Annetgen Burgerts (Annitge Borgers) van (der) Putten , * ±1610 , † >10-1649.
Dochter van Burgert Cornelisz (Borrit Cornelisz) van (der) Putten en Aeltgen Heijnricks (Aeltgen Hendrix) .

Afb. Oud-Beijerland   

Anneke, jd . van/wonende Oud-Beijerland, was een dochter van de Burgert Cornelisz. van Putten en Aeltje Hendricksdr., landbouwers op een boerderij aan de Zinkweg.

Op 15 januari 1641, rond de klok van zes uur, maken de onder Oud-Beijerland wonende Adriaen Lenertsz. de Jonge en zijn vrouw Annitgen Borgertsdr. van der Putte een testament voor de notaris te Klaaswaal. Zij doen hun voorgaande disposities teniet. Vervolgens testeren zij op de langstlevende. Deze zal in het bezit blijven van hun gezamenlijke boedel, bestaande uit o.a. ‘huys, landt, haeffelijcke en erffgelen goederen, huysraedt en inboël’, etc. De langstlevende zal gehouden zijn aan de armen van Oud-Beijerland 25 car. gld. uit te reiken, alsmede hun kind of kinderen op te voeden etc., waarbij de dochters moeten leren naaien, en dat tot de leeftijd van 20 jaar, en dan aan hen allen gezamenlijk uit te reiken 1000 car. gld., alsmede de lichaamssieraden van de gestorven ouder. Diens kleding zal verkocht worden ten behoeve van de kinderen en het zilverwerk en de kleinodiën zullen tot hun mondigheid voor hen bewaard worden. Indien de eerststervende ouder zonder nageslacht overlijdt, of indien alle kinderen voor hun mondigheid komen te overlijden, dient de langstlevende aan de naaste ‘vrunden’ van de eerstgestorvene 400 car. gld. uit te reiken. De langstlevende zal voogd zijn met voogdij van naaste ‘vrunden’ van de eerstgestorvene. Zij tekenen in een behoorlijk handschrift: ‘Arien Leenderss. de Jonge’ en ‘Annetge Burgers’.

Arijen Leendertsz. de Jonghe, getrouwd met Anneken Burgerts, transporteert op 3 november 1649 met de mede-erfgenamen van zijn schoonmoeder Aeltgen Heijndricxdr., weduwe van (haar laatste man) Burgert Comelisz., een huis aan de oostzijde van de Voorstraat te Oud-Beijerland.

Aryen Leendertsz. (de Jonghe), j.m. wonende in Oud-Engeland, x Anneke Burgertsdr. van Putten, j.d. van Oud-Beyerland. Huwelijk voor schout & schepenen van Oud-Beyerland.
Dit stel en een deel van hun kinderen volgden de Oud-Vlaamse gezindte.

1. ? Jacob Ariensz de Jongh , † Oud-Beijerland, Zinkweg ±9-2-1681 , [] Oud-Beijerland 13-2-1681.
   
   Jacob is getrouwd met
   1) in 1666 voor het gerecht van Oud-Beyerland met Trijntje Cornelisdr. van der Wael, een zus van bovengenoemde Jacob van der Wael;
   2) met Ariaantje Cornelisdr. Jongebroer.
   
   Jacob Ariensz. de Jongh, jm. won. onder Oud-Beijerl., was bouwman aan de Zinkweg bij Oud-Beijerl. en diaken van de Oud-Vlaamse doopsgezinde gemeente te Oud-Beijerl.
   
   Jacob Cornelisz. van der Wael en Hendrick Cornelisz. van der Wael traden op als de voogden van Ary Jacobsz. de Jong, zoon uit Jacob’s eerste huwelijk.
   
   In 1666 woonde Jacob onder Oud-Beyerland, later (1681) aan de Zinkweg. Hij was landbouwer van beroep. Zijn tweede vrouw overleed
   
   Jacob Ariensz. de Jongh was in 1678 diaken van de (Danziger) Oud-Vlaamse gemeente.
   
   in 1712 (aangifte impost 8 maart 1712) onder Roozand. Jacob wordt in bovengenoemd testament aangeduid als ‘opzichter’ (= diaken).
   
   Zie: Ons Voorgeslacht 1995 & 2014.
   Jacob werd op 13 februari 1681 op het kerkhof van Oud-Beyerland begraven.
   
   
   × Oud-Beijerland 26-12-1666   Trijntje Cornelis van der Wael .
       Dochter van Cornelis Jacobsz van der Wael en Jacomijntge Burgerts (Jacobmijntgen Borrits) .
   Zij waren neef en nicht.
   
   Trijntje Cornelisdr. van der Wael, jd. wonende in Den Hitsert.
   
   
   × <3-1681   Ariaentgen Cornelis Jongebroer , † Pernis, Roozand ±8-3-1712.
       Dochter van Cornelis Cornelisz (Cornelis Cornelisz de Jonge) Jongebroer en Geertgen Ariensdr (Geertgen Arentsdr) de Jong (?).
   
   Ariaentge Cornelis Jongbroer, j.d., & Matijs Jacobsen Stolck, j.m., gingen in ondertrouw op 24-1-1642 in Rotterdam, 3e huw. procl. op 9 feb. 1642.
   
   Jacob Arijens de Jongh en Aerjaentje Comelis, echtelieden wonende aan de Zinkweg onder Oud-Beijerland, hij ziekelijk, testeren te hunnen huize op 9 februari 1681 voor een notaris uit Oud-Beijerland op de langstlevende. Deze dient hun gezamenlijke kinderen te alimenteren etc. tot mondigheid en alsdan aan ieder 25 gld. uit te reiken. Aangezien Jacob een voorkind heeft bij zijn eerste vrouw Trijntje Comelis van der Wael, dat met de moederlijke portie is bewezen, zullen zijn nakinderen eveneens 25 gld. als moederlijke portie ontvangen. Het voorkind dient door de langstlevende met de andere kinderen opgevoed te worden. Naast de langstlevende zal Leendert Arijensse de Jonge medevoogd zijn. Laatstgenoemde is met Tonis Arensse de Knecht getuige bij het opmaken van deze akte. Jacob plaatst een handmerkje; zijn vrouw tekent als ’Arijaentje Cornels’ en Leendert als ‘Leendert Arensz. de Jongen’.
   Roozand, 1712, 8 maart: Arijen Pietersz. Koole glav zijn vrouws zuster genaamd Arjaantje Cornelisdr. Jongebroer, wed. van jacob Ariensz. de Jongh, overl. onder ’t Roozand, ob
   progiam onder Poortugaal te begr., 3 gld.
   
   Get. bij de overl. aangifte: Arijen Pietersz Koole .
   
   4 kind(eren)



2. Leendert Ariensz de Jongh , † 7-1686 , [] Oud-Beijerland 28-7-1686.
   
   Leendert Ariensz. de Jongh (dd Jongen), jm. won. onder Oud-Beijerl. in 1671, bouwman (landbouwer) te Oud-Beijerl.
   
   Na Leendert’s overlijden hertrouwde Maeycken op 17 okt. 1688 te Oud-B. met Cors Aryensz. van Cralingen. Waarschijnlijk nam hij het boerenbedrijf over.
   
   Dit echtpaar is behandeld in de monografie ‘De Jong’. Hieruit nageslacht onder de naam De Jongh.
   Begraven op 28 juli 1686 op het kerkhof van Oud-Beyerland.
   
   
   × Oud-Beijerland 6-9-1671   Maeijcken Jans van Putten , * ±1650 , † ±1718.
       Dochter van Jan Lambrechts van Putten en Maertje Hendricks (Maritgen Heyndricx) .
   
   Maeijcken Jansdr. van Putten, jd. won. onder Oud-Beijerl. in 1671.
   
   Maijcken tr.
   1. OB 6 sep. 1671 Leendert Ariens de Jong, z.v. Arijen Leenderts de Jong (Backer) & Anneke Burgertsdr. van der Putten; kinderen: Jan & Annetje.
   2. OB 17 okt. 1688 Cornelis Ariens van Kralingen uit Den Briel.
   
   OB, 1671-9-6: Leendert Ariensz de Jongh, jm wnd. onder OudBeijerland, & Maeijcken Jans van Putten, jd wnd. onder OudBeijerland.
   
   OB, 1688-10-17: Cors Arijensz van Cralingen, jm geb. van Brielle wnd. onder Oud-Beijerland, & Maertje Jans van Putten, wed. van Leendert Arijensz de Jongh, wnd. onder Oud-Beijerlanden.
   
   Maijcken’s zoon Jan Leendertsz. de Jong huwde
   1. in 1701 Neeltje Jans Heijn;
   2. ca. 1730 Trijntje Jans de Kat (= voormoeder van Trea), die hertr. met Bastiaen Niemansverdriet.
   Maeycken overleed ca. 1718 wsl. te Oud-Beyerland.
   
   
   2 kind(eren)



3. Neeltje Ariens de Jong , *Oud-Beijerland ±1640 , † Westmaas >1703 .
   
   × ±1665   Henderik Chielen van der Giese .
   
   9 kind(eren)



4. Jan Ariensz ’t Jong , *Oud-Beijerland ±1640 , † >1683 .
   
   Jan Ariensz. de Jongh is geboren ca. 1640 te Oud-Beyerland. Na 1683 te Numansdorp overleden. Hij was getrouwd, maar de naam van zijn vrouw is onbekend.
   
   Jan was landbouwer te Klaaswaal en later op de boerderij ‘Dijkzicht’ te Numansdorp. In 1672 was hij lidmaat van de hervormde kerk te Numansdorp.