Anneken Franszen
van Aelst
, *Zwijndrecht ±1610
.
Dochter van
Frans Cornelisz van Aelst
en
Sijken Cornelis Lodewijcx
.
Afb. De omgeving van Zwijndrecht
Cornelis Anthonissen Lodewijcx, als rechte bestorven bloedvoogd van Comelia Cornelis Zangersdr., verwekt bij Anneken Fransen van Aelstdr., en Cornelis Adriaensz. Zangers als last en procuratie hebbende van zijn te ’s-Gravendeel wonende broeder Huybert Adriaensz. Zangers, bestorven bloedvoogd van Daentgen Cornelis Sangersdr., verwekt bij Anneken Cornelis Boumansdr., transporteerden op 28 mei 1654 aan Cornelis Adriaensz. van Dalum, getrouwd hebbende Weyntgen Cornelis Zangersdr., twee gerechte derde parten in een huis met schuur en erven met 12 roeden buitendijks gelegen land nabij het Zwijndrechtse Veer in het ambacht van Hendrik Ido Ambacht ,waarin Van Dalem dan woonachtig is en waarvan een derde part hem aangekomen was bij overlijden van zijn schoonvader Cornelis Huybertsz. Zangers.
Op 3-7-1655 maakte Heijltgen, laatst weduwe van Willem Cornelissen Leenheer en wonende onder Hendrik-Ido-Ambacht, te Dordrecht een testament. De ene helft van haar nalatenschap zou komen aan de kinderen van haar broer Comelis Franssen van Aelst bij Anneken Comelis Bóuman, te weten Cornelis en Jan van Aelst, en de andere helft aan de kinderen van haar zuster Anneken Frans van Aelst bij Comelis Huijbrechtsen Sangers, genaamd Wijntje en Comelia Sangers. Tot executeurs en voogden stelde zij Comelis Theunis Lodewijcx en Arijen Thijssen, ‘hare goede bekende vrunden’.
Cornelis Aryensz. van Dalem, wonende onder Hendrik Ido Ambacht, als getrouwd hebbende (gehad) Weyntgen Cornelis Zangers, en dientengevolge mede-erfgenaam van Cornelis Huybrechtsz. Zangers alias Toll en Anneken Fransen van Aelst, zijn huisvrouwen vader en moeder zaliger, transporteerde op 28 april 1659 voor 1500 Car. gld. aan de te Ridderkerk woonachtige Cornelis Tonis Symonsz. 2 mergen 3 hont wei-en zaailand nabij de korenmolen in Oud- Reyerwaard.
×
Zwijndrecht 18-5-1631
Cornelis Huijbrechtsz Zangers alias Tol
.
Kinderen:
-
Weijntje (Weijntien Cornelisse) Zangers
, * 1632
, ~Zwijndrecht 6-6-1632
, † Zwijndrecht 30-11-1657 , [] Zwijndrecht .
6-6-1632 Weijntgen, Cornelis Huijbrechtszen Sangers & Anneken Franssen.
Comelis Adriaensen van Dalem, "jonckman", als toekomende bruidegom geassisteerd met zijn vader en moeder Adriaen Pietersen van Dalum en Dirckxen Cornelisdr., aan de ene zijde, en anderzijds dejongedochter Weyntgen Cornelis Sangersdr., als toekomende bruid en geassisteerd met Anneken Cornelis, weduwe van Cornelis Hubertsen Sangers, haar "behoude moeder" (= stiefmoeder), en Cornelis Anthonis LodewijcxenAdriaen Thijssen, haar gewezen voogden, maakten op 31jan. 1653 te Dordrecht akte van huwelijkse voorwaarden. De bruidegom zou 2 mergen 3 hont nabij de Meulensteech in Zwijndrecht, "hetwelk bijzìjn vader gecostumeert wertgelijckhij daer vooren tot allen tijdenpresenteertte willen betalen tegens 1000Caz gld. den mergen", en nog eens 1000car. gld. en zijn kleding in het huwelijk brengen. De bruidschat bestond uit Weyntje’s aandeel in de goederen en landerijen van haar grootmoeder Sijken Cornelis en van haar vader Cornelis Hubertsen Sangers, waarvan een specificatie was gemaakt. Er werden voorts nog diverse voorwaarden vastgelegd.
Op 25 april 1653 maakten Cornelis Adriaensen van Daelem en Weyntie Cornelis Sangers, echtelieden wonende op Zwijndrecht, een mutueel testament, waarbij zij in het speciaal hun voornoemde akte van huwelijkse voorwaarden ongeldig verklaarden. De langstlevende zou hun kinderen moeten opvoeden etc. en hen gezamenlijk bij mondigheid of eerder huwelijk een bedrag van 1200Car. gld. uitreiken. Bij kinderloos overlijden van de eerstgestorvene van hen beiden zou de langstlevende aan diens erfgenamen ab intestato een som van 800 Car. gld. uitbetalen.
Op 9 okt. 1653 werden Cornelis Ariensse en zijn huisvrouw Wijntie Cornelis lidmaat van de kerkelijke gemeente te Zwijndrecht.
Aryen Thijssen en Cornelis Theunissen, beide getestamenteerde voogden over de nagelaten erfgenamen van Heyltje Fransen van Aelst, laatst weduwe van Willem Cornelissen Leenheer, aande ene zijde, en Cornelis Aryensenvan Dalem, alsman en voogd van Weyntje Cornelis, voor zich zelf, aan de andere zijde, transporteerden op 23 dec. 1654 een tuin of boomgaard van ca. 159 roeden aan de Langenwech onder Zwijndrecht voor 810 gld. aan Pieter Bastyaensen Bijl.
Weijntje’s 3 kinderen (Cornelis, Anna en Pietertje) zijn allen jong overleden.
Op verzoek van Cornelis van Dalem diende een Dordtse notaris zich bij Lodewijcx en Van der Veer te vervoegen en de landerijen over te dragen tegen betaling van het gebruik daarvan, waarna Van Dalem dan de legitieme portie van zijn (overleden) kind bij Wijntgen Sangers zou uitkeren.
Cornelis Aryensen van Dalem, wonende op Zwijndrecht, als in huwelijk gehad hebbende Weyntgen Cornelis Sangers, en als diens enige geïnstitueerde erfgenaam, aan de ene zijde, en de mede aldaar woonachtige Schalck Jansen van der Veer, getrouwd hebbende Cornelia Cornelis Sangers, zuster van gehele bedde van de voornoemde Weyntgen, beiden kinderen van wijlen Cornelis HuybrechtsenSangers en diens eerste huisvrouw Anneken Frans van Aelst, die een dochter was van Sijken Cornelis, weduwe van Frans Cornelissen van Aelst, zo voor hem zelf als vervangende Daentgen Cornelis Sangers, minderjarige dochter van Cornelis Huybrechtsen Sangers bij diens tweede vrouw Anneken Cornelis Bouman, zijnde een halve zuster van Weyntgen, aan de andere zijde, compareerden op 26 maart 1658. Zij verklaarden dat de voornoemde Weyntgen onlangs was komen te overlijden met nalating van een enig kind, welke kort na haar ook was gestorven. Schalck meende nu gerechtigd te zijn om een zesde part te eisen uit de boedel van Van Dalem, als zijndeeen derde uit de helft over de legitieme portie, zoals het overleden kind in zijns moeders goederengerechtigd was. Tevens eiste Schalck voor zich zelf een partijlanden en grienden welke afkomstig waren van Sijken Cornelis, grootmoeder maternel van de voornoemde Weyntgen en van Heyltgen Frans van Aelst, haar "moeye"(= tante).
Cornelis A. van Dalem en Schalck Jansen hadden nooit afgewetenvan deze fideicomrnmisen hadden derhalveop 2 dec. 1656 gekaveld. Vervolgens kwamen nu de partijen -om processen en onmin te voorkomen- tot een schikkingen kaveling. Van Dalem kreeg 700 gld. en het huis met werf, schuur enz., alwaar hij toen woonachtig was, alsmede huisraad, meubelen, inboedel, paarden, beesten, "corenwerck",bouwgereedschappen en de kleding, juwelen en het zilverwerk dat tot het lichaam van zijn vrouw behoord had. Daarnaastkreeg hij in eigendom: 2 112mergen onder Ridderkerk, 2 1/2 mergen op Develsteyn, 2 mergen "inde Hel" en de kontante gelden in zijn boedel, maar daarentegen diendehijwel de lasten en schuldenin zijn boedel te voldoen.
Begr. in de kerk van Zwijndr. Hier leyt begraven Weyntien Cornelisse Sangers de huysvrouwe von Cornelisse Aerensse van Daellem sterft den leste November 1657.
×
2-1653
Cornelis Adriaensz van Dalem
, *Groote Lindt ±1630
, † 4-1678, [] Zwijndrecht 1678.
Zoon van
Adriaen Pietersen (Arien Pietersz) van Dalem
en
Dircxken Cornelis
.
Otr. op 31-1-1653
in Dordrecht.
Get. bij het huwelijk:
Anneke Cornelisse Bouman
en
Dircxken Cornelis
en
Adriaen Pietersen (Arien Pietersz) van Dalem
en
Cornelis Anthonisz (Cornelis Teunisz) Lodewijcx
.
Geb. in Groote Lindt
Cornelis Aerensse van DALUM (VAN DALEM / DALEN / Daellem),geb. Groote Lindt, trouwde 3 maal:
1) Weijntje Cornelis Zangers (1632-57), getr. feb. 1653;
2) Ariaentje Arentsdr. Plaet uit Papendr., getr. Zw. 1-2-1660; zij tr. 1e Gr.-Ammers 31 jan. 1667 Gijsbert Pietersz. Sterrenburg;
3) Marichje Pieters Doncker, getr. Zwijndr. 15-5-1672. Cornelis was toen wed.nr won. in Zwijndr.
Kinderen: Cornelis, Anna, Pietertje, Neeltje, Arij, Pieter, Weijntje (2x) en Abraham.
Cornelis was boer en voerman / wagenaar op Zwijndrechtse Veer onder de jurisdictie van Hendrik Iod Ambacht.
Cornelis Anthonissen Lodewijcx, als rechte bestorven bloedvoogd van Comelia Cornelis Zangersdr., verwekt bij Anneken Fransen van Aelstdr., en Cornelis Adriaensz. Zangers als last en procuratie hebbende van zijn te ’s-Gravendeel wonende broeder Huybert Adriaensz. Zangers, bestorven bloedvoogd van Daentgen Cornelis Sangersdr., verwekt bij Anneken Cornelis Boumansdr., transporteerden op 28 mei 1654aan Cornelis Adriaensz. van Dalum, getrouwd hebbende Weyntgen Cornelis Zangersdr., twee gerechte derde parten in een huis met schuur en erven met 12 roeden buitendijks gelegen land nabij het Zwijndrechtse Veer in het ambacht van Hendrik Ido Ambacht ,waarin Van Dalem dan woonachtig is en waarvan een derde part hem aangekomen was bij overlijden van zijn schoonvader Cornelis Huybertsz. Zangers.
In Dordrecht op 8-12-1659 comp:
- Cornelis Adriaensz van Dalen, weduwnaar, wonend te Zwijndrecht, toekomende bruidegom, geassisteerd met Adriaen Pietersen van Dalen en Dircxken Cornelis, zijne vader en moeder, wonende inde Lindt, mit sgaders ds. Daniel Pelsius te Zwijndrecht, ter eenre; En:
- Adriaentgen Aryens Plaet, jongedocht er wonende te Papendrecht, toekomende bruid, geassisteerd met Jacob Lievensen, wonende te Alblasserdam, haar oom; en ds.
Christianus van den Hatert , predikant te Papendrecht, ter andere zijde. Huwelijkse voorwaarden.
In een akte van 12 maart 1672 deed de onder Hendrik ido Ambacht woonachtige Cornelis Adriaensz. van Dalem, in huwelijk gehad hebbende Wijntgen Cornelis Sangers en door haar tot universeel erfgenaam benoemd, opgave van bepaalde landerijen die hij in bezit had: 5 mergen aan den Langenwech onder het Volgerland van Zwijndrecht, 112 hond in Heeroudelandsambacht in den hoeck camp, 1 merge 550 roeden aan de Vrouw Geelenwech genaamd den silveren camp, een griend over de sacraments boomgaert, een griend in Meerdervoort tegenover Wouter Keysers boomgaert en ten slotte de helft in 2mergen in den Nieuwenhoorn in den lande van Voorne onder den Briel.
Cornelis Anthonis Lodewijcx, wonende opden Oostendam onder Hendrik Ido Ambacht, als gewezen voogd van Van Dalem’s huisvrouw, en Schalck Jansse van der Veer, wonende onder Hendrik Ido Ambacht, als getrouwd hebbende Comelia Cornelis Sangers, zuster van de voornoemde Wijntgen, verklaarden dat de voornoemde goederen onder fideicommis vielen en dat zij sedert maart 1658 possesie en gebruik hadden gehad van 4 mergen onder het Volgerland van Heeroudelandsambacht en dat de opbrengst hiervan aan van Dalem werd onthouden. Op verzoek van Cornelis van Dalem diende een Dordtse notaris zich bij Lodewijcx en Van der Veer te vervoegen en de landerijen over te dragen tegen betaling van het gebruik daarvan, waarna Van Dalem dan de legitieme portie van zijn (overleden) kind bij Wijntgen Sangers zou uitkeren.
Op 24 maart 1672 compareerden genoemde Lodewijcx en Van der Veer. Eerstgenoemde verklaarde dat dit Van der Veer aanging en dat een voogd niet altijd verbonden was. Van der Veer op zijn beurt poneerde "dathij eerst sien moeste hoe het gaen soude aleer hij het land sou afstaanen hij het hem noch wel wat laeten costen soude".
Het geharrewar tussen de zwagers bleef jaren voortduren en uiteindelijk machtigde Van Dalem bij akte van 17 jan. 1676 een procureur om tegen Schalck van der Veer te gaan procederen.
Zie: K. J. Slijkerman, Het geslacht van Dalum (van Dalem, van Dalen) te Groote Lindt, Hendrik Ido Ambacht en Zwijndrecht, Rotterdam 1991.
3 kind(eren)
-
Frans Cornelisz Zangers
, * 1634
, ~Zwijndrecht 17-4-1634
.
Frans, z.v. Cornelis Huijbrechtse Tol & Anneken Franssen.
-
Huijbrecht Cornelisz Zangers
, * 1635
, ~Zwijndrecht 12-8-1635
.
-
Cornelia Cornelis Zangers
, *Zwijndrecht 1637
, ~Zwijndrecht 27-9-1637
.
×
Zwijndrecht 7-5-1656
Schalck Jansz van der Veer
, *Zwijndrecht ±1631
, ~Zwijndrecht ±19-1-1632
, † >1676.
7 kind(eren)