Peter Poijnenborch , † <4-1376.
Zoon van ? .

Peter is een zoon van Godefridus (Godevaert) Poijnenborch en had ook een broer met die naam.

Op 16 maart 1368 verkocht Peter, zoon van Godevaert geheten Poijnenborch, woont Haaren aan Herman, zoon van wijlen Jan van Boerden een erfpacht en erfrente uit goederen in de parochie Tilburg.

Op donderdag na zondag Invocabit, de eerste zondag van de Vasten, 12 maart 1405, doen Arnoldus Poynenborch, Petrus en Godefridus, zijn broers, alsmede Jan van der Loo, man van Margriet, afstand van zeven-achtste in een erfcijns van 2 oude gouden schilden, welke cijns hun broer Gerard zoon van wijlen Peter Poynenborch verkregen had van Willem zoon van wijlen Henrick Vos van Belver uit al Willems goederen waar ook gelegen ’bij koop in brieven en rechten’ ten behoeve van Margriet weduwe van wijlen Wouter Poynenborch en haar kinderen bij Wouter. Maar Godefridus Poynenborch behoudt een-achtste in deze erfcijns.

Op 1 maart 1450 worden genoemd: Jan, zoon van wijlen Jan Heijen, Jan, zoon van wijlen Wouter van den Loe Jansz. en Jan, zoon van wijlen Peter Sthevensz. van der Amervoert, mede ten behoeve van hun mede-erfgenamen genoemd in verband met de nalatenschap van Gherijt Poijnenborch. Er is daarbij sprake van een erfpacht die Peter geheten Poijnenborch, zoon van wijlen Peter Poijnenborch van Aerd geheten Poijnenborch, Wouter geheten Poijnenborch, Godevaerd geheten Poijnenborch, broers, zoons van wijlen Peter Poijnenborch en Jan geheten van den Loe, hun zwager, gehuwd met Margriet, erfelijk verkregen hadden.

Onder de cijnskring Tilburg vinden we in 1340 Petrus Pennenborch. Hij betaalde de gehele periode vanaf 1340 (totvermoedelijk 1380) 1 denier nieuwe cijns.

Omstreeks 1367 wil Petrus filius Godefridi dicti Poynenborchs zoen (doorgehaald: de Tylborch), commorans in parochia de Haren, een erfpacht van 22 lopen rogge en een erf cijns van 16 denieren, te leveren en te betalen onder Westilborch, verkopen aan ’Hermanno filio quondam Joannis dicti de Boerde.

Zie ook: C.H.J. van den Brekel en W.P.M.J. de Bakker:
‘De oudste generaties Peynenborch’, in ’De Brabantse Leeuw’ 1987 (36), pag. 107, e.v.
Peter Poijnenborch, overl. tussen 16-3-1368 en 23-3-1376.

1. Margriet Poijnenborch .
   
   × <1406   Jan van den Loe .
   
   2 kind(eren)



2. Peter Petersz Poijnenborch .
   
   In mei 1389 was sprake van "Gerit zoon van wijlen Peter Poynenborch, ook te behoeve van diens broer Peter".
   



3. Arnoldus (Aert) Poijnenborch .



4. Wouter geheten Poijnenborch , † <1406 .
   
   Wouter Peter Peijnenborch is overl. vóór 1409. Hij zou kinderen hebben gehad.
   
   Wouter zoon van wijlen Peter Poynenborch, heeft begin 1380 goederen verkregen tegen een pacht van 7 mud rogge van een Van den Nuwenhuse. Tot zekerheid stelt Wouter een tweetal stukken land in de parochie Haaren: het ene gelegen tussen erven van Jan van de Loo en van Aart van der Strijpen; het andere tussen erven van de kinderen van Jan van Laerhoven en van Aleyt van den Nuwenhuse. Wouterus filius Petrus Poynenborch staat, zoals te verwachten was,ook vermeld in het hertogelijk cijnsboek van 1380.
   



5. Godevaert Petersz Poijnenborch .
   
   Godevaert Petersz. Poijnenborch was getrouwd met Katherijn Jan Petersdr.
   
   Op 23 maart 1376 krijgt Godevaerd genoemd Poynenborch, zoon van wijlen Peter, een huis, hof en toebehoren in de parochie Haaren ter plaatse genaamd Belver, in erfpacht van Henric, Jan en Willem Priem, gebroeders en zonen van wijlen Jan Priem, van Jan genoemd Stert man van Heylwich, en Jan van Nyn man van Aleyte, van Claus genoemd van den Dael en Wijtman diens zoon, alsmede van Godevaert zoon van wijlen Jan Zadelmaker. Het erf lag tussen erven van Henric Priems en van Aert Appels zoon van wijlen Aert Appels Jacobs.
   
   In 1380 betaalt Godefridus Poynenborch 6 denieren nieuwe cijns in de cijnskring Oisterwijk, zoals daar gebruikelijk op St.Thomas, uit een erf (afkomstig) van Johannes Puorum.
   Willem Priem verkoopt op 26 maart 1410 aan Godevaert Poynenborch een erfpacht van 1 lopen rogge op het huis en hof van Godevaert, waar die ’nu en dan woonachtig’ is zoals Van Rooij in het regest van dit bewaard gebleven charter meedeelt. Dit huis is gelegen in de parochie Haaren in een stede Belver en was door Godevaert verkregen van Willems vader Jan.
   
   
   × ?   Katherijn Jan Petersdr .