Jacob Aertss van den Breckel , † ±1515.
Zoon van Aert Aert Aertss vanden Breckelen en Elysabethen Jan Peterss van de Wijel .


Kinderen:
  1. Aert Jacobsz van den Brekel , † <1517 .

      In 1516 was er onenigheid tussen de kinderen van Jacop van den Brekel enerzijds en de kinderen van zijn overleden zoon Aert Jacobsz., met name Jenneken en Adriaen anderzijds over de verdeling van de nagelaten goederen van Jacob.

    ×   Lijsbeth Henrick Meliszdr .
        Dochter van Henrick Melisz en ?

    1 kind(eren)


  2. Heijlwich Jacobsdr van den Breckel , † <4-1547 .

    ×   Goeswijn (Goessen Laureijsz) inden Acker , † ±1539.

    5 kind(eren)


  3. Driesse Jacopsdr van den Brekel , † >11-1532 .

      Goirle, 7 nov. 1503:
      Jacop vanden Brekel. met Aert en Ariaen, broers, zijn zonen, en Henrick Gerits van Boerden, man van Mechteld, zijn huisvrouw, dochter Jacop vs. en voor Willem Wouterss vander Schuere, man van Driesse, zijn
      huisvrouw, en voor Symon Pauwels Heysten, als man van Heylwich, zijn huisvrouw, en voor Ariaen Jan Vannis soen. man van Marie zijn huisvrouw. en voor Goessen Lauwreys. als man van Heywigh. zijn huisvrouw, zusters, dochters Jacops vs. waarr Aert, Ariaen en Henrick vs. voor geloofd hebben, verkopen aan Jan Aertss van Eerssel de helft van een stuk beemd, 2 bunder en een dachmael, de hele beemd in Udenhout. e.z. Aert van Eerssel en Kathelijn Loers, a.z. Huijbert vanden Scoer, e.e. Jan van Haren, a.e. een gemene steeg, belast met jaarlijks 13,5 stuiver erfcijns en een halve kapoen in Nollekenschijns.

      Tilburg, 19 dec. 1532:
      Andries, weduwe van Willem, zoon van wijlen Wouter Verschueren, dochter van wijlen Jacop vanden Brekel, heeft wettelijk en erfelijk overgegeven aan Peter en Peter, gezusters, haar kinderen, al haar tocht en recht van tochtenwege, dat ze had en bezat in een huis, hof en erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd in die Cleijn Hasselt, aldaar tussen: erfenis van Arijaen Michiel Roelofs een zijde en een einde; de gemeijn straat ander zijde en ander einde.
      Heer Huijbert, priester, en Peter en Peter, gezusters, kinderen van wijlen Willem Wouter Verschueren, die Willem voors verwekt had bij Andries zijn huisvrouw, dochter ut supra, uit kracht van testament door Willem en Andries hun ouders gemaakt, hebben wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Bastiaen Jan Eelen Mutsaerts een huis, hof en erfenis ut supra. Bastiaen koper moet hieruit gelden aan de Persoonschap van Tilburg 1½ lopen rogge erfpacht en aan Gerit Zuermonts.

    ×   Willem Woutersz Verschueren , † <1533.

      Willem Wouterss Verschueren / vander Schuere . Zijn zoon Huijbert was priester.

    2 kind(eren)


  4. Adrijaen Jacopsz van den Brekel , † >4-1542 .

      Oisterwijk, 14-2-1528: Ariaen zoon wijlen Jacops vanden Brekel: ½ bunder beempts en ½ lopen daarbij buyten den graft gelegen in parochie Oisterwijk ter stede inden Coecamp.

      Goirle, 31-1-1533: Arijaen zoon van wijlen Jacop vanden Brekel heeft beloofd als een principaal schuldenaar te betalen aan Denis zoon van wijlen Jan Denis Meijnaerts een jaarlijkse en erfelijke pacht van 12 lopen rogge uit een huis, hof met de grond en de erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg, ter plaatse genaamd in die Heijdsijde aen de Hasenest, aldaar tussen: erfenis van Willem Willem Verschueren beide zijden en een einde; de gemeijnt van Tilburg ander einde. Nog uit een erfpacht van een mud rogge, dat Arijaen heft op Mathijs Gerit Geldens en diens goederen.
      Op 11 feb. 1554 was sprake van een belending aaan de erfenis van Adriaen vanden Brekel.


  5. Mechteld van den Breckel .

      Op 28 feb. 1537 was sprake van "Henrick Wouter Ariaens en zijn voorkinderen, verkregen bij Jenneke dochter van wijlen Aert Jacobs van den Brekel". Die 12½ lopen rogge erfpacht hadden verkopers geërfd van hun moeder Mechteld, huisvrouw van Henrick Beijkens, dochter van wijlen Jacob van den Brekel.

    ×   Henrick Gherits (Henric Geridts) van Boerden , † <3-1532.
      Mechteld is Henrick’s eerste vrouw.

      Henrick Gherit Beijkens - Hanrick Gerit van Boerden - Hanrick zoon van wijlen Gerit van Boerden.

      Op 27-2-1532 was sprake van Gerit, Aert en Arijaen, gebroeders, en Engel hun zuster, kinderen van Hanrick Gerit van Boerden.

      Oisterwijk, 7-11-1503:
      - Jacop vanden Brekel met Aert en Ariaen, broers, zijn zonen, en
      - Henrick Gerits van Boerden man van Mechteld zijn huisvrouw, dochter Jacop vs., en voor
      - Willem Wouterss vander Schuere man van Driesse zijn huisvrouw en voor
      - Symon Pauwels Heysten als man van Heylwich zijn huisvrouw en voor
      - Ariaen Jan Vannis soen man van Marie zijn huisvrouw en voor
      - Goessen Lauwreys als man van Heywigh zijn huisvrouw, zusters, dochters Jacops vs.
      waar Aert, Ariaen en Henrick vs. voor geloofd hebben, verkopen aan Jan Aertss van Eerssel de helft van een stuk beemd, 2 bunder en een dachmael, de hele beemd in Udenhout [..], belast met jaarlijks 13,5 stuiver erfcijns en een halve kapoen in Nollekenschijns.

      Oisterwijk, 17-1-1533: Henric zoon wijlen Geridt van Boerden ook voor Aerden zoon wijlen Eelens Emmen daar Henric met zijn
      zoon Geridt voor geloofd hebben een stuk beemd 6 lopen in parochie Oisterwijk ter stede in de Reyt. Aankomst als Mathijs zoon wijlen Henric Melis na dood wijlen Henric Melis zijn vader bij versterf en Henric voors. en Eelen zoon wijlen Embecht Eelens tegen Mathijs bij cope sch. Oisterwijk.

      Op 28 feb. 1537 was sprake van "Aert en Ariaen, zonen van Henrick Gherit van Boerden" (alias Beijkens en van Mechteld dochter van den Brekel).
      Henrick Gherit van Boerden (alias Beijkens) gehuwd met Mechteld Jacop van den Brekel had op 1-12-1511 geloofd en gevest deze 3½ mud roggeerfpacht te erce te geven aan:
      - Gherit Henrick van Boerden;
      - Engelken, diens zuster;
      - Marcelis Ghijsbrecht Wijthen, als man van Margriet Henrick van Boerden;
      - Aert en Ariaen, kinderen van Henrick van Boerden.

      Goirle, 17 mrt 1550:
      Marcelis zoon van wijlen Ghijsbrecht Wijten, als man van Margriet, met Aert zoon van wijlen Gherit van Oeckel, als man van Engelberen, dochters van Henrick, zoon van wijlen Gherit Beijkens, welke kinderen Henrick voors. verwekt had bij wijlen Mechteld zijn eerste vrouw, dochter van wijlen Jacop vanden Brekel, hebben wettelijk en erfelijk afgezien van 1½ mud rogge erfpacht en 2½ mud rogge erfpacht, die na de dood van Henrick zoon van wijlen Gherit Beijkens, hun schoonvader, hun jaarlijks en elk tot zijn deel toe vervallen en verstorven zouden zijn op de goederen van Henrick voornoemd en op de goederen van wijlen Elen Embrecht Eelkens, welke pachten voors. te los stonden elk mut tegen 32 Peters, elke Peter voors. tot 20 stuivers gerekend volgens de losbrief, die daarvan is en verder op het recht, deel, actie en toezeggen, dat de voornoemde Marcelis en Aert in naam van hun huisvrouwen voornoemd zouden mogen toebehoren op de goederen en erfenissen van Henrick en van wijlen Mechteld voornoemd en ook op de goederen en erfenissen van wijlen Elen Embrecht Eelkens ook voornoemd, deze goederen en erfenissen altesamen gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd op de Cauwenbergh, zoals ze zeiden, ten behoeve van Henrick hun schoonvader voors. en de kinderen uit zijn tweede huwelijk, die hij verwekt en verkregen had bij wijlen Lijsbet zijn tweede vrouw dochter van wijlen Embrecht Eelkens, samen met de brieven en recht, met overgeven en afgaan zoals dat gewoonte en recht is. De voors. Marcelis en Aert hebben geloofd super se et bona sua etc. dit vertijen, overgeven en afgaan altijd vast en stendig te houden etc. en nooit maar naar de voors. pachten, goederen noch erfenissen te talen noch te doen talen met geen enkel recht, geestelijk of wereldlijk, en alle kommer en calangies van hunnentewege en vanwege hun huisvrouwen voors. daarop komende allemaal af te doen.

      Goirle, 23 feb. 1551:
      Anthonis, Ghijsbrecht en Adriaen, gebroeders, zonen van wijlen Gherit zoon van Henrick Gherit Beijkens, voor henzelf en ook voor Vijver hun zuster, dochter van wijlen Gherit voors., waar zij zich sterk voor maakten en geloofden, in bijzijn en tegenwoordigheid echter van deze Vijver voors. en tot het geen hierna volgt, zover in haar ws, volkomen toestemming en macht gevende, hebben wettelijk en erfelijk vertegen ten behoeve van Henrick hun grootvader voornoemd en van zijn nakinderen, bij name van Laureijs en Peter, gebroeders, zonen van wijlen Wijtman Joest Lenaerts als mannen en mombers van Ariaena, huisvrouw van Laureijs voors., en van IJke, huisvrouw van Peter voors., die de voors. Henrick verwekt en verkregen had bij wijlen Lijsbet zijn tweede huisvrouw, dochter van wijlen Em brecht Eelkens, samen met alle brieven en het recht, op 1½ mud rogge erfpacht in 2½ mud rogge erf pacht, die na de dood van Henrick zoon van wijlen Gherit Beijkens voornoemd, hun grootvader, hen jaarlijks elk tot zijn deel vervallen en verstorven zouden zijn geweest op de goederen van Henrick voornoemd en op de goederen van wijlen Elen Embrecht Eelkens, welke pachten voors. te los ston den elk mud tegen 32 Peters, 19 stuivers voor de Peter gerekend, volgens de losbrief die daarvan is.
      En verder op al het recht, gedeelte, actie en toezeggen als deze kinderen van wijlen Gherit zoon van Henrick Gherit Beijkens voornoemd zouden mogen competeren en toebehoren op de goederen en er fenissen van Henrick hun grootvader voors. en van wijlen Mechteld zijn vrouw toen ze leefde, dochter van wijlen Jacop van den Brekel, hun grootmoeder, en ook op de goederen en erfenissen van wijlen Elen Embrecht Eelkens ook voornoemd, deze goederen en erfenissen voor aangeroerd altesamen gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd op de Cauwenbergh zoals ze zeiden en ze hebben deze overgegeven en opgedragen met afgaan op de manier die daartoe gebruikelijk is, ge lovende als schuldenaars in de naam als voor super se et bona sua etc. dit vertijen, overgeven, op dragen en afgaan altijd vast en stendig te houden etc. en nooit meer naar de voors. erfpachten, goe deren noch erfenissen te talen noch te doen talen met geen enkel recht, geestelijk etc. , en alle kom mer en calangies van hunnentwege en vanwege wijlen Gherit hun vader voors. daarop komend alle maal af te doen.
      Op 27-2-1532 was sprake van de erfenis van Hanrick Gerit van Boerden.

    5 kind(eren)


  6. Marija Jacops van den Breckel .

      "Ariaen Jan Vannis soen., man van Marie".

    ×   Adriaen Jan Vannissoen .

      Goirle, 24-1-1536:
      Jan zoon van wijlen Meeus Peter Meeus als man en momber van Jenneke zijn huisvrouw, dochter van Adriaen Vannis, die Adriaen voors gewonnen en verkregen had bij Marij zijn huisvrouw, dochter van wijlen Jacop vanden Brekel, heeft wettelijk en erfelijk verkocht en overgegeven aan Henrick Wouter Ariaens een jaarlijkse en erfelijke pacht van 7 lopen rogge uit een huis, hof met de grond met toebehoren en uit de erfenis daaraan liggende en daartoe behorende, gelegen in de parochie van Tilburg ter plaatse genaamd inden Coudenberch.
      Welke 7 lopen rogge erfpacht Adriaen zoon van wijlen Jacop vanden Brekel verkregen had van Adriaen zoon van wijlen Aert Jacop vanden Brekel en van Jenneke zijn zuster ten behoeve van Marija dochter van wijlen Jacop vanden Brekel haar in vruchtgebruik wat voor haar kinderen ten erve moest blijven.

    1 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.