Reijn Hendricks van der Linden , *’s-Gravendeel ±1637 , † 2-1712, [] ’s-Gravendeel ±20-2-1712.
Zoon van Hendrick Reijne van der Linden en Neeltje Bastiaans ( Naaktgeboren) (?) .
Get. bij de overl. aangifte: Ariaentie Pieters .
Reijn Hendricks trad op als getuige bij de doop van Lijntje Coenen (Leentje Koene) van der Linden .

Afb. ’s Gravendeel rond 1700   

Op 27-4-1701 werd hij 63 jaar oud genoemd.

Reijn Heijndricks van der Linde werd als bouwman op 6-3-1680 in ’s-Gravendeel genoemd in de "Kortte en lange Kerckstraet".

Hendrick en Pouwels Reijniersz., won. op ’s-Gravendeel, worden op 10-11-1634 vermeld.

Arie Coenen [int Velt] is op 21-4-1663 vermeld oom en bloedvoogd van de weeskinderen van Reijn Hendriksz. van der Linden en wijlen Maijke Coenen.

Op 10-5-1664 kwamen Reijn Heijndricks van der Linde, weduwnaar van Maijken Coenen, geassisteerd met zijn vader, Heijndrick Reijnen, en Arij Coenen, als gerechte bloedvoogd over de 2 kinderen van Maijken, Heijndrick Reijnen, 4 jaar, en Coen Reijnen, 3 jaar oud, bijeen voor de erfenis van Maijken. Hun vader zou hen opvoeden en zette 158 Carlousgulden tegen interest voor hun uit.

In 1674 werd Reijn Hendricx van der Linden in ’s-Gravendeel belast wegens een Erfenisse: ƒ 6-0.

’s-Gravendeel, Lange Kerkstraat: Reijer Pieterse Craanendonk, in plaats van Bastiaan Hendrixe van der Linden, in plaats van Rijn Hendrikse van der Linde, in plaats van Thonis Janse Meijdam, in plaats van zijn vader Jan Pieterse Meijdam, bezit d’ander helft van het dertiende erff, groot 23 roeden, ende ook het veertiende erff, groot 48 roeden, comt. - vij £ iiij S.
Beroep: Bouwman
Functie: Schepen van ’s-Gravendeel van 1677 tot 1677
Hij was Armmeester. Hij was Diaken. "Ontfangen den 20 feb 1712 van Arijaentje Pieterse drie gulden voor ’t regt van begraven van haar man, genaemt Rijn Hend. van der Linden, aengevinge gedaen hebbende onder de classis van drie gl., dus f 3:0:0."

Op 5-6-1666 testeerden te Dordrecht de te ’s-Gravendeel woonachtige Reijn Hendricxs van der Linden en zijn tweede vrouw, Lijntie Pieters. Hij benoemde zijn broer, Bastiaen Hendricks van der Linden, als voogd van zijn voorkinderen bij Maeijcken Coenen. Het echtpaar werd ook genoemd op de lidmatenlijst van januari 1706.
Ariaantie / Lijntje Pieters (Boer?) ...

Op 3 mei 1690 verkocht Leijntje Pieters, weduwe van Teunis Jansz. Meijdam, inmiddels getrouwd met Reijn Hendricks van der Linden, land in Nieuw Bonaventura aan Abram Stoop te Dordrecht.
Op 11-1-1717 werd "Ariaantie Pieters, tweede vrouw van Reijn Hendrickse van der Linde" pro Deo begraven in ’s-Gravendeel.

1. Hendrik Reijnen van der Linden , * 1660 , ~’s-Gravendeel 25-4-1660 , † 2-1724 , [] ’s-Gravendeel 27-2-1724.
   
   × ’s-Gravendeel 10-8-1692   Lijntje Jafets in ’t Veld , * ±1659 , ~Ridderkerk 11-1-1660 , [] ’s-Gravendeel ±22-5-1704.
   
   × ’s-Gravendeel 16-5-1706   Emmetje Jacobs Besemer , * <1690 .
   Otr. op 29-4-1706 in ’s-Gravendeel.
   "Den 29 april 1706 ontfangen van Hendrick Rijnen van der Linden: drie gul voor ’t regt van trouwen hem ten huwel. begeven willende met Emmigje Jacobs van Besemer, aengevinge gedaen hebbende onder de classis van drie gl., dus f 3:0:0. Dito ontfangen van de voorz. Emmigje Jacobs van Besemer ter seacke voornt. gelijcke drie gul., dus f 3:0:0."
   
   
   7 kind(eren)



2. Coen Reijnen (Koen Reijne) van der Linden , *’s-Gravendeel ±1661 .
   Op 10-5-1664 was Coen Rijnen 3 jaar oud.
   
   Mijnsheerenland, 11 oktober 1721:
   Claas Gerrits van der Spal, woonachtig in Moerkercken en weduwnaar van Leentje Coenen van der Linde, verklaart overeen gekomen te zijn met Coen Reijnen van der Linden, grootvader en bloedvoogd materneel van het onmondige weeskind Abram Claas van der Spal (6 jaar oud), betreffende de nagelaten goederen van Leentje Coenen t.b.v. genoemd weeskind, die op zijn mondige dag 1 zilveren ducaton ontvangt.
   
   Koen Reijnen van de Linden was op 2-12-1714 in Oud-Beijerland samen met Annigje Jans Blijenburg getuige bij de doop van Annigje, dochter van Jacob Isaacksz van Boekelen en Lijsbeth Paulus Radesteijn.
   
   
   × Nieuw-Beijerland 19-5-1687   Abra Pieters , *Nieuw-Beijerland 1664 , ~Nieuw-Beijerland 22-11-1664 , [] Oud-Beijerland 16-5-1730.
   Coen Rijne van der Linde, j.m. van ’s gravendeel, ende Abra Pieters, j.d. van Nieu Beijerland; den 19 meij.
   Doopget. Aerjaentje Jans.
   
   Abra was een dochter van Pieter Abramse en Maertje Pieters, die op 20-2-1664 in Nieuw-Beijerland zijn getrouwd. Maertje Pieters zou een zuster zijn van Jan Pietersen van der Meij/Reij, die 3 maal zou zijn getrouwd (met Aeltje Andries, Rijckje Evers en Geertje Jacobs).
   Op 16-5-1730 werd "de vrouw van Coen van der Linden" begraven in Oud-Beijerland: mk, gk, hof 2-0-0. Dat kan ook een vrouw van een andere Coen van der Linden zijn geweest.
   
   
   4 kind(eren)



3. Paulus Reijnen van der Linden , * >1665 , † <1727 .
   
   ’s-Gravendeel, 10-5-1705: Overdracht van een huisje en erf aan de Rijkestraat tussen het huis van Pieter Dircxe en dat van de weduwe van Bastiaen Vlasblom door Paulus Rijnen van der Linden te ’s Gravendeel aan en t.b.v. Cornelis Cornelisse van Strijen. Verkocht voor 150 Carolusgulden.
   
   --
   
   N.B. Een (andere) Paulus van der Linde was zeeman op het schip "Huis te Persijn" op 6-11-1744.
   
   
   ×   Bastiaentje Corsse Mookhoek .
       Dochter van Cors Ariens (Cors Arijensz) Mookhoek en Barber Arijens Man .
   Zij hadden i.e.g. een zoon Cors.
   
   
   2 kind(eren)



4. Lijntje Reijnen van der Linden , * >1665 , [] ’s-Gravendeel ±19-1-1728.
   Lijntje Reijnen trad op als getuige bij de doop van Rijn Coene van der Linden , de doop van Lijntje Coenen (Leentje Koene) van der Linden .
   
   Johannis Philipse was getrouwd met een dochter van Reijn van der Linden.
   
   
   × <1695   Johannis Philipse Schop , [] ’s-Gravendeel ±3-6-1741.
       Zoon van Philips Tielemanse Schop en ?
   Kinderen: Reijn en Simon.
   
   Hij was een zoon van Philips Tielmans Schop en Ariaentje Cornelisdr. Backer.
   Beroep: Wever
   
   Johannis Philipse trad op als getuige bij de ondertrouw van Reijn Johannese Schop .
   
   2 kind(eren)



5. Teunis Reijne van der Linden , *’s-Gravendeel ±1667 , † 1739 , [] ’s-Gravendeel 8-5-1739.
   Zoon van "Reijn Hendriks van der Linden en Leijntje Pieters".
   
   Teunis Reijne van der Linden woonde aan de Langestraat in ’s-Gravendeel. Hij verkocht dat huis op 14-9-1736.
   
   ’s-Gravendeel, 18-5-1700:
   - Overdracht van een huis en erf aan de noordzijde van de Rijkestraat door Cornelis Arijens Moockhoeck te ’s Gravendeel aan Teunis Rijnen van der Linden, eveneens wonend aldaar. Verkocht voor 336 gulden.
   - Obligatie van 500 gulden ten laste van Teunis Rijnen van der Linden en
   t.b.v. dominee Henricus Francken te Dordrecht. Gevestigd op een huis en erf aan de noordzijde van de Rijkestraat.
   
   ’s-Gravendeel, 22-2-1703:
   Overdracht van een huisje en erf aan de noordzijde van de Rijkestraat tussen het huis van Teunis Rijnen van der Linden en dat van Cornelis Gout door Arijen Bastiaens van Dielen, gehuwd met Cleijsje Pieters, en Jan Arijens van Diepenbeeck, gehuwd met Engeltje Hendricx van Hees, ieder voor 1/6 deel, erfgenamen van Dingena Davits Verhagen, aan en t.b.v. de 4 minderjarige kinderen van Dingena Davits. Het huis en erf is geschat op 235 gulden 4 stuivers.
   
   ’s-Gravendeel, 10-5-1703: Overdracht van een huisje en erf in de Rijkestraat tussen het huis van Teunis Rijnen van der Linden en Cornelis Alblas, gekomen van zaliger Geerit Verhagen, wiens kinderen zijn gekomen tot lasten van de Diaconie Armen van ’s Gravendeel, door Cornelis Pieterse Verrijp aan Teunis Hendricxe van Gilst aldaar. Verkocht voor 70 gulden.
   
   Op 1-4-1751 in ’s-Gravendeel was (nog) sprake van (een) Teunis Reijne van der Linden.
   
   
   ×   Grietje Japhets in ’t Veld , * ±1669 , ~’s-Gravendeel 23-2-1670 .
       Dochter van Japhet Hendriksz in ’t Veld en Soetjen Ariens (Soetie Ariens) (?).
   Een dochter Leijntje uit dit huwelijk is erfgename in het testament van Leendert Japhets in ’t Velt, de halfbroer van haar moeder.
   
   
   1 kind(eren)