Pieter Adriaensz
Hofman
, * ±1547
, † <6-1626.
Zoon van
Adriaen Willemsz (Arien Willemsz) (den) Hoffman
en
Marijke Margriet Heijnendr (Marijke Margrietendr)
.
Pieter Adriaansz Hofman was kapitein te Maasdam in 1585. Hij pachtte land in het Oost-Zomerland te Puttershoek in 1580 en 1583.
Pieter Adr. Hoffman tekende met een + teken.
Dirck Lenertsz. uit St. Anthonypolder contra Adriaen Pietersz. Hoffman veerschenen op 1599 voor de Hoge Vierschaar van Z.H.
Woensdag den 24. November 1599:
- Pieter Ariensz. Hoffman op Puttershoek contra Arien Ariensz. Donder, mede aldaar, voor de Hoge Vierschaar van Z.H. Eist
betaling van 11 gulden over de koop van een os van 2 jaren.
- Cornelis Aertsz. Witten contra Pieter Ariensz. Hoffman. Eist 8 gulden schadevergoeding vanwege een schade op zijn veld, veroorzaakt door de beesten van Pieter Adriaensz.
Woensdag den 12. juli 1600: Pieter Aryens Hoffman stelt zich borg voor Adriaen Daenen pensionaris van Heinenoord; tegenwoordig gegijselt door Pieter Heijnricksz. van de Goude.
Woensdag 8. april 1615: Joost Pietersz., secretaris op Puttershoek, contra Pieter Adriaensz. Hoffman voor de Hoge Vierschaar van Z.H. Eist 7 gulden en 14 st. wegens verteerde kosten.
Woensdag den 31. mei 1617: Pieter Ariensz. Hoffman contra Vas Cornelisz. voor de Hoge Vierschaar van Z.H. Eist 20 gulden als rest van verschenen landpacht. Woensdag den 25. juni 1617: Vas Cornelisz. op Maasdam contra Pieter Ariensz. Hoffman.
Woensdag den 6 december 1617: Lenert Meijsz. contra Pieter Adriaensz. Hoffman voor de Hoge Vierschaar van Z.H. Eist 3 gulden vanwege voorgeschoten penningen en verdiend arbeidsloon.
Woensdag den 20. november 1619: Cornelis van Beveren, curateur van de boedel van Cornelis Adriaensz. Spies, contra Pieter Adriaensz. Hoffman voor de Hoge Vierschaar van Z.H. Eist 200 gulden.
Mr. Baerthout van Ackerlack contra Pieter Adriaensz. Hoffman, wonende in de jurisdictie van Mijnsheerenland, op woensdag 18-4-1620 bij de Hoge Vierschaar van Z.H.
Woensdag den 21. october 1620:
Pieter Hoffman contra Cornelis Jacobsz. schipper, getrouwd met Mariken Ghijsbrechtsdr. op Puttershoek voor de Hoge Vierschaar van Z.H. Eist 17 gulden en 4 st. volgens een specificatie daarvan zijnde.
Op 29-3-1627 is sprake van " de schulden, waarmede de boel van zaliger Pieter Adriaansz. Hofman belast is".
Mijnsheerenland, 22-7-1565: Pieter Adriaensz. Hoffman, va. meester Jacob Bol Meertenszoon in Den Haag 375 roeden land in het OvM in een weer van 5 morgen, dewelke landen Pieter Adriaensz. aangekomen zijn bij het overlijden van zijn vader Adriaen Willemsz. den Hoffman, gepasseerd voor het gerecht van Puttershoek.
Mijnsheerenland, 25 januari 1571:
Nicolaas Buquet Blasiusz. verkoopt aan Willem Adriaensz. Hofman en Pieter Adriaensz. Hofman 10 hont land in het OvM, Nicolaas Blasiusz. ten huwelijk gegeven bij het huwelijk met Geer truyd, weleer ten huwelijk gegeven aan haar moeder Margriete Heermans, eertijds ev Cornelis Barthoutsz., op 12.2.1548.
Puttershoek, 9 september 1596:
Wouter Dircxz., oud omtrent 52 jaar, Gorris Michielsz., oud omtrent 35 jaar, en Willem Michielsz. Lakervelt, oud omtrent 36 jaar, inwoners van Puttershoek, leggen getuigenis af op
verzoek van Dierck Diercxz. Breeckvelt. Zij getuigen dat zij op 13 april 1596 aanwezig zijn geweest ten huize van Dierck Diercxz. Breeckvelt, waar juistdezelfde met Pieter Adriaensz. Hofman veraccordeerde, dat voornoemde Dierck Diercxz. hem, Pieter Adriaensz., 50 Karolusgulden zou uitbetalen, als deze met paard en wagen binnen het eerstkomende jaar naar Utrecht heen en terug zou rijden. Daarop zou PieterAdriaensz. geantwoord hebben, dat indien hij, Dierck Diercxz., met paard en wagen naar Utrecht zou rijden, hij hem na de terugkeer 100
Karolusgulden zou uitreiken inplaats van de genoemde 50.
Op 21-5-1597 stelde Pieter Ariensz. Hoffman, won. te Pietershoek, zich borg voor Arie Aenen won. te Heyenoort.
Puttershoek, 12 juni 1597:
De schipper Cornelis Jacobsz., oud omtrent 30 jaar,Anneke Kymmans (?), oud omtrent 67 jaar, Marighen Heijndricxdr., oud omtrent 30 jaar, en Adriantge Joostendr., oud omtrent 29 jaar, wonende in Puttershoek, leggen getuigenis af op verzoek van Adriaen Joostenz., mede wonende te Puttershoek.
Genoemd: Pieter Adriaensz. Hofman te Puttershoek, die tegen Cornelis Jacobsz. gezegd zou hebben: “Ghij souckt van mij een lantlooper te maecken. Ghij lantroover!”
Op 12-6-1597 was sprake van Pieter Adriaensz. Hofman te Puttershoek, die tegen Cornelis Jacobsz. gezegd zou hebben: “Ghij souckt van mij een lantlooper te maecken. Ghij lantroover!”
Barent Gerritsz. in Strijen legt op 3-2-1601 beslag op het gelddat Andries Cornelisz. nog te ontvangen heeft van Pieter Adriaensz. Hofman. De beslaglegging werd uitgevoerd door Adriaen Joosten als bewaarder van het recht van schout en heemradente Puttershoek.
Floris van Cuyl, eiser, contra Pieter Ariensz ende Bastiaen Pietersz Hoffman ged-ens. Eist 18 gl. van gehaalde bieren. Concludeert etc. Jaeger voor Pieter Ariensz Hoffman concludeerd totniet ontvankelijk. In state ten naasten.
Jacob Pietersz, secretaris tot Pietershouck, eiser, contra Pieter Adriaensz Hoffman gede [rond 1615]. Eist 7-14-0 afslaande solutum, ter zake van verteerde kosten. Concludeert. Brouck copie en dag ad primary.
Bastiaan Roocke, als collecteur van de verponding over Mijnsherenland, eiser, contra Pieter Ariensz Hoff gede. Eist 7 gl. als reste van de verponding van 1608 en1609. Concludeerd cum expenso. In state sub spe.
Bastiaan Rochus reqt. [in 1615] contra Pieter Ariens Hoffman en Bastiaan Pietersz Hoffman. Fiat comparnit ende ab solutie van der instantie.
Mijnsheerenland, 28-3-1622: Pieter Cornelisz. Romeijn, pachter van de smalle of bloedige tienden in het Oudeland van Moerkercken en het Heilige Geestblok over het jaar 1617, machtigt Franchoijs de Witte om uit zijn naam voor de Hove van Holland te mogen ageren tegen Pieter Adriaensz. Hoffman, wonende in het Heilige Geestland.
Sint-Anthoniepolder, 27-9-1654: "Jacob Willemsz Hoffman, secretaris van den dorpe en heerlijkheid van Maasdam, attesteert dat hij zijn moeder, Marijken Gijsbrechtsdr. zaliger, diverse malen en meningmaal heeft horen zeggen dat zij zaliger Pieter Adrijaens Hoffman, zijnde haar mans vader, dikwijls heeft horen verhalen dat hij in het jaar 1601 van Willem Maghielsz van Pietershoeck had gekocht zekere twee mergen, 311 roeden leenland, ieder mergen om 800 Car. gld., welks land was gelegen in het Oudeland van Puttershoek, komende met het zuideinde aan de groenenwegh recht jegens de h. geest Ploocken van Mijnsheerelant van Moerkercken".
Beroep: Landbouwer
Op 28-3-1622 wordt hij nog genoemd.
Op 11-5-1626 was sprake van de erfgenamen van Pieter Adriaensz. Hoffman.
Op 7-9-1627 was er sprake van "seker misverstant tusschen" Jan Roelen, glasmaker op Puttershoek en echtgenoot van Marichge Adriaensdochter, en de andere erfgenamen van zal. Pieter Adriaensz. Hoffman, waardoor een verkoop van losrente door Jan Roelen "geene voortganck gehadt" heeft.
Op 11-12-1625 was sprake van "Adriaan Damen, schoonzoon van Pieter Adr. Hofman". Pieter zou dus nog een dochter hebben gehad.
×
±1570
Gooltge Jacobs
, † ±1626.
Pieter Adriaensz. Hoffman en Gooltge Jacobsdr., ouders van o.a. Jacob Pietersz. Hoffman.
Kinderen:
-
Sebastiaan Pietersz (Bastiaan Pieters) Hofman
, † ±1627 .
Woensdag den 8. februari 1608:
Anna van Nuijssenborch, huisvrouw van Dirck Dircksz. Breeckvelt, schout van Puttershoek, contra Bastiaen Pietersz. Hoffman voor de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland.
Niewe taefel van der Hoogher Vierschaere van Zuijthollant
beginnende als volcht den 17en september 1614: Jan Ariensz. op Oostendam contra Bastiaen Pietersz. op Puttershoek. Eist 4 gulden
en 18 stuivers van verteerde gelagen.
Woensdag den 12. october 1616: Anthonis Jorisz. op Puttershoek contra Bastiaen Pietersz. Hoffman bij de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland. Eist 26 vanwege verteerde kosten.
Bastiaan Rochus reqt. [in 1615] contra Pieter Ariens Hoffman en Bastiaan Pietersz Hoffman. Fiat comparnit ende ab solutie van der instantie.
Bastiaan Roocken ut agit eiser contra Bastiaan Hoffman gede. Verzoekt gijseling met apprehentie op de persoon van gede. Fiat approhentie.
Woensdag den 9 october 1619: Pholpert Crom contra Bastiaen Pietersz. Hoffman bij de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland. Eist 45 gulden en 18 stuivers vanwege voorgeschoten geld.
Woensdag den 20. november 1619: Pieter van de Water contra Bastiaen Pietersz. Hoffman bij de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland. Eist 4 gulden vanwege gehaald brandewijn.
Woensdag den 5. februari 1620: Pieter Jan van de Water contra Bastiaen Pietersz. Hoffman bij de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland. Eist 4 gulden en 19 stuivers wegens gehaald en gedronken brandewijn.
Op 29-3-1627 was er in Mijnsheerenland sprake van "het jongste kind van Sebastiaan Pietersz. Hofman".
Mijnsheerenland, 24 juni 1628:
Dammas Adriaensz. verkoopt met procuratie van Belichge, Leentge en Ariaentge Adriaendochters en als voogd van zijn 2 onmondige broeders Cornelis Adriaensz. innocent en Adri aen Adriaensz., 2 morgen, 326 roeden en 6 voet bouwland in het Heilig Geestblok aan Meeus Sebastiaensz. en diens broeder Ghijsbrecht Bastiaensz. Dit land is de verkoper aangekomen
bij overlijden van Pieter Adriaensz. Hoffman en Gooltge Jacobsdr., zijn grootvader en grootmoeder, op 6 december 1627. Oost de erfgenamen van Dirck Cornelisz. Greijn, zuid de andere 5 morgen land van De Houff, west Adriaen Lenertsz. op Maasdam en noord de Groeneweg.
Genoemd: Jan Roelantsz., glasmaker te Puttershoek, ev Marichgen Adriaensdochter; Jacob Pietersz. Hoffman.
Met onderschrift van Willen Dierckse Breeckvelt en Sebastiaen Rochuss Bijll.
×
Gijsje Gijssen
.
Kinderen: Meeus, Ghijsbrecht en Bastijantge.
Bastiaan Pietersz Hofman was getrouwd met Gijsje Gijssendr., waerdinne in de Arent te Maasdam.
4 kind(eren)
-
Jacob Pietersen Hofman
, † ±1647 .
Hij trouwde in 1610 met Marichie Dingemansdr.
Woensdag den 9. september 1615: Emanuel van der Steen contra Jacob Pietersz. Hoffman, Pieter Cornelisz. Lopicker, Cornelis Ariensz. van der Kest, Jacob Jan Heyensz. en Pieter Jan Heyensz. voor de Hoge Vierschaar van Z.H.
Jacob Pietersz. Hofman wordt op 11-12-1625 in Mijnsheerenland genoemd bloedvoogd van de kinderen van zijn broer en zuster.
Pieter Adriaensz. Hoffman en Gooltge Jacobsdr., ouders van Jacob Pietersz. Hoffman, worden op 24-6-1628 in Mijnsheerenland vermeld.
Puttershoek, 8 december 1599:
Ommaert de Montanie (Montagné), beëdigde Kolfdragervan Zuid-Holland, verkoopt in Puttershoek in het openbaar 2 paarden van Adriaen Danen, pensionaris op Heinenoord. Frans Alewijnsz. te Dordrecht had een koopaandeel aan de paarden. De paarden zijn in bewaring bij Jacob Pietersz. Hofman voor 6 stuivers en 8 penningen per etmaal.
Puttershoek, 20 december 1600:
Rechtzaak tussen Frans Adriaensz. en Jacob Pietersz. Hofman. Genoemd: Willem Michielsz., die 2 morgen land gekocht had van de weduwe en erfgenamen van Johan van Nuijssenburg.
Mijnsheerenland, 30-7-1609: Anthonis Jorisz. in Nieuw-Bonaventura verklaart verkocht te hebben aan en ten behoeve van Jacob Pietersz. Hoffman, wonende onder de jurisdictie van Moerkerken, 2 morgen land in het Zomerland voor de Blaeck. Dit land is gelegen in het hoofdland van de kavel van zaliger Jan Jacobsz. Pentionaris. Oost: het land van Cornelis van Beveren te Dordrecht, gekocht van de kinderen van zal. Jan Jacobsz. Pentionaris. Zuid: de dijksloot van de Blaakse dijk. West: Johan van Muijlwijck, dijkgraaf van Heinenoord. Noord: de sloot van de Reeweg. Dit land is de verkoper aangekomen bij koop van Michiel Aertsz. Hacke, schout te Puttershoek.
In Dordrecht op 15 mei 1614 werd verkocht: 2 morgen land in St. Anthoniepolder in de Hoekse Waard van Zuid-Holland. De verkoper Jacob Pietersz. Hoffman, eerst gehuwd met Marichge Dingemans en - na diens overlijden - met Ariaentie Cornelisdr., stamt uit een oud boerengeslacht dat o.a. boerde in de dorpen Puttershoek, Mijnsheerenland en Maasdam.
Jacob Pietersz., in 1609 wonend in het Heilig Geestblok onder de jurisdictie van Mijnsheerenland, was een zoon van Pieter Adriaensz. Hoffman, een landbouwer en veehouder, die gehuwd was met Gooltje Jacobsdr. Deze op zijn beurt was een zoon van Adriaen Willemsz. (den) Hoffman, die in 1547 in Puttershoek overleedt.
Bedoelde 2 morgen land, gelegen in St. Anthoniepolder in een weer ter grootte van 5 morgen en 288 ½ roeden akkerland – dat Marichge Dingemans bij haar huwelijk als huwelijksgift van haar vader had verkregen – wordt verkocht aan een zekere Dingeman Thonisz., wonend onder de heerlijkheid van Strijen. Samen met zijn broer Huijch Thonisz. doet Dingeman Thonisz. op 15 maart 1614 uitkoop van de achtergelaten kinderen van Marichge Dingemans.
Mijnsheerenland, 24-5-1627: Jacob Pietersz. Hoffman, wonende in het Heilige Geestblok onder de ban van Moerkercken, verkoopt aan Willem Basetiaensz., eveneens wonende aldaar, een geheel huis mitsgaders een berg van 5 roeden, staande op het land van het Sacramentsgasthuis te Dordrecht, alsmede de beterschap van het erf ter grootte van 109 roeden. Oost en zuid van het land het voornoemde gasthuis te Dordrecht, west de sloot van de grens van ht Heilige Geestblok en de verbrande hoeve van Maasdam en noord de Groene- of Sarisweg. Dat huis en erf waren de verkoper aangekomen bij koop van Willem Willemsz. op 11-6-1601. Voor het erf moet een jaarlijkse erfpacht ten bedrage van 5 gulden en 9 stuivers worden betaald aan het Sacramentsgasthuis te Dordrecht, volgens de erfpachtbrief de dato 16-3-1599.
Mijnsheerenland, 19 oktober 1628:
De schipper Dammas Adriaensz. te Dordrecht verkoopt met procuratie van Belichge, Leentge en Ariaentge Adriaensdochters, zijn zusters, 2 morgen land met de aanwas, gelegen in he t Zomerland voor de Blaak aan Claes Jacobsz. Blaeck. Dit land is de verkopers op 6 december 1627 aangekomen bij erfenis van hun grootouders. Oost de erfgenamen van Meijnert van Segwaert, zuid de dijksloot, west Adriaen Yngensz. aan de Blaak en noord de Reeweg.
Genoemd: Jacob Pietersz. Hoffman en Damis Adriaensz., voogden van de kinderen van Adriaen Danen.
Op 24-5-1627 taxeerden de schout en heemraden van Mijnsheerenland zekere 109 roeden land in het Heilige Geestblok, mitsgaders een huis en berg op dit land staande, gekocht door Willem Bastiaensz. van Jacob Pietersz. Hoffman.
Jacob Pietersen Hoffman trad in 1632 op als voogd van de weeskinderen van Adriaen Pietersen Hoffman.
Op 27-3-1647 in Mijnsheerenland verveilt Jacob Hoffman ten overstaan van schout en gerechten zekere havelijke goederen. Genoemd worden o.a. Willem Hoffman, Willem Bastiaen en Dingeman Jacob Hoffman, Jan Jorisen Blaeck, Goris Gorissen op Puttershoek, Arijen Jacobs Hoffman, Job Joosten op Puttershoek, Willem Bastiaens en Jan Willems, zijn zoon.
Obligatie voor Bastyaentge Bastyaens dochter houdende op Jacob Pieterss. Hoffman op 1 mei 1641 in Maasdam:
Heyman Jacobsoon, schout, Job Leendertss. Vogelaer, heemraad. Jacob Pieterss. Hoffman, wonende ’int heylich geest lant’ onder Mijnsheerenland van Moerkerken, bekent schuldig te zijn aan Bastyaentge Bastiaens, dochter van zaliger Bastiaen P(iete)r(s) Hoffman, 270 Car. gld. 6 stuivers vanwege de 136 gld. 6 st. ’vuyt goede gedaen rekeninge’ en de resterende 100 gld. de voornoemde Bastyaentge aangekomen bij testament haar gemaakt van Gooltge Jacobs, zijnde de voornoemde Bastyaentge’s ’beste moeder’. Hij belooft dit geld heden over een jaar terug te betalen tegen interest de penning 16 in het jaar. Hiervoor stelt hij zijn persoon en roerende- en onroerende goederen. Deze akte is ondertekent door schout Heyman en heemraad Vogelaer en secretaris J.W. Hoffman.
×
±1610
Marichie Dingmans (Maritje Dijngmansdr)
, † <1615.
Dochter van
Dingman
en
Ingetje Gerritsdr (Ingentgen Geridtsdr)
.
Zij hadden een zoon Dingeman Jacobse Hofman.
Marigen Dingman was gehuwd met Jacob Pieters Hoffman en zij hadden 2 onmondige kinderen.
Mijnsheerenland, 20 januari 1626:
Jan Pietersz. Schilling, schoenmaker op de Westmaas, bekent schuldig te zijn aan de 2 nagelaten weeskinderen van Maritje Dyngmansdr., wijlen huisvrouw van Jacob Pietersz. Hofman,
de som van 214 gulden, 13 stuivers en 8 penningen, geleend uit de opbrengst van de op 20 januari 1615 verkochte goederen van genoemde Maritje.Randbemerking van de secretaris Simon Huigensz. Splinter:“Dese principaele obligatie bij den comparant mitsgaders schout en heemraden elcx geteijckent bij mij op ten 23e februarij 1626, wesende op eenen maendach ’s morgens ontrent 9 vuijren an Dyngman Thonisz. als voocht van de kinderen en borge in desen vsz. oble geroert te sijnen huijse op de gote gelevert”
Mijnsheerenland, 15-3-1614:
Jacob Pietersz. Hoffman, echtgenoot van wijlen Marichge Dingman(sdr) en wonende in het Heilige Geestblok onder de ban van Moerkercken, doet samen met Dingman Thonisz. en Huijch Thonisz. uitkoop van de achtergelaten kinderen van de overleden Marichge Dingman.
Jacob Pietersz. Hoffman blijft in het bezit van het huis, de berg, keet en de beplanting, staande op het land van ’t Heilige-Geest-Sacramentsgasthuis te Dordrecht. Tevens blijft hij nog in bezit van de ploegen, eggen, inboedel en 2 mrg. eigenland in 2 partijen.
×
>1610
Ariaentie Cornelisdr
.
2 kind(eren)
-
NN. Pietersdr Hofman
.
Jacob Pietersz Hofman had een zuster met kinderen.
Pieter Adriaensz. Hoffman en Gooltge Jacobsdr. worden genoemd als de grootvader en grootmoeder van Dammas Adriaensz.
×
Adriaen Damasz
.
Zoon van
Damas Aertsz
en
Neeltge Willemsdr
(??).
Kinderen: Dammas, Beligchge, Leentge, Ariaentge, Cornelis en Adriaen.
Op 11-12-1625 was sprake van "Adriaan Damen, schoonzoon van Pieter Adr. Hofman". Pieter zou dus nog een dochter hebben gehad.
Mijnsheerenland, 24 juni 1628:
Dammas Adriaensz. verkoopt met procuratie van Belichge, Leentge en Ariaentge Adriaendochters en als voogd van zijn 2 onmondige broeders Cornelis Adriaensz. innocent, en Adriaen Adriaensz., 2 morgen, 326 roeden en 6 voet bouwland in het Heilig Geestblok aan Meeus Sebastiaensz. en diens broeder Ghijsbrecht Bastiaensz. Dit land is de verkoper aangekomen bij overlijden van Pieter Adriaensz. Hoffman en Gooltge Jacobsdr., zijn grootvader en grootmoeder, op 6 december 1627. Oost de erfgenamen van Dirck Cornelisz. Greijn, zuid de andere 5 morgen land van De Houff, west Adriaen Lenertsz. op Maasdam en noord de Groeneweg.
Genoemd: Jan Roelantsz., glasmaker te Puttershoek, ev Marichgen Adriaensdochter; Jacob Pietersz. Hoffman.
Met onderschrift van Willen Dierckse Breeckvelt en Sebastiaen Rochuss Bijll.
6 kind(eren)
-
Adriaen Pietersz Hofman
, *Puttershoek ±1570
, † <1627 .
×
±1595
Marijken Meus
, *Puttershoek ±1570
, † <1628.
6 kind(eren)
-
Willem Pieters Hofman
, * ±1590
, † ±1625 .
Ghijsbrecht Willemsz. Hoffman, Jacob Willemsz. Hoffman en Willem Willemsz. Hoffman alsook Willem Willemsz. Hoffman den oudsten, nagelaten kinderen van Willem Pietersz. Hoffman, worden op 24-6-1628 in Mijnsheerenland genoe
Reeds op 11-12-1625 was sprake van "de weduwe van Willem Pietersz. Hofman".
Mijnsheerenland, 24-6-1628: Jacob Pietersz. Hoffman, wonende in het Heilige Geestblok onder de ban van Moerkercken, verkoopt aan de nagelaten weeskinderen van Willem Pietersz. Hoffman, zijn overleden broer, 2 morgen bouwland in het Zomerland voor de Blaak. Dit land is de verkoper aangekomen bij koop van Anthonis Joris Cornelisz. in Nieuw-Bonaventura op 31-7-1609. Oost de gemenelands vliet, strekkende van de Blaakse dijk noordwaarts, zuid de dijksloot, west de weeskinderen van Adriaen Pietersz. Hoffman en noord de Reeweg. Genoemd werden:
- Ghijsbrecht Willemsz. Hoffman,
- Jacob Willemz. Hoffman en
- Willem Willemsz. Hoffman, alsook
- Willem Willemsz. Hoffman den oudsten,
nagelaten kinderen van Willem Pietersz. Hoffman,
- Pieter Adriaensz. Hoffman en Gooltge Jacobsdr., ouders van Jacob Pietersz. Hoffman.
Voogd van de de nagelaten weeskinderen van Willem Pietersz. Hoffman was Jacob Pietersz. Hoffman.
×
±1615
Maritgen Ghijsbrechts (Marichge Gijsberts)
, * ±1590
, † ±1651.
Ghijsbrecht Willemsz. Hoffman, Jacob Willemsz. Hoffman en Willem Willemsz. Hoffman alsook Willem Willemsz. Hoffman den oudsten, nagelaten kinderen van Willem Pietersz. Hoffman, worden op 24-6-1628 in Mijnsheerenland genoemd.
Maertgen Gijssen won. buiten Pietershouck.
Overdracht in 1652 in Mijnsheerenland van 2 morgen, 326 roeden en 6 voeten land in de Heilige Geestblokken in het Oudeland van Maasdam door de kinderen van Maeyken Gijsen aan Jacob Gijsen Silverschoon. Genoemd: Aryen Willems Hoffman, Gijsbert Wms Hoffman, Jacob Wms Hoffman, Willem Wms Hoffman, erfgenamen van Marijke Gijsbrechts.
Rotterdam, 13 juni 1650:
Jacob Tijssen, wonend in Brouck op Waterlant, gemachtigd, volgens de machtiging van 15-11-1649, gepasseerd voor notaris Johan Langlois te Rochelle, door Janne Gijsbrechs, weduwe van Jan Arijens, meester-silversmith te Rochelle, en door Eva Tijssen, weduwe van Johan Gijsberts, coopman te Rochelle, erfgenamen van Claes Gijssen, in Moras, buiten Rochelle overleden, mede voor Anna Gijsbrechs, dochter en mede-erfgenaam van Claes Gijssen, heeft met de kinderen van Maertgen Gijssen, wonend buiten Pietershouck, moeije, van vaders zijde, van Janne, Johan en Anna Gijsbrechs, een overeenkomst gesloten over landpacht, obligaties en renten, en een akte ten laste van schipper Claes Huijbrechts van Saerdam, volgens de attestatie van Gijsbert Willems, de oudste zoon van Maertgen Gijssen, aan hen overhandigd.
In 1651 werd in Puttershoek de moeder van Gijsbert Hoffman begraven.
Mijnsheerenland, 27-3-1628: Lenert Jacobsz., schout te Puttershoek en oppervoogd van de 3 weeskinderen van Willem Pietersz. en Maritgen Ghijsbrechtsdr., verklaart in de presentie van Arien Willemsz. Hoffman, dat zij nu en ten eeuwige dagen 8 morgen bouwland gegrondkaveld hebben. Arien Willemsz. Hoffman blijft bedeeld aan een stuk weiland ter grotte van 2 morgen en 100 roeden, liggende in het Oudeland van Maasdam. West het land van de kinderen van Cornelis Joppensz. en Thonis Plonen. Terwijl de 3 weeskinderen bedeeld blijven aan een stuk teelland ter grootte van 1 morgen en 200 roeden ,gelegen aan de noordeinde van de Groeneweg, en nog aan een stuk weiland ter grootte van 2 morgen en 300 roeden, gelegen onder de jurisdictie van Puttershoek, tegenover het huis[ing] van Maritge Ghijsbrechtsdr. Tevens nog aan een stuk teelland in het Blaakse Zomerland ter grotte van 2 morgen. Zodat de 3 weeskinderen in totaal 5 morgen en 500 roeden land bezitten. Aan hun broer Arien Willemsz. zouden zij moeten uitkeren de som van 90 Carolusgulden, omdat diens land van mindere waarde is dan het land van de weeskinderen.
In 1650 vond in Mijnsheerenland transport plaats van 1154 roeden land in het Zomerland voor de Blaak door Willem en Gijsbert Hoffman, erfgenamen van Marichge Gijsberts, t.b.v. Willem Aariaensz. aan de Blaak.
In 1652 in Mijnsheerenland was sprake van Arijen Willems Hoffman, Gijsbert Wms Hoffman, Jacob Wms Hoffman en Willem Wms Hoffman, erfgenamen van Marijke Gijsbrechts. Er vond een overdracht plaats van 2 morgen, 326 roeden en 6 voeten land in de Heilige Geestblokken in het Oudeland van Maasdam door de kinderen van Maeijken Gijsen aan Jacob Gijsen Silverschoon.
Marichge Gijsberts
trad op als getuige bij
de doop van
Arjaentje Gijsberts Hofman
(?)
.
5 kind(eren)