Matthijs Willemszn
Ansems
, * ±1505
, † <3-1560.
Zoon van
Willem Willem Laureijs (Willem Willemszn) Ansems
en
Aleijt Mathijsdr Beerthen
.
Mathijs Willem Willem Laureijs Anssems.
Goirle, 1-2-1547:
Jan, zoon van wijlen Denijs Ariaen Mutsaerts de jonge, als man van Jenneke, dochter van Gherit Jan Ghijben, door Gherit voors. uit wijlen Margriet zijn vrouw, dochter van wjjlen Willem Willem Laureijs Ansems, verwekt, heeft geloofd als schuldenaar te betalen aan Michiel zoon van Willem zoon van wij-len Willem Laureijs Ansems, een jaarlijkse ene rfelijke cijns van 62½ stuiver uit huis, hof met grond en toebehoren en uit de erfenis daaraan liggende, groot ca. 5½ lopensaet, gelegen te Tilburg in die Donckerstraet aan het Voertveeken tussen: Reijner Gherit Reijnen een zijde; Peter Ghijsbrecht Stevens en Jan Willem Verschueren ander zijde; Cristina van Liebergen en haar kinderen ee einde; die Donckerstraet ander einde.
In margine: gelost anno 51.
Op 9 mei 1553 heeft heer Henrik de Raet, priester, als pensier (zaakwaarnemer) van de abt van Tongerlo de oude tiende van Tilburg voor zes jaar verpacht aan Willem Willem Laureys, diens zoon Mathijs, Gijsbert Peter Zegers, Gerit Jans Broek, Jan Aart Jacops en Jan Gijsbrecht Beerthens de oude.
Girle, 8-2-1563:
Willem, zoon van wijlen Willem Laureijs Ansems, weduwnaar van Aleijd zijn huisvrouw, dochter van wijlen Mathijs Henrick Beerthen legitime et hereditarie supportavit (heeft wettelijk en erfelijk overgegeven aan) Michiel zijn zoon, voor de ene helft voor hemzelf, en aan Willem zoon van wijlen Mathijs ook zoon van Willem en Aleijd voornoemd, en aan dezelfde Michiel en aan Willem Joost Berijs als momber en toeziener van Jan, Berijs, Peter, Joost, Adriaen en Cornelia, broers en zuster, onmondige en minderjarige kinderen van wijlen Mathijs voornoemd ten behoeve van deze kinderen voor de andere helft met afgaan en vertije etc het vruchtgebruik en recht van vruchtgebruik dat hij heeft en bezit in alle erfelijke goederen het zij huizingen, hovingen, land, zand, heiden, beemden en weiden, waar en tussen wie de goederen voors gelegen zijn, niets uitgezonderd, zoals hij zeide.
Et promisit super se (en hij heeft beloofd op zich) etc dit overgeven, opdragen afgaan en vertijen voors altijd vast etc en nooit meer vanwege vruchtgebruik daarnaar te talen of te laten talen voor geen enkele rechtbank, geestelijk noch wereldijk, en alle kommer en calangie van zijnentwege daarop komende allemaal af te dien.
Derhalve hebben de voors Michiel voor hemzelf voor de ene helft en Willem zoon van wijlen Mathijs zoon van Willem Willem Laureijs Anssems beloofd op henzelf en op alle goederen en dezelfde Michiel en Willem Joost Berijs als momber en toeziener voors op de goederen van de onmondige kinderen voors, hebbende en verkrijgende, dat zij aan Willem hun vader en grootvader voornoemd zulen uitreiken en betalen zolang hij onder de mensheid zal leven en niet langer een loscijns van 30 karolus gulden, te betalen elk jaar op Onze Lieve Vrouwedag Lichtmisdag en voor de eerste termijn en dag van betaling nu met Lichtmis a.s., wat zij elkaar zo beloofd hebben zonder arglist.
Datum ut supra, schepenen Reijnbouts en Buerden.
Goire, 8-2-1563:
Bekend zij aan eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven
- Michiel, zoon van Willem Willem Laureijs Anssems, door deze Willem en uit wijlen Aleijd diens huisvrouw, dochter van wijlen Mathijs Henrick Beerthen, samen verwekt en verkregen, voor de ene helft,
- Willem zoon van wijlen Mathijs Willem Willem Laureijs Anssems voornoemd en dezelfde Michiel nog en met hem Willem Joost Berijs als door de heer aangestelde momber en toeziener van Jan, Berijs, Peter, Joost, Adriaen en Cornelia, broers en zuster, onmondige en minderjarige kinderen van wijlen Mathijs, zoon van Willem Willem Laureijs Anssems voornoemd, daar de momber en toeziener voors zich sterk voor maakten en gelofte deden, voor de andere helft en ze hebben van de erfelijke goederen hun van Aleijd hun moeder en grootmoeder aangekomen en bestorven zijnde en waarin Willem hun vader en grootvader voornoemd heden ten dage van het vruchtgebruik en al het recht vanwege vruchtgebruik is afgegaan, een zekere erfscheiding en erfdeling gedaan en gemaakt.
Omwille van deze erfscheiding en erfdeling zal Michiel voors hebben, houden en erfelijk voor zijn deel bezitten de oude stede, te weten huis, hof, schuur, schop, schaapskooi, bakhuis met de grond en erfenis in weide daaraan liggende en daartoe behorende, samen groot ongeveer 17½ lopensaet, gelegen in de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd aen de Broeckzijde, enz.
Hiertegen zal de voors Willem en de momber en toeziener van de voors onmondige kinderen hebben, houden en erfelijk voor hun deel bezitten de stede, daar Mathijs hun vader placht te wonen en daar hij uit verstorven is, te weten huis, hof, schuur, schaapskooi met de grond en de erfenis in weide daaraan liggende en daartoe behorende, groot ongeveer 15 lopensaet, gelegen in de parochie van Tilborch ter plaatse genaamd aen de Broeckzijde, enz.
×
Katelijn Joostsdr Eelkens
, * ±1515
, † <3-1560.
Mathijs, zoon van Willem Willem Laureijs, als man van Kathelijn.
Kinderen:
-
Jan Ansems
.
-
Berijs Ansems
.
Mathijs had verscheidene zonen, onder wie Beris.
-
Peter Mathijsz Ansems
.
-
Joost (Joist) Ansems
.
-
Adriaen Ansems
.
-
Cornelia Mathijsse Ansems
, * ±1558
.
×
Peter Wijtmansz de Groot
, * ±1556
, † 16-5-1617.
1 kind(eren)