekend. Op Internet worden Neeltgen en Anna Claes Dircszdr. als echtgen. genoemd, maar zonder bronvermelding of onderbouwing.
      Overl. tussen 1568 en 1587.

    7 kind(eren)


  7. Willem Claesz (Willem Claessen die Jonge) (van) Deventer , * ±1518 , † ±1576 .

    ×   Maryken Gysbert Janszdr , † >4-1576.

    5 kind(eren)


  8. Adriaen Claessen , * >1518 .

      Uit de boedelverdeling van zijn vader krijgt hij ‘den Leegen camp met die afterste hoecht gelegen int Recht van den Leeden aenden Leerbroeckschen Kerckwech’ en nog 20 gulden contant. Zijn broer Anthonis Claessen is in 1540 voogd en ‘monberye’ over Adriaen tot hij 22 jaar oud is.


  9. Cornelia Claesdr , * >1518 .

      Op 9-1-1543 geeft Willem Claes de Jonge aan zijn broer Willem Claes de Oude, als natuurlijke voogd en ‘momboir’ van Cornelia Claesdr., 3 karolus gulden en 2½ stuver jaarlijks te betalen ‘op der heyligen drye Conighen dach.’ Dat is de rente van de verschenen landpachten, het hoofdgeld bedroeg 16 karolus gulden.


  10. Sebastiaen Claess , * ±1523 , † >1597 .
      De natuurlijke broer Adriaen Claessen (bastaard) is in 1540 voogd over Sebastiaen totdat deze 20 jaar oud is. Hij is dus geboren na 1520. Op 26-9-1593 blijkt Sebastiaen Claess 70 jaar oud te zijn, zodat hij rond 1523 geboren is.

      Op 17-2-1583 is Sebastiaen Claessen gezworene van Leerbroek.
      In 1598 leeft hij nog.


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.