Marichge Ghijsendr
, * <1570
, † <8-1623.
Dochter van
?
.
Marichge Ghijsen is in 1e huwelijk getrouwd geweest met Cornelis Jacob Cornelisz., geboren ca. 1546 en gestorven vóór 1587.
Daantje Pietersdr. was een dienstmaagd, die jarenlang Maritje Ghijsendr. gediend heeft.
In juni 1601: Pieter Cornelis den jongen Romeijn, j.g. van Ridderkerk, tr. de weduwe Mariken Ghijsen uit Mijnsheerenland van Moerkerken (den 3en Junij bescheet gegeven om in Mijnsheerenland te trouwen).
Pieter Cornelisz. Romeijn trouwt in Mhld op 7 juni 1603 met Marichge Ghijssendr., voormalig ook echtgenote van Cornelis Jacobsz., zoon van Jacob Cornelisz. en Heyltge Jan Heyensdr.
Mijnsheerenland, 11 april 1606:
Willem Gerritsz. op Maasdam, echtgenoot van Toontge Sebastiaen Maertensdr., verkoopt aan Pieter Cornelisz. Romeijn de jonge, nasaet van Jacob Jacobsz., 1 mrg en 500 roe land in het OvM, liggende gemeen met de koper in een stuk van 5 morgen, de koper met zijn huisvrouw ten huwelijk gegeven in date 18 december 1603. Oost: het land van de kinderen van Jan Jacobsz. Zuid: de weg strekkende naar de Oostwatermolen. West: Johan van Muijlwijck,
dijkgraaf van Oud-Heinenoord en ten noorden Gerrit Mathijsz. te Dordrecht.
Genoemde 5 morgen zijn belast met een jaarlijkse losrente van 36 Cgld t.b.v. de erfgenamen
van Magdalena Adriaensdr.
Mijnsheerenland, 24 mei 1609:
Pieter Cornelisz. Romeijn verkoopt aan Thomas van den Hoonert Pietersz. te Dordrecht, voogd van de 2 weeskinderen van zaliger Dirck Hoinck, een jaarlijkse losrente va n 12 Cgld en 10 stuivers, te lossen met de hoofdsom van 200 Cgld. Hij verzekert op 4 mrg en 100 roe land in het OvM in een weer ter grootte van 5 mrg, voet onder voet met de dochter van zijn echtgenote Marichge Cornelis Jacobsdochter. Oost: het land van die Van Loo. Zuid: de weg strekkende van de Ooswatermolen tot het polderse veer. West: het land van Johan van Muijlwijck. Noord: het land van de weduwe van mr. Gielis Joachimsz. te Dordrecht
Mijnsheerenland, 9 december 1609:
Pieter Cornelisz. geseijt Romeijn, nasaet van Jacob Jacobsz., en Maritge Cornelis Jacobsdr. bekennen samen met hun zwager Simon Huijchensz. Splinter, dat zij 5 morgen l and in het OvM in het Oostmolenblok verkocht hebben aan Jan Jansz. van Dongen, bakker te Dordrecht. Te weten de voornoemde Romeijn 4 mrg en 100 roe en Marichge Cornelis Jacobsdr. 500 roeden land. Oost: die van Loo. Zuid: de Oostmolenweg. West: Johan van Muijlwijck, wiensland gebruikt wordt door Cornelis Aertsz. van der Kest. Noord: het land van de weduwe van de chirurgijn mr. Gielis. Dit l and is de verkoper aangekomen bij zijn huwelijk en Marichge bij
overlijden van haar vader Cornelis Jacob Cornelisz.
Lenert Sebastiaansz. snijder en Willem Cornelisz. Romeijn tot Ridderkerk, gehuwd met Maritge Cornelis Jacobsdr., Pieter Cornelisz. Romeijn, stiefvader van Cornelia Cornelis Jacobsdr. en Maritje Cornelis Jacobsdr. worden op 17 juni 1619 in Mijnsheerenland vermeld.
Mijnsheerenland, 11 juli 1623:
Pieter Cornelisz. Romeijn, weduwnaar van Maritge Ghijsendr., Willem Cornelisz. Romeijn, gehuwd met Maritje Cornelis Jacobsdr., en Simon Huigensz. Splinter, weduwnaar van Neeltje Cornelis Jacobsdr.; zijn overeengekomen betreffende de nagelaten goederen van genoemde Maritje Ghijsendr.
Genoemd: Wouter Jansz., Cornelis Michielsz. Hacke en Elisabeth Michielsdr., nagelaten kinderen van zaliger Sebastiaantje Cornelis Jacobsdr., in haar leven huisvrouw van Michiel Aartsz. Hacke, tezamen erfgenamen van voorn. Maritje Ghijsendr.
Pieter Cornelisz. Romeijn blijft in bezit van het huis, daar Maritje Ghijsendr. in overleden is, alsmede in bezit van de bergen, schuren, boomgaard e.a. benevens 830 eigenland daar het huis op staat. Verder blijft hij in bezit van het huisraad, de havelijke goederen en het gereedschap, dat tot de bouwerij en molkerij behoort etc.
Verder worden nog genoemd: Pieter Pietersz. Dousburg, oom der nagelaten kinderen, Daantje Pietersdr. i.v.m. dienstloon (zij heeft jarenlang Maritje Ghijsendr. gedient en zal ook verder als dienstmaagd in het huis blijven), Gerrit Simonsz. Groot als belender van 11 hont land in de hoek van de weg, die met de 3 morgen en 375 roeden weiland in Oud-Heinenoord in het genot zullen blijven van de erfgenamen.
Nota van de secretaris Simon Huigensz. Splinter: “Den eersten aprilis 1624, wesende op een maendach ’s morgens vrouch, bij mij desen eenen vertichtbrief an Pieter Cornelisz. Romeijnt’ sijnen huijse gelevert”.
Mijnsheerenland, 19 maart 1624:
Schrijven van de secretaris Simon Huigensz. Splinter op verzoek van Willem Cornelisz. Romeijn, echtgenoot van Maritje Cornelis Jacobsdr., om Wouter Jansz., voogd van de 2 nagelaten weeskinderen van Sebastiaantje Cornelis Jacobsdr., wijlen huisvrouw van Michiel Aartsz. Hacke, te insinueren op zaterdag de 23e maart 1624 goedtijds voor de middag voor het gerecht in Mijnsheerenland te compareren, en wel op de opperkamer ten huize van Lenert Sebastiaansz. Coijck, om aldaar enige cijnslanden te kavelen, die de voorn. Romeijn, de kinderen van Simon Huigensz. Splinter en de kinderen van Michiel Aartsz. Hacke aangekomen zijn bij het overlijden van Maritge Ghijsendr., in haar leven huisvrouw van Pieter Cornelisz. Romeijn.
Mijnsheerenland, 3 november 1624:
Rekening en bewijs overgeleverd door de bode Heijnrick Hermansz., betreffende de verkochte goederen van Maritje Ghijsendr., die 201 gulden en 8 stuivers hebben opgebracht. Genoemd: Michiel Aartsz. Hacke, Willem Cornelisz. Romeijn, Simon Huigensz. Splinter, Elisabeth Michielsdr. i.v.m. het genot van een zilveren onderriem, de huisvrouw van Willem Cornelisz. Romeijn i.v.m. het genot van een fluwelen tas met een zilveren ketting en een zilveren knoop, Wouter Jansz., oom (zwager ?) van Michiel Aartsz. Hacke, die in eerste echt gehuwd was met Gijsbrechtje Gijsbrechtsdr., die vroeg (vermoedelijk in het kraambed) stierf.
Wouter Jansz. (van Ridderkerk) was gehuwd met Maritje Gijsbrecht Pietersdr.
Mijnsheerenland, 19-3-1635:
Pieter Cornelisz. Romeijn bekent 400 Car.gulden schuldig te zijn aan de Armen van Moerkercken. Hij verzekert deze som op zijn huis(inge), bergen, keten en boomgaard, alsmede op 1 morgen en 230 roeden daar het huis op staat; liggende bezuiden van de Dorpweg en strekkende tot het water van de Maas. Bedoelde 1 morgen en 230 roeden land zijn belast met een hypotheek ten bedrage van jaarlijks 12 gulden t.b.v. de Leprosen te Dordrecht d.d. 22.11.1601.
Genoemd: Jacob Jacobsz., “voorsaet” van Pieter Cornelisz. Romeijn. Jacob Jacobsz. is getrouwd geweest met Marichge Ghijsendr., 1e echtgenote van Cornelis Jacobsz., die een zoon was van Jacob Cornelisz. aan de Blaak.
Mijnsheerenland, 7-11-1635:
Pieter Cornelisz. Romeijn transporteert aan zijn zwager Cornelis Pietersz. van der Schoor op Zwijndrecht 1 morgen en 230 roeden land in het Oudeland van Moerkercken met huis, berg, schuur, duiventil, boomgaard en andere beplanting, daar hij tegenwoordig op en in woont. Oost: Cornelis Cornelisz. jonge Boer met bruikweer, zuid: het water van de Maas (binnenbedijkte Maas; L.H.v.E.), west: het land van de heer van Moerkercken en noord: de weg strekkende naar het dorp. Dit land is hem aangekome n bij huwelijk met zijn 1. huisvrouw Marichge Ghijsendr. en diens 2e man Jacob Jacobsz. aangekomen door koop van Lenert Oolofsz. in Strijen op 22.11.1601. Pieter Cornelisz. Romeijn verklaart, dat het verkochte landhuis niet anders belast is dan met jaarlijks 12 gulden t .b.v. het Leprooshuis te Dordrecht.
Het geheel wordt verkocht voor 22 gulden, komt tesamen met de lasten 1000 gulden.
N.B.: Marichge Ghijsen is in Ie huwelijk getrouwd geweest met Cornelis Jacob Cornelisz., geboren ca. 1546 en gestorven vóór 1587. Marichge Ghijsendr. trouwt op 22 december 1589 in 2e echt Jacob Jacobsz., geboren 1551. Op 7 juni 1603 trouwt zij te Mijnsheerenland Pieter Cornelisz. Romeijn.
Op 11-7-1623 werd door haar erfgenamen een overeenkomst opgesteld over de nagelaten goederen van Maritje Ghijsendr.
Mijnsheerenland, 25 juli 1623: Michiel Aertsz. Hacke en zijn zoon Cornelis Michielsz. Hacke machtigen Wouter Jansz. om uit hun naam neffens de andere erfgenamen van Marichge Ghijsbrechtsdochter, wijlen echt genote van Pieter Cornelisz. Romeijn, te procederen betreffende de boedelscheiding tussen de voornoemde Romeijn en de erfgenamen, om met dezelfde Romeijn te accorderen.
Genoemd: Elisabeth Michielsdr. Hacke, Sebastiaentge Cornelis Jacobsdr. Zij is gehuwd
geweest met Michiel Aertsz. Hacke, in 1597 schout en bewoner van het Hof van Moerkerc ken.
De verkochte goederen van Mritge Ghijsendr. hebben 201 gulden en 8 stuivers opgebracht. De rekening werd op 3-11-1624 opgemaakt.
×
Cornelis Jacob Cornelisz
, * ±1545
, † <1587.
Marichge Ghijsen is in Ie huwelijk getrouwd geweest met Cornelis Jacob Cornelisz.
×
22-12-1589
Jacob Jacobsz
, * 1551
, † <1604.
Zoon van
Jacob Cornelisz
en
Heijltge Jan Heijensdr
.
Jacob Jacobsz. wordt in 1587 genoemd als mede-erfgenaam van zijn broer Andries, die ongehuwd was overleden.
Jacob Jacobsz., voorsaet van Pieter Cornelisz. Romeijn (trouwt Mhld 7 juni 1603 Marichge Ghijssendr., voormalig ook echtgenote van Cornelis Jacobsz., zoon van Jacob Cornelisz. en Heyltge Jan Heyensdr. Jacob Cornelisz. is één van de voorvaderen van het geslacht Van Eis
Mijnsheerenland, 3 juni 1606:
Pieter Cornelisz. Meeldijk verk. aan Nicolaas Jansz., kruidenier te Dordrecht, 3 mrg, 243 roe en ? voet in het OvM. Zuid: de weg waar de verkoper woont. Noord: het land van Jacob …, echt genoot van Marichge Pieter Cornelis Joostendr., en voorts nog enige andere landerijen.
Genoemd: Wijlen Adriaen van Driel Anthonisz., Jan Pietersz. Vinck, Jacob Jacobsz., voorsaet van Pieter Cornelisz. Romeijn (trouwt Mhld 7 juni 1603 Marichge Ghijssendr. , voormalig ook echtgenote van Cornelis Jacobsz., zoon van Jaco b Cornelisz. en Heyltge Jan Heyensdr. Jacob Cornelisz. is één van de voorvaderen van het geslacht Van Eis), Michiel Aertsz. Hacke, wijlen schout in Mijnsheerenland.
Mijnsheerenland, 3 maart 1607:
Pieter Cornelisz. Romeijn is schuldig aan Jacob Jansz. (Pentionaris) de som van 380 Cgld vanwege de koop van een huis, erf, varkensschot en berg, daar Jacob Jansz. eertijds in gewoond heeft, volgens de verkoping d.d. 3 maart 1607.
Dit huis is staande in het dorp Mijnsheerenland. Oost: huis en erf van de metselaar Dirck Jacobsz. Zuid: het l and van de Heer van Moerkercken. West: huis en erf van Dirck Aertsz. Noord: de Heerenweg of -straat. Pieter Cornelisz. Romeijn zekert de koopsom op vorengenoemd huis.
Dit huis wordt door Pieter Cornelisz. Romeijn op 8 maart 1610 verkocht aan Aelbert Jacobsz. van Essen voor 650 Cgld.
×
Mijnsheerenland 7-6-1603
(otr Ridderkerk 18-5-1603)
Pieter Cornelisz (Pieter Cornelisz den Jongen) Romeijn
, *Ridderkerk ±1580
.
Zoon van
Cornelis Willem Goosens (Cornelis Willems) (Jonckijnt) Romeijn
(?) en
?
Pieter Cornelisz. den Jongen Romeijn, j.g. van Ridderkerk, en Mariken Ghijsendr. wd., wonend Mijnsheerenland van Moerkerken, otr. op 18-5-1603 in Ridderkerk, att. naar Mijnsheerenland 7 juni.
Pieter Cornelisz. Romeijn in Mijnsheerenland wordt op 23-9-1635 omschreven als "oud omtrent 55 jaar".
Pieter Cornelisz. Romeijn, oud omtrent 59 jaar, sinds 36 jaren in Mijnsheerenland wonende en 16 jaren als heemraad dienende, wordt op 5-12-1638 in Mijnsheerenland genoemd.
Pieter Cornelisz. Romeijn, nasaet van Jacob Jacobsz. [= eerdere echtgenoot van zijn vrouw].
Pieter Cornelisz Romeijn was een zwager van Cornelis Pietersz. van der Schoor op Zwijndrecht.
Pieter Cornelisz. Romeijn (trouwt Mhld 7 juni 1603 Marichge Ghijssendr. , voormalig ook echtgenote van Cornelis Jacobsz., zoon van Jacob Cornelisz. en Heyltge Jan Heyensdr.
Mijnsheerenland, 3 maart 1607:
Pieter Cornelisz. Romeijn is schuldig aan Jacob Jansz. (Pentionaris) de som van 380 Cgld vanwege de koop van een huis, erf, varkensschot en berg, daar Jacob Jansz. eertijds in gewoond heeft, volgens de verkoping d.d. 3 maart 1607.
Dit huis is staande in het dorp Mijnsheerenland. Oost: huis en erf van de metselaar Dirck Jacobsz. Zuid: het land van de Heer van Moerkercken. West: huis en erf van Dirck Aertsz. Noord: de Heerenweg of -straat. Pieter Cornelisz. Romeijn zekert de koopsom op vorengenoemd huis.
Dit huis wordt door Pieter Cornelisz. Romeijn op 8 maart 1610 verkocht aan Aelbert Jacobsz. van Essen voor 650 Cgld.
Mijnsheerenland, 17-1-1607:
Pieter Pietersz. Dousburg geeft te kennen dat Pieter Cornelisz. Romeijn en Pieter Cornelisz. Meeldijck, beide inwoners alhier, constitueren aan Leentge Lenertsdr. in De Clau de som van 100 Cgld. Als borg stellen zich Pieter Corn. Romeijn en Pieter Corn. Meeldijck.
Mijnsheerenland, 15 november 1611:
Heijnrick Lenertsz. Besemer en Pieter Cornelisz. Romeijn stellen zich borg voor de verponding van de Oude- en Nieuwe Greup onder de baljuwschap van Strijen de anno 1611, welke verponding Heijnrick Hermansz., bode in Mijnsheerenland, aangenomen heeft.
Mijnsheerenland, 18 mei 1615:
Pieter Cornelisz. Romeijn hypothekeert op 130 roe land met een huis, schuur, 2 bergen en ovenkeet en de beteling daarop staande. Oost: het land van Jan Pietersz. Zuid: het water van de (Binnenbedijkte) Maas. West: het land van de Heer van Moerkercken. Noord: de Heerenweg. En dit tot indemptie en bevrijding van 300 Cgld hoofdgeld, waarvoor zich Jan Jansz. van Dongen borg gesteld heeft. De Heilige Geest in Mijnsheerenland heeft op dit land sprekende de som van 200 Cgld.
Genoemd op 17-6-1619 in Mijnsheerenland: Pieter Cornelisz. Romeijn, die voor de koop van een koe 30 gulden moet betalen.
Willem Cornelisz. Romeijn tot Ridderkerk, gehuwd met Maritge Cornelis Jacobsdr., en Pieter Cornelisz. Romeijn, stiefvader van Cornelia Cornelis Jacobsdr. en Maritje Cornelis Jacobsdr., worden op 17-6-1619 in Mijnsheerenland genoemd.
Mijnsheerenland, 25 juli 1623:
Michiel Aertsz. Hacke en zijn zoon Cornelis Michielsz. Hacke machtigen Wouter Jansz. om uit hun naam neffens de andere erfgenamen van Marichge Ghijsbrechtsdochter, wijlen echtgenote van Pieter Cornelisz. Romeijn, te procederen betreffende de boedelscheiding tussen de voornoemde Romeijn en de erfgenamen, om met dezelfde Romeijn te accorderen.
Genoemd: Elisabeth Michielsdr. Hacke, Sebastiaentge Cornelis Jacobsdr. Zij is gehuwd geweest met Michiel Aertsz. Hacke, in 1597 schout en bewoner van het Hof van Moerkercken.
Mijnsheerenland, 7 mei 1624: Willem Cornelisz. Romeijn, wonende te Ridderkerk, echtgenoot van Marichge Cornelis Jacobsdr., verkoopt aan Agnietge Adriaensdochter, wonende aan de Blaak onder Moerkercken, 1 morgen en 500 roeden cijnsland in het Oudeland van Moerkercken. Oost het land van Dyngman Pauly, zuid een klein smal gedeelte van de gemenelands watering, west de weg strekkende van de Maasdijk tot de Reedijk van Heinenoord en noord de Noord- of Achterweg. Dit cijnsland is hem aangekomen bij overlijden van zijn schoonmoeder Marichge Ghijssendochter, in het laatst van haar leven echtgenoten van Pieter Cornelisz. Romeijn en de zelve Romeijn aangekomen bij koop van de kinderen en erfgenamen van Jan Jacobsz. Pentionaris en Annichgen Pieter Cors Pietersdochter op 3 mei 1603.
Mijnsheerenland, 25 juli 1627: Heemraden in Mijnsheerenland verklaren op verzoek van jonkheer Johan van Raesvelt waarachtig te zijn dat Pieter Cornelisz. Romeijn op 25 juni 1627 ten huize van Willem Wijntgens, waard in De Rode Leeuw te Dordrecht, een dispuut heeft gehad met de stedehouder Andries Jacobsz. Hoogenworff, betreffende de schouwdag van de sporen, sloten en wallen.
Mijnsheerenland, 29 juli 1628: Pieter Cornelisz. Romeijn bekent schuldig te zijn aan Daentge Pietersdochter de som van 390 Carolusgulden, spruitende eerst van een hoofdsom van 150 Cgld, die de voornoemde Romeijn beloofd heeft te betalen volgens de vertichting tussen Romeijn en de erfgenamen van zijn huisvrouw de dato 11 juli 1623. Als borg over deze som stelt zich Adriaen Jansz. van Driel, zwager van Pr. Corn. Romeijn, wonende in de Nieuwe-Greup
Mijnsheerenland, 3.8.1635: Cornelis Cornelisz. jonge Boer in Mijnsheerenland verklaar t zich burg te stellen voor de vrijwaring van 15 morgen en 370 roeden land in het Oudeland van Moerkercken, toebehorende Matheus Pouwels te Dordrecht. Welk land in bruikleen is bij Pieter Cornelisz. Romeijn.
Mijnsheerenland, 23.9.1635: Pieter Cornelisz. Romeijn in Mijnsheerenland, oud omtrent 55 jaar, attes teert op verzoek van Adriaen van Beaumont dat hem kennelijk is, dat in de maand december 1634 Adriaen van Beaumont een zekere obligatie overgenomen heeft van Wouter Jansz. (van Ridderkerck), die Wouter Jansz. sprekende heeft op Sebastiaen Cornelisz. op Heinenoord.
Pieter Cornelisz. Romeijn geeft op 22-10-1635 in Mijnsheerenland aan dat zijn broer Willem Cornelisz. Romeijn zich als borg
voor hem geconstitueerd heeft voor de som van 200 gulden t.b.v. de weduwe van Niclaes Aertsz. te Dordrecht.
Pieter Cornelisz. Romeijn in Mijnsheerenland verklaart op 22.10.1635 dat Cornelis Cornelisz. jonge Boer zich voor hem als borg gesteld heeft voor de landpacht van 15 morgen l and in het Oudeland van Moerkercken, die hij moet betalen aan Matheus Pouwels in Dordrecht. Om dezelve jonge Boer daarvoor schadeloos te stellen, stelt hij hem volgende havelijke goederen bij voorbaat ter hand: 1 rode merry, oud 10 jaren, voor 60 gulden. Een zwart colde merry, oud 9 jaren, voor 50 gulden, 1 rode merry , oud 13 jaren, voor 36 gulden. Een grijze merry, oud 16 jaren, voor 30 gulden. 6 koeien voor 40 resp. 50 gulden, 1 rode melkvaars van 2 jaren voor 36 gulden. Een oude kreupele koe voor 15 gulden. Negen hokkelingen, een ieder voor 12 gulden. Twee wagens met toebehoren, de ene voor 40 gulden en de andere voor 20 gulden. Een nieuwe ploeg voor 6 gulden. Drie varkens, het stuk voor 5 gulden, etc.
Pieter Cornelisz. Romeijn in Mijnsheerenland verkoopt op 8.12.1636 aan de edele heer Cornelis Nicolaesz. te Dordrecht een merry van bijna 2 jaren.
Mijnsheerenland, 20.7.1639: Pieter Jansz. Winter bekent 200 gulden schuldig te zijn aan Pieter Cornelisz. Romeijn vanwege de koop van 2½ morgen zomergerst.
Kinderen:
-
Marichge Cornelis (Marichgen Cornelis Jacobsdr)
, † <1625 .
×
Ridderkerk ±1600
Willem Cornelisz Romeijn
, *Ridderkerk 1581
, ~Ridderkerk 14-5-1581
, † <2-1646.
5 kind(eren)
-
Sebastiaentge Cornelis Jacobsdr (Bastiaentge Cornelis Jacobsdr)
, † <1623 .
Zij was gehuwd met Michiel Aertsz. Hacke, in 1597 schout en bewoner van het Hof van Moerckerken in Mijnsheerenland. Michiel Aertsz. Hacke was eerder gehuwd met Gijsbrechtje Gijsbrechtsdr.
Uit dit huwelijk:
- Cornelis Michielsz. Hacke, in 1623 volwassen.
- Elisabeth Michielsdr., in 1630 nog ongehuwd.
Mijnsheerenland, 25 juli 1623:
Michiel Aertsz. Hacke en zijn zoon Cornelis Michielsz. Hacke machtigen Wouter Jansz. om uit hun naam neffens de andere erfgenamen van Marichge Ghijsbrechtsdochter, wijlen echtgenote van Pieter Cornelisz. Romeijn, te procederen betreffende de boedelscheiding tussen de voornoemde Romeijn en de erfgenamen, om met dezelfde Romeijn te accorderen.
Genoemd: Elisabeth Michielsdr. Hacke, Sebastiaentge Cornelis Jacobsdr. Zij is gehuwd geweest met Michiel Aertsz. Hacke, in 1597 schout en bewoner van het Hof van Moerkercken.
Mijnsheerenland, 19 maart 1624:
Schrijven van de secretaris Simon Huigensz. Splinter op verzoek van Willem Cornelisz. Romeijn, echtgenoot van Maritje Cornelis Jacobsdr., om Wouter Jansz., voogd van de 2 nagelaten weeskinderen van Sebastiaantje Cornelis Jacobsdr., wijlen huisvrouw van Michiel Aartsz.
Hacke, te insinueren op zaterdag de 23e maart 1624 goedtijds voor de middag voor het gerecht in Mijnsheerenland te compareren, en wel op de opperkamer ten huize van Lenert Sebastiaansz. Coijck, om aldaar enige cijnslanden te kavelen, die de voorn. Romeijn, de kinderen van Simon Huigensz. Splinter en de kinderen van Michiel Aartsz. Hacke aangekomen zijn bij het overlijden van Maritge Ghijsendr., in haar leven huisvrouw van Pieter Cornelisz. Romeijn.
Mijnsheerenland, 7 mei 1624:
Willem Cornelisz. Romeijn bekent schuldig te zijn aan Cornelis Michielsz. Hacke en Elisabeth Michielsdr. Hacke, kinderen van Michiel Aertsz. Hacke en Bastiaentge Cornelis Jacobsdr., de som van 206 gulden, 10 stuivers en 8 penningen Hollands, uit zake van een hoofdsom die Cornelia Cornelis Jacobsdr., wijlen echtgenote van Simon Huijgensz. Splinter, ten behoeve van Cornelis Michielsz. Hacke gelegateerd heeft.
Mijnsheerenland, 1 juni 1625:
Jacob Jansz. Pentionaris, wonende aan de Blaak, stelt zich met al zijn goederen waarborg voor alle tot nu toe onbekende lasten die ooit op 1 morgen en 500 roeden cijnsland mogen rijzen. Dit land is eertijds gekocht bij Agnietge Adriaensdochter van Willem Cornelisz. Romeijn tot Ridderkerk, echtgenoot van Marichge Cornelis Jacobsdr.
N.B.: De vader van Marichge, Cornelis Jacob Cornelisz., was gehuwd met Marichge Ghijsendochter. Uit dit huwelijk Marichge, huwt Willem Cornelisz. Romeijn, Cornelia Cornelis Jacobsdochter huwt Simon Huijgensz. Splinter, secretaris in Mijnsheerenland en Sebastiaentge Cornelis Jacobsdr. huwt Michiel Aertsz. Hacke, in 1597 schout en bewoner van het Hof van Moerkercken in Mijnsheerenland. Jacob Cornelisz. is een broer van Jan Jacob Heijesz. alias Pent ionaris aan de Blaak, vader van de in deze akte genoemde Jacob Jansz. Pentionaris, voorvader in rechte linie van het geslacht Van Eis, tegenwoordig “beheimatet” in Noord-Holland.
×
<1605
Michiel Aertsz (Michiel Aertssen) Hacke
.
Zoon van
Aert Gijsbrechtsz ( Hacke)
en
Mariken Adriaen Aelbrechtsdr (Marichge Adriaensdr) ( Roos)
.
Michiel Aertsz Hacke, wed.nr van Gijsbrechtje Gijsbertsdr.
Michiel Aertssen [Hacke] in Mijnsheerenland.
Op 5 oktober 1597 slaat Cornelis Gerritsz. met een bierkan op het
hoofd van de kroegbaas Michiel Aertsz. Hacke te Mijnsheerenland.
Op 3-6-1606 was sprake van "Michiel Aertsz. Hacke, wijlen schout in Mijnsheerenland".
Floris van Cuijl contra Michiel Aertsz. Hacke. Eist 74 gulden, 10 stuivers en 6 penningen uit zake van gehaald bier op 22-9-1606.
Adriaen Aertssen Hacke en zijn broer Michiell Aertssen Hacke en vervangende hun zwager Cornelis Ghijsbrechtssen in Charlois, machtigen bij akte van 12 juni 1606 hun zwagers Comelis Pieterssen Nieuwenboer en Wouter Jansen in de Linde om voor het gerecht van Oldulphusland gezeyt Ooltgensplaat te mogen eisen zodanige penningen als de erfgenamen van Ghijsbrecht Pieterssen Meeuwenhill en Marichgen Adriaen Aelbrechtsdr., hun ‘oom ende moeder’ sprekende hadden op de aldaar wonende Johan Haeck, volgens de obligatie daar van zijnde.
Mijnsheerenland, 20 juni 1611: Michiel Aertsz. Hacke transporteert aan Aert Hermansz., wijnkoper te Dordrecht, alzulk recht als Michiel Aertsz. sprekende had op Cornelis Gerritsz. Bell in Mijnsheerenland van zekere rekening, die Michiel Aertsz. afgerekend had met de voornoemde Bell ten bedrage van 55 Cgld, 10 stuivers en 8 penningen, welke som Cornelis Gerritsz. beloofd heeft te betalen aan Aert Hermansz.
Woensdag den 8. februari 1617:
Cornelis Aertsz. van der Kest contra Michiel Aertsz. Hacke. Eist 54 gulden sedert 13 october 1600, vanwege de koop van een éénwinterbeest.
8-12-1621: ‘Dat voor ons quam Michiel Aertsz. Haeck [Hacke], woonende in Mynsheerelandt, te kennen gevende dat Wouter Jansz. [van Ridderkerck], woonende in Mynsheerelant voornoemt, voor hem comparant diversche sommen als beschadichde borge heeft betaelt, mitsgaders seeckere somme van penningen als montcosten, die hy ten huyse van de voorscreven Wouter Jansz. heeft verteert [ende] ten achteren is, als naementlycken eerst de somme van hondert drye en veertich gulden, by den voorscreven Wouter Jansz. aen Aert Lucasz. stoeldraeger betaelt metten intrest van dien tegens de penninck sestien sedert den jaere 1610 totte volle betaelinge toe geduerende. Noch de somme van Ic L gulden metten intereste van dien sedert den jaere 1605, by den voorscreven Wouter Jansz. aen Arien Cornelisz. Meeldyck op Claeswael betaelt, als mede hondert gulden van lantpachte, die hy comparant aen den voorscreven Wouter Jansz. vanwegen desselfs huysvrouwe schuldich is, mitsgaders de somme van XXXVIII gulden, by den selven Wouter Jansz. over verpondinge ende omslaegen aen Aelbert Jacobsz. [secretaris in Mijnsheerenland] betaelt.’ Enz.
Mijnsheerenland, 25 juli 1623:
Michiel Aertsz. Hacke en zijn zoon Cornelis Michielsz. Hacke machtigen Wouter Jansz. om uit hun naam neffens de andere erfgenamen van Marichge Ghijsbrechtsdochter, wijlen echt genote van Pieter Cornelisz. Romeijn, te procederen betreffende de boedelscheiding tussen de voornoemde Romeijn en de erfgenamen, om met dezelfde Romeijn te accorderen.
Genoemd: Elisabeth Michielsdr. Hacke, Sebastiaentge Cornelis Jacobsdr. Zij is gehuwd geweest met Michiel Aertsz. Hacke, in 1597 schout en bewoner van het Hof van Moerkerc ken.
Mijnsheerenland, 7 mei 1624:
Willem Cornelisz. Romeijn bekent schuldig te zijn aan Cornelis Michielsz. Hacke en Elisabeth Michielsdr. Hacke, kinderen van Michiel Aertsz. Hacke en Bastiaentge Cornelis Jacobsdr., de som van 206 gulden, 10 stuivers en 8 penningen Hollands, uit zake van een hoofdsom die Cornelia Cornelis Jacobsdr., wijlen echtgenote van Simon Huijgensz. Splinter, ten behoeve van Cornelis Michielsz. Hacke gelegateerd heeft.
2 kind(eren)
-
Cornelia Cornelis Jacobsdr (Neeltge Cornelis Jacobsdr)
, * ±1570
, † ±1619 , [] Mijnsheerenland .
Cornelia (Neeltge) Cornelis Jacobsdr., geb. ca. 1570, gestorven Mijnsheerenland omstreeks 1619. Zij was gehuwd met Simon Huijgensz. Splinter, secretaris in Mijnsheerenland.
Simon Huigensz. Splinter accordeert op 17-6-1619 in Mijnsheerenland met de voogden van de 2 nagelaten kinderen van zaliger Cornelia Cornelis Jacobsdr., namelijk Maritge Simonsdr., oud 9 jaar, en Sebastiaantje Simonsdr., oud omtert 4 jaar. Simon Huigensz. blijft in het bezit van de boedel. Hij verplicht zich zijn kinderen met hun 17e jaar eens uit te keren de som van 1000 Karolusgulden. Tevens zullen de kinderen boven hun moederlijk erfdeel nog genieten 2 morgen eigenland in het Oudeland van Moerkercken zuidwaarts aan de Achterweg en nog zekere 4 morgen en 260 roeden cijnsland zuidwaarts aan de bovenomstreven 2 morgen eigenland. Verder zullen zij nog blijven aan 1 morgen en 261 roeden cijnsland, mede in het Oudeland van Moerkercken. Voorts verplicht Simons zich zijn 2 kinderen te houden in eet en drank, schoien en kleden en de kinderen ter schole te laten gaan om te leren schrijven en naaien etc.
Verder genoemd wordt Pieter Cornelisz. Romeijn, stiefvader van Cornelia Cornelis Jacobsdr.
Willem Cornelisz. Romeijn tot Ridderkerk, gehuwd met Maritge Cornelis Jacobsdr., en Pieter Cornelisz. Romeijn, stiefvader van Cornelia Cornelis Jacobsdr. en Maritje Cornelis Jacobsdr., worden op 17-6-1619 in Mijnsheerenland genoemd.
Willem Cornelisz. Romeijn is getrouwd met Maritje Cornelis Jacobsdr., zuster van de overledene Neeltje (Cornelia) Cornelis Jacobsdr. De snijder Lenert Sebastiaansz. is een neef (cosijn) van Simon Huigensz. Splinter.
Rekening en verantwoording overgeleverd door Simon Huigensz. Splinter aan Willem Cornelisz. Romeijn (nomine uxoris), voogd van de twee nagelaten onmondige weeskinderen van zaliger Cornelia Cornelis Jacobsdr., namelijk Maritje en Sebastiaantje Simonsdr. De verkoop van de kleren van Cornelia heeft 167 gulden 12 stuivers en 8 penningen opgebracht. Simon Huigensz. Splinter is aan zijn 2 kinderen 36 gulden schuldig vanwege de koop van een “tijckte” of bed met een hoofdpeul, door hem tijdens de verkoping op 28 januari 1620 gekocht en welk bed zijn overleden huisvrouw in het laatst van haar leven vermaakt heeft.
Cornelia Cornelis Jacobsdr., wijlen echtgenote van Simon Huijgensz. Splinter, wordt op 7-5-1624 in Mijnsheerenland genoemd.
Mijnsheerenland, 13 december 1625:
Rekening en bewijs overgeleverd door Simon Huigensz. Splinter, secretaris in Mijnsheerenland, vader van de 2 nagelaten onmondige weeskinder van Cornelia Cornelis Jacobsdr., namelijk Maritje en Sebastiaantje Simonsdr.
Genoemd: Willem Cornelisz. Romeijn, gehuwd met Maritje Cornelis Jacobsdr., Pieter Pietersz. Doesburg, voogd van genoemde kinderen, Maritje Ghijsen, overleden grootmoeder van de 2 kinderen, Gielis Jansz. in de Zeven Huizen, Haasje Dirksdr., Job Michiels, ingaarder der verponding, Claas Claasz. Cloot, waarsman (penningmeester) van Oud-Heinenoord.
Met onderschrift van o.a. Pieter Pietersen genaempt Dousborch.
Mijnsheerenland, 30-3-1626:
Pieter Cornelisz. Meeldijck verklaart schuldig te zijn aan de 2 nagelaten onmondige weeskinderen van Cornelia Cornelis Jacobsdochter, verwekt door Simon Huijgensz. Splinter, namelijk Marichge en Sebastientge Simonsdochters, de som van 250 Carolusgulden hoofdgeld, welke som is voortgekomen uit het slot van de rekening de dato 13 december 1625. Als borgen over deze som stellen zich Adriaen Cornelisz. Meeldijck, wonende in Cromstrijen, en Willem Jansz. Geervliet, wonende op de Munnikendijk omtrent Westmaas. Genoemd worden verder Wouter Jansz. in Mijnsheerenland en Marichje Pietersdochter, weduwe van Jacob Claesz. Lem in het Munnikenland en haar zoon Jacob.
Mijnsheerenland, 16 mei 1627:
Daentge Pietersdr., Marichge Pietersdr. en Neeltge Pietersdochter bekennen in presentie van hun vader Pieter Pietersz. Dousburch schuldig te zijn aan de 2 nagelaten weeskinderen van Cornelia Cornelis Jacobsdr., welke 2 kinderen verwekt zijn door Simon Huijgensz. Splinter, namelijk Marichge en Sebastiaentge Simondochters, de som van 83 gulden en 6 stuivers, van welke som 81 gulden en 14 stuivers verstrekt en betaald zijn aan Cornelis van Beveren Jacobsz., rentmeester der stad Dordrecht, vanwege de koop van een blok tiende n in het Munnikenland, door Pieter Pietersz. Dousburg 1623 gekocht en waarvoor zich Gerrit Simonsz. van Aken en Steven Adriaensz. op de Westmaas borg gesteld hebben.
Nota: Dese een en tachtentich guldens en veertien stuijvers bij mij an de huijsvrouwe van Cornelis van Beveren betaelt den 21en meij 1627 volgens de quitantie en de selve quitantie bij mij aan de weduwe van Gerrit Sijmonsz. van Aken gelevert/staende op haer brugge voor haeren worff an den wech/den eersten Julij 1627 tegens den avont op eenen donderdach.
De 2 voordochters van Simon Huijgensz. Splinter worden op 1-7-1628 vermeld.
Hier leyt begraven Cornelia Corn. Jacobsendr. wijlen huisvrouwe van Simon Huigensz Splinter.
Een inventarislijst van de goederen nagelaten door Neeltje Cornelis Jacobsdr., in het laatst van haar leven huisvrouw van Simon Huijgensz. Splinter, secretaris van Mijnsheerenland wordt opgemaakt op 17-6-1619. Willem Cornelisz. Romeijn is getrouwd met Maritje Cornelis Jacobsdr., zuster van de overledene Neeltje (Cornelia) Cornelis Jacobsdr. De snijder Lenert Sebastiaansz. is een neef (cosijn) van Simon Huigensz. Splinter.
×
Simon Huijgensz Splinter
, * ±1576
, † <2-1638.
Zoon van
Huijch Cornelis Splintersz
(??) en
NN.
.
Kinderen: Marichge en Sebastiaentge Simondochters.
Simon Huijgensz. Splinter, oud omtrent 51 jaar, wordt op 3-6-1628 in Mijnsheerenland vermeld.
Simon Huijgensz. Splinter, in zijn leven secretaris in Mijnsheerenland.
De snijder Lenert Sebastiaansz. is een neef (cosijn) van Simon Huigensz. Splinter.
Mijnsheerenland, 11-8-1607: Huich Cornelis Splitersz., zijn zoon Cornelis Huichensz. en Simon Huijchen Splintersz., bekennen samen schuldig te zijn aan Gerrit Sijbrantsz., smid op Heinenoord, de som van 425 Cgld.
In 1609 was in Mijnsheerenland sprake van huis van Simon Huijchensz. Splinter.
Mijnsheerenland, 9-12-1609: Pieter Cornelisz. geseijt Romeijn, nasaet van Jacob Jacobsz., en Maritge Cornelis Jacobsdr. bekennen samen met hun zwager Simon Huijchensz. Splinter, dat zij 5 morgen land in het OvM in het Oostmolenblok verkocht hebben aan Jan Jansz. van Dongen, bakker te Dordrecht. Te weten de voornoemde Romeijn 4 mrg. en 100 roe en Marichje Cornelis Jacobsdr. 500 roeden land. Zuid grenst het land aan de Oostmolenweg. Dit land is de verkoper aangekomen bij zijn huwelijk en Marichje bij overlijden van haar vader Cornelis Jacob Cornelisz.
De snijder Lenert Sebastiaansz. is een neef (cosijn) van Simon Huigensz. Splinter en wordt op 17-6-1619 vermeld.
Op 16-12-1628 werd door de gewezen heemraden van Mijnsheerenland op verzoek van Simon Huijgensz Splinter een verklaring afgelegd. Er was in die verklaring sprake van Simon Huijgensz. Splinter en zijn huisvrouw Marichge Cornelis Joostendochter in het jaar 1605.
Op 10-10-1629 in Mijnsheerenland bekent Andries Jacobsz. Hoogenworff aan het nagelaten weeskind van Haesgen Dirck Adriaen Fonckertsdochter, wijlen huisvrouw van Simon Huijgensz. Splinter, namelijk Neeltge Simonsdr., de som van 1126 Carolusgulden, 9 stuivers en 6 penningen Hollands [geld] vanwege aangetelde penningen. Als borgen stellen zich Johan van Raesvelt, Heer van Moerkercken en Simon Huijgensz. Splinter, secretaris aldaar.
Op 13-11-1632 was sprake van land van de kinderen van Sijmon Huijgensz. Splinter, secretaris in Mijnsheerenland.
Op 25-1-1638 in Mijnsheerenland was sprake van Dirck Adriaensz. Fonckert, voogd van Haesgen Monnen Splinterdr., erfgename van Simon Huijgensz. Splinter, in zijn leven secretaris van Mijnsheerenland. Ook genoemd worden: Adriaen Jacobsz. Kerckhoven, echtgenoot van Mariken Monnen Splintersdr. en Cornelis Dircksz. Dronckert, vader van het weeskind verwekt bij BAstiaentgen Monnen Splintersdr.
Overleden in de periode 1631-1638.
2 kind(eren)