Jan Wesselhen
(Jan Wesselsz)
(van) Westerhout
, † Krimpen a/d IJssel 1-8-1655.
Zoon van
Wessel van Westerholt
.
Jan Wesselsz. van Westerholt, wonende te Krimpen (aan de Lek), is de vader van Huijbertje, MAertje en Arien.
In Krimpen a/d Lek op 2-4-1648 compareerden Jan Wesselse van Westerholst, ende Jan Cornelisse Eerlant de Jonge, man ende vooght van Huijbertgen Jansd.; IJder voor de gerechte helft. Welcke hebben getransporteert een huijs met alle het geene daerop ende aen is staende op de coper zijn eijgen gront, aen ende tot behoeff van Bartholomeus Cornelisse Schaep, wonende tot Crimpen. Bel; t.o. de wed. van Adriaen Meuse zal. ende t.w. Adriaen Janse c.s.
Krimpen a/d Lek, 9 meij 1650: Compareerde voor Schout Bosch, Leendert Cornelisse Eerlant, ende Claes Cornelisse Peerboom, Heemraden tot Crimpen op te Lecke.
Jan Wesselse van Westerholt ende Jan Cornelisse Jonge Jan, zijn swager, wonende beijde tot Crimpen voorn. Elcx voor de gerechte helft, hebben getransporteert in vrije eijgendom aen Cornelis Cornelisse den Blinde, onse buijrman. De nombre van een mergen in een weer van 5 mergen 2 hont, genaempt Jan van Keetense weer, streckende van de Tienwegh tot de dwarssloot toe. Bel: t.o. Jan Ariaense weer, t.w. Jacob Jacobse beijde met haere adherenten, t. n. Willemtgen Huijgens, mitsgaders noch een huijs aen de dijck, binnendijcx beteelt met derdealff appelboom. Streckende van Willemtgen Huijgens erf, tot de diepte van de Lecke, met Willemtgen naest gelant ten oosten, ende Jan Harbertse ten westen.
Rotterdam, 21-10-1657:
Leendert Dircxz Verduijn en zijn vrouw Maertgen Jansdr van Westerhout te Ouderkerck, verklaren dat zij het proces van kort recht jegens Jan Barentsz van Westerhout willen beëindigen. Het proces handelt over de nalatenschap van Burger Wesselsz van Westerhout. De overeenstemming is als volgt de gerekende intrest is gelijk aan de intrest van het gemene land.
Krimpen a/d Lek, 11 oct. 1670: Arien Janse Westerhout onse inwoonder, soone van Jan Wesselse zal. heeft vercocht in vrije eijgendom aen Huijbertje Jansd. Westerhout, wed. van Jan Cornelisse Eerlant, sijn suster. Een derde part van de huijsinge ende erve, daer sij wed. is wonende, hem aenbestorven door doode van sijn vader, alsmede alle tgene hem comparant noch uijtten inventaris vant strefhuijs is competerende.
Rotterdam, 5-8-1673:
- Adriaen Jansz van Westerhout,
- Cornelis Cornelisz getrouwd met Huijbertge Jans van Westerhout, allen wonend in Krimpen a.d. Lek,
- Leendert Dircxsz van Duijn getrouwd met Maertge Jans van Westerhout, wonend in Ouderkerk a.d. IJssel;
Zij zijn nagelaten kinderen van Jan Wesselsz van Westerhout, overleden in Krimpen. Zij verklaren van Beatrix van Houten, weduwe van Jan Barentsz van Westerhout 1400 gulden in geld ontvangen te hebben en een losrentebrief van 1600 gulden, ten laste van het Gemene Land van 1-9-1640, ten profijte van Burger Wesselsz van Westerhout. Dit ten voldoening van een legaat van Jan Barentsz van Westerhout, die erfgenaam was van Burger Wesselsz van Westerhout vgs testament van 29-4-1667.
Jan Wesselsz van Westerhout is overleden op 1-aug-1655.
×
±1620
Neeltje Huijgen
.
Neeltje is Jan’s 1ste vrouw.
×
±1630
Margriet Philips Snijder
, † 12-1661.
Jan Wessels was weduwnaar, toen hij met Margriet trouwde.
Margareta (de weduwe van Jan Wesselhen van Westerholt) heeft op 1-12-1661 voor het gerecht van Kr/L gedisponeert heeft haar tijdelijke goederen.
Margriet had een neef BAstiaen Herlingh in Swol.
Krimpen a/d Lek, 7-12-1661:
Staet ende inventaris van alle zoodanige goederen als Margriets Snijder, wed. wijlen Jan Wesselse van Westerholt zal. metter doot ontruijmt ende naergelaten heeft tot Crimpen op te Lecq overleden den 7e dec. 1661.
Eerstelijck; bedden, peulen, kussens, dekens.
Tinnenwerck, aerdewerck, ijserwerck, linnen en wolle kleederen.
Aen gelt bevonden: Twee halve ducatons, een vierde van een Carolus, a 3 gld.
Testament van Margriet Snijder.
Legaten.
Eerst aen de Diaconie van Utrecht 100-0-0.
Mitsgaders aen Angenietgen Jans, het kint van Huijbertgen Jans, dat sij gegeven heeft. 100-0-0.
Ten derde aen Ariaentgen Ravesteijn tot Leckerkerck. 100-0-0.
De Diaconie van Crimpen op te Lecq en Leckerkerck 25 gld. 50-0-0.
Bastiaen Halling, haer neeff, wonende tot Swol, ofte zijn kinderen, wil sij dat aen hem ofte sijn kinderen zal wderkeren, die helft van de 600 gld. staende op intrest [..].
De welcke bij haer in haer uijtterste wille gemaeckt ende hantreijkinge gedaen ijder thien gld. date te
weten Belinghe Jans, Maritge Jans van Haestrecht, Neeltgen Ariens Coningh, Ariaentge Ariens.
Mitsgaders dat Neeltgen Jans, het kint van Huijbertgen Jans, sal hebben haer root rockje.
Noch wil zij dat Annetgen Krijnen zal hebben haer beste swerte schort.
Ten letste heeft zij testatrice tot haer universeele erffgenamen genomineert ende geinstitueert, van als haer vorderen overschietende ende naer te laten goederen zonder eenige conclusie, Hillegont Michiels, de huijsvrouw van Thielleman Janse, ende Toentgen Aerts, de huijsvrouw van Crijn Dirckse, ijder voor de gerechte helft met expresse conditie, dat zij de voorn. Toontgen Aerts van nu aff mag quijt schelde van alle zoodanige huijshuijr, als zij voor tegenwoordich ende ten tijde van haer overlijden aen haer testatrice zoude mogen verschult sijn.
Rimpen a/d Lek, 12-8-1666:
Anderas Joden van Ceulen i.o.v. Bastiaen Herlingh (won. tot Swol) eiser contra Jan Jansz. Slambout en Johannes Gerritsz. van Holst als executeurs van de testamentaire dispositie van zal. Marageta Philis Snijders ged., mits de een betalende de andere bevrijden zal.
Eiser zegt dat Marageta (de weduwe van Jan Wesselhen van Westerholt) op 1-12-1661 voor het gerecht van Kr/L gedisponeert heeft haar tijdelijke goederen, o.a. met die bepaling dat Herlingh (haar neef) een legaat zou krijgen van f 300,-, die op intrest staat in den Haag op het kantoor van de heer ontvanger generaal van Holland. Het gehele stuk is f 600,- groot. Haar executeurs hebben deze brief wel gelicht, doch nog steeds niet uitbetaald. De heemraden houden de zaak in advies om een rechtsgeleerde te adviseren 19-8-1666.
De rechtsgeleerde adviseerd om het halve stuk uit te laten betalen met 4% rente vanaf het overlijden
van Marageta. Verder wordt de eiser zijn eis ontzegt.
Overl. in dec. 1661 op de 7e of de 12e. Op de 1e testeerde zij nog.
Kinderen:
-
Adriaen Jansz (Arien Janse) van Westerhout
, † <1676 .
Adriaen Jansz van Westerhout, wonend tot Middelburg, wordt op 11-10-1658 genoemd in het testament van zijn neef Jan Barentsz. van Westerhout.
Krimpen a/d Lek, 11 oct. 1670: Arien Janse Westerhout. onse inwoonder, soone van Jan Wesselse zal.. heeft vercocht in vrije eijgendom aen Huijbertje Jansd. Westerhout, wed. van Jan Cornelisse Eerlant, sijn suster. Een derde part van de huijsinge ende erve, daer sij wed. is wonende, hem aenbestorven door doode van sijn vader, alsmede alle tgene hem comparant noch uijtten inventaris vant strefhuijs is competerende.
Op huijden den 1e april anno 1675, compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Crimpen op de Lecq:
De eerbare Merchje Ariens Westerhout, meerderj. jonge dogter wonende tot Middelburg in Zeelant, eenige dogter en universeele erffgenaam van sal. Arien Janse Westerhout, ons Schout ende Heemraden bekent. De welke verclaarde ende bekende te hebben vercocht in vrije eijgendom aan ende ten behoeven van de Diaconij of Huijsarmen van Crimpen op de Lecq. Seker haar gerechte derde paert van een losrente
brieff van 1600 car. gld. met de alreede verlopen rente spreeckende ten lasten vant gemeene lant van Hollant ende Westvrieslant, geconstitueert ten comptoire van wijlen de Heer ontfanger Johan van Berkel tot Rotterdam.
Ende ten proffijte van Burger Wesselse mede sal. in dato de 1e sep. 1640, haar aan bestorven door doode van haar voorn. vader Arien Janse van Westerhout, die een mede erfgenaam was van wijlen Jan Barentse van Westerhout, die een erfgenaam is geweest van de genoemde Burger Wesselse. Sijnde dese brieve jegenwoordig berustende onder de persoon van Huijbert Janse, haar comparante oom wonende alhier.
×
Grietgen Ariens
, † <5-1660.
Rotterdam, 12 april 1660:
Adriaen Janse (van) Westerhout uit Middelburg - weduwnaar van Grietgen Ariens - bekent 260 gulden ontvangen te hebben van Jan Barentsz van Westerhout. Het bedrag is de helft rente over 2 jaar van een kapitaal van 6.000 gulden (bij testament toegekomen aan wijlen zoon Burger Wesselsz van Westerhout). Jan Barentsz is erfgenaam ex testament van Burger Wesselsz. Het kapitaal blijft bij Jan Barentsz van Westerhout, en is afkomstig van vader Jan Wesselsz van Westerhout.
Jan Barentsz is nu beloofd niet meer gemolesteerd te worden en wordt bevrijd voor aanspraken.
Op blz. 35 een verklaring dat door overlijden van Jan Wesselsz, Burger Ariensz recht heeft op rente ad. 260 gulden.
NB: Jan Wesselsz van Westerhout is overleden 1-aug-1655; Burger Wesselsz. op 11-dec-1657.
Rotterdam, 25 mei 1660:
Adriaen Jansz Westerhout - weduwnaar van Grietgen Adriaensdr. - uit Middelburg bekent van erfgenaam Jan Barentsz van Westerhout een 180 gulden ontvangen te hebben als deel van 2 jaar rente op een kapitaal ad 6.000 gulden. Het geld komt uit de nalatenschap van Burger Wesselsz van Westerhout. Het kapitaal blijft echter bij Jan Barentsz. Deze mag hierover niet verder gemolesteerd worden. Adriaen is boedelhouder. De 2 jaar rente is over de periode tussen overlijden van Jan Wesselsz. en Burger Wesselsz van Westerhout. Er resteert nog 100 gulden rente te voldoen aan de kinderen van Adriaen.
2 kind(eren)
-
Maertge Jans van Westerhout
.
Leendert Dircksz., tr. Merrytgen Jans lieten dopen in Ouderk. a/d IJssel op 13-2-1656: Jan, get. Jan Lowys, Lenert Pieterse, Grietje.
Leendert Dircx en Maeyke Wessels lieten dopen in Ouderk. a/d Ijssel op 8-4-1663: Joost, get. Wouter Cornelisse, Heyltge Goverts, Govert Pieters.
Rotterdam, 21-10-1657:
Leendert Dircxz Verduijn en zijn vrouw Maertgen Jansdr van Westerhout te Ouderkerck, verklaren dat zij het proces van kort recht jegens Jan Barentsz van Westerhout willen beëindigen. Het proces handelt over de nalatenschap van Burger Wesselsz van Westerhout. De overeenstemming is als volgt de gerekende intrest is gelijk aan de intrest van het gemene land.
Maertgen Jans van Westerhout, getrouwd met Leendert Verduyn, wonend tot Ouderkerck op de IJsel, wordt genoemd in het testament van haar neef Jan Barentsz. van Westerhout.
×
Leendert Dircxsz van Duijn
.
Leendert Dircksz. Verduijn (OUY).
Rotterdam, 5-8-1673:
- Adriaen Jansz van Westerhout,
- Cornelis Cornelisz getrouwd met Huijbertge Jans van Westerhout, allen wonend in Krimpen a.d. Lek,
- Leendert Dircxsz van Duijn getrouwd met Maertge Jans van Westerhout, wonend in Ouderkerk a.d. IJssel;
Zij zijn nagelaten kinderen van Jan Wesselsz van Westerhout, overleden in Krimpen. Zij verklaren van Beatrix van Houten, weduwe van Jan Barentsz van Westerhout 1400 gulden in geld ontvangen te hebben en een losrentebrief van 1600 gulden, ten laste van het Gemene Land van 1-9-1640, ten profijte van Burger Wesselsz van Westerhout. Dit ten voldoening van een legaat van Jan Barentsz van Westerhout, die erfgenaam was van Burger Wesselsz van Westerhout vgs testament van 29-4-1667.
-
Huijbertge Jansse (van) Westerhout
, * ±1625
, † 1689 .
×
Jan Corneliz Eerlant de Jonge (Jan Cornelisse Jonge Jan)
, *Krimpen a/d Lek ±1585
, † ±1660.
×
>1665
Cornelis Cornelisz
, † Krimpen a/d Lek 29-6-1678.
Zoon van
Cornelis Cornelisz de Blinde
en
Marrigje Simons
.
Cornelis Cornelisz x Huijbertje Jans, getrouwd in de periode 1666-1673.
Cornelis Cornelisse had een halfbroer Arijen Arijense en een zuster Arijaentje Cornelis, gehuwd met Walich Maartense Crom.
Comt Huijbertie Jans, getrout met Cornelis Cornelisse in Krimpen, over de helft van een obligatie van 625 gld. cap. waervan de wederhelft comt ten lasten van Pieter Luijten in Krimpen, volgens de obligatie komt voor de eene helft: 312-10-0.
Rotterdam, 5-8-1673:
- Adriaen Jansz van Westerhout,
- Cornelis Cornelisz getrouwd met Huijbertge Jans van Westerhout, allen wonend in Krimpen a.d. Lek,
- Leendert Dircxsz van Duijn getrouwd met Maertge Jans van Westerhout, wonend in Ouderkerk a.d. IJssel.
Zij zijn nagelaten kinderen van Jan Wesselsz van Westerhout, overleden in Krimpen. Zij verklaren van Beatrix van Houten, weduwe van Jan Barentsz van Westerhout, 1400 gulden in geld ontvangen te hebben en een losrentebrief van 1600 gulden, ten laste van het Gemene Land van 1/9/1640, ten profijte van Burger Wesselsz van Westerhout. Dit ten voldoening van een legaat van Jan Barentsz van Westerhout, die erfgenaam was van Burger Wesselsz van Westerhout vgs testament van 29/4/1667.
5 kind(eren)