Hendrick Jansz van Vucht , † ±1532.
Zoon van Jan van Vucht .


Kinderen:
  1. Willem Hendricksz van Vucht , † <7-1544 .

    ×   Elijzabeth Gisbrecht Dircks (Lijsbette Gisbrechts) die Weert , † >11-1555.

    4 kind(eren)


  2. Andries Hendricksz (Dries Henricksoon) van Vucht .

      Loon op Zand, 19-2-1513:
      Henric van Vucht, soon wilner Jans van Vucht, ende Andries, sijn soon, hebben gelooft als principael schuldenaer hem te gelden Aert Gosenssoon een jaerlijckse ende erffelijcke pacht van zeven lopen rogge de mate van Venloon, alle jaer te betalen tot lichtmis ende te Venloon te leveren, uit ende van sijne huijse ende hove gelegen in der prochie van Venloen opt dEfterlinge tussen erffenis Jan Dircxsoon metten eenre zijde Aleijt weduwe Dirck Quaps metter andere zijde streckende van van sheerenstraete aen Colen hoeff ende heeft hem opgedragen ende overgegeven etc. Gelovende als principael schuldenaer onverscheijden Aert voorschr. den erfpacht voorschr. te waren. Testes, Ariaen Henrickssoon ende Lambert die Meijer. Actum anno 1513 den 19e dach in februari.
      Item: dese seven lopen rogge mogen sij quijten tot hennen schoonste met dertien rijns guldens ende ten eijnde van drie jaeren af te quijten tot allen tijden als ’t hen gelieven sal. Testes ut supra.

      Loon op Zand, 1-4-1515:
      Andries, soon Henrick van Vucht, heeft gelooft als een principael schuldenaer hem te geven en te gelden Adriaen Jan Gosensoon tot behoef Aleit, weduwe en wijf Wouter Vannis, eene jaerlijckse en erffelijcke pacht van 8 lopen rogge de mate van Venloen, alle jaere te betalen opte eerste meijedach en te Venloen te leveren, uit en van sijn erffenis metten timmeringe daerop staende, gelegen in de prochie van Venloen opt Craenven, tusschen erffenisse Jacop van Bladel, metten eenre sijde, de nadere sijde neve Jan van Hees, streckende van der stege tot Jacop voorschr. erffenisse toe, als hij seede. Ende heeft het hem opgedragen en overgegeven met afgaen en vertijen als recht is. Gelovende als een principael schuldenaer op hem ende op allen sijn goet, Ariaen voorschr. tot behoef Aleiten voorschr. de erfpacht voorschr. te waren en die erffenis metten timmeringen altijt goet en weldoegende te maken voor betalingen des erfpachts. Testes, Wouter Ariaens en Jan Melissoon van Oird. Actum anno 1515, 1e aprilis.
      Item: ten eijnde van 4 jaeren nach Andries voorschr. desen erfpacht afquijten met 16 r.gld. tot 20 st. stuck en metten verschenen pacht. Eene philips gulden van gewicht tot 25 st. dubbel nieuwe stuijvers, 2 st. en die half nae advenant, en 8 dagen in den meij wel betaelt. Testes ut supra.

      Loon op Zand, 17-9-1516:
      Andries Henricksoon van Vucht heeft gelooft als een principael schuldenaer hem te geven en te gelden Henrick Melissoon van Capel eene jaerlijckse en erffelijcke pacht van een halve mud rogge de mate van Venloen, allen jaeren te betalen op sinte Lambertsdach, bisschop, uit en van sijnen erffenisse metten timmeringe daerop staende, gelegen in de prochie van Venloen opt Craenven, metten eenre sijde en metten eijnde neve Jacop van Bladel, de andere sijde neve Jan van Hees en de eijnde aen Loijenstege. En heeft het hem opgedragen en overgegeven met afgaen en vertijen als recht is. Gelovende etc. te waren beede vrij. Testes, Peter Jan Henricks en Lambert die Meijer. Actum anno 1516 den 17e dach in september.
      Item: desen pacht mach Andries voorschr. altijt afquijten ten eijnde van ses jaeren met 15 rijns guldens, 20 stuijvers stuck en metten verschenen pacht. Testes ut supra.

      Loon op Zand, 15-3-1516:
      Andries soon Henrick van Vucht heeft gelooft als een principael schuldenaer hem te geven en te gelden Henrick Melissoon van Capel, eene jaerlijckse en erffelijcke pacht van acht lopen rogge de mate van Venloon alle jaere te betalen op lichtmis en te Venloon te leveren, uit en van allen sijnen erffenisse metten timmeringhe daerop staende, gelegen in de prochie van Venloon opt Craenven, metten eendere sijde neve Jacop van Bladel, metten andere sijde neve Jan van Hees, hodende metten eene eijnde aen die stege, de andere eijnde aen Jacop voorschr. Ende in den naem des geschreven koops soo heeft het Andries hem opgedragen en overgegeven met afgaen ende vertijen als recht is. Gelovende als een principael schuldenaer op hem en op allen sijn goet te waren als men erfpacht schuldich is te waren, beede vrij. Testes, Peter Jan Henricks en Lambert die Meijer. Actum
      anno 1516 den 15e dach van mert.
      Item: desen erfpacht mach Andries altijt afquijten met 15 rijns gulden 20 stuijvers voor de gulden en metten verschenen pacht. Testes ut supra.

      Loon op Zand, 2-8-1517:
      Andries Henricksoon van Vucht heeft gelooft als een principael schuldenaar hem te geven en te gelden Korst Henrick Jansoon tot behoef Heer Gerit Clootwijck eene jaarlijkse en erffelijcke pacht van acht lopen rogge de mate van Venloen alle jaere te betalen den eerste sondach in die oegstmaent en te Venloen te leveren, uit en van allen sijn erfenisse metten timmeringe daerop staende, gelegen opt Craenven, metten eenre sijde neve Jan van Hees, de andere sijde neve Jacop van Bladel, hodende metten eene eijnde aen een stege, de andere eijnde aen Jacoppe voorschr. En heeft het hem opgedragen en overgegeven met afgaen en vertijen als recht is en heeft het hem gelooft te waren.
      Daer is bijgestaen Henrick Jansoon van Vucht, sijn vader, en heeft gelooft op hem en op allen sijn goet als waerborg den pacht voorschr. te helpen waren. Bede vrij en allen anderen onraet. Testes, Zeger Willemsse ende Lambert die Meijer. Anno 1517 den 2e augustus.
      Item: desen erfpacht mach Andries altijt afquijten met 16 rijns gulden tot 20 stuijvers stuck en metten verschenen pacht en gelt nae deser valuatie, de philips gulden van gewicht 25 stuijvers en een half jaer te voren op te seggen. Dies heeft Andries gelooft zijnen vader schadeloos te ontheffen en soo wat hij dat niet doet, dat zijn vader hem sal mogen doen rechten aan zijn beesten ofte andere haeve. Testes ut supra.

      Loon op Zand, 9-1-1519:
      Andries Henricksoon van Vucht heeft wettelijck ende erfelijck verkocht Jan soon Henrick Melis, Een huis metten erffenisse daeraen liggende, metten zuijdenzijde neve het hoil van Wouter Maessoon, die noorden sijde neve Henrick Beijen bodemen, dat oost eijnde aen die steege, de ander eijnde aen Jacop van Bladel. Ende van Jan Henrick voorschr. in een recht erfrecht te hebben ende te besitten voor een oirt stuijver ende een half hoen in sheeren chijns ende Loij Gisbrechts twaalf lopen rogge erfpachts ende nog 24 lopen lospacht van lichtmis over twee jaer, ende Aleit Vannis erfgenamen twee lopen rogge lospacht te betalen tot meij. Ende heeft hem opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijen als recht is. Gelovende te waren voor den pacht ende chijns voors. ende alle voor commer af te doen ende heeft Jan wederom gelooft op hen ende op allen sijn goet, dat hij de chijns ende den pacht alsoo gelden ende betalen, dat Andriessen nimmermeer hinder nog schade af comen en sal in egeene toecomende tijden. Testes ut supra.

      Loon op Zand, 12-8-1521:
      Dries van Vucht Henricksoon verkocht Willem Adriaensse van den Plas 24 oude schaepen, daer onder wesen sullen 8 lammeren, te leveren nu tot meij naestcomende leverdach. Dies sullen zij nu tot meij gelijck scheren en die wol gelijck delen en Willem sal Andriessen besorgen, enz.

      Loon op Zand, 2-3-1523:
      Wij Claes Jan Gosens en Lambert die Meijer, schepenen in Venloen doe condt eene iegelijcke hoe dat voor ons comende is Andries Henricksoon van Vucht en heeft hen bekent wel betaelt te wesen van Loij Gisbrechts, zijnen zweer, van alle actie die deselven Andries op Loijen voorschr. hebbende was tot desen daghe toe. En oock mede van alle den hout dat Loij voorschr. Andriessen gelooft hadden te timmeren aen zijn schuer en schelt Loijen daeraf quijt. Dies sal Loij voorschr. voor Andriessen betalen Ten Bosch aen Peter die Bruijn 12 lopen rogge eens in den sack en die aenspraeck die Loij gedaen hadden op Driessen is oock doot en te niet. Anno 1523 den 2e mert.

      Loon op Zand, 4-2-1533:
      - Andries soon wilner Henrick Jansse van Vucht,
      - Willem zijn broeder ende
      - Lucia hen suster cum tutore,
      - Ariaen Dionijs Daneelsse als momber Marie zijn huijsvrouwe,
      - Ariaen Jansse van Vucht ende Marij, sijn suster, cum tutore, ende
      - Cornelis ende Aleit, Michiel van Vucht kijnderen cum tutore, Dirck, Michielke ende Lijsbet, die daer niet tegenwoordich en waren, daer Cornelis ende Aleit met Andriessen ende Willem, gebroederen voor in staen ende gelovende,
      - Jan Peter Jan Lemmens in die stadt van Aleiden, Marie ende Dirck, hen broeder, ende Anna, hen suster, die den selven Jannen hennen vader volcomen macht ende procuratie gegeven hebben ende hem tot hennen momber gecoren hebben;
      allen erfgenamen Henricke van Vucht, hebben wettelijck ende erffelijck verkocht Geride soon wilner Jan Gerit Geldens een erffenis met allen der timmeringe daer op staende, gelegen in de prochie van Venloen op die efterlinge, metten oosterzijde neve Gielis Claessen, metten westerzijde neve Aleit weduwe Adam Henrick Quaps, streckende van sheerenstraet tot Coel Scrijnmakers heije toe. Van Geride voorschr. dese erffenisse met allen der timmeringe daerop staende in een recht erfrecht te hebben ende te besitten voor des sheerencijns daer met recht uitgaende, ende voor eene jaerlijckse ende erffelijcke pacht van acht lopen roge te betalen alle jaeren tot lichtmis metten mate van Venloen ende noch Korstiaen Jansse vier lopen rogge lospacht te betalen alle jaere tot meij ende der kercke eene lospacht van twee lopen rogge te quijten met 5 carolus gulden, ende noch eene loscijns van anderhalve carolus gulden te betalen Wouter Gerit Woutersse alle jaere tot lichtmis ende Wouter Aerts erfgenamen te betalen 20 stuijvers alle jaere tot lichtmis. Dies sal Gerit voorschr. betalen nu tot
      lichtmis naestcomende acht lopen rogge in den sack, ende den andere lichtmis daer nae volgende alle den cijnsen ende die pachten te betalen nae uitwijsen den brieven. Ende hebben desen verkopers Geride voorschr. dese erffenis metten timmeringen opgedragen ende overgegeven metten brieven daeraf mentie makende ende hebben daer voort op vertegen als recht is. Gelovende als principael schuldenaeren onverscheiden op hen ende op allen hennen goederen dese erffenis metten timmeringe te waren voor den cijns ende erfpacht voorschr. ende allen voorcommer af te doen. Dies geloven Andries ende Willem ende met hen Cornelis, Aleit als principael schuldenaeren dat zij die onmondige kijnderen van Michiele sullen doen vertijen tot hennen mondige dagen. Testes, Peter Faessen ende Bartolomeus Jansse. Anno 1533 den 4e dach in februari.

      Loon op Zand, 4-11-1534:
      Wij Peter Faessen ende Peter Gisbrecht Dircx doen condt eene iegelijcke hoe dat voor ons comende
      is Ariaen soon wilner Claes Loijensoon ende heeft helmelingen vertegen op alsulcke erffenisse als Loij Gisbrechts met zijnen kijnderen verkocht hadden Andriessen Henrick van Vucht ende heeft gelooft als en principael schuldenaer op hem ende op allen zijn goet, den kinderen Loijen voorschr. die voor hem gelooft hebben dese vertijdenisse eeuwelijck vast ende van waerden te houden. In kennissen der waerheijt hebben wij schepenen voorschr. onsen segelen hier aen doen hangen int jaer ons heeren 1534 den 4e dach in november.

      Loon op Zand, 12-8-1536:
      Wij Peter Faessen ende Peter Gib Dircxs, schepenen in Venloen doen condt allen luijden, dat voor ons comende is Adriaen Claes Loijensoon ende heeft vertegen op alle alsulcke erffenisse ende goederen als Loij Gisbrechtsse met sijnen kijnderen verkocht hebben Driessen Henricksoon van Vucht. Ende gelooft etc. dese vertijdenisse van waerden te houden, behoudelijck dat Adriaen voorschr. alsoo vele hebben sal als Adriaen Loijensoon. Anno 1537 den 12e dach in augustus.


  3. Michiel Henricksoon van Vucht .

      Loon op Zand, 10-10-1514:
      Jan, soon wilner Henrick Melissoon, als man en momber Willeme, dochter Jan Gosens, sijnre huijsvrouwe, Joost en Adriaen haer sonen, Griet en Dirck haer dochters, hebben gesamenderhant uitgegeven en vererfpacht
      Michiel Henricksoon van Vucht
      eene erffenis metten timmeringe daer op staende, metten eendere sijde neve de erffenis die weduwe Jan sGroten, die andere sijde neve Jan Gosens, streckende van sheerenstraet tot Rom Thomassoon. Nog eene acker lants aldaer gelegen metten eenre sijde neve Wijn Janssoon, de andere sijde Jan Gosens, dat eene eijnde aen sheerenstraet, de andere eijnde Heijn Jan Gosens. Noch eene acker lants aldaer gelegen metten eenre sijde neve Rom Thomassoon, de andere sijde oock naast Rombouten, de eene eijnde aen Gerit Thomassoon, de andere eijnde neve de kerckpat. Noch hiertoe enige bodems die daer met toebehorende in soo verre dat niet se daer bevint als sij seggen van Michiel voorschr. dese erffenis voorschr. in een recht erfrecht te hebben en te besitten voor 3 ½ mud rogge jaerlijckse en erffelijke pacht alle jaere te betalen tot lichtmis waeraf den eerste betaeldach wesen sal van nu lichtmis over een jaer, hebben sij hem opgedragen en overgegeven etc. Gelovende te waren etc. en allen anderen voorcommer af te doen. Dies heeft Michiel wederom gelooft dat hij den erfpacht daer op staende gelden en betalen sal dat Jan en Willeme etc. quijt en ongehouden sullen blijven ten eeuwige dagen en daer is bij gestaen Willeme voorschr. en heeft haer tocht overgegeven.
      Item: van dese 3 ½ mud sal Michiel voorschr. afquijten een mud met 32 rijns gulden terstont en hij sal daer uit blijven gelden ten eeuwigen dage 21 lopen en die andere 19 ½ lopen met 2 rijns guldens, metten verschenen pacht. Testes, Jan Melissoon en Peter Jan Henricks. Actrum anno 1514 den 10e dach in october.

      Loon op Zand, 10-10-1514:
      Michiel Henricksoon van Vucht heeft wettelijck en erffelijck verkocht Rombout Rommen eene acker lants gelegen in de prochie van Venloen opt dEfterlinge, welcke acker voorschr. Michiel voorschr. gekocht en gekregen heeft tegen Jan Henricks als momber sijnder huijsvrouwe metten kijnderen voor eene erfpacht van tien lopen rogge jaerlijcks te betalen Michiel voorschr. en wanneer Rom den acker verkoopt dat hij Michiel afgeven en bewijsden sijnen pemnningen opte koper etc. Item: dese tien lopen voorschr. moet Rombout voorschr. afquijten met 20 rijns guldens, van lichtmis over een jaer. Testes ut supra.

      Loon op Zand, 5-10-1516:
      Peter Daneels die oude heeft gelooft als een principael schuldenaer hem te geven en te gelden Michiel Henricksoon van Vucht,
      eene jaerlijckse en erffelijcke pacht van vier lopen rogge de mate van Venloen, allen jaeren te betalen tot lichtmis, waeraf den eerste betaeldach wesen sal van nu lichtmis over een jaer, uit en van sijn erffenis metten timmeringe daerop staende, gelegen inde prochie van Venloen op Defterlinge, metten eenre sijde neve Heijn Quaps, de andere sijde neve Jan Huijben erffenisse, streckende van sheerenstraet tot Heijn Quaps erffenisse toe. Noch uit eene stuck erffenis op de andere sijde van de straet gelegen, metten eenre sijde neve Heijn Quaps en oock dat eene eijnde, de andere sijde neve Aert Gosens kijnderen, dat noorden eijnde aen sheerenstraet. En heeft het hem opgedragen en overgegeven en gelooft te waren. Testes, Zeger Willems en Jan Gerits.
      Actum anno 1516 den 5e dach in october. Dies heeft Peter gelooft dat Adriaen en Jan sijnen sonen mede vesten sullen.

      Loon op Zand, 28-1-1516:
      Jan soon wilner Jan Gosens heeft wettelijck en erffelijck verkocht Michiel Henricksoon van Vucht
      eene ackerlants, gelegen in de prochie van Venloen opt Deftgerlinge, metten beijden sijden neve Michiel voorschr. hodende dat eene eijnde aen sheerenstraet, de andere eijnde aen Rom Thomaes. Ende heeft het hem opgedragen en overgegeven met afgaen en vertijen als recht is. Gelovende etc. te waren voor des sheeren cijns. Testes, Ariaen Henricks en Jan Gerits. Actum anno 1516 den 28e dach in januari.

      Loon op Zand, 10-3-1517:
      Michiel Henricksoon van Vucht heeft wettelijck en erffelijck verkocht Aert Adam Quaps drie lopensaet lants gelegen in der prochie van Venloen opt Defterlinge metten eendere sijde neve Michiel voorschr. metten andere sijden neve Heijn Oist en Heijn Quaps, streckende van sheerenstraet tot Heijn Jan Gosens toe als hij seede. Welcke drie lopensaet voorschr. Michiel voorschr. met meer erven gekocht heeft tegen Jan Henricks als momber Willem sijnre huisvrouw, van Aert voorschr. desen drie lopensaet voorschr. in een recht erfrecht te hebben en te besitten voor eene halve stuijver te betalen jaerlijcks in sheeren chijns en heeft het hem opgedragen en overgegeven met afgaen en vertijen als recht is. Gelovende etc. te waren vooor den chijns voorschr. en anderen voorcommer af te doen. Testes, Wouter Adriaens en Jan Gerits. Anno 1517 den 10e dach van maart.

      Loon op Zand, 14-9-1519:
      Michiel Henrickssoon van Vucht vier lopen rogge jaerlijckse ende erffelijcke pacht te betalen tot lichtmis, die Peter Daneels die oude schuldig is ende gelooft heeft te gelden uit zijn erffenis metter timmeringen daerop staende, gelegen opt dEfterlinge metten eene sijde neve Henrick Dircxsoon metten andere sijde neve Jan Huijben streckende van sheerenstraet totten de erfgenamen Henrick voors. Nog uit eene acker lants over die andere sijde van de straete. Welcke vier lopen rogge voors. Michiel voors. gekocht heeft tegen Peter Daneelssoon gelijck dat in schepenen brieven van Venloen daerop gemaeckt volcomentlijcker begrepen is. Ende heeft Michiel voors. dese vier lopen rogge opgedragen ende overgegeven Jan Gerit Geldenssoon tot behoef onser liever vrouwe opt dEfterlinge, metten brieven daeraf mentie makende ende heeft gelooft commer van zijne wegen af te doen. Testes, Lambert die Meijer ende Jan Geritssoon. Actum anno 1519 den 14e dach in september.

      Loon op Zand, 17-12-1522:
      Jan Cornelisse van Vucht heeft gelooft als een principael schuldenaer Michiel van Vucht, costeloos ende schadeloos te ontheffen van de gelofte voor bij hem gedaen. Testes ut supra.

      Loon op Zand, 25-1-1523:
      Claes soon wilner Jans die Groot heeft wettelijck ende erffelijck verkocht Michiel Henrickszn. van Vucht eene acker lants gelegen opt defterlinge met beijde zijde ende metten eene eijnde aen Goijaert Jansse erffenis, de andere eijnde aen sheerenstraet alsoo hij seede van Michiel voors. dese ackeren lants in een recht erfrecht te hebben ende te besitten voor sheeren cijns. Welcke acker toe te behoren plach Lamberten sijnen broeder. Ende heeft Claes voorschr. Michiele voorgen. opgedragen ende overgegeven met afgaen ende vertijden als recht is. Gelovende als een principael schuldenaer te waren voor den chijns voorschr. ende alle commer af te doen. Testes et supra.

      Loon op Zand, 7-2-1531:
      Mercelis Adriaensse van Raemsdonck als momber der kijnderen Michiels van Vucht ende Cornelie Michielse dochter met haere momboir voorschr. hebben mits desen gegeven
      Henrick Jansse van Vucht volcomen macht om te vesten twee gulden die Michiel heffende was opte Ketshovel op die stede ….(niet vermeld)…. ende gelovende commer van hennen wegen af te doen. Testes, Claes Jansse ende Pauwels Henricks. Anno 1531 den 7e dach in februari.

      Loon op Zand, 4-2-1533: Gerit Jansse gelooft den kinderen van Michiel JAN van Vucht, te weten Cornelis ende Aleijt met haere susteren ende broeder te betalen als voor 16 gulden min 3 stuijvers.


  4. ? Jan Henrickssoon (Jannen Heijn) van Vucht .

      Dese erfenisse met half den huijse heeft Claes voorschr. opgedragen ende overgegeven Jan Henrickssoon van Vucht ende gelooft al van sijnent wegen af te doen. Testes, Lambert die Meijer ende Jan Geritsse. Anno 1522 den 15e dach in februari.

      Aleiden, Marie ende Dirck, hen broeder, ende Anna, hen suster, zijn kinderen van "Jannen hennen vader". Ook was er een "Ariaen Jansse van Vucht ende Marij, sijn suster".

      Loon op Zand, 16-2-1522:
      Jan, soon Henrick Jansoon van Vucht, heeft gelooft als een principael schuldenaer haer te geven en te gelden Barbara, weduwe en wijf wilner Wouter Aertsoon, eene jaerlijckse en erffelijcke chijns van 20 stuijvers te betalen alle jaere op onser liever vrouwe dach lichtmis en gelt soo het coers en loop heeft ten daege van betalingen, uit en van zijn erfenisse metten timmeringe daerop staende gelegen opt dEfterlinge, metten eene zijde neve Ariaen Bastaerts, metten andere zijde neve Jan Aertssoon, streckende van sheerenstraet tot de erfenisse Barbara, opgedragen en overgegeven met afgaen en vertijen als recht. Gelovende etc. te waren. Daer is bijgestaen Claes Gerit Claessoon en heeft gelooft sup se etc. den voorschr. chijns te helpen waren en gelooft voort als soo haest als Jan Giben enige rog afquijt van den twee mud, dan sal Claes voors. verbonden staen een mud rogge daeraf te beleggen tot behoef Barbara voorschr. en Henricksoon is borch geworden voor Claessen voorschr. Testes, Lambert die Meijer en Jan Geritsse. Anno 1522 den 16e dach in februari.
      Item: Barbel voorschr. met den selven haere momber heeft Jannen geconsenteert den voorschr. chijns te mogen afquijten altijt tot lichtmis met 16 r.gld. tot 20 st. stuck in gevalueerden gelden en metten verschenen rente en een half jaer te voren op te seggen. Testes ut supra.

      Loon op Zand, 4-2-1533:
      Gerit Jansse gelooft den kinderen Jans van Vucht, Ariaen ende Marij te betalen als voor die somme van 16 gulden min 3 stuijvers. Hier af sal Gerit betalen Meeusse zijnen broeder 2 ½ gulden ende 5 stuijvers, dwelcke Ariaen ende Marij consenterende.

      Oisterwijk, 30 dec. 1530:
      Wouter zoon wijlen Peter Faesen man van Gheertruyden dochter Henrick van Vucht heeft geloeft Pauwels zoon wijlen Jan Ghijsbrecht van Boern jaarlijkse en erfelijke pacht 1 mud rogge Oisterwijk maat binnen vrijheid te leveren op Lichtmis uit de helft van een huyse en hoeve metter schuere en meer timmeringen dair bij staende met gronden en toebehoren so land beemd heye en weye hem toebehorende gelegen onbedeeld met erfgenamen wijlen Jan zoon Henrick van Vucht voorn. die jonckste in parochie Oisterwijk ter stede Udenhout optie Gruenstraet etc.

      Op 18 oct. 1540 was sprake van "Jan Henrick van Vucht de jongere in de parochie van Oisterwijk" en van " Jan zoon van wijlen Henrick van Vucht de oude".

    ×   Jenneke Willems Vendijck .
        Dochter van Willem Jans Vendick en ?

      Oisterwijk, 16 feb. 1521:
      - Jan en Gerit, broers, zonen wijlen Willem Jan Vendicks soen,
      - Peter zoon wijlen Peter Vannis man van Ermgart zijn huisvrouw,
      - Marten zoon wijlen Ariaen Martens man van Elisabeth zijn huisvrouw,
      - Jan Henricks van Vucht soen, man van Jenneken zijn huisvrouw, dochters wijlen Willem voors.,
      - Jan zoon Joest Peter Wagemeeckers van Joest voorn. en vut wijlen Cornelise zijn huisvrouw dochter wijlen Willem voirs. tsamen verwekt, ook voor
      - Pauwels en Ariaen, zijn bruederen, en Peterken, zijn zuster, daer Joest zijn vader voors.
      en hij tsamen voor geloeft hebben delen na dood wijlen Willem hueren vader voirs. soe sullen Jan en Gerit broers en Jan van Wtcht hen zwager man van Jenneken hebben een huys mette hoeve aan de oestenzijde vande huyse met gronden en toebehoren in parochie van Oisterwijk ter stede op Hoechout etc.

      Loon op Zand, 28-1-1523:
      Jan, soon wilner Willem Vendijck, twaalf lopen rogge jaerlijcks en erffelijcke pacht die welcke Claes Bartroms jaerlijcks en erffelijck geldende is op sinte Andriesdach, nae inhout schepenenbrieven van Oisterwijck daerop gemaeckt die Gerit soon wilner Willem Vendijck en Peter soon wilner Peter Vannis als momber Ermgaerde zijns wijfs, Merten soon wilner Ariaen Mertens als momber Elizabeth zijns wijfs,
      Jan Henrick van Vucht als momber Jenneke, zijnre huijsvrouw, dochter wilner Willem Vendijck,
      Jan en Peter zijn zusters kijnderen, Joost soon wilner Peter Wagemaecker, van Joosten voorschr. en en Cornelise Willem Vendijck tesamen wettelijck vercregen, metten momber van Peterke voorschr. in persoon van Joosten haere vader daertoe toesiender ende voor hem selven en voor Pauwels en Adriaen haere broederen, sonen Joosten en Cornelise noch onmondig wesende, daer Jan en Peter tesamen voor gelooft hebben. Diewelcke allemael tesamen vertegen hebben op desen 12 lopen rogge voorschr. nae inhout eene schepenenbrieven van Oisterwijck. Soo is Jan voorschr. comende en heeft desen 12 lopen Claes Bartromssoon af laten quijten met zekere penningen die Claes voorschr. Jannen daervoor betaelt heeft en heeft hem die oude brieven overgegeven etc. Testes, Lambert die Meijer en Peter Faessen. Actum anno 1523, 28 januari.

      Oisterwijk, 10 mrt 1527:
      Jan en Gerit, zonen wijlen Willem Vendicks, en Jan, zoon wijlen Henric van Vucht, man van Jenneken zijn huisvrouw dochter wijlen Willem Vendicks delen na dood wijlen Willem haeren vader voors. en Geerborch huere moeder. Zij maken een verdeling.

      Oisterwijk, 12 apr. 1527:
      Gerit zoon wijlen Willem Vendicks ook namens Willem zijn zoon bij wijlen Marie zijn huisvrouw dochter wijlen Wouter Peter Berthoutss wittelijk verkregen en Jan zoon wijlen Henricks van Vucht man van Jenneken zijn huisvrouw dochter wijlen Willem Vendicks voors. delen hen ten deel gevallen in erfdeling na dood hueren vader Willem en Geerborchte haere moeder. Zij maken een verdeling, waarna Jan van Vucht wegens over bedeling aan Gerit en zijn zoon schuldig 32 rijnsgulden.


  5. Lucia Henricks (Cijke Heijn) van Vucht , † >10-1537 .

      Loon op Zand, 4-2-1533:
      Gerit voorschr. heeft gelooft als een principael schuldenaer hem te geven ende te gelden
      Lucia, dochter wilner Henrick van Vucht,
      te betalen alle jaere opte heilige paesdach 25 stuijvers waeraf de eerste betaeldach wesen sal van nu paesdach over een jaer, ende den andere paesdach daer nae twee carolus gulden metten voorschr. gulden uit ende van een huijs, hoff ende erven daeraen liggende huijden des daeghs van haer erfgenaemen gekocht ende gelooft etc. te waren. Testes, Peter Faessen ende Bartolomeus Jansse. Anno 1533 den 4e dach in februari.
      Item: af te lossen met 32 carolus gulden, elcke gulden 20 stuijvers, in gevalueerden gelden ende metten verschenen rente ende half jaer te voren op te seggen, ende off Lucia haer penningen behoefde soo sal Lucij, Gerit voorschr. een half jaer te voren op seggen, ten eijnde van drie jaeren en sal Gerit betalen en binnen allen die vier paes heilige dagen. Testes ut supra.

      Loon op Zand, 4-11-1534:
      - Adriaen Loij Gib Loijensoon,
      - Peter zijn broeder,
      - Wouter Jan Woutersse zijns wijfs,
      - Cijke Heijn van Vuchtdochter in die plaets van haere kijnderen,
      - Ariaene Peters in die plaets van haere kijnderen,
      - Ariaen Jan Gosens als momber zijns huijsvrouwe, ende
      - Heijn Corten dat blint kint dat daer niet tegenoordich ende was, daer zij voor geloven Ariaen Claessen (Loijen), hebben gelooft als principaele schuldenaeren onverscheijden ende een voor al op hen ende op allen hennen goederen, die zij hebben ofte vercrijgen mogen, Marie weduwe wilner Loijen Gisbrechts te betalen nu tot paesschen naestcomende die somme van 24 carolus gulden ofte voor elcke gulden 20 stuijvers. Dies sal Marij wederom in brengen allet gheene dat zij uijter huijs gedragen heeft, het zij gelt ofte lijfwaet ende dat zullen zij gelijck delen. Dies sal Marij hebben dat jonge vercken ende allet gheene dat zij daer brocht heeft op haere eedt. Testes, schepenen Peter Faessen ende Peter Gisbrechts. Anno 1534 den 4e dach in november.


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.