Adriaen Aelbrechtsz ( Roos) , * ±1500 , † 1578.
Zoon van Aelbrecht .

Schatting.

Aanvankelijk was Adriaen boer in het Munnikenland bij Westmaas, nadien op het dorp Mijnsheerenland.
In 1566 was hij waarsman van Mijnsheerenland van Moerkerken.

Adriaen Aelbrechtsz. testeerde met zijn 3e vrouw op 4-12-1565 in Mijnsheerenland. Op 22-10-1573 testeerde Adriaen alleen.

Zijn nageslacht voerde de familienaam Roos.

Mijnsheerenland, maart 1575:
- Pieter Dirck Korsz., e.v. Janneke Adriaensdr.,
- Pieter Adriaensz., e.v. Bastiaentge Adriaensdr.,
- Adriaen Cornelisz. van de Westmaas, e.v. Lijske Jansdr.,
- Cornelis Thonisz. van de Westmaas, e.v. Neeltge Jacob Jansdr.,
- Adriaen Adriaensz. Verboudt, e.v. Ariaentge Adriaensdr.,
- Cornelis Dammasz., e.v. Machteld Lambert Pietersdr., en
- Jan Adriaen Troost,
altezamen erfgenamen van Marichge Jacobsdr., eertijds ev Adriaen Aelbrechtsz., va Adriaen Aelbrechtsz. de gerechte helft van een losrente van 6 Cgld, eens verzekerd geweest op de landen van Dirck Kors Pietersz., Dirck Kors Pietersz. angesuccedeert bij aflijvigheid van zijn moeder op 20.8.1549.

Op 3-3-1575 verkopen Pieter Dirrick Korsz., als man en voogd van Janneche Adriaensdr., en de overige erfgenamen van Marichie Jacobsdr., laatst huisvrouw van Adriaen Albrechtsz., aan Adriaen Aelbrechtsz. de helft van een rentebrief van 6 car. gld. jaarlijks, te lossen met 16 ponden groten vlaams met de onbetaalde rente.

Adriaen Aelbrechtsz. pandt op 13-10-1575 Dirck Kors Pietersz. als erfgenaam van diens zoon
Pieter Dircksz., alsmede diens weduwe Jobge [=Jannetge] Adriaensdr., vanwege een door Adriaen verkochte koe. Tevens eist Adriaen van Dirck Korst Pietersz. 6 car gld. Vanwege achterstallige rente. Op 18-4-1577 pandt Adriaen opnieuw Dirck voor de voldoenening van een jaar achterstallige rente. Adriaen Aelbrechtz. Verklaart op 23-2-1575/6 aan Dirrick Kors Pietersz. 100 car. gld. 11 st. schuldig te zijn als rest van de koopsom voor 7½ hond, gelegen naast het kerkhof in het Oudeland van Moerkerken.
Adriaen is overleden tussen 10 feb. en 13 apr. 1578.

Adriaen’s 1e vrouw heette Beatrix en was weduwe van Heijn IJemantsz. en mogelijk ook van Willem Beijensz.
Beatrix had belangen in Cromstrijen. Naar haar vorige man werd zij wel "Beatrix Heijnen" genoemd.

In 1536-7 zijn Beatrix en haar man Adriaen vermeld als pachters van 6 morgen 639 roeden gorzen nabij Beversloot in Cromstrijen, land dat in 1530 werd gebruikt door Heijn IJemants.

Zij zijn gehuwd tussen òf 27-2-1552 en 8-7-1553 òf 4-10-1568 en 9-1-1573.
Maritge was weduwe van Michiel Jan Diercksz., boer te Mijnsheerenland, ook heemraad en kerkmeester, overl. in 1553.
Mariche Jacopsdr., huisvrouw van Adriaen Aelbrechtsz. en inwoonster van Mijnsheerenland, maakt in gezelschap van haar man op 13-9-1568 een wilsbeschikking.Zij wil in de kerk aldaar begraven worden en legateert hiervoor 2 ponden groten vlaams, alsmede 1 pond aan de pastoor, 1 pond aan de kapelaan heer Otte Ghene, 1 pond aan de koster en aan elke in Mijnsheerenland wonende priester 4 stuivers. Hiervoor moet haar uitvaart worden verzorgd, waarna aan de armen brood uitgedeeld dient te worden tot loutering van haar ziel. Zij legateert aan Janneken Adriaensdr., huisvrouw van Dammas Huijmansz., een dochter van haar broeder, het gehele ’huys, berch, keten’ met toebehoren bewesten het Kerkslop te Mijnsheerenland, waar zij dan woont. Als Janneken zonder nageslacht mocht overlijden, komt dit aan haar erfgenamen van vaderszijde. Voorts krijgt nicht Janneken de helft in 5 morgen land, gekocht van Adriaen van Moeyssienbouck Govertsz. tot Dordrecht, en haar gedeelte in de meubele goederen, huisraad en hafelijke goederen [..]. Aan haar neef Pieter Jacop Jansz en nicht Neeltge Jacop Janszdr., kinderen van Jacop Jansz., zoon van een zuster van Mariche Jacopsdr., vermaakt zij elk 200 car. gld., vanwege hun vader als haar mede-erfgenaam. Bij hun overlijden zonder nageslacht zal dit geld komen aan de kinderen van hun moeye Lijssken Jansdr. of haar kinderen. Lijntge Lambrecht Pieters weduwe wordt genoemd als zijnde een zuster van Mariche Jacopsdr. Ook noemt zij nog Lijsken Dammas Huijmansz.’ dochter.

Op 3-3-1574 spanden de erfgenamen van Maritge Jacobsdr., laatst huisvrouw van Adriaen Albrechtsz., een zaak aan bij de Hoge Vierschaan. Daarbij genoemde erfgenamen zijn:
- Adriaen Cornelisz. van de Westmaze, getrouwd met Lijsken Jansdr.,
- Cornelis Thonisz. van Westmaze, getrouwd met Neeltge Jacob Janszdr.,
- Pieter driaen Bouwensz., getrouwd met Bastiaentge Adriaensdr.,
- Cornelis Dammasz., getrouwd met Machtelt Lambert Pieterszdr.,
- Adriaen Adriaensz. Verboudt, getrouwd met Ariaentge Adriaensdr., en
- Jan Adriaensz. Troost uit naam van zijn broeder Bastiaen Adriaensz. Troost, weduwnaar van Marichge Lambert Pietersz.
Zij zijn allen erfgenamen van hun overleden ’moeye’ Mariche Jacobsdr.

Mijnsheerenland, 13 mei 1575:
Cornelis Dammasz., wonende aan de Reedijk van Heinenoord, echtgenoot van Machteld [Lambert] Pietersdr., en erfgenaam van Lijn Jacobsdochter, dochter van genoemde Machteld, dewelke mede-erfgenaam is van Maritge Jacobsdochter, haar zuster, in het laatst van haar leven echtgenote van Adriaen Aelbrechtsz., is schuldig aan Jan Adriaensz. Troost op Heinenoord 34 Cgulden uit zake van een gerechte 3e deel van 16 ponden groten Vlaams, daar deze Cornelis Damasz. voor zijn portie als derde erfgenaam van zijn overleden schoonmoeder, welke jaarlijkse losrente van 16 ponden groten Vlaams door voornoemde Jan Adriaensz. Troost verzekerd waren op zeker land dat Lijn Jacobsdr. ten deel gevallen was bij de besterfenis van Mariche Jacobsdr., haar overleden zuster. Cornelis Damasz. hypothekeert deze som op 8 hont 137 roeden en 8 voeten land in het Nieuweland van Moerkercken.

Mijnsheerenland, 1 mei 1576:
Jan Adriaensz. Troost, wonende op Heinenoord, is schuldig aan Adriaen Adriaensz. Huisman, achtergelaten kind van Marichen Adriaensdochter, zijn overleden moeder, 100 Cgulden uit zake van het testament van Marichge Jacobsdr., in het laatst van haar leven echtgenote van
Adriaen Aelbrechtsz. Genoemde som zal Jan Adriaensz. onderhouden gedurende de tijd van 3 jaren.

1. Mariken Adriaen Aelbrechtsdr (Marichge Adriaensdr) ( Roos) , † 8-8-1602 , [] Mijnsheerenland .
   
   × <1566   Aert Gijsbrechtsz ( Hacke) , † ±1577.
   
   Aert Ghijsbrechtsz was boer te Mijnsheerenland en in 1564 was hij daar ook heemraad.
   
   Aert is een zoon van Gijsbert Laurisz., heemraad van Mijnsheerenland, en Kunger Aertsdr.
   
   Oost-IJsselmonde, 24-3-1624:
   Koos Voppensz uit Oud-Beijerland en Gerit Aryensz de Haes uit Ooltgensplaat, man en voogden van de twee dochters van Cunera Aertsdr, zuster van Adriaen Aertsz Hacke, hebben beslag laten leggen
   op het geld dat zij nog moeten ontvangen uit de nalatenschap van Dyna Jansdr uit Gorinchem. Pieter Pietersz, secretaris te IJsselmonde is gemachtigd. Ook de weduwe en de kinderen van Streyen Aertsz Hacke en Michiel Aertsz, zijn broer, delen in de nalatenschap.
   Over. tussen 1575 en 1580.
   
   
   × ±1580   Ghijsbrecht Pieters Meeuwenhil , † ±1602.
   
   6 kind(eren)



2. Sebastiaen Adriaensz Roos , † <1604 .
   
   Sebastiaen Ariaensz. Roos/Roes was boer en won. op Westmaas.
   
   In 1582/83 wordt hij genoemd als pachter voor het derde jaar van 4 morgen 34 roeden in het Oudeland van Strijen.
   Hij is overl. tussen 18-11-1587 en 13-5-1603.
   
   
   × <1566   Ariaentge Pietersdr .
   
   4 kind(eren)



3. Jan Adriaen Aelbrechtsz (Jan Adriaensz) (Jonghe) Roos , † <1617 .
   
   Jan Adriaensz. de Roos/Roes/Rhoos, Jonghe Roos, was boer in Oud-Cromstrijen. Hij had een hofstede in het Maassenieuwland.
   Overl. tussen 6-11-1606 en 26-12-1616.
   
   
   × ±1557   Grietge Willemsdr , † <1585.
   Zij trouwden tussen 4-12-1565 en 13-9-1568.
   
   
   × <1585   Barber Oolen .
       Dochter van Ool Pietersz en Anna Jansdr .
   Jan Adriaensz hertrouwde met Barber Oolendr.
   
   Barber is een dochter van Anna Jansdr. en Ool Pietersz., boer in Cromstrijen.
   
   Ool(l) en Arijen Jansz. Roos en Willem Pietersz. van den Berch, als oom en bloedvoogd van Arijen [sic ! = Pieter] Jansz., achtergelaten weeskind van Jan Ariensz. Roos geprocreëerd bij Comelia Pietersdr., beiden zaliger, allen kinderen en erfgenamen van voomoemde Arijen Jansz. Roos, kavelen op 26 december 1616 alzulke landen als buiten het testament van Roos waren geleven. Het betreft ca. 7 morgen in de stede van voomoemde Jan Ariensz. Roos. Het land, dat hun elk voor een derdepart toebehoort en door een gezworen landmeter afgemeten zal worden, is westelijk belend aan De Logger, zuidelijk aan de landen ‘int voors. testament geroert’ en noordelijk aan Ooi en Arijen Jansz. Roos. Ooi en het weeskind zullen ieder 75 car. gld. aan Arijen uitreiken.
   
   Oud-Beijerl., 22-11-1623:
   Anneken Cornelisdr., huisvrouw van Dirrick Arijensz. Luchtenburg, oud ca. 43 jaar, wonend onder de jurisdictie van Mijnsheerenlandt van Moerkercken, verklaart voor notaris Jacob Spoors op verzoek van Jan Gillissen, wonend te Rotterdam, dat haar zal. moeije Barbara Olen, in haar leven woonachtig te Cromstrijen, op haar ziekbed had gelegateerd aan Jan Jansz. van Beveren de somma van 100 car. gld. ’de welcke hij tot zijnen huwelixsen staet uit haer naergelaeten goederen soude genieten.’ Getuigen: Jan Heijndrixsz. de Groot en Davidt Grijpo.
   Wellicht is zij overl. vóór 12-9-1604.
   
   
   × >1603   Cornelia Pieters (van den Berch) , † <1617.
       Dochter van Pieter (van den Berch) (?) en ?
   
   Adriaen Jansz. Roos, inwoner van Cromstrijen, verklaart op 26 december 1616 aan Pieter Jansz., achtergelaten weeskind van Jan Ariensz. Roos geprocreëerd bij Comelia Pietersdr., beiden zaliger, ofwel aan diens voogden, de som van 450 car. gld. schuldig te zijn vanwege een gerecht vierde part in de ‘huyssinge, erve, bergen, schuyer, timmeragie ende plantagie’, en ook in een gerecht vierde part van circa 5 hond waarop de woning etc. staat in Oud-Cromstrijen. In de marge is opgetekend dat Ariaentgen Pietersdr. (dan weduwe van de schuldenaar) de orginele en doorsneden schuldbrief op de secretarie van Cromstrijen heeft vertoond.
   Pas op 20 maart 1617 vindt het transport plaats door Willem Pietersz. van den Berch, als oom en bloedvoogd van Pieter Jansz. (Roos).
   
   
   3 kind(eren)



4. Adriaentge Adriaensdr ( Roos) , † ±1575 .
   
   (Se)Bastiaen Adriaenssen Roos, als principale voogd van Wouter Comelissen en Nelleken Comelisdr., nagelaten ‘vooronmondige’ weeskinderen van Comelis Wouterssen en Ariaentgen Adriaensdr., levert op 12 september 1578 aan het gerecht van De Group zijn rekening over. Hierin is begrepen de rekening van Jan Adriaenssen Roos, oom en voogd van kinderen, (aangetrouwde oom) Aert Ghijsbrechtssen, als getrouwd hebbende Marijcken Adriaensdr., alsmede die van Adriaen Aelbrechtssen, zaliger vader van Sebastiaen en Jan Roos. Als voogd van vaderskant van de kinderen wordt genoemd Pieter Adriaenssen Bael [= Boel ?] te Charlois.
   
   Een restbetaling van de 100e penning over De Group is
   gedateerd 6 juni 1577. Ook is genoemd (de weeskinderen hun halfbroer) Ghijsbrecht, zoon van Rutgert Giesbrechtssen geprocreëerd bij Ariaentgen (Adriaensdr.).
   
   Bastiaen Adriaens Roes, wonende op Westmaas, als voogd van de kinderen van Comelis Wouters, constitueert op 20 juli 1582 voor het Hof van Holland tegen Jacob Comelis Moerkercken.
   
   Comelis Bastiaensz., voor hemzelf en als getrouwd hebbende de weduwe van mr. Rutgert Ghijsbrechtsz., wonende in het Maassenieuwland, constitueert op 18 november 1587 voor het Hof van Holland een procureur in een zaak tegen Jacob Comelisz. van Moerkercken, wonende tot Delft, alsmede Bastiaen Adriaensz. Roos, wonende ‘aen de Westmaese’, voogd van de weeskinderen van Comelis Woutersz. en alle andere betrokkenen.
   Overl. tussen 22 okt. 1573 en 1576.
   
   
   × ±1567   Cornelis Woutersz , † <11-1573.
   Getr. tussen 4-12-1565 en 13-9-1568. Kinderen: Wouter & Nelleke.
   
   Comelis Woutersz., boer in De Group.
   
   Comelis Woutersz. is als huurder van 14 morgen in De Group vermeld in de 10e penningkohieren van Cromstrijen met Striemond en De Group over de jaren 1554, 1557 en 1561.
   
   
   × <1574   Rutgert Ghijsbrechtsz (Rutgert Giesbrechtssen) , † <12-1587.
   Kind: Ghijsbert.
   
   mr. Rutgert Ghijsbrechtsz., landgebruiken woont in het Westmaas Nieuwland.
   
   Rutgert tr. 2e Neeltgen Adriaensdr. (zij hertr. Comelis Sebastiaensz., boer in De Group / Maassenieuwland, Heilige Geestmeester, schepen van De Group, schepen van Westmaas, stadhouder van De Group en Westmaas).
   Overl. tussen 13-4-1579 en 18-11-1587.
   
   
   3 kind(eren)