Joris Cornelis Jansz
, * ±1525
, † >1600.
Zoon van
Cornelis Jansz
en
Baertge Jacobsdr
.
Afb. De Hoekse Waard rond 1570
Joris Cornelisz., schout te Puttershoek, oud omtrent 76 jaar, wordt op 14-6-1600 in Puttershoek vermeld. Op 15-1-1601 wordt Joris Cornelisz., schout te Puttershoek, omschreven als zijnde oud omstrent 75 jaar.
Joris Cornelisz., woonde later te Puttershoek. In 1557 was hij taxateur van de heffing der IOepenning. In 1580 bruikt hij 2 morgen land in het Oudelandvan Puttershoek en 3 morgen zaailand in het Oost-Zomerland, ten noorden van de Blaakse dijk, die hij in pacht heeft van Cornelis Adriaensz. Moesyenbroeckte Dordrecht. In 1588 wordt hij genoemd als pachter van 3 morgen 2 hont en 56 roeden eveneens in het OostZomerland.
Joris Cornelisz. was heemraad en schout te Puttershoek. Zijn vader was Cornelis Jansz. en zijn moeder Baertge Jacobsdr. In 1582 was Joris schout te Puttershoek.
Mijnsheerenland, 14 maart 1549 stilo curie:
Meynert Barendsz. op ‟t Stoutgen isa Joris Cornelisz. vanwege een huis, eens toebehorende Lenert Lenertsz. en door Meynert Barendsz. van Jacob Engelsz. gekocht, staande op ‟t Stoutgen, de som van 34 Cgulden, te betalen [..].
Mijnsheerenland, 4 april 1558 na Pasen:
- Joris Cornelisz. (Joris Cornelis Jansz.),
- Willem Adriaensz. Hoffman, ev Neeltge Cornelisdr.,
- Egbert Aertsz., ev Maritge Cornelisdr.,
- Wouter Hermansz., ev Aechge Cornelisdr., en
- Dirricxke Cornelisdr.,
alle mede erfgenamen van Baertge Jacobsdr. (Jansdr. is doorgestreept), hun moeder resp. schoonmoeder,
verkopen aan hun broer resp. zwager Jacob Cornelisz. 1½
hond land met toebehoren, de verkopers aangekomen bij overlijden van Baertge Jacobsdr. Nevens 1 mrg land van Dirricxke Cornelisdr., haar aangekomen van haar vader Cornelis Jansz. Alsnog 1½ roeden van hun moeder. Altezamen gelegen in het Oudeland van Moerkercken in een hoeve van 7 mrg 268 roe 8 voetenen 6 duim zaai- en weideland aan de Oostwatermolenvliet.
Mijnsheerenland, 8 juni 1564:
Willem Adriaensz. den Hoffman is schuldig aan zijn dochter Neeltge Willemsdr., verwekt bij Neeltge Cornelis (Jacobsdochter) pie memorie, de som van 5 ponden groten Vlaams vanwege de verkochte kleren en kleinodiën die hetzelfde kind aangekomen zijn bij dode van haar moeder en die van Willem Adriaensz. gekocht zijn van Joris Cornelisz. en Jacob Cornelisz., zijn zwagers. Als borg stelt zich Neeltge, echtgenote van Cornelis Hughensz.
Op 22 december 1587 komt Jan Jacobsz. genaamd Pentionaris verder in het bezit van 4 morgen land, zijnde 2/3 deel van 6 morgen land, waarvan Jan Jacobsz. reeds 1/3 deel bezat, hem aangeërfd bij het overlijden van zijn broer Andries Jacob Cornelisz.
Deze twee derde delen worden hem overgedragen door Joris Cornelisz., zijn oom, als gemachtigde van Sebastiaentge en Jacob Jacobsz. zijn broeder.
Op 1-4-1597 was sprake van "Coernelis Joerisz., die een zoon is van Joris Cornelisz., schout op Puttershoek".
Puttershoek, 23 mei 1598:
Cornelis Jorisz., wonende in Puttershoek, draagt over aan zijn vader Joris Cornelisz. al zijn huisraad, linnen, tinnen, koperwerk, paarden, koeien, jonge beesten, wagens, eggen, ploegen en wat nog alles tot zijn bedrijf behoort. En dat vanwege een schuld die zijn vader voor hem betaald heeft.
Nota van de bewerker: Cornelis Jorisz. blijkt vanaf1596 - of ook reeds vroeger - bij verschillende geldschieters en graanhandelaren in het krijtte staan. Hij komt menigvuldig voor in de dossiers ofwel stukken van de Hove en Hoge Vierschaar van Zuid-Holland. Het zijn vaak aanzienlijke sommen, die hij de schuldeisers schuldig blijft. Het gaat voornamelijk om betaling van granen of koren. In 1597 is hij 280 Karolusgulden aan landpacht schuldig aan Herman Oem, de Ambachtsheer van de éne helft van Puttershoek. Ten dien tijde een tamelijk groot bedrag.
De schuldverklaringen ondertekent hijmet: Coernelis Joerisz. Getrouwd is hij met Elisabeth Gerrit Diercxdr. Zeeuw, dochter van de schipper Geraert Diercxz. Zeeu te Puttershoek. Een dochter van hem is getrouwd met Inge Adriaensz. (Blaeck), geboren 1585, gestorven voor 30.4.1664 (hij). Uit dit huwelijk: Cornelis Ingen, geb. 10.7.1622 (tweeling) Klein kind, geboren 10.7.1622, begraven te Heinenoord 13.9.1622. Lijsbeth, trouwt Heinenoord 14.10.1640 Jan Pietersz. Hartichfeld, schipper te Puttershoek.
Mijnsheerenland, 3 mei 1621:
Jacob Claesz. de jongste bekent schuldig te zijn aan Jacob Jorisz., wagenmaker op Puttershoek, de som van 315 Carolusgulden ter causa van een zekere lening.
N.B.: Jacob Jorisz. wagenmaker is een zoon van Joris Cornelis Jansz., eertijds schout op Puttershoek. Diens vader is de regelrechte stamvader van het Noord- en Zuidhollands geslacht Van Eis, Van Eijsden en Van Heijzen.
×
Anniken Diercx
, † ±1600.
Kinderen:
-
Jacob Jorisz (Jacob Joris Cornelisz)
.
2 kind(eren)
-
Kommertge Jorisdr
.
-
Cornelis Jorisz
, † <2-1601 .
Mijnsheerenland, 8-6-1564:
Willem Adriaensz. den Hoffman is schuldig aan zijn dochter Neeltge Willemsdr., verwekt bij Neeltge Cornelis [Jacobsdochter] pie memorie, de som van 5 ponden groten Vlaams vanwege de verkochte kleren en kleinodiën die hetzelfde kind aangekomen zijn bij dode van haar moeder en die van Willem Adriaensz. gekocht zijn door Joris Cornelisz. en Jacob Cornelisz., zijn zwagers. Als borg stelt zich Neeltge, echtgenote van Cornelis Hughensz.
Noordeloos, 6-10-1572:
Joris Cornelisz., won. op Puttershoek, machtigt Peter Adriaensz VAN SPIJCK om te vervorderen in het sterfhuis van za Egbert Aertsz in omnibus, etc.
Op 1-4-1597 was sprake van "Coernelis Joerisz., die een zoon is van Joris Cornelisz., schout op Puttershoek".
Putterhoek, 10 mei 1597:
Cornelis Jorisz., wonende te Puttershoek, stelt al zijn goederen in de handen van zijn vader Joris Cornelisz. En dat vanwege de betaling en voldoening van een zekere som geld, die hij schuldig is aan zijn onmondig weeskind Janneken Cornelisdr. en de weeskinderen van zijn
zaliger zuster Marichgen Jorisdr. Joris Cornelisz. stelt zich borg voor zijn zoon Cornelis Jorisz.
Puttershoek, 14 januari 1598:
Cornelis Jorisz. sleeter, vader der onmondige weeskinderen van Elisabeth Gerritsdr.: namelijk Joris Cornelisz., Geertruijt Cornelisdr. en Elisabeth Cornelisdr., heeft samen met de schout Joris Cornelisz. als oppervoogd en Gerrit Dircxz. Zeu, grootvader en voogd van voornoemde kinderen, uitkoop en vertichting gedaan. De kinderen zullen komen in het genot van de kleren van hun moeder. Het oudste kind Joris Cornelisz. zal uitbesteed worden bij zijn voornoemde
grootvader en de andere kinderen zullen tot hun mondige dagen onder de hoede blijven van hun vader Cornelis Jorisz. Juistdezelfde belooft zijn kinderen bij hun mondigheid uit te keren de som van elk 10 Karolusgulden. Hij zal daarvoor in het bezit blijven van het huis, de huisraad en al de andere goederen.
Puttershoek, 23 mei 1598:
Cornelis Jorisz., wonende in Puttershoek, draagt over aan zijn vader Joris Cornelisz. al zijn huisraad, linnen, tinnen, koperwerk, paarden, koeien, jonge beesten, wagens, eggen, ploegen en wat nog alles tot zijn bedrijf behoort. En dat vanwege een schuld die zijn vader voor hem betaald heeft.
Nota van de bewerker: Cornelis Jorisz. blijkt vanaf1596 - of ook reeds vroeger - bij verschillende geldschieters en graanhandelaren in het krijtte staan. Hij komt menigvuldig voor in de dossiers ofwel stukken van de Hove en Hoge Vierschaar van Zuid-Holland. Het zijn vaak aanzienlijke sommen, die hij de schuldeisers schuldig blijft. Het gaat voornamelijk om betaling van granen of koren. In 1597 is hij 280 Karolusgulden aan landpacht schuldig aan Herman Oem, de Ambachtsheer van de éne helft van Puttershoek. Ten dien tijde een tamelijk groot bedrag.
De schuldverklaringen ondertekent hijmet: Coernelis Joerisz. Getrouwd is hij met Elisabeth Gerrit Diercxdr. Zeeuw, dochter van de schipper Geraert Diercxz. Zeeu te Puttershoek. Een dochter van hem is getrouwd met Inge Adriaensz. (Blaeck), geboren 1585, gestorven voor 30.4.1664 (hij). Uit dit huwelijk: Cornelis Ingen, geb. 10.7.1622 (tweeling) Klein kind, geboren 10.7.1622, begraven te Heinenoord 13.9.1622. Lijsbeth, trouwt Heinenoord 14.10.1640 Jan Pietersz. Hartichfeld, schipper te Puttershoek.
Puttershoek, 3 maart 1600:
Schout en heemraden van Puttershoek verklaren ambtelijk dat Jacob Jorisz. en Kommertge Jorisdr. volle broer en zus zijn van Cornelis Jorisz., die verleden zomer in dienst is getreden bij kapitein Jan Schalcxz. van Dordrecht om naar Indië of de eilanden aldaar te varen. Zoals zij van voormelde kapitein gehoord hebben, is Cornelis Jorisz. overgestapt op een ander schip om verder in de eilanden te varen. Tevens verklaren zij dat Cornelis Jorisz. een oude moeder met namen Anniken Diercxdochter heeft gehad, die verleden winter in Puttershoek is overleden. Daar schout en heemraden vernomen hebben, dat ook Cornelis Jorisz. overleden is, bekrachtigen zij voornoemde Jacob en Kommertje als gerechtigde erfgenamen van hun broer
Cornelis Jorisz.
Puttershoek, 19 januari 1601:
Adriaen Joostensz. en Cornelis Adriaensz., heemraden van Puttershoek, attesteren dat Cornelis Jorisz., die in 1599 onder dienst ging bij kapitein Jan Schalcxz. van Dordrecht om naar de Canarische Eilanden (Cerneria) te varen, waar hij overstapte bij een andere kapitein, om verder in de Eilanden te varen, een volle broer is vanKommertgen Jorisdr. en Jacob Jorisz., beide wonende binnen het dorp van Puttershoek, die verklaren, dat haar moeder te Puttershoek is overleden en dat zij nu de enige erfgenamen zijn van de nagelaten goederen van hun broer
Cornelis Jorisz.
×
Elisabeth Gerritsdr (Elisabeth Gerrit Diercxdr) Zeeu
, † <1599.
Kinderen: Joris, Geertruijt en Lijsbet.
Elisabeth Gerritsdr. was een dochter van Gerrit Dircxz. Zeu bij wie haar oudste kind, Joris Cornelisz., na haar overlijden werd uitbesteed, terwijl haar andere kinderen bij de grootvader van vader’s zijde werden uitbesteed, namelijk Cornelis Jorisz.
3 kind(eren)
- ?
Baertge Joris Cornelisdr
, † <1608 .
Mijnsheerenland, 20 september 1608:
Geertruijt Dirck Lenertsdr. verkoopt in presentatie van Louris Jacobsz. aan Geertruijt Adriaensdr., weduwe wijlen Jan Heijnricksz. van der Vest, 1 mrg en 450 roe land in het NvM, haar aangekomen bij overlijden van haar vader Dirck Lenertsz.
Genoemd: Louris Jansz. van Waelwijck en Anthonis Jorisz., voogden van de 2 nagelaten weeskinderen van Jan Heijnricksz. van der Vest en Baertge Joris Cornelisdr., beide overleden.
×
Jan Heijndricksz van der Vest
, † <1609.
Er waren weeskinderen van dit echtpaar.
-
Marichgen Jorisdr
, † <1598 .
Putterhoek, 10 mei 1597:
Cornelis Jorisz., wonende te Puttershoek, stelt al zijn goederen in de handen van zijn vader Joris Cornelisz. En dat vanwege de betaling en voldoening van een zekere som geld, die hij schuldig is aan zijn onmondig weeskind Janneken Cornelisdr. en de weeskinderen van zijn zaliger zuster Marichgen Jorisdr. Joris Cornelisz. stelt zich borg voor zijn zoon Cornelis Jorisz.
Jan Cornelisz., naegel
ate weeskint van zr. Marigen Jorisdr., wordt op 15-6-1597 in Puttershoek vermeld met "de somma van één hondert en acht Kar:guld(en) ten XL grooten vlaems t stuck/mits dat hierinne mede is gerekent de intrest van dien/alwelcke somma van penn(ingen) ons Cornelis Joris als bloetvocht en Joris Cornelisz. als oppervocht van t voorsz. weeskint wel te dank en ten vollen aengetelt te hebben/Beloovende hiermede de voorsz. somma te betalen aen thoonder deses geheel en al vrij sonder eenighe cortinghe hoe t soude moghen wesen binnen den XVIIen Juny XV C acht en t negentich sonder langer delaaij ofte vertreck/Verbindende daer voor tot speciael ypotheke t voorsz. Dorpshuijs omme bij wanbetalinghe de voors. penn. daer aen te verhalen onder t verbant van alle Rechten enRechteren/mette costen daeromme gedaen/alle dinck sonder fraude ofte bedroch/Des t orconde soo hebben wij Pieter Lenaertsz. en Dierck Jacobsz. dit elck bijzonder met ons eijghen handt onderteijckent”
Puttershoek, 15 mei 1597:
Joris Cornelisz., stedehouder in Puttershoek, geeftte kennen dat hij ondergenomen en ontvangen heeft van Jannichen Cornelisdochter, nagelaten weeskind van Marichgen Jorisdr., de som van 129 Karolusgulden, 7 stuivers en 4 penningen. Deze som zal hij behouden tot dat het weeskind mondig zal zijn, en dat met een intrest van de penning 15.
×
Cornelis
.
Puttershoek, 15 mei 1597:
Joris Cornelisz., stedehouder in Puttershoek, geeft te kennen dat hij ondergenomen en ontvangen heeft van Jannichen Cornelisdochter, nagelaten weeskind van Marichgen Jorisdr., de som van 129 Karolusgulden, 7 stuivers en 4 penningen. Deze som zal hij behouden tot dat het weeskind mondig zal zijn, en dat met een intrest van de penning 15.
1 kind(eren)