Marichge Ghijsendr , * <1570 , † <8-1623.
Dochter van ? .



×
    Cornelis Jacob Cornelisz , * ±1545 , † <1587.
× 22-12-1589
    Jacob Jacobsz , * 1551 , † <1604.    

    Zoon van Jacob Cornelisz en Heijltge Jan Heijensdr .
× Mijnsheerenland 7-6-1603 (otr Ridderkerk 18-5-1603)
    Pieter Cornelisz (Pieter Cornelisz den Jongen) Romeijn , *Ridderkerk ±1580 .    

    Zoon van Cornelis Willem Goosens (Cornelis Willems) (Jonckijnt) Romeijn (?) en ?
Kinderen:
  1. Marichge Cornelis (Marichgen Cornelis Jacobsdr) , † <1625 .

    × Ridderkerk ±1600   Willem Cornelisz Romeijn , *Ridderkerk 1581 , ~Ridderkerk 14-5-1581 , † <2-1646.

    5 kind(eren)


  2. Sebastiaentge Cornelis Jacobsdr (Bastiaentge Cornelis Jacobsdr) , † <1623 .

      Zij was gehuwd met Michiel Aertsz. Hacke, in 1597 schout en bewoner van het Hof van Moerckerken in Mijnsheerenland. Michiel Aertsz. Hacke was eerder gehuwd met Gijsbrechtje Gijsbrechtsdr.
      Uit dit huwelijk:
      - Cornelis Michielsz. Hacke, in 1623 volwassen.
      - Elisabeth Michielsdr., in 1630 nog ongehuwd.

      Mijnsheerenland, 25 juli 1623:
      Michiel Aertsz. Hacke en zijn zoon Cornelis Michielsz. Hacke machtigen Wouter Jansz. om uit hun naam neffens de andere erfgenamen van Marichge Ghijsbrechtsdochter, wijlen echtgenote van Pieter Cornelisz. Romeijn, te procederen betreffende de boedelscheiding tussen de voornoemde Romeijn en de erfgenamen, om met dezelfde Romeijn te accorderen.
      Genoemd: Elisabeth Michielsdr. Hacke, Sebastiaentge Cornelis Jacobsdr. Zij is gehuwd geweest met Michiel Aertsz. Hacke, in 1597 schout en bewoner van het Hof van Moerkercken.

      Mijnsheerenland, 19 maart 1624:
      Schrijven van de secretaris Simon Huigensz. Splinter op verzoek van Willem Cornelisz. Romeijn, echtgenoot van Maritje Cornelis Jacobsdr., om Wouter Jansz., voogd van de 2 nagelaten weeskinderen van Sebastiaantje Cornelis Jacobsdr., wijlen huisvrouw van Michiel Aartsz.
      Hacke, te insinueren op zaterdag de 23e maart 1624 goedtijds voor de middag voor het gerecht in Mijnsheerenland te compareren, en wel op de opperkamer ten huize van Lenert Sebastiaansz. Coijck, om aldaar enige cijnslanden te kavelen, die de voorn. Romeijn, de kinderen van Simon Huigensz. Splinter en de kinderen van Michiel Aartsz. Hacke aangekomen zijn bij het overlijden van Maritge Ghijsendr., in haar leven huisvrouw van Pieter Cornelisz. Romeijn.

      Mijnsheerenland, 7 mei 1624:
      Willem Cornelisz. Romeijn bekent schuldig te zijn aan Cornelis Michielsz. Hacke en Elisabeth Michielsdr. Hacke, kinderen van Michiel Aertsz. Hacke en Bastiaentge Cornelis Jacobsdr., de som van 206 gulden, 10 stuivers en 8 penningen Hollands, uit zake van een hoofdsom die Cornelia Cornelis Jacobsdr., wijlen echtgenote van Simon Huijgensz. Splinter, ten behoeve van Cornelis Michielsz. Hacke gelegateerd heeft.

      Mijnsheerenland, 1 juni 1625:
      Jacob Jansz. Pentionaris, wonende aan de Blaak, stelt zich met al zijn goederen waarborg voor alle tot nu toe onbekende lasten die ooit op 1 morgen en 500 roeden cijnsland mogen rijzen. Dit land is eertijds gekocht bij Agnietge Adriaensdochter van Willem Cornelisz. Romeijn tot Ridderkerk, echtgenoot van Marichge Cornelis Jacobsdr.
      N.B.: De vader van Marichge, Cornelis Jacob Cornelisz., was gehuwd met Marichge Ghijsendochter. Uit dit huwelijk Marichge, huwt Willem Cornelisz. Romeijn, Cornelia Cornelis Jacobsdochter huwt Simon Huijgensz. Splinter, secretaris in Mijnsheerenland en Sebastiaentge Cornelis Jacobsdr. huwt Michiel Aertsz. Hacke, in 1597 schout en bewoner van het Hof van Moerkercken in Mijnsheerenland. Jacob Cornelisz. is een broer van Jan Jacob Heijesz. alias Pent ionaris aan de Blaak, vader van de in deze akte genoemde Jacob Jansz. Pentionaris, voorvader in rechte linie van het geslacht Van Eis, tegenwoordig “beheimatet” in Noord-Holland.

    × <1605   Michiel Aertsz (Michiel Aertssen) Hacke .
        Zoon van Aert Gijsbrechtsz ( Hacke) en Mariken Adriaen Aelbrechtsdr (Marichge Adriaensdr) ( Roos) .
      Michiel Aertsz Hacke, wed.nr van Gijsbrechtje Gijsbertsdr.

      Michiel Aertssen [Hacke] in Mijnsheerenland.

      Op 5 oktober 1597 slaat Cornelis Gerritsz. met een bierkan op het
      hoofd van de kroegbaas Michiel Aertsz. Hacke te Mijnsheerenland.

      Op 3-6-1606 was sprake van "Michiel Aertsz. Hacke, wijlen schout in Mijnsheerenland".

      Floris van Cuijl contra Michiel Aertsz. Hacke. Eist 74 gulden, 10 stuivers en 6 penningen uit zake van gehaald bier op 22-9-1606.

      Adriaen Aertssen Hacke en zijn broer Michiell Aertssen Hacke en vervangende hun zwager Cornelis Ghijsbrechtssen in Charlois, machtigen bij akte van 12 juni 1606 hun zwagers Comelis Pieterssen Nieuwenboer en Wouter Jansen in de Linde om voor het gerecht van Oldulphusland gezeyt Ooltgensplaat te mogen eisen zodanige penningen als de erfgenamen van Ghijsbrecht Pieterssen Meeuwenhill en Marichgen Adriaen Aelbrechtsdr., hun ‘oom ende moeder’ sprekende hadden op de aldaar wonende Johan Haeck, volgens de obligatie daar van zijnde.

      Mijnsheerenland, 20 juni 1611: Michiel Aertsz. Hacke transporteert aan Aert Hermansz., wijnkoper te Dordrecht, alzulk recht als Michiel Aertsz. sprekende had op Cornelis Gerritsz. Bell in Mijnsheerenland van zekere rekening, die Michiel Aertsz. afgerekend had met de voornoemde Bell ten bedrage van 55 Cgld, 10 stuivers en 8 penningen, welke som Cornelis Gerritsz. beloofd heeft te betalen aan Aert Hermansz.

      Woensdag den 8. februari 1617:
      Cornelis Aertsz. van der Kest contra Michiel Aertsz. Hacke. Eist 54 gulden sedert 13 october 1600, vanwege de koop van een éénwinterbeest.

      8-12-1621: ‘Dat voor ons quam Michiel Aertsz. Haeck [Hacke], woonende in Mynsheerelandt, te kennen gevende dat Wouter Jansz. [van Ridderkerck], woonende in Mynsheerelant voornoemt, voor hem comparant diversche sommen als beschadichde borge heeft betaelt, mitsgaders seeckere somme van penningen als montcosten, die hy ten huyse van de voorscreven Wouter Jansz. heeft verteert [ende] ten achteren is, als naementlycken eerst de somme van hondert drye en veertich gulden, by den voorscreven Wouter Jansz. aen Aert Lucasz. stoeldraeger betaelt metten intrest van dien tegens de penninck sestien sedert den jaere 1610 totte volle betaelinge toe geduerende. Noch de somme van Ic L gulden metten intereste van dien sedert den jaere 1605, by den voorscreven Wouter Jansz. aen Arien Cornelisz. Meeldyck op Claeswael betaelt, als mede hondert gulden van lantpachte, die hy comparant aen den voorscreven Wouter Jansz. vanwegen desselfs huysvrouwe schuldich is, mitsgaders de somme van XXXVIII gulden, by den selven Wouter Jansz. over verpondinge ende omslaegen aen Aelbert Jacobsz. [secretaris in Mijnsheerenland] betaelt.’ Enz.

      Mijnsheerenland, 25 juli 1623:
      Michiel Aertsz. Hacke en zijn zoon Cornelis Michielsz. Hacke machtigen Wouter Jansz. om uit hun naam neffens de andere erfgenamen van Marichge Ghijsbrechtsdochter, wijlen echt genote van Pieter Cornelisz. Romeijn, te procederen betreffende de boedelscheiding tussen de voornoemde Romeijn en de erfgenamen, om met dezelfde Romeijn te accorderen.
      Genoemd: Elisabeth Michielsdr. Hacke, Sebastiaentge Cornelis Jacobsdr. Zij is gehuwd geweest met Michiel Aertsz. Hacke, in 1597 schout en bewoner van het Hof van Moerkerc ken.

      Mijnsheerenland, 7 mei 1624:
      Willem Cornelisz. Romeijn bekent schuldig te zijn aan Cornelis Michielsz. Hacke en Elisabeth Michielsdr. Hacke, kinderen van Michiel Aertsz. Hacke en Bastiaentge Cornelis Jacobsdr., de som van 206 gulden, 10 stuivers en 8 penningen Hollands, uit zake van een hoofdsom die Cornelia Cornelis Jacobsdr., wijlen echtgenote van Simon Huijgensz. Splinter, ten behoeve van Cornelis Michielsz. Hacke gelegateerd heeft.

    2 kind(eren)


  3. Cornelia Cornelis Jacobsdr (Neeltge Cornelis Jacobsdr) , * ±1570 , † ±1619 , [] Mijnsheerenland .

      Cornelia (Neeltge) Cornelis Jacobsdr., geb. ca. 1570, gestorven Mijnsheerenland omstreeks 1619. Zij was gehuwd met Simon Huijgensz. Splinter, secretaris in Mijnsheerenland.

      Simon Huigensz. Splinter accordeert op 17-6-1619 in Mijnsheerenland met de voogden van de 2 nagelaten kinderen van zaliger Cornelia Cornelis Jacobsdr., namelijk Maritge Simonsdr., oud 9 jaar, en Sebastiaantje Simonsdr., oud omtert 4 jaar. Simon Huigensz. blijft in het bezit van de boedel. Hij verplicht zich zijn kinderen met hun 17e jaar eens uit te keren de som van 1000 Karolusgulden. Tevens zullen de kinderen boven hun moederlijk erfdeel nog genieten 2 morgen eigenland in het Oudeland van Moerkercken zuidwaarts aan de Achterweg en nog zekere 4 morgen en 260 roeden cijnsland zuidwaarts aan de bovenomstreven 2 morgen eigenland. Verder zullen zij nog blijven aan 1 morgen en 261 roeden cijnsland, mede in het Oudeland van Moerkercken. Voorts verplicht Simons zich zijn 2 kinderen te houden in eet en drank, schoien en kleden en de kinderen ter schole te laten gaan om te leren schrijven en naaien etc.
      Verder genoemd wordt Pieter Cornelisz. Romeijn, stiefvader van Cornelia Cornelis Jacobsdr.

      Willem Cornelisz. Romeijn tot Ridderkerk, gehuwd met Maritge Cornelis Jacobsdr., en Pieter Cornelisz. Romeijn, stiefvader van Cornelia Cornelis Jacobsdr. en Maritje Cornelis Jacobsdr., worden op 17-6-1619 in Mijnsheerenland genoemd.

      Willem Cornelisz. Romeijn is getrouwd met Maritje Cornelis Jacobsdr., zuster van de overledene Neeltje (Cornelia) Cornelis Jacobsdr. De snijder Lenert Sebastiaansz. is een neef (cosijn) van Simon Huigensz. Splinter.

      Rekening en verantwoording overgeleverd door Simon Huigensz. Splinter aan Willem Cornelisz. Romeijn (nomine uxoris), voogd van de twee nagelaten onmondige weeskinderen van zaliger Cornelia Cornelis Jacobsdr., namelijk Maritje en Sebastiaantje Simonsdr. De verkoop van de kleren van Cornelia heeft 167 gulden 12 stuivers en 8 penningen opgebracht. Simon Huigensz. Splinter is aan zijn 2 kinderen 36 gulden schuldig vanwege de koop van een “tijckte” of bed met een hoofdpeul, door hem tijdens de verkoping op 28 januari 1620 gekocht en welk bed zijn overleden huisvrouw in het laatst van haar leven vermaakt heeft.

      Cornelia Cornelis Jacobsdr., wijlen echtgenote van Simon Huijgensz. Splinter, wordt op 7-5-1624 in Mijnsheerenland genoemd.

      Mijnsheerenland, 13 december 1625:
      Rekening en bewijs overgeleverd door Simon Huigensz. Splinter, secretaris in Mijnsheerenland, vader van de 2 nagelaten onmondige weeskinder van Cornelia Cornelis Jacobsdr., namelijk Maritje en Sebastiaantje Simonsdr.
      Genoemd: Willem Cornelisz. Romeijn, gehuwd met Maritje Cornelis Jacobsdr., Pieter Pietersz. Doesburg, voogd van genoemde kinderen, Maritje Ghijsen, overleden grootmoeder van de 2 kinderen, Gielis Jansz. in de Zeven Huizen, Haasje Dirksdr., Job Michiels, ingaarder der verponding, Claas Claasz. Cloot, waarsman (penningmeester) van Oud-Heinenoord.
      Met onderschrift van o.a. Pieter Pietersen genaempt Dousborch.

      Mijnsheerenland, 30-3-1626:
      Pieter Cornelisz. Meeldijck verklaart schuldig te zijn aan de 2 nagelaten onmondige weeskinderen van Cornelia Cornelis Jacobsdochter, verwekt door Simon Huijgensz. Splinter, namelijk Marichge en Sebastientge Simonsdochters, de som van 250 Carolusgulden hoofdgeld, welke som is voortgekomen uit het slot van de rekening de dato 13 december 1625. Als borgen over deze som stellen zich Adriaen Cornelisz. Meeldijck, wonende in Cromstrijen, en Willem Jansz. Geervliet, wonende op de Munnikendijk omtrent Westmaas. Genoemd worden verder Wouter Jansz. in Mijnsheerenland en Marichje Pietersdochter, weduwe van Jacob Claesz. Lem in het Munnikenland en haar zoon Jacob.

      Mijnsheerenland, 16 mei 1627:
      Daentge Pietersdr., Marichge Pietersdr. en Neeltge Pietersdochter bekennen in presentie van hun vader Pieter Pietersz. Dousburch schuldig te zijn aan de 2 nagelaten weeskinderen van Cornelia Cornelis Jacobsdr., welke 2 kinderen verwekt zijn door Simon Huijgensz. Splinter, namelijk Marichge en Sebastiaentge Simondochters, de som van 83 gulden en 6 stuivers, van welke som 81 gulden en 14 stuivers verstrekt en betaald zijn aan Cornelis van Beveren Jacobsz., rentmeester der stad Dordrecht, vanwege de koop van een blok tiende n in het Munnikenland, door Pieter Pietersz. Dousburg 1623 gekocht en waarvoor zich Gerrit Simonsz. van Aken en Steven Adriaensz. op de Westmaas borg gesteld hebben.
      Nota: Dese een en tachtentich guldens en veertien stuijvers bij mij an de huijsvrouwe van Cornelis van Beveren betaelt den 21en meij 1627 volgens de quitantie en de selve quitantie bij mij aan de weduwe van Gerrit Sijmonsz. van Aken gelevert/staende op haer brugge voor haeren worff an den wech/den eersten Julij 1627 tegens den avont op eenen donderdach.

      De 2 voordochters van Simon Huijgensz. Splinter worden op 1-7-1628 vermeld.
      Hier leyt begraven Cornelia Corn. Jacobsendr. wijlen huisvrouwe van Simon Huigensz Splinter.

      Een inventarislijst van de goederen nagelaten door Neeltje Cornelis Jacobsdr., in het laatst van haar leven huisvrouw van Simon Huijgensz. Splinter, secretaris van Mijnsheerenland wordt opgemaakt op 17-6-1619. Willem Cornelisz. Romeijn is getrouwd met Maritje Cornelis Jacobsdr., zuster van de overledene Neeltje (Cornelia) Cornelis Jacobsdr. De snijder Lenert Sebastiaansz. is een neef (cosijn) van Simon Huigensz. Splinter.

    ×   Simon Huijgensz Splinter , * ±1576 , † <2-1638.
        Zoon van Huijch Cornelis Splintersz (??) en NN. .
      Kinderen: Marichge en Sebastiaentge Simondochters.
      Simon Huijgensz. Splinter, oud omtrent 51 jaar, wordt op 3-6-1628 in Mijnsheerenland vermeld.

      Simon Huijgensz. Splinter, in zijn leven secretaris in Mijnsheerenland.

      De snijder Lenert Sebastiaansz. is een neef (cosijn) van Simon Huigensz. Splinter.

      Mijnsheerenland, 11-8-1607: Huich Cornelis Splitersz., zijn zoon Cornelis Huichensz. en Simon Huijchen Splintersz., bekennen samen schuldig te zijn aan Gerrit Sijbrantsz., smid op Heinenoord, de som van 425 Cgld.

      In 1609 was in Mijnsheerenland sprake van huis van Simon Huijchensz. Splinter.

      Mijnsheerenland, 9-12-1609: Pieter Cornelisz. geseijt Romeijn, nasaet van Jacob Jacobsz., en Maritge Cornelis Jacobsdr. bekennen samen met hun zwager Simon Huijchensz. Splinter, dat zij 5 morgen land in het OvM in het Oostmolenblok verkocht hebben aan Jan Jansz. van Dongen, bakker te Dordrecht. Te weten de voornoemde Romeijn 4 mrg. en 100 roe en Marichje Cornelis Jacobsdr. 500 roeden land. Zuid grenst het land aan de Oostmolenweg. Dit land is de verkoper aangekomen bij zijn huwelijk en Marichje bij overlijden van haar vader Cornelis Jacob Cornelisz.

      De snijder Lenert Sebastiaansz. is een neef (cosijn) van Simon Huigensz. Splinter en wordt op 17-6-1619 vermeld.

      Op 16-12-1628 werd door de gewezen heemraden van Mijnsheerenland op verzoek van Simon Huijgensz Splinter een verklaring afgelegd. Er was in die verklaring sprake van Simon Huijgensz. Splinter en zijn huisvrouw Marichge Cornelis Joostendochter in het jaar 1605.

      Op 10-10-1629 in Mijnsheerenland bekent Andries Jacobsz. Hoogenworff aan het nagelaten weeskind van Haesgen Dirck Adriaen Fonckertsdochter, wijlen huisvrouw van Simon Huijgensz. Splinter, namelijk Neeltge Simonsdr., de som van 1126 Carolusgulden, 9 stuivers en 6 penningen Hollands [geld] vanwege aangetelde penningen. Als borgen stellen zich Johan van Raesvelt, Heer van Moerkercken en Simon Huijgensz. Splinter, secretaris aldaar.

      Op 13-11-1632 was sprake van land van de kinderen van Sijmon Huijgensz. Splinter, secretaris in Mijnsheerenland.

      Op 25-1-1638 in Mijnsheerenland was sprake van Dirck Adriaensz. Fonckert, voogd van Haesgen Monnen Splinterdr., erfgename van Simon Huijgensz. Splinter, in zijn leven secretaris van Mijnsheerenland. Ook genoemd worden: Adriaen Jacobsz. Kerckhoven, echtgenoot van Mariken Monnen Splintersdr. en Cornelis Dircksz. Dronckert, vader van het weeskind verwekt bij BAstiaentgen Monnen Splintersdr.
      Overleden in de periode 1631-1638.

    2 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.