Sijken Cornelis Lodewijcx , * <1600 .
Dochter van Cornelis Anthonis Lodewijcx (???) en Niesken Cornelisse van Driel (???) .

Bij de 200e Penning van Hendrik-Ido-Ambacht van 1638 was sprake van "De weduwe van Frans Cornelis van Aelst met haer kinderen": 80 L.

Cornelis Aryensen van Dalem, wonende op Zwijndrecht, als in huwelijk gehad hebbende Weyntgen Cornelis Sangers, en als diens enige geïnstitueerde erfgenaam, aan de ene zijde, en de mede aldaar woonachtige Schalck Jansen van der Veer, getrouwd hebbende Cornelia Cornelis Sangers, zuster van gehele bedde van de voornoemde Weyntgen, beiden kinderen van wijlen Cornelis HuybrechtsenSangers en diens eerste huisvrouw Anneken Frans van Aelst, die een dochter was van Sijken Cornelis, weduwe van Frans Cornelissen van Aelst, zo voor hem zelf als vervangende Daentgen Cornelis Sangers, minderjarige dochter van Cornelis Huybrechtsen Sangers bij diens tweede vrouw Anneken Cornelis Bouman, zijnde een halve zuster van Weyntgen, aan de andere zijde, compareerden op 26 maart 1658. Zij verklaarden dat de voornoemde Weyntgen onlangs was komen te overlijden met nalating van een enig kind, welke kort na haar ook was gestorven. Schalck meende nu gerechtigd te zijn om een zesde part te eisen uit de boedel van Van Dalem, als zijndeeen derde uit de helft over de legitieme portie, zoals het overleden kind in zijns moeders goederengerechtigd was. Tevens eiste Schalck voor zich zelf een partijlanden en grienden welke afkomstig waren van Sijken Cornelis, grootmoeder maternel van de voornoemde Weyntgen en van Heyltgen Frans van Aelst, haar "moeye" (= tante).
Cornelis A. van Dalem en Schalck Jansen hadden nooit afgewetenvan deze fideicomrnmisen hadden derhalveop 2 dec. 1656 gekaveld. Vervolgens kwamen nu de partijen -om processen en onmin te voorkomen- tot een schikkingen kaveling. Van Dalem kreeg 700 gld. en het huis met werf, schuur enz., alwaar hij toen woonachtig was, alsmede huisraad, meubelen, inboedel, paarden, beesten, "corenwerck",bouwgereedschappen en de kleding, juwelen en het zilverwerk dat tot het lichaam van zijn vrouw behoord had. Daarnaastkreeg hij in eigendom: 2 112mergen onder Ridderkerk, 2 1/2 mergen op Develsteyn, 2 mergen "inde Hel" en de kontante gelden in zijn boedel, maar daarentegen diendehijwel de lasten en schuldenin zijn boedel te voldoen.

1. Heijltgen Franse (Heijltie Frans) van Aelst , † 1654 .
   
   Heijltje is een dochter van Frans Cornelisz van Aelst, heemraad van Hendrik-Ido-Ambacht en leenman van Heenvliet, en Sijken Cornelisdr. (Lodewijcxs).
   
   Willem Cornelisse, w.v. Claertgen Bastiaenen, won. in Sandelijncx Ambacht, & Heijltje Franssen van Ae[??], j.dr.v. Swijndrecht; eerste gebodt gegeven den 29 Octob. bevesticht in Swijnd. 26 Novemb. 1645 [in Zwijndrecht].
   
   Hendrik-Ido-Ambacht, 1645:
   Den 31 Martij tot de taefel des Heere opgenome
   Heijltie Franse van Aelst, huijsvrou van Willem Cornelisse Leenheer,
   wonende in het Achterambacht.
   
   In een akte van 6 of 8 juni 1654 is sprake van een tuintje of boomgaardje in Zwijndrecht aan de ‘ Langen wech ’, gepossideerd door Heijltie Frans, weduwe van Willem Comelis Leenheer.
   
   Aryen Thijssen en Cornelis Theunissen, beide getestamenteerde voogden over de nagelaten erfgenamen van Heyltje Fransen van Aelst, laatst weduwe van Willem Cornelissen Leenheer, aande ene zijde, en Cornelis Aryensenvan Dalem, alsman en voogd van Weyntje Cornelis, voor zich zelf, aan de andere zijde, transporteerden op 23 dec. 1654 een tuin of boomgaard van ca. 159 roeden aan de Langenwech onder Zwijndrecht voor 810 gld. aan Pieter Bastyaensen Bijl.
   Overleden tussen 3 juli en 23 december 1654.
   
   
   × Zwijndrecht 26-11-1645   Willem Cornelisz Donck alias Leenheer , * ±1595 , † ±1652.
   Otr. op 1645 in Hendrik-Ido-Ambacht.
   Heijltie van Aelst, huijsvrou van Willem Cornelisse Leenheer, wonende in het Achterambacht. Willem was wed.nr van Claesjen Bastiaen Jacobszdr.
   Op 30-5-1615 was hij onmondig en op 3-5-1622 was hij mondig.
   
   Vanaf zijn eerste huwelijk was Willem boer op de hoeve van zijn vrouw te Sandelingenambacht en met zijn tweede vrouw boerde hij op haar hoeve aan de Langenweg op de grens van Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht.
   
   Voor zijn voorouders zie "Ons Voorgeslacht", Jaargang 67, juni 2012, blz. 205 e.v.
   
   -- --
   Willem .... den leenheer, won. in’t achter Ambacht, was met Aeltgen Jans & Aeriaentgen Teunis op 29-3-1643 in Alblasserdam getuige bij de doop van Maria, dochter van Jan Leendertssen van Asperen en Janneken Cornelis Bijl.
   -- --
   Overleden tussen 8-2-1652 en 22-2-1653.
   
   Willem Cornelisz trad op als getuige bij de doop van Arien Pauwelsz Cranendonck (?) .



2. Cornelis Franszen van Aelst , *Zwijndrecht ±1607 , † <9-1648 .
   Geschat geboortejaar.
   
   Cornelis Franszen van Aelst j.g. & Anneken Cornelisdr. beijde v. Swijnd.
   sijn i.d.h.s.b. den 23. Sept. 1629 [in Zwijndrecht].
   
   Zwijndrecht, 6 oktober 1635:
   Rekening, reliqua en bewijs t.b.v. de onbejaarde weeskinderen van Cornelis Dirksz. en Daantje Joosten, overgelevert door Cornelis Frans van Aelst, Arien Cornelisz., Marijke Cornelisdr., Jan Ariens, Joris Jacobsz. als voogden en Yda Joosten - als tante der onmondige weeskinderen. Genoemd: Neelke Cornelisdr., Lijsbeth Cornelisdr., Janneke Cornelisdr. en Dirk Cornelisz., Jan Schalken i.v.m. landpacht verschenen 1632, Jan Adriaanse, Adriaan Mathijssen, Aryen Cornelissen. Met onderschrift van Maeyken Cornelijsdochter en Joris Jacobsz.
   
   Belening met 2 gemet in Rugge nabij de Woutenseweg en Schoutendijck in Heenvliet op
   24-8-1604: Jan Dirxsz. van Aelst te Dordrecht als oom, bij dode van zijn neef Mathijs Gerritsz. Rijsbergen;
   19-2-1611: Jan Dircxz. van Aelst met ledige hand;
   31-8-1617: Frans Cornelisz. van Aelst als neef, bij dode van Jan Dircz. van Aelst;
   25-6-1628: Cornelis Fransz. van Aelst bij dode van zijn vader Frans Cornelis van Aelst;
   15-6-1658: Cornelis Cornelisz. van Aelst te Swindrecht doet zelf hulde.
   1-5-1662: Cornelis Cornelisz. van Aelst met ledige hand;
   27-4-1677: Jop Gleijnsse te Rugge na overdracht door Cornelis Cornelisse van Aelst.
   
   
   × Zwijndrecht 23-9-1629   Anneke Cornelisse Bouman .
   Cornelis Franszen van Aelst j.g. & Anneken Cornelisdr. beijde v. Swijnd.
   sijn i.d.h.s.b. den 23. Sept. 1629. Zij kregen 2 kinderen, waaronder een zoon Frans.
   
   Mijnsheerenland, 19 september 1648: Huwelijkse voorwaarden tussen
   - Cornelis Huibertse Sangers, weduwnaar en wonende onder Hendrik-Ido-Ambacht, en
   - Anneke Cornelisdochter, weduwe van Cornelis Fransen van Aelst, mede woonachtig onder Hendrik-Ido-Ambacht.
   Genoemd: 8½ morgen land in het volgerland van Schobbelandsambacht aan de Lange weg, belast met een cijns van 2 blanken op de morgen, tevens een huis, berg, schuur, boomgaard, erf e.a., gelegen onder Hendrik-Ido-Ambacht aan de Heerendijk met nog een boomgaardje tegenover het huis buitendijks. Wijders 14 hont weiland aan de Ambachtse steeg en 2½ morgen weiland in het volgerland van Rijsoort aan de Lange weg en andere landerijen, beesten, koeien, paarden etc. Er is sprake van 2 voorkinderen.
   
   Anneke Cornelisse trad op als getuige bij de ondertrouw van Cornelis Adriaensz van Dalem .
   
   1 kind(eren)



3. Anneken Franszen van Aelst , *Zwijndrecht ±1610 .
   
   × Zwijndrecht 18-5-1631   Cornelis Huijbrechtsz Zangers alias Tol .
   
   4 kind(eren)