Wessel van Westerholt .
Zoon van ? .


Kinderen:
  1. Jan Wesselhen (Jan Wesselsz) (van) Westerhout , † Krimpen a/d IJssel 1-8-1655 .

    × ±1620   Neeltje Huijgen .

    × ±1630   Margriet Philips Snijder , † 12-1661.
      Jan Wessels was weduwnaar, toen hij met Margriet trouwde.

      Margareta (de weduwe van Jan Wesselhen van Westerholt) heeft op 1-12-1661 voor het gerecht van Kr/L gedisponeert heeft haar tijdelijke goederen.

      Margriet had een neef BAstiaen Herlingh in Swol.

      Krimpen a/d Lek, 7-12-1661:
      Staet ende inventaris van alle zoodanige goederen als Margriets Snijder, wed. wijlen Jan Wesselse van Westerholt zal. metter doot ontruijmt ende naergelaten heeft tot Crimpen op te Lecq overleden den 7e dec. 1661.
      Eerstelijck; bedden, peulen, kussens, dekens.
      Tinnenwerck, aerdewerck, ijserwerck, linnen en wolle kleederen.
      Aen gelt bevonden: Twee halve ducatons, een vierde van een Carolus, a 3 gld.
      Testament van Margriet Snijder.
      Legaten.
      Eerst aen de Diaconie van Utrecht 100-0-0.
      Mitsgaders aen Angenietgen Jans, het kint van Huijbertgen Jans, dat sij gegeven heeft. 100-0-0.
      Ten derde aen Ariaentgen Ravesteijn tot Leckerkerck. 100-0-0.
      De Diaconie van Crimpen op te Lecq en Leckerkerck 25 gld. 50-0-0.
      Bastiaen Halling, haer neeff, wonende tot Swol, ofte zijn kinderen, wil sij dat aen hem ofte sijn kinderen zal wderkeren, die helft van de 600 gld. staende op intrest [..].
      De welcke bij haer in haer uijtterste wille gemaeckt ende hantreijkinge gedaen ijder thien gld. date te
      weten Belinghe Jans, Maritge Jans van Haestrecht, Neeltgen Ariens Coningh, Ariaentge Ariens.
      Mitsgaders dat Neeltgen Jans, het kint van Huijbertgen Jans, sal hebben haer root rockje.
      Noch wil zij dat Annetgen Krijnen zal hebben haer beste swerte schort.
      Ten letste heeft zij testatrice tot haer universeele erffgenamen genomineert ende geinstitueert, van als haer vorderen overschietende ende naer te laten goederen zonder eenige conclusie, Hillegont Michiels, de huijsvrouw van Thielleman Janse, ende Toentgen Aerts, de huijsvrouw van Crijn Dirckse, ijder voor de gerechte helft met expresse conditie, dat zij de voorn. Toontgen Aerts van nu aff mag quijt schelde van alle zoodanige huijshuijr, als zij voor tegenwoordich ende ten tijde van haer overlijden aen haer testatrice zoude mogen verschult sijn.

      Rimpen a/d Lek, 12-8-1666:
      Anderas Joden van Ceulen i.o.v. Bastiaen Herlingh (won. tot Swol) eiser contra Jan Jansz. Slambout en Johannes Gerritsz. van Holst als executeurs van de testamentaire dispositie van zal. Marageta Philis Snijders ged., mits de een betalende de andere bevrijden zal.
      Eiser zegt dat Marageta (de weduwe van Jan Wesselhen van Westerholt) op 1-12-1661 voor het gerecht van Kr/L gedisponeert heeft haar tijdelijke goederen, o.a. met die bepaling dat Herlingh (haar neef) een legaat zou krijgen van f 300,-, die op intrest staat in den Haag op het kantoor van de heer ontvanger generaal van Holland. Het gehele stuk is f 600,- groot. Haar executeurs hebben deze brief wel gelicht, doch nog steeds niet uitbetaald. De heemraden houden de zaak in advies om een rechtsgeleerde te adviseren 19-8-1666.
      De rechtsgeleerde adviseerd om het halve stuk uit te laten betalen met 4% rente vanaf het overlijden
      van Marageta. Verder wordt de eiser zijn eis ontzegt.
      Overl. in dec. 1661 op de 7e of de 12e. Op de 1e testeerde zij nog.

    3 kind(eren)


  2. Barent Wesselsz van Westerholt , † <8-1649 .

      Barent had een zoon Jan.

    1 kind(eren)


  3. Stijntje Wesselsdr van Westerholt .


  4. Aeltje Wesselsdr van Westerholt , † <8-1649 .

      Aeltgen Wesselsdr. van Westerholt is de moeder van Abram Jansz. Backer en van Lijntgen Jansdr., gehuwd met Pauwels van der Verwen.

    ×   Jan Jansz Backer .

      Rotterdam, 12 mei 1657:
      Pauwels van der Verwen uit Gorinchem en echtgenote Lijntgen Jansdr. bekennen door neef Jan Barentsz van Westerhout betaald te zijn voor interest van een kapitaal van 2.000 gulden. Zij zijn -met Jan- mede-erfgenamen van de overleden Burger Wesselsz van Westerholt, die hun kinderen heeft gelegateert bij testament.
      Lijntgen is nagelaten dochter van Aeltgen Wesselsdr. van Westerholt (zuster van Burger en getrouwd mei Jan Jansz. Backer).
      Hoewel er een meningsverschil is over uitleg van het testament en over de belegging van het vermelde kapitaal hebben Pauwels en Jan geaccordeert, waarmee ook de vrouw van Jan -Beatrijs van Holten hierbij instemt.

    3 kind(eren)


  5. Burger Wesselsz van Westerholt , * ±1583 , [] Rotterdam 18-4-1655.
      Op 23-12-1630 vermeld als ongeveer 47 jaar oud. Op 5-3-1639 vermeld als 55j. oud. Burger Wesselsen van Westerholt, 59 jaar, wordt vermeld op 13-3-1641. Op 9-11-1644 vermeld als 61 jaar oud. Op 2-9-1647 vermeld als 63j. oud.

      Burger Wesselsz. van Westerholt, j.g. wonende te Rotterdam in de Molensteeg, in de Oost-molenstraat (1614), hoofdman kleermakersgilde (1613), werkte als kleermaker (1614), koopman (1621), tabakshandelaar (1624, 1627) en was schepen (1645).

      Op 8 november 1614 maken Burger Wesselsz., kleermaker, en zijn vrouw Aeltgen Gijsbertsdr., wonende in de Oostmolenstraat, een mutueel testament.

      Vervolgens sluit op 13 januari 1628 Burger Wesselsz. van Westerholt, weduwnaar van Aeltgen Gijsbertsdr., koopman, een contract van huwelijkse voorwaarden met Christina Huybrechtsdr. Punt, j.d., geassisteerd met haar zwager Willem Dircksz. Nobel.

      Vervolgens verklaren op 21 februari 1638 Burger Wesselsz. van Westerhout, man van Christina Punt, Willem Dircksz. Nobel, man van Commertgen Punt, en Michiel van Oudewater, man van Aeltgen Huybrechtsdr. Punt, als erfgenamen van hun moeder Baertgen Cornelisdr., op verzoek van hun zwager Pieter Huybrechtsz. Punt, dat deze bij de verdeling van de boedel het huisje op Delfshaven heeft gekregen. Voor hen stond hiervoor een afdoende vergoeding tegenover. Zij machtigen hun zwager om hem het eigendom van het huis te geven.

      Op 19 juli 1649 herroept Burger Wesselsz. van Westerholt alle voorgaande testamenten en benoemt thans zijn huisvrouw Stijntgen Huybrechtsdr. tot universeel erfgename. Hij legateert aan Jan Barentsz. van Westerholt, zoon van zijn broer wijlen Barent Wesselsz. van Westerholt, zijn zuster Sijtje Wesselsdr., zijn broer Jan Wesselsz. van Westerholt, wonende te Krimpen (aan de Lek), diens dochters Huijbertje Jansdr. en Maertje Jansdr., diens zoon Arien Jansz. van Westerholt, zijn zoon Burger Ariensz. van Westerholt, Abraham Jansz. Pot, de kinderen van Lijntje Jansdr. Pot, en de kinderen van zijn overleden zuster Aeltje Wesselsdr. van Westerholt. Hij benoemt tot voogden en administrateurs Reinier Backerius, predikant alhier, en Jan Barentsz. van Westerholt.

      Rotterdam, 9 mei 1654:
      Burger Wesselse van Westerholt, won. in de Molestraet, benoemt tot erfgenaam:
      - Jan Barentse van Westerholt, bode van Schieland, zoon van zijn broer.
      Legaten zijn er aan:
      - Jan Wesselse van Westerholt te Crimpen, zijn broer;
      - Burger Aryense van Westerholt, zijn neef;
      - Huybertge Jans van Westerholt en
      - Maertge Jans van Westerholt, zijn nichten;
      - de kinderen van:
      - Abram Jansz, zijn neef;
      - Lijntge Janse, zijn nicht;
      - Wessel Janse, zijn neef.
      Voorts benoemt hij tot voogd over de minderjarige kinderen:
      - Reynier Berckerius, zijn neef en predikant alhier.

      Jan Wesselse van Westerhoeff, die een broeder is geweest van Burger Wesselse van Westerhoeff, wordt eind 1689 in Krimpen a/d Lek vermeld.

      Rotterdam, 5-8-1624: Barthelt Anthonissen Sneewints hoedecramer verklaart 475 carolusgulden schuldig te zijn aan Burger Wesselsz van Westerholt, coopman van tabacq, wegens koop van 1muscus.

      Rotterdam, 10-2-1626: Capiteyn Pieter Teunisz den Helt bevestigt schuldig te zijn aan Burger Wesselsz van Westerholt een bedrag van 150 gulden voor koop van 3½ ton vlees.

      Rotterdam, 23-12-1630:
      Burger Wessels van Westerhout, ongeveer 47 jaar, en Chaerel de Nijs, toebackcooper, ongeveer 52 jaar, leggen een verklaring af op verzoek van Claes Aelberts Roos over zekere partijen tabek, die zij voor geen prijs zouden willen hebben. Volgens Adriaen Hertman, ongeveer 28 jaar, Jan Elberts, ongeveer 67 jaar, en Jan Jans van Mastricht, ongeveer 38 jaar, zijn dit dezelfde partijen, die Aryen Jans Tuynder, makelaar van taback en Hans Wagens de Jonge van Dordrecht aan Roos hebben verkocht.

      Rotterdam, 23-1-1634:
      Burger Wesselss van Westerholt verkoopt aan capiteyn Andries van Soetendael zijn huis en erf, gelegen aan de noordzijde van de Nyeuwe Haven, voor de prijs van 3500 gulden. Het huis en erf wordt ten oosten begrensd door Charles de Lange en ten westen door de Jaecq Quaeckensteech. Het strekt zich uit van de straat tot achter aan de erfgenamen van Jan Romer toe.

      Rotterdam, 18 juni 1635:
      Akte van uitkoop inzake de nalatenschap van Barent Dircxsz, cleermaker, met aan ene zijde Niesgen Tomasdr, weduwe van Barent Dircxsz, geassisteerd door Burger Wesselsz van Westerholt, en Cornelis Symonsz, als man van Maertgen Dircxdr, zusters van Barent Dircxsz ter andere zijde.

      Rotterdam, 3-3-1646:
      Aeltjen Huybertsdr. Punten, weduwe van Michiel Pietersz van Oudewater en ziek van lichaam, benoemt haar kinderen tot erfgenamen. Tot hun volwassenheid worden haar goederen nagelaten aan haar broer en zusters, met als voogden en administrateurs haar broer Pieter Punten en zwager Burger Wesselsz van Westerhout, beiden kooplieden, die recht krijgen naar hun believen de goederen te beheren. Aan de kinderen moet wel goud/zilverwerk en potgeld worden nagelaten.

      Op huijden den 1e april anno 1675, compareerde voor ons Schout ende Heemraden van Crimpen op de Lecq:
      De eerbare Merchje Ariens Westerhout, meerderj. jonge dogter wonende tot Middelburg in Zeelant, eenige dogter en universeele erffgenaam van sal. Arien Janse Westerhout, ons Schout ende Heemraden bekent. De welke verclaarde ende bekende te hebben vercocht in vrije eijgendom aan ende ten behoeven van de Diaconij of Huijsarmen van Crimpen op de Lecq. Seker haar gerechte derde paert van een losrente brieff van 1600 car. gld. met de alreede verlopen rente spreeckende ten lasten vant gemeene lant van Hollant ende Westvrieslant, geconstitueert ten comptoire van wijlen de Heer ontfanger Johan van Berkel tot Rotterdam.
      Ende ten proffijte van Burger Wesselse mede sal. in dato de 1e sep. 1640, haar aan bestorven door doode van haar voorn. vader Arien Janse van Westerhout, die een mede erfgenaam was van wijlen Jan Barentse van Westerhout, die een erfgenaam is geweest van de genoemde Burger Wesselse. Sijnde dese brieve jegenwoordig berustende onder de persoon van Huijbert Janse, haar comparante oom wonende alhier.

      Ouderk. a/d IJssel, 12-10-1686
      Jan Leendertsz Verduyn, Willem Leendertsz Verduyn, Roelant Jansz x Merritge Leendertse Verduyn, verkopen aan Cornelis Jansz Brouwer (won. alhier) Ieder 1/4 van een rentebrief in totaal ƒ2000 groot ten laste van het gewest Holland, kantoor Rotterdam, ten name van Borger Wessels van Westerhout d.d. 11-12-1639. Is hun aanbestorven de rentebrief, onder conditie dat de rente hiervan, zolang der comparanten vader leeft, deze zal ontvangen volgens contract d.d. 9-5-1683. De schout draagt zijn helft van 1/4 aan C.J. Brouwer over, prijs ƒ1750.

      Op 30 nov. 1689 in Krimpen a/d Lek compareerden:
      - Meijnsje Jans, huijsvrouw van Joost Jacobse Tom, wonende tot Lecker-kerck,
      - Neeltie Janse, wed. van Cornelis de Heer, wonende tot Wieldrecht,
      - Marchje Jans, huijsvrouw van Pieter Jacobse, wonende tot sGravendeel, ende
      - Angenietje Jans, huijsvrouw van Arijen Leendertse, mede wonende tot Leckerkerck, mitsgaders
      - Jannetje Jans, huijsvrouw van Cornelis Pieterse Boender, wonende tot Crimpen;
      Zij zijn alle kinderen ende universeele erfgenamen van haar moeder zal. Huijbertje Jans, die een dochter was van wijlen Jan Wesselse van Westerhoeff, die een broeder is geweest van Burger Wesselse van Westerhoeff.
      De welcke verclaarde te constitueeren, ende volcomen procuratie te geven, Joost Jacobse Tom, Pieter Jacobse ende Arien Leendertse, mitsgaders Cornelis Pieter Boender, omme uijt haar comparanten naam, over te nemen, te ontfangen, uijt handen van Isaack van der Berch, burger ende coopman binnen Rotterdam. Seeckere twee rentebrieven, spreeckende tot laten vant gemeene lant van Hollant, ijder van 2000 gld, ter comtoire van de gemeenlantse middelen tot Rotterdam, in dato 1 junij 1639 en 1 junij 1640. Welcke brieven v.d.Berch als gesurrogeerde voogt bij afsterven van Sr. Arnout Leeuws Nevens, Sr. Jan Gerritse van Dille, uijt handen van de voogden van de minderj. kinderen van den voorn. Dille wegens haar comparanten heeft ontfangen, ende genooten, ende sijnde deselve brieven haar comparanten besproocken bij de voorn. Burger Wesselse van Westerhoef, breeder blijkens bij sijnen testamente.

      Belening met 3 morgen land, strekkende van de ’s Gravenweg tot de hogen zeedijk op
      24-4-1569: Ghijsbert Adriaensz. Tromper, na overdracht door Pieter Willemsz. Bisschop.
      7-5-1614: Jan Ghijsbrechtsz. Tromper.
      12-1-1622: Maria Ghijsbrechts, geassisteerd door haar zoon Franck Gerritsz. van Beest, bij dode van haar broer Jan Ghijsbrechtsz. Tromper.
      15-2-1624 op Burger Wessels van Westerhout, na overdracht door Maritgen Ghijsbrecht Tromper, weduwe van Gerrit Franckensz. van Heemskerck.
      24-2-1642 op Mr. Cornelis Splinter, na overdracht door Borger Wessels van Westerhout.
      11-9-1674 op Beatrix Splinter, bij dode van haar vader Mr. Cornelis Splinter.

    × Rotterdam 14-5-1606   Aeltgen Gijsbertsdr , * ±1575 , † <2-1628.
        Dochter van Gijsbert Florisz en Neeltgen Centen .

      Aeltgen GijsbertsDr., j.d. wonende te Rotterdam op de Botersloot, in het West-nieuwland (1606).

      Aeltgen is een dochter van kuiper Gijsbert Florisz. en zijn vrouw Neeltgen Centen, die hertrouwde met Jasper Jansz. Bontenbal.

      Zie: Utrechtse Parentelen VI, blz. 209 e.v.

      Rotterdam, 6-2-1627:
      - Pietertgen Ameldoncx, wed. van Cent Gijsbertsz, moeder van Gijsbert Centenz, neergeslagene, geassisteerd door mr. Cornelis van Crimpen, advocaet,
      - Claes van Berckel en Annetgen Cornelisdr, zijn vrouw, zwager en zuster van moederszijde van Gijsbert Centenz,
      - Burger Wesselsz van Westerholt, wedr. van Aeltgen Gijsbertsdr, volle meuye,
      - Jan Aryensz, Lambert Barentsz en Gijsbert Damen, oom en neven, allen voor zichzelf en voor Neeltgen en Areaentgen Centensdr, j.d., zusters van de nedergeslagene, ter ene zijde, en
      - Claes Marijnisz Juynbol, capiteyn, en zijn zoons Marijnisz en Claes Claesz Juynbol, vader en broers van Dirck Claesz Juynbol, dader van de manslag ter andere zijde.
      Zij bereiken een verzoening met elkaar over deze doodslag.

    × Rotterdam 30-1-1628   Christina Huijbrechtsdr (Stijntgen Huijbrechtsdr) Punt , [] Rotterdam 12-12-1649.
        Dochter van Huijbrecht Michielsz Punt en Baertgen Cornelisdr Neeloom .
      Otr. op 13-1-1621 in Rotterdam.

      Haar ouders zijn Huybrecht Michielsz. Punt en Baertgen Cornelisdr. Neeloom.

      Rotterdam, 13-1-1621:
      Burger Wesselsz van Westerholt, weduwnaar van Aeltgen Gijsbrechtsdr.,
      coopman, sluit een contract van huw. voorwaarden met Christina Huybrechtsdr Punt, j.d., geassisteerd door Willem Dircksz Nobel, haar zwager.

      Rotterdam, 21-2-1638:
      Burger Wesselsz van Westerhout, man van Christina Punt; Willem Dircxz Nobel, man van Commertge Punt en Michiel van Oudewater, man van Aeltge Punt, erfgenamen van Baertge Cornelisdr, hun moeder, verklaren op verzoek van Pieter Hubrechtsz Punt, hun zwager, dat deze bij de verdeling van de boedel het huisje op Delfshaven heeft gekregen. Er stond voor hen afdoende vergoeding tegenover.
      Zij machtigen hun zwager om hem het eigendom van het huis te geven.

      Rotterdam, 24-12-1642:
      Aeltgen Huybrechtsdr Punt, weduwe van Michiel Pietersz. Punt, geassisteerd door Burger Wesselsz van Westerhout, bevestigt te hebben verkocht aan Lourens Ariensz van der Quick (naam doorgehaald): een huis aan de zuidzijde van het Hangh, belendend
      Jan Centen, Engel de Voocht en Cornelis Diricxz, met toegang via de Schrijnwerckersstege.

      Op 6 januari 1655 leggen Pieter Punt, voor zichzelf, en voor Aeltgen Huybrechtsdr. Punt, en Burger Wesselsz. van Westerholt, erfgenaam van Stijntgen Huybrechtsdr. Punt, de weeskinderen van Willem Nobel en Commertgen Huybrechtsdr. Punt, allen kinderen en kleinkinderen van Baertgen Cornelisdr. Neeloom en Huybrecht Michielsz. Punt, een uitgebreide verklaring af.


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.