Witte Jansz
(Wit Jansz)
Vrijlant
, * ±1613
, † Pernis ±8-2-1696.
Zoon van
Jan
.
Get. bij de overl. aangifte:
Heijndrick Witte Pervaes
.
Wit Jansz
trad op als getuige bij
de ondertrouw van
Jacob Willemsen de Raedt
.
Op 28 april 1668 vermeld als zijnde 54 jaar oud.
Wit Jansz was bouman (boer) onder Pernis, leenman van Putten te Pernis en in 1679-80 ouderling van Pernis.
Rotterdam, 14-11-1651: Jonkheer Willem van der Duijn verhuurt aan Witte Jans en Daniel Daniels, beiden te Pernis, 3 morgen land, genaamd ’het Vrijlant’, voor 60 gulden per jaar.
Bij een Pernisser schouw in de lente van 1665 werd With Jans gesommeerd ’sijn slencken te verhoogen tegen sijn erf’. Op 2-10-1670 werd With Jans geordonneerd om voor de eerstkomende schoudag ’sijn boomen staen[de] in sijn boomgaert op te snoeijen dat men bequaem daer onder kan deurgaen’. Op 4-6-1671 werd With Jans gesommeerd ’sijn boomen wel op te snoeijen en de slencken wel te verhoogen met goede harde aerde, een voet boven het oude werck’.
Op 10-9-1670 werd de 50-jaar-oude en in Pernis wonende Witte Jansz. Vrijlant bij opdracht van Simon Cornelisz. Poel beleend met de wederhelft van het leen van Putten in Oud-Pernis, zijnde de andere helft van het leen waarmee Bastiaen Jansz. Vrijlant op 18-4-1668 was beleend.
Bij een akte van 27-4-1677 deden Joost Pieters Vroom, wonende tot ’Koukerck’, en maerten Gerrits Meugh, wonende te Kethel, voor 600 Car. gld. contant transport aan Wit Jans Vrijlant van 2 gemeten aan ’de blinde wegh’ in Poortugaal, waaraan het land aan de zuidzijde grensde. Voornoemde Vroom en Meugh (nu vermeld als zijde getrouwd met Berber Pieters) transporteerden een dag later aan Wit Jans Vrijlant 3 gemeten in Lombardijen onder de jurisdictie van Pernis. Wit betaalde 400 gld. contant en op dezelfde dag werd voor het restant van 1000 Car. gld. een rentebrief opgemaakt.
Poortugaal, 27-4-1677: Transportbrief verleden bij Joost Pietersz. Vroom en Maerten Gerritsz. Meugh t.b.v. Wit Jansz. Vrijlandt.
In een akte van 4-3-1680 verklaarde o.a. de 62-jaar-oude Wit Jansz. ten verzoeke van Crijn Cornelisz. van Dijk, mede wonende in Pernis, dat zij hadden gekend diens moeder Maartje Crijnen van Dijk, gewoond hebbende en overleden te Pernis, alsmede Pieter Crijnen van Dijk, in leven schout van Akkersdijk, diens oom en moeders broeder. Zij verklaarden dat Maartje altijd een lidmaat van de gereformeerde kerk was geweest. Wit verklaarde zijn hele leven in Pernis te hebben gewoond.
Poortugaal, 10-9-1683:
- Hilletgen Jansdr. Vrijlant, weduwe van Crijn Witten, geassisteerd met Leendert Jansz. Vrijlant, haar broeder, en Dirck Heijndricusz. van Driel, mede haar broeder, ter eenre,
- With Jansz., grootvader, en Hendrick Witten, oom, als voogden van de drie nagelaten weeskinderen van de voorn. Crijn Witten, geprocreëerd bij de voorsz. Hilletgen Jansdr., ter andere zijde,
verklaren in vriendschap veraccordeerd te zijn nopende de erfenis de voorsz. weeskinderen aangekomen door overlijden van de gemelde Crijn Witten haar vader zaliger in manier navolgende […]. Verwijst naar testament van de voorn. Crijn Witten zaliger met voorsz. Hilletgen Jansdr. zijn huisvrouw voor notaris Jacob van Bijemont in Poortugaal verleden. Getuigen: Sijmon Jansz. van Hamont en Jan Tijsz. Met handtekeningen ‘Heillitie Jans’, ‘Leendert Jansz. Vrijlant’, ‘Dirck van Driel’, ‘Heijndrick Witte’en met handmerk van With Jansz. (drietand omhoogstaand).
Bij akte van 14-5-1685 transporteerde With Jans voor 300 gld. aan Bastiaen Louwen van d(e)r Vlucht een huis en erf in Pernis, dat noordelijk belend was aan ’de ambachs heeren’, oostelijk aan Boudewijn van Driel, zuidelijk aan ’de havelingen’ en westelijk aan ’Willem Lems’.
Er werd 3 gld. impost betaald op 8-2-1696.
×
1638
(otr Barendrecht 9-5-1638)
Lijntgen Crijnen
, * 1606
, ~Barendrecht 30-7-1606
, † <1656.
Wit Jansz was j.g. van Pernis. Lijntgen Crijnendr. was j.d. van West-Barendrecht.
×
±1655
Cniertje Hendrickx Pervaes
, † Pernis ±26-12-1698.
Get. bij de overl. aangifte:
Heijndrick Witte Pervaes
.
Dochter van
Hendrick Cornelisz Pervaes
en
Aerjaentge Jansdr
(?).
Wit Janse en Cniertje Hendrickx komen voor op een in april 1669 aangelegde lijst van Pernisse lidmaten.
Zij was een dochter van Hendrick Cornelisz Pervaes/Perfaes, boer aan het Molenend te Poortugaal, en wellicht Aerjaentge Jansdr.
Op 29-4-1697 compareerden
- Henderick Witten, voor hem zelf en namens Kniertgen Hendricks, weduwe van Wit Jans Vrijlant, en voorts
- Eeuwout Jans Molenaer, getrouwd met Lijntie Witten,
- Corn[eli]s Jans Molenaer, getrouwd met Arjaentje Witten,
- Arijen Hobbel, getrouwd met Magtel Witten, en hen sterk makende voor
- Corn[eli]s Eeuwouts Koojman, getrouwd met Neeltje Witten,
en tevens voor de verder kinderen en erfgenamen van Wit Jans Vrijlant, alsmede de schout en gerechten van Pernis voor de minderjarige erfgenamen.
Zij deden voor 1150 Carl gld. transport aan Hubregt Jans den Boer en Corn[eli]s Pieters Vroom, als voogden van de weeskinderen van Maertje Jans, van 3 gemeten weiland in Lombardijen onder Pernis; noordelijk belend aan ’de Lombardijtse dijck’.
Tevens transporteerden de erfgenamen op 29-4-1697 voor 825 Car. gld. aan de voorgenoemde mede-erfgenaam Eeuwout Jans Molenaer, namens zijn vrouw voor 1/7e deel mede-erfgenaam van Wit Vrijlant, en aan [diens broer] Leendert Jans Molenaer, ieder de helft van 2 gemeten weiland in het Vrijland onder Pernis, oostelijk belend door ’de Pastorij dijck’ en zuidelijk door ’de grooten’.
Tenslotte transporteerden de voornoemde erfgenamen voor 345 Car. gld. aan Leendert Dircks Olierhoeck een huis en erf aan ’den Pastorijen dijck’ onder Pernis; aan de oostzijde belend door ’de gemeenelandts waterijnge’, zijdelijk door Arijen Hobbel en in het noordwesten door genoemde ’Pastorijen dijck’.
Cniertjes broer Cornelis Hendricksz. Pervaes zal wsl. hebben geboerd op een boerderij, later was later bekend onder de naam ’Hoeve Buitenlust’, aan de Achterweg te Poortugaal. Cornelis was getrouwd met Neeltje Cornelisdr. Roobol, weduwe van de vorige boer, Willem Pietersz. van der Weijde.
Overleden onder Pernis, ald. 3 gld. impost betaald p 26-12-1698.
Kinderen:
-
Quirijn Witte (Crijn Witte) ( Vrijlant)
, [] Poortugaal 2-8-1681.
De erfgenamen van Neeltgen Cornelis trasnporteerden bij akte van 18-5-1679 voor 3250 gld. aan Crijn Witten een ’huijs, schuijr, berch, keete’ met ca. 7 gemeten daaraan gelegen land en boomgaard in Poortugaal, westelijk belend aan ’den welhoucksen dijck’. Voorts werd er die dag door Crijn ten behoeve van het weeskind van Maria van der Wijde bij Willem Arijens de Man, beiden zaliger, een schuldbrief gepasseerd ten bedrage van 1000 Car. gld., welke op 10-8-1686 werd geroijeerd.
Die boerderij was later was later bekend onder de naam ’Hoeve Buitenlust’ en stond aan de Achterweg te Poortugaal. Waarschijnlijk zal Crijn’s oom Cornelis Hendricksz. Pervaes daar hebben geboerd. Cornelis was gehuwd met Neeltje Cornelisdr. Roobol, weduwe van de vorige boer, Willem Pietersz. van der Weijde.
Op 25-6-1679 leende Crijn Witte 1000 Car. gld. van [zijn oom] Cornelis Pervaes, waarbij [zijn vader] With Jans en [zijn zwager] Gerrit Leenderts Coorneef zich als borgen stelden. Crijn en With plaatsten een identiek handmerkje. Coorneef tekende als ’Gerrit Leenderss. Koorneef’.
Op 4-5-1680 belastte de in Poortugaal wonende Crijn Witten zijn voornoemde hofstede met ca. 7 gemeten met een schuldbrief van 600 Car. gld. ten behoeve van de te Rotterdam wonende Huijbrecht Cornelis Bontekraeij, ’grootschipper bij der zee’. Deze schuldbrief werd op 20-1-1708 geroijeerd.
"2 augustij Krijn Witte begrave"
Hilletgen Jans Vrijlant, weduwe van Crijn Witten, geassisteerd met Leendert Jans Vrijlant, haar broeder, en Dirck Heijdricks van Driel haar [half]broeder, enerzijds, kwamen op 10-10-1683 met anderzijds Wit Jans Vrijlant en Heijndri[ick] Witten, respectievelijk grootvader en oom als voogden van de nagelaten weeskinderen van Crijn bij Hilletgen, tot een akkoord aangaande der kinderen vaderlijke erfgenis. Moeder Hilletgen zou in de boedel blijven zitten en daarvoor haar kinderen tot mondigheid of [eerder] huwelijk opvoeden om vervolgens aan ieder 20 Car. gld. uit te keren. Met dit akkoord kwam het testament van Crijn en Hilletgen te vervallen. Zij tekende als ’Hillitie Jans’.
Hilletje Jansdr. Vrijlandt ging als weduwe op 11-9-1683 in Mijnsheerenland in ondertrouw met de jongeman Pieter Sijmonsz. op den Dijck en kreeg een zoon die zij Crijn noemde.
×
Pernis 3-10-1675
Hilletgen Jans (Hillitie Jans) Vrijlandt
, *Pernis ±1650
, † Poortugaal ±2-4-1710.
Dochter van
Jan Jans De Oude Vrijlandt
en
Neeltge Leenderts Welhoek
.
Crijn en Hilletje waren j.m. en j.d. van Pernis. Kinderen: Lijntje, Leendert en Neeltje.
Geboren vóó 1653.
O.a. in akten van 17-6-1676 en 10-6-1679 is Crijn Witten, als getrouwd zijnde met Hilletgen Jans, genoemd als mede-erfgenaam van haar overleden vader Jan Jans Vrijlant.
Bij akte van 10-8-1686 belastte Hilletie’s tweede man Pieter Sijmonsz op ten Dijck de hofstede met ca. 7 gemeten te Poortugaal met een schuldbrief van 1000 Car. gld. ten behoeve van grootschipper Bontekra[e]ij. De brief werd later geroyeerd.
Pieter Simons Opdendijck droeg de hofstede met ca. 7 gemeten 250 roeden in de polder Welhoek onder Poortugaal bij akte van 17-9-1690 voor 2000 Car. gld. over aan juffr. Agata van der Waert van Witsenburgh, weduwe van de heer en mr. Nicolas van Driel.
Poortugaal, 10-9-1683:
- Hilletgen Jansdr. Vrijlant, weduwe van Crijn Witten, geassisteerd met Leendert Jansz. Vrijlant, haar broeder, en Dirck Heijndricusz. van Driel, mede haar broeder, ter eenre,
- With Jansz., grootvader, en Hendrick Witten, oom, als voogden van de drie nagelaten weeskinderen van de voorn. Crijn Witten, geprocreëerd bij de voorsz. Hilletgen Jansdr., ter andere zijde,
verklaren in vriendschap veraccordeerd te zijn nopende de erfenis de voorsz. weeskinderen aangekomen door overlijden van de gemelde Crijn Witten haar vader zaliger in manier navolgende […]. Verwijst naar testament van de voorn. Crijn Witten zaliger met voorsz. Hilletgen Jansdr. zijn huisvrouw voor notaris Jacob van Bijemont in Poortugaal verleden. Getuigen: Sijmon Jansz. van Hamont en Jan Tijsz. Met handtekeningen ‘Heillitie Jans’, ‘Leendert Jansz. Vrijlant’, ‘Dirck van Driel’, ‘Heijndrick Witte’en met handmerk van With Jansz. (drietand omhoogstaand).
Op 2-4-1710 gaf de armmeester van Poortugaal voor de gaarder aldaar het lijk aan van ’Hilletje Jans Vrijlandt of Optendijck’.
3 kind(eren)
-
Neeltge Witten ( Vrijlant)
, *Poortugaal ±1640
, † ±1701 .
In 1681 woonde zij in de Nieuwe Group, in 1683 in de Group, in 1682 te Beijerland en in 1698 en 1699 weer in De Group.
De in De Nieuwe Group wonende Neeltge Witten, weduwe en boedelhoudster van Jacob Willems de Raet, nam in pacht bij contract van 14-7-1681 van Juffr. Geertruijda van Strijen, weduwe van de heer Willem Verbrugge, wonende te ’s-Gravenhage, voor de tijd van 5 jaar 3 morgen 380 roeden zaailand in de Nieuwe Group voor jaarlijks 60 Car. gld. Het eerste pachtjaar zou met kerstmis 1681 verstreken zijn.
Neeltge Witte, weduwe en boedelhoudster van Jacob de Raet, wonende in Beijerland, transporteerde op 20-5-1682 voor 1225 gld. 6 gemeten ’teelans’ [=landbouwgrond] in de polder Oud-Rhoon aan Johannes Leendersse Zantwech. En bij akte van 20-5-1683 leende Neeltge Witte 900 Car. gld. van [haar schoonzuster] Aegtgen Willems de Raedt, weduwe van Arijen Arijens Cooijer. Als zekerheid stelde Neeltge Witte de gehele voornoemde 14 gemeten 200 roeden. Later de aflossing van de schuld gemeld door Bastiaen Santwegh en Willem de Raat.
Op 20-05-1683 comp. Neeltje Witten, weduwe van Jacob Willemsz. de Raadt en bekende schuldig te zijn Aagje Willemsz. de Raadt, weduwe van Arien Ariensz. Kooijer de som van fl. 900. (in marge: comp. Bastiaan Zandweg en Willem de Raadt, schuld afgelost).
Pas op 1-4-1684 werd Neeltge Witte met attestatie van Pernis lidmaat te Westmaas. Haar tweede man, Cornelis Woutersz. van Dubbeldam, werd toen ook als lidmaat ingeschreven.
Op 17-3-1685 accordeerden Corn[eli]s Wouters Cooijman, getrouwd hebbende Neeltgen Witten, die weduwe was van Jacob Willems de Raet, met Arij Bouwens Roobol en Johannis Santwegh, als voogden over de onmondige, nagelaten weeskinderen van De Reat bij Neeltgen Witten, inzake de vaderlijke besterfenis der weeskinderen. Cooijman en zijn vrouw zouden de weeskinderen opvoeden tot mondigheid of [eerder] huwelijk en als de jongste mondig zou zijn geworden, zouden zij met hun allen 50 gld. ontvangen. De kinderen kregen tevens 1/4 part van ca. 8 lijnen weiland aan den Hil, genaamd ’havelingh’, waarvan de andere 3/4 parten toebehoorden aan Arij Bouwens Roobol, de weduwe van P[ieter]r Willems de Reat en Aegtie Willems de Raet. Cooijman tekende als ’Cornelis Woutersz. Kooiman’en Neeltgen plaatste haar handmerkje.
Overleden tussen 24-7-1699 en medio 1702.
Cornelis Wouterse Coijmans en de ziek te bed liggende Neeltge Witte, laatst weduwe van Jacob Willems de Raadt, maakten op 24-7-1699 te hunner huize in de Grouppolder voor schout en schepenen van de Grouppolder een testament op de langstlevende. Bij haar vooroverlijden zouden haar 2 voordochters Grietje en Lijntje de Raad tezamen Neeltje’s linnen en wollen klederen krijgen. Bij hertrouwen van Coijmans zou de helft van de gemeenschappelijke boedel komen aan de gezamenlijke voorkinderen van Neeltge en diende Coijmans de minderjarige Lijntje de Raadt tot mondigheid te alimenteren. Bemoeienis van het gerecht van De Group of elders werd uitgesloten.
×
Poortugaal 16-10-1661
Jacob Willemsen de Raedt
, * 1625
, ~Poortugaal 13-6-1625
, [] Oud-Beijerland 21-5-1681.
Zoon van
Willem Jansz de Raedt
en
Grietje Jacobs van Alphen
.
Otr. op 1-10-1661
in Rotterdam.
Get. bij het huwelijk:
Cornelis Crijnenz Barendrecht
en
Witte Jansz (Wit Jansz) Vrijlant
.
Op 1-10-1661 te Rotterdam maakten Jacob Willems de Raet, meerderjarig jongman wonende in Poortugaal, en Neeltge Witte, jongedochter geassisteerd met haar vader Wit Jans en haar oom Cornelis Crijnen, wonende mede in Pernis, akte van huwelijkse voorwaarden. Zij stipuleerden dat er tussen hen géén gemeenschap van goederen zou bestaan. Tevens echtten zij hun kind Willem Jacobs de Raet.
Dit zou een geforceerd huwelijk kunnen zijn geweest, want de bruidegom behoorde tot een familie die in maatschappelijk opzicht hoger in aanzien stond dan de familie van de bruid.
In de zomer van 1665 woonde Jacob Willemse de Raet in Oudt Beijerlandt.
Poortugaal, 17 okt. 1661: Jacob Willemsz. de Raadt, j.m. van Poortugaal, x Neeltje Witte, j.d. van Poortugaal.
Bij akte van 11-2-1662 kreeg Jacob Willems de Raedt 5 gemeten 1 lijn weiland in het Oudeland van Poortugaal overgedragen en, als zijnde schepen van Poortugaal, bij akte van 26-5-1663 ca. 1½ gemeten zaailand in Welhoek.
De Raedt boerde in Poortugaal op de hofstede die later bekend kwam te staan als "De Schotse Hal" in de dorpstraat te Poortugaal.
Bij akte van 4-5-1674 transporteerde de in Oud-Beijerland wonende De Raedt percelen van 3 gemeten 200 roeden en 4 gemeten 100 roeden weiland in Poortugaal. Op 17-7-1675 droeg hij ca. 1½ gemet zaailand in Welhoek aldaar over.
Op 3-5-1676 comp. Jacob Willemsz. de Raadt, wonende in de Group onder Westmaas, en bekende schuldig te zijn aan Jacob van Biemond, secretaris van Poortugaal, de som van fl. 800. (in marge: comp. Neeltje Witten, de schuld is afgelost dd 20-05-1683).
Bij akte van 3-4-1677 belastte De Raet 3 gemeten in Poortugaal met een schuldbrief van 280 Car. gld. ten behoeve van Jacob Imans Lem, getrouwd met de weduwe van Pieter Willems van der Zijde, en de weeskinderen van Lem.
De in de Group wonende Jacob Willems de Reat transporteerde op 19-2-1680 een ’huys, schuer ende erve’ in Poortugaal, zuidelijk belend door de straat, aan de in Den Hitsert wonende Claes Willems van der Wilde. Voldaan werd met 300 gld. contant en met het passeren van een obligatie inhoudende 200 gld.
Functie: Schpen van Poortugaal van 1661 tot 1665
Jacob Willemsen
trad op als getuige bij
de ondertrouw van
Arij Arijens Cooijer
.
×
Westmaas 20-10-1683
Cornelis Woutersz Cooijman
, * 1649
, ~Dubbeldam 1-8-1649
, † >10-1713.
Zoon van
Wouter Huijgensz Cooijman
en
Cathalijn Adriaens (Catalijnjen Adriaens)
.
Cornelis Woutersz Cooijman alias Van Dubbbeldam.
In 1683 woonde Cornelis Woutersz onder Oud-Beijerland. Na zijn huwelijk woonde hij in De Group, later in Mijnsheerenland en Oud-Beijerland.
Een Cornelis Wouters op Dubbeldam was op 9-3-1673 aanwezig bij een in ’s-Gravendeel gehouden veiling.
Poortugaal, 27-3-1685: Cornelis Woutersz. Cooijman getrouwd met Neeltie Witten die weduwe was van Jacob Willemsz. de Raet ter eenre, Arij Bouwensz. Roobol en Johannis Santwegh als testamentaire voogden van de nagelaten weeskinderen van voorn. Jacob de Raet ter andere zijde zijn veraccordeerd als volgt etc.
Op 4-9-1689 comp. Cornelis Woutersz. Kooiman, wonende inde Group, als getrouwd hebbende Neeltje Witten, weduween boedelhoudster van Jacob Willemsz. de Raadt, en bekend schuldig te
zijn aan Cornelis van Someren en aan Zeger Thierens als in huwelijk hebbende Clara van
Someren de som van fl. 820. (in marge): comp. Cornelis van Someren en Seger Thierens,
schuld afgelost dd 26-07-1692. (Aagje Willemsz. de Raadt als weduwe van Arie Ariensz.
Kooijer vermeld).
Een akte van 8-7-1703 vermeldt Cornelis Wouters als gebruiker van land in De Group.
Cornelis Woutersz
trad op als getuige bij
de ondertrouw van
Cornelis Jacobsz de Raedt
.
4 kind(eren)
-
Jannetje Witte Vrijlant
, *Pernis ±1645
, † 1695 , [] Rhoon 8-1695.
×
Oud-Beijerland 1667
Gerrit Leenderts Coornneef
, *Poortugaal ±1642
, ~Poortugaal 1-2-1643
, † Rhoon 1681.
7 kind(eren)
-
Heijndrick Witte Pervaes
, *Pernis >1655
, † Pernis, Roozand ±28-3-1721 , [] Pernis 1721.
Get. bij de overl. aangifte:
Henderick Pietersz Schilperoort
.
Heijndrick Witte
trad op als getuige bij
de overlijdensaangifte van
Witte Jansz (Wit Jansz) Vrijlant
,
de overlijdensaangifte van
Cniertje Hendrickx Pervaes
,
de ondertrouw van
Jacobus Pietersz (Jacob Pietersz) Schilperoort
.
Een akte van 10-10-1684 ondertekende hij als "Heijndrick Witte".
In 1686 woonde hij onder het Roozand. Hij was bouwman aan de Roozandsedijck in het Roozand. Hij was schepen van Pernis in 1707-10. In 1710 was hij schout van Smalland en Oostbroeck. Schepen van Langebakkersoord was hij in 1710-17.
Op 1-6-1689 werd 4/5 part van ca. 5 gemeten weide- en zaailand in Smalland, zuidelijk belend door ’den Roosantsen dijck’ en noordelijk door ’de graeffelijck[heij]ts polder’ voor 560 Car. gld. aan Hendrick Witten getransporteerd door de zwagers en zussen van zijn vrouw, die het overige 1/5 part had geërfd.
Corn[eli]s Huijge Decker, getrouwd met Hilletje Hendricks Groenendijck, gewezen weduwe van Dirck Hendericks van Driel, transporteerde op 20-3-1697 aan de in het Roozand woonachtige Henderick Witten ca. 5 gemeten weiland in Smalland met de tegen dat land gelegen buitendijk, aan de zuidzijde belend door ’den Roosantsen dijck’ en noordelijk door de ’buijten barm’ van die dijk.
In hun woning aan de Hogendijk in de jurisdictie van het Roozand maakten Hendrik Witte en zijn vrouw Zijtje Pieters Keijser op 24-2-1717 voor de notaris uit Poortugaal een testament op de langstlevende. Deze zou hun gezamelijke kinderen naar behoren moeten alimenteren tot mondigheid of [eerder] huwelijk en hen vervolgens ieder 700 Car. gld. uitrijken. Zij benoemden tot hun erfgenamen ieder voor een derde part [haar voordochter] Magteltje Hendriks [Prins], huisvrouw van Leendert Schilperoort, en hun [gezamenlijke kinderen] Kniertje Hendriks en Hendrikje Hendriks. De langstlevende behoefde geen inventaris te overleggen en bemoeienis van schout en gerechten werd uitgeloten. De langstlevende zou voogd over de minderjarigen zijn nevens de onder Hoogvliet wonende Japheth Pieters Kouwenhove. De echtelieden plaatsten hun handtekening.
- De in Pernis woonachtige Grietje Pieters Keijser, weduwe van Bastiaen Dircks van der Weijde,
- Cornelis P[iete]rs Huijsman, als last hebbende en hem sterk makende voor zijn moeder Jannetje Pieters Keijser, weduwe van Pieter Corn[eli]s Huijsman, wonende onder Spijkenisse, en
- Willem Gerrits Koorenneef, getrouwd met Aelje Pieters Keijser, wonende in Spijkenisse, transporteerde bij akte van 13-10-1717 3/5e parten in ca. 2 gemeten in het Roozand aan
- Henderick Witten, die de resterende 2/5e parten toekwamen. Aan de zuidzijde werd dit land belend door ’den Binnendijck’ en noordelijk door ’den Roosantse dijck’. De koopsom bedroeg 180 gld.
Hendrik Witte en Sitje Pieter Keijser, die tevoren weduwe was van Hendrick Prins, wonende in het Roozand, testeerden op 12-9-1720 voor de notaris te Poortugaal en vermaakten de langstlevende van hen beiden het vruchtgebruik van al hun goederen. Tot de rerfgenamen benoemden zij voor de ene helft de op Hoogvliet woonachtige Maggeltje Hendricks Prins, huisvrouw van Leendert Schilperoort, en voor de wederhelft de 3 nagelaten kinderen van Kniertje Hendricks Witte bij Jacobus Schilperoort en zij zouden voordien 400 Car. gld. ontvangen. Tot voogden over de minderjarige kinderen stelden zij de langstlevende van hen beiden, alsmede de onder Hoogvliet wonende Japhet Kouwenhoven, de onder Rhoon wonende Hendrick Schilperoort en Jacobus Schilperoort, wonende in het Roozand. Bemoeienis van de schout en gerechten van het Roozand of elders werd uitgesloten. Zij plaatsten hun handtekening.
Hij is overleden te Roozand. Er werd 3 gld. impost betaald te Poortugaal op 28-3-1721. Hij werd in Pernis begraven.
×
Pernis 25-5-1686
Sijtje Pieters (Cijtje Pieters) Keijser
, * ±1655
, † Pernis, Roozand 15-3-1732.
Dochter van
Pieter Gerrits Keijser
en
Magtel Aarts Cock
.
Heijndrick was j.m. van Pernis. Sijtje was eerder op 20-12-1676 te Pernis getrouwd met Heindrick Arentsz/Ariensz Prins, j.m. wonende in ’t Roozand, boer in het Roozand, en had uit dat huwelijk een voordochter Magteltje Heindricks Prins.
Heindrick en Sijtje waren de ouders van Kniertje Hendricks Witte alias Prins alias Perva(e)s, Hendrickje Hendricks Witte alias Prins en Pietertje Hendricksdr. Kniertje en Hendrickje trouwden met 2 broers Schilperoort, een 3e broer trouwde met Sijtjes voordochter Magteltje.
Blijkens een akte van 15-2-1677 was Sijtje toen 22 jaar oud, al werd die notitie in die akte weer doorgehaald.
Sijtje was een dochter van Pieter Gerritsz Keijser, meester metselaar en timmerman op de Pernisser Sluis en in het Roozand, en Machteld Aartsdr. Kok. Haar zusters waren Maertie P[iete]rs Keijser, getrouwd met Bastiaen Dircks van der Weijde, Grietie P[iete]rs Keijser en Jannetie P[iete]rs Keijser.
Op 30-4-1682 testeerde Sijtje met haar in het Roozand ziek te bed liggende man Heinrik Ariensz. Prins.
- Corn[eli]s Jacobs van Esch, wonende in Rhoon, de rato caverende voor Maertie P[iete]rs Keijser,
- Bastiaen Dircks van der Weijde, getrouwd met Grietie P[iete]rs Keijser,
- Pieter Corn[eli]s Hijsman, getrouwd met Jannetie P[iete]rs Keijser,
meederjarige kinderen, alsmede genoemde Van der Esch en Japhet Couwenhoven als testamentaire voogden van de minderjarige kinderen en erfgenamen van zaliger Pieter Gerrits Keijser, transporteerden op 1-6-1689 4/5e parten in een ’huijs, scheur, keet, bargh en boomgaert’ aan ’den Roosantse Dijck’ aan de in het Roozand wonende Hendrik Witten, die vanwege zijn vrouw het resterende 1/5e part toekwam. Aan de zuid-, west- en noordzijde werd dit goed door de genoemde dijk belend. De koopsom bedroeg 1040 gld.
Heijndrick Witten, ’bouman’, en de ziek te bed liggende Sijtje Pieters Keijser, echtelieden wonende in ’t Roozand, maakten op 13-3-1691 een mutueel testament De langstlevende diende hun kinderen op te voeden. Sijtje had nog 2 voorkinderen uit haar 1e huwelijk. Heijndrick benoemde Sijtje tot voogd van hun gezamenlijke kinderen; zij benoemde haar zwager Japhet Pieters Kouwenhove en neef Pieter Cornelis Kouwenhove tot voogden. Beiden plaatsten hun handtekening.
Sijtje Pieters Keijser, weduwe van Hendrik Witten, wonende aan ’den Hoogendijk’ in het Roozand gaf bij akte van 22-11-1725 te kennen dat zij volgens het op 12-9-1720 met haar man voor de notaris te Poortugaal gemaakte testament nu voogdes was over de nagelaten minderjarige erfgenamen met de macht om mede-voogden aan te stellen. Derhalve stelde zij in plaats van Japhet Kouwenhove haar onder Hoogvliet wonende schoonzoon Leendert Pieters Schilperoort aan tot mede-voogd.
Zie: Ons Voorgeslacht 2010.
Zij is op 15 maart overleden onder het Roozand. Er werd 3 gld. impost betaald te Pernis op 19-3-1732.
Get. bij de overl. aangifte:
Leendert Pieters Schilperoort
.
3 kind(eren)
-
Lijntje Witte Pervaes
, *Pernis ±1657
, † Pernis 27-8-1718 ("int het water verongeluckt") , [] Pernis 29-8-1718.
Lijntje Witte alias Crijnsdr. Witte alias Pervaes.
Ewout Jans Molenaar en Lijntje Witte, echtelieden wonende onder de jurisdictie van Pernis, maakten op 1-7-1702 een testament op de langstlevende. Na overlijden van de langstlevende zouden hun erfgenamen ab intestato elk de helft van de nagelaten boedel erven. Zij sloten bemoeienis van de schout en gerechten uit e nverklaarden niet in de 200e penning gequotiseerd te staan. Beiden plaatsten hun handmerkje. Zij waren toen dus kinderloos. Hun 4 tussen 1683 en 1691 te Pernis geboren kinderen zijn allen jong overleden.
Als ’Lijntje Crijnsdr. Witte’ gaf zij op 26-12-1703 voor de gaarder te Poortugaal het lijk aan van Pieter Sijmonsz op den Dijck, de tweede man van haar gewezen schoonzuster Hilletje Vrijlant.
In 1715 werd Lijntje Witte vanwege aanhoudende dronkenschap door de kerkeraad van Pernis de toegang tot het Heilig Avondmaal ontzegd.
Zij is achter haar huis verdronken; 3 gld. impost.
Op 29-8-1718 verklaarde mr. Samuel van Boshuijsen, chirurgijn in Poortugaal, het lijk geschouwd te hebben van Lijntje Witte Pervaes, huisvrouw van de in Pernis wonende Eewit Jans Molenaer, ’die geseijt wiert in het water genaempt den hulck agter de huijsinge van de voorn. Molenaer op saterdagh den 27 deser des voormiddags verdoncken te zijn’. De chirurgijn verklaarde geen bijzonderheden aan het lichaam gevonden te hebben.
×
Pernis 3-8-1680
Eeuwout Jansz (Eeuwit Jansz) Molenaer
, *Hoogvliet ±1644
, † Hoogvliet ±19-2-1723, [] Hoogvliet 20-2-1723.
Zoon van
Jan Leendertsz Molenaer
en
Lijsbet Eeuwoutsdr ( Knegt)
.
Eeuwit was j.m. van Hoogvliet, wonende in Pernis. Lijntje was j.d. van en wonende in Pernis.
Euwit Janse Molenaar en zijn huisvrouw Lijntje Witte werden in 1707 lidmaat in Pernis.
Kinderen: Jan, Willem, Wit en Pieter.
In een akte van 25-5-1682 legde o.a. de 38-jaar-oude en te Pernis wonende Ewout Jansz. Molenaer een verklaring af ten verzoeke van de aldaar wonende Simons Jansz. van Gelder.
Euwit was een zoon van Jan Leendertsz. Molenaer/Meulenaer/Mulenaer alias Soeteman, molenaar te Hoogvliet, en Lijsbet Eeuwoutsdr. [Knecht].
Eewit was arbeider op een steenplaats, nadien boer, wonende onder Pernis.
De in Albrandswaard woonachtige Dirck Hendricx van Driel transporteerde op 14-9-1686 aan Eeuwout en Leend[er]t Jans Molenaer 3 gemeten 252 roeden in de jurisdictie van Pernis; oostelijk belend door ’den pastorijen drogen binnen dijck’. De koopsom van 1400 Car. gld. werd contant voldaan.
Bij aangifte van Eeuwout’s lijk (3 gld. impost) te Pernis door zijn neefje Jan Huijge van der Waal is genoteerd: "is collatereal subject", d.w.z. dat hij zonder nageslacht was overleden en derhalve geen collaterale erfgenamen had.
Op 27-2-1723 werd de inventaris opgemaakt van de nagelaten boedel van Eewout Jans Molenaer, weduwnaar van Lijntje Witten.
4 kind(eren)
-
Magteltje Witte van Dijck
, *Pernis ±1658
, † Pernis ±8-4-1737 .
De in Pernis wonende Pietertie Jans, weduwe van Cornelis Crijnen [een broer van de eerste vrouw van Magteltje’s vader] transporteerde op 15-5-1681 voor 400 gld. aan Arij BAstiaens Hoppel een huis en erf aldaar, oostelijk belend door ’de gemeenlants wateringe’; zuid en west door ’den rijwech’ en noordelijk door Wit Jans. Hij voldeed 150 gld. contant. Voor het restant van 250 gld. werd een schuldbrief opgemaakt. De schuldbrief werd op 12-6-1683 geroyeerd.
Magtelt Witte van Dijck, weduwe van Arijen Bastiaens Hobbel, wonende in Pernis, kwam op 19-11-1726 tot akkoord met haar 2 kinderen Bastiaen Ariens Hobbel en Wit Ariens Hobbel, mede wonende onder Pernis, inzake hun vaderlijke erfenis. Wit zou in de gehele boedel blijven zitten onder conditie dat zijn moeder Magtelt levenslang in het huis zou mogen blijven wonen, alwaar zij naar behoren zou worden onderhouden. Hiertegen zou Bastiaen 125 gld. uit de boedel toekomen. Magtelt en haar zoons plaatsten hun handmerkje.
3 gld. impost
×
Pernis 25-5-1680
Arijen Bastiaensz Hoppel
, * 1646
, ~Heerjansdam 1-4-1646
, † Pernis ±8-4-1723.
Zoon van
Bastiaen Heindricxen Hoppel
en
Marichje Cornelis (Marigien Cornelis)
.
Arij Bastiaense Hoppel was j.m. van Heerjansdam. Machteltje Witte was j.d. van Pernis. Kinderen o.a. Bastiaen en Wit.
Arij Bastiaanse Hoppel werd met attestatie van Heerjansdam in 1680 lidmaat te Pernis. Hij is daar ook vermeld op de lidmatenlijst van 1714. Zijn vrouw is nooit lidmaat geweest.
3 gld. impost.
3 kind(eren)
-
Arjaentje Witte
, *Pernis ±1665
, † Hoogvliet ±24-8-1720 .
×
Pernis 9-5-1687
Cornelis Jansz Molenaer
, † Hoogvliet ±11-1-1713.
Zoon van
Jan Leendertsz Molenaer
en
Lijsbet Eeuwoutsdr ( Knegt)
.
Cornelis was j.m. van Hoogvliet. Arjaentje was j.d. van Pernis. Cornelis broer Eeuwout was al eerder getrouwd met Arjaentje’s zuster Lijntje Witte.
Overleden onder Hoogvliet, 3 gld. impost.
1 kind(eren)