Jacques Jansz
(Jacob Jansz)
Linssen
, † <10-1623.
Zoon van
?
.
Afb. De oude kerk van Westmaas
Jacob / Jacques Jansz. Lins(s)en / Lijnsen.
Hij is schout geweest van de Westmaas en De Greup.
Mijnsheerenland, 4 januari 1612:
- Jacques Jansse (Linssen), schout op de Westmaas en van de Greup, en Gerrit Bastiaensz. van Driel, wonende op Westmaas, kopen land van Gerrit Bastiaensz. van Driel op Westmaas.
Genoemd: Abram Cornelisz. ’t Hoen, die dit land voor deze tijd verkocht had aan Van Driel.
Met onderschrift van Jacop Janssen Schout.
- Jacques Jansz., schout te Westmaas, bekent schuldig te zijn aan Gerrit Sebastiaen Lodewijcksz. van Driel de som van 275 Cgld als restschuld van de koop van 2 mrg en 290 roe land.
Nota: Op huijden den thienden decembris 1616 heeft Marichge Laurisdr., huijsvrouw van Jacob Jansz. Lijnsen verthoont de principale schultbrief in francine geschreven zonder segelen.
Mijnsheerenland, 2 mei 1615:
Cleys Joosten Meijnertsz. verkoopt in presentatie van Jan Ingensz., zijn zwager, en Ariaenken Lievensdr., zijn moeder, 2 mrg en 490 roe land in het NvM aan Jacob Jansz. Linsen op Westmaas, ten noorden van het pachtland van Jan Dammasz. De verkoper aangekomen bij successie van zijn vader Joost Cornelisz. Meijnaert.
Mijnsheerenland, 9 maart 1615:
Cleijs Joosten Meijnaert verkoopt met consent van zijn schoonvader Pijeter Dircxs, 3½ morgen land in Westmaas-Nieuwland, in het blok genaamd “De Sneb”, aan Jacob Jansz. Linssen, die dit land koopt voor 1112 gulden.
Mijnsheerenland, 11 januari 1616:
Elisabeth Joostendr., weduwe van Cornelis Cornelisz. transporteert in presentatie van Neeltge Joistendr. te Dordrecht 3 morgen weiland zonder aanwas aan Jacob Jansz. Linsen, eertijds schout van de Westmaas, ten oosten van de Kerksloot. Dit land is met nog 3 andere morgen land gekomen van wijlen Jacob van Diemen.
Mijnsheerenland, 17 december 1617:
Schout en heemraden in Mijnsheerenland begeren aan te besteden, te collecteren en zuiver of ijzer geld op te leveren van de verkochte goederen van zaliger Heijltje Adriaan Yngensdr., in haar leven huisvrouw van Lenert Willemsz. Kappekeet. Voogd van de nagelaten kinderen is Pieter Lenertsz. Binck. Borg is Jaques Jansz. Linsen.
Rekening opgemaakt op 4 juni 1622 in Mijnsheerenland, betr. o.a. Jaques Jansz. Linssen, 25 hennipkoeken voor 10 stuivers.
Overl. tussen 17-12-1617 en 30-9-1623.
×
Marijke Laurens (Marichgen Laurisdr)
, † >3-1630.
Kinderen:
-
Cornelia Jacobs (Neeltje Jacobs) Linsen
, † >3-1670 .
×
<9-1628
Willem Cornelisz Romeijn
, † <10-1659.
2 kind(eren)
-
Lijntge Jacobsdr Linsen
.
×
Gerrit Michielsen
.
-
Geertruijt Jacobsdr Linsen
.
Mijnsheerenland, 23 februari 1630:
Maijken Laurensdochter, weduwe van Jacob Jansz. Linssen, in zijn leven schout te Westmaas, verklaart voor Dirck Simonsz. Coplaer, openbaar notaris bij de Hove van Holland, machtig gemaakt en geconstitueerd te hebben Mon Huijgen Splinter, secretaris in Mijnsheerenland, om uit haar naam te compareren voor het gerecht van Moerkercken en aldaar de som van 600 Carolusgulden zeker te stellen, welke som haar onmondige dochter Geertruijt Jacobsdochter is competerende van haar vaderlijke goederen, welke speciaal verbonden zijn op 3 morgen zaailand bij de Blauwesteense heul in Westmaas-Nieuw land.
Als getuigen treden op Jan Adriaensz. Verboom en Staes Jacobsz. lindraijer, beide poorters van Dordrecht.