Jacob Staessen
(Jacop Staesz)
, † ±1562.
Zoon van
?
.
Jacob Staessen betaalde landrente aan de kerk van Strijen in de periode 1545-1555. Hij woonde in Maasdam.
Hij was een zoon van Staas Jacobsz, die vóór 29-8-1552 is overleden. Hij was een kleinzoon van Jacob Staes en mogelijk een Mariken.
Hubert Adriaensz. en Jacob Staesz. worden op 21-6-1534 genoemd als kerkmeesters van Maasdam.
Volgens het Mijnsheerenlandse cohier van de 10e penning gebruikte Jacob Staesz. 3 morgen 15 hond huurland in het Heilige Geestland en had hij daarnaast aldaar nog percelen van 3½ morgen en 1½ morgen in huur van (zijn kinderen) Huijch Jacopsz. en Yngetge Jacopsdr. Waarschijnlijk was dit laatste verticht moederlijk goed van deze kinderen.
Mijnsheerenland, 1553:
"Jacob Staesz. heeft (bij den eedt dien hij den heere ghedaen heeft) in huijre van Dammas van der Linda III merghen III hont lants, den hoop des Jaers om XXIIII Kgld.; facit XXIIII Kgld."
"Jacob Staesz. met zijn consoorten hebben (bij affirmatie van Jacob Staesz.) in huijre het Heijlighe Gheest gors als voren en is groot in als vier merghen lants, den jaers om VI Karolusguldens; facit XXIIII Kgld.
Mijnsheerenland, 8 januari 1562:
Gemeenschappelijke kaveling tussen Huyman Bleijenburg Adriaensz., Jacob Staesz. van Maasdam, Lauris Claesz. van Dordrecht en Jan Hermansz. van Maasdam. Dit stuk land, genaamd “De Hoeve” is gelegen in het Heilige-Geestblok, strekkende van de Groene Weg zuidwaarts tot aan de Maas.
Zie: De Nederl. Leeuw 2010.
Overl. tussen 8 jan. 1562 en 2 mei 1563.
×
<1530
NN. Willem Korstendr
.
Dochter van
Willem Corsz
(?) en
Claertge
(?).
Jacob’s 1ste vrouw was een dochter van Willem Korstensz. Kinderen: Staes en Maritge.
Jacob Staessen huwde een dochter van Willem Korsten, wsl. een andere dan Truijtge (die i.e.g. met Corst Pietersz. trouwde). Hun beide kinderen hadden een dochter genaamd Maritge, dus wellicht heette zij zo.
Op 24 febr. (1558 stilo curie Hollandie) 1559 comp.
- de gebroeders Pieter, Willem en Dirrick Korszonen,
- Dirrick Lenertsz., als man en voogd van zijn huisvrouw Maritge, en
- Splinter Cornelisz., als gemachtigde van Pontiaen Cornelisz., als man en voogd van zijn huisvrouw Ariaentge, en
- voornoemde Pieter en Willem Korszonen als voogden van Lijntge Kors Pietersz.,
tezamen achtergelaten kinderen van hun vader Kors Pietersz., enerzijds, en anderzijds
- Adriaen Woutersz., als voogd van de kinderen van Staes Jacopsz. en van de kinderen van Louris Claesz., geprocreëerd bij Maritge Jacop Staeszdochter, in presentie van de genoemde Louris Claesz. met consent van de schout van Mijnsheerenland als oppervoogd der wezen.
Zij kwamen tot kaveling van de hen van hun ’beste ende oude beste moeder’ Claertge Willem Corstensz. weduwe aanbestorven landen. Claertge had 8 morgen 5 hond land nagelaten , verspreid over het Oudeland van Moerkerken, het Oudeland van Heinenoord en de garinge van Heinenoord. Hiervan had zij 1 morgen vermaakt aan de Heiligegeestarmen van Mijnsheerenland, zodat er 7 morgen 4 hond (ofwel 46 hond) overbleef voor haar erfgenamen.
×
<1550
Marige
, † <9-1552.
Jacob’s 2e vrouw heette Marige. Kinderen: Jan, Huich en IJngetge.
×
<1556
Lijsbeth Adriaens (Lijsken Adriaensdr)
, † >4-1563.
Dochter van
Adriaen
en
?
Jacob’s 3e vrouw was Lijsken Adriaensdr. Zij is de moeder van Staes (de jonge), Neelltge en Jan.
Mijnsheerenland, 23 november 1555:
Boedelscheiding tussen
- Pontiaen Tonisz., e.v. wijlen Pieterken Adriaensdr., en
- Adriaen Adriaensz. en
Jacob Staesz., e.v. Lijsken Adriaensdr., vervangende Aert Adriaensz., die uitlandig is.
Genoemd: Aert Adriaensz., onmondig, Adriaen en Cornelis Pontiaensz. Maritge en Neeltge Pontiaensdr.
Mijnsheerenland, 2 mei 1563:
Lijsbeth Adriaensdr., weduwe van Jacob Staesz. op Maasdam, en Lenert Jansz., e.v. Digna Jacob Staesdr., verkopen aan Heyman van Bleijenburg, waardijn van de Koninklijke Munt te Dordrecht, 5 hond = 500 roeden land in het Heilige-Geestblok buiten de Maasdammer weg onder de ban van Moerkercken.
Genoemd: Maerten Huymansz., Huich Jacob Staesz., Jan Jacob Staesz., Staes Jacobsz., Neeltge Jacob Staesdr., Joost Staesz. en Maritge Staesdr.
Kinderen:
-
Staes Jacobsz
, † ±1550 .
Staes Jacobsz. ’op die Maesdam’ was boer.
Mijnsh. 10-3-1547: Staes Jacobsz. op Maasdam, va. Adriaentge, weduwe van Wouter Jansz., een jaarlijkse losrente van 2 Cgld. en 7 stuivers, verzekerd op 3½ morgen vrijland in het Heilige Geestland (Heilige Geestblok) onder de ban van Moerkercken, voet onder voet met zijn vader en zuster.
Mijsnheerenland 24-4-1548:
* Staes Jacobsz. van Maasdam verk. a. Claes Cornelis Clementsz. te Dordrecht een jaarlijkse losrente van 7 Cgld, verzekerd op 3½ morgen vrij land in het Heilig Geestblok onder de ban van Moerkercken, in een hoeve van 11 morgen, voet onder voet met Jacob Staesz. en Domas Lenertsz., e.v. Maritge Jacob Steasr., ten oosten van de Groeneweg. Genoemd wordt Jan Jacob Staesz., broeder van Steas Jacobsz.
* Staes Jacobsz van Maasdam bekende dat hij verkoopt mits dezen Klaas Cornelis Clemensz uit Dordrecht, de som van zeven karoli gulden, jaarlijkserenten de penning XVI, twintig stuivers voor de gulden gerekend, die hij hembewezen, verzekerd en gehypothekeerd heeft op morgen vrijland, gelegenin het Heilige Geestland onder de ban van Moerkerken, in een hoeve van 11 morgen, gemeen met Jacob Staasz en Thomas Lenertsz als man en voogd van
Margriet Jacob Staasdr.; aan de Oostzijde van deze landen is gelegen ThomasLenertsz., aan het zuideinde en westeinde Jacob Staasz en in het noorden deGroeneweg.
Mijnsheerenland, 7 juni 1556:
Kors Pietersz. verkoopt aan de onmondige kinderen van Staes Jacobsz. een jaarlijkse losrente van 19 gouden Cgld verzekerd op 6 mrg 150 roe land in het OvM en nog op het land gekocht van de kinderen van Aert Eeuwoutsz. uit Korendijk.
Genoemd: Joost Staesz., Maritge Staesdr., Maritge Lauris Claesdr. en Adriaen Woutersz. van Molenaarsgraaf.
Overl. tussen 24 apr. 1548 en 29 aug. 1552.
×
±1545
Claertge Cornelis Joostenzoonsdr ("Claertge Jan Hermans Huisvrouw")
, † >11-1575.
Dochter van
Cornelis Joosten (Cornelis Joistenz)
en
Ariaentge Ariaensdr
.
Kinderen: Joost & Maritge.
Claertge Cornelis Joostensz. "heeft 3 kinderen nagelaten, waarvan nog 1 dochter in leven is" begin 1626.
Claertge Jan Hermans huisvrouw, de moeder van Maritge Staes Jacobszoonsdr. en grootmoeder van het weeskind, zou haar kleding ontvangen vanwege ‘goeden dienst bij Claertge an haire dochter Maritge in haer leven bewezen’.
Mijnsheerenland, 27 maart 1544:
Boedelscheiding tussen Cornelis Joosten, weduwnaar van Ariaentge Ariaensdr., en de kinderen, met namen: Ariaen Cornelisz., Pieter Cornelisz., Joost Cornelisz., Claertge Cornelisdr., onmondig: Cornelis Cornelisz., Jan Cornelisz., Bastiaen Cornelisz., Ariaen Cornelisz., Machteld en Neeltge Cornelisdr.
Mijnsheerenland, 9 april 1561 na Pasen:
Jan Hermansz. van Maasdam, e.v. Claertge Cornelisdr.,eerder weduwe van Staes Jacobsz., verk. aan Adriaen Woutersz. uit Molenaarsgraaf, en dit ten behoeve van Joost Staesz. en Maritge Staesdr., 1 mrg 1½ hond land in het Heilige-Geestblok onder de ban van Moerkercken in een hoeve van 10 mrg zaailand.
Mijnsheerenland, 12 april 1561 na Pasen:
Adriaen Woutersz. uit Molenaarsgraaf, voogd van de achtergelaten kinderen van Staes Jacobsz., va Cornelis en Adriaen Lambrecht Cornelisz.een jaarlijkse losrente van 12 Cgld verzekerd op 3½ mrg land in het Heilig-Geestblok over de Polderweg.
Genoemd: Heyltge en Maritge Lambrechtsdr., Lijske Lauwen, Geertge Claesdr., ev Lambrecht Cornelisz., en Jan Hermansz., stiefvader van de kinderen van Staes Jacobsz.
Mijnsheerenland, 29-8-1552:
Huich Jacob Staesz. verkoopt aan Lauris Claesz., de man van zijn zuster, 2 morgen en 1½ hond land in het Heilig Geestland onder de ban van Moerkercken, deze Huich Jacob Staesz. aangekomen
en aanbestorven bij overlijden van Maritge, huisvrouw van Jacob Staesz. van Maasdam, zijn moeder. Gelegen in een weer of kamp genaamd De Hoeve van 11 morgen, gemeen voet onder
voet met Jacob (Jacob) Staesz., Ingen Jacob Staesdr., Lauris Claesz. en de weduwe van Staes Jacobsz. met haar kinderen; hebbende op het oosten Herman Oom Danielsz., Heer Jan van de
Linde en Claes van Renesse, schout van Puttershoek.
Op 21-7-1573 in Mijnsheerenland kwam Pleun Huigensz., weduwnaar van Maritge Staes Jacobszoonsdr., tot vertichting met Cornelis Hughensz., als gemachtigde van Huijch Jacobsz., bakker te Dordrecht, en Adriaen Woutersz. van Molenaarsgraaf, als voogden van moederzijde van Jaepge Pleune, onmonidge dochter van Maritge bij Pleun. Pleun zou in de boedel blijven, betaande uit o.a. een woning met vee, koren te velden, eigen land in het Oudeland van Mijnsheerenland, in het Heilige Geestblok onder Moerkerken en in de Sint Anthoniepolder, waarvan de helft het weeskind toekwam. Het kind kreeg voorts 500 car. gld. toebedeeld en Pleun zou het land van zijn weeskind gebruiken tijdens haar onmondigheid. Claertge Jan Hermans huisvrouw, de moeder van Maritge Staes Jacobszoonsdr. en grootmoeder van het weeskind, zou haar kleding ontvangen vanwege ’goeden dienst bij Claertge an haire dochter Maritge in haer leven bewezen’.
Mijnsheerenland, 4 januari 1626:
De 62-jarige Gerrit Pietersz. Steen verklaart op verzoek van Pieter Pietersz. Dousburch dat hem kennelijk is, dat Pieter Pietersz. Dousburch een natuurlijke zoon is van
- Pieter Cornelis Joostensz., gewoond hebbende in Moerkercken, welke Pieter Cornelis Joostensz. nog 3 broers en 5 zusters heeft gehad, namelijk:
- Adriaen Cornelis Joostensz., Joost Cornelis Joostensz., Bouwen Cornelis Joostensz., Neeltge Cornelis Joostendr., Claertge Cornelis Joostendr.,
- Marichge Cornelis Joostendr., echtgenote van Joost Joostenz. aan de Blaak onder Heinenoord,
- Ariaentge Cornelis Joostendr. en Machteltge Cornelis Joostendr.
Van welke personen gedescendeert zijn volgende personen: Van Pieter Cornelis Joostensz. de voornoemde Pieter Pietersz. Dousburch, nog 1 broer en 2 zusters.
- Adriaen Cornelis Joostensz. heeft nagelaten 7 kinderen, waarvan nog 1 zoon, genaamd Adriaen Adriaensz. metselaer, 1 zoon heeft nagelaten, tegenwoordig wonende in Rotterdam. Joost Cornelis Joostensz. heeft 1 zoon nagelaten met name Adriaen Joostensz. Bouwen Cornelisz. heeft 3 kinderen nagelaten, waarvan nog 1 dochter in leven is.
- Neeltge Cornelis Joostendr. heeft 8 kinderen nagelaten, waarvan nog 2 in leven zijn en kindskinderen.
- Claertge Cornelis Joostensz. heeft 3 kinderen nagelaten, waarvan nog 1 dochter in leven is.
- Marichge Cornelis Joostendr. is nog in leven en huisvrouw van Joost Joostensz. Ariaentge Cornelis Joostendochter heeft 5 kinderen nagelaten, waarvan 5 nog in leven zijn. Machteltge Cornelis Joostendr. heeft 1 zoon nagelaten, verwekt bij Cornelis Pietersz., genaamd Pieter Cornelisz. of anders geheten Pieter Eliasz., omdat zijn huisvrouw een dochter is van Elias Bastiaensz., eertijds secretaris op Heinenoord, die gestorven is zonder enige kinderen na te laten.
De attestant verklaarde van moeders zijde de gerechte erfgenaam te zijn van de overleden Pieter Cornelisz.
2 kind(eren)
-
Maritge Jacob Staesdr
, † ±1555 .
Overl. tussen 18 dec. 1554 en 26 jan. 1555.
Op 26-1-1555 was sprake van "de weeskinderen van Mariken Staesdr., overleden huisvrouw van Lauris Claesz.". Genoemd: Jacob Staesz., grootvader van de weeskinderen.
Mijnsheerenland, 16 februari 1554: Boedelscheiding gedaan tussen Lauris Claesz., ev wijlen Maritge Staesdr. en Jacob Staesz., heerkevader van de weeskinderen.
Genoemd: Joost Woutersz. en Adriaen Woutersz. van Molenaarsgraaf als voogden. Maritge en Willemtge Laurisdr.
×
<5-1548
Domas Lenertsz
.
Mijnsheerenland, 24 april 1548:
Staes Jacobsz. van Maasdam va Claes Cornelis Clementsz. te Dordrecht een jaarlijkse losrente van 7 Cgld, verzekerd op 3½ morgen vrij land in het Heilig Geestblok onder de ban van
Moerkercken, in een hoeve van 11 morgen, voet ondervoet met Jacob Staesz. en Domas Lenertsz., ev Maritge Jacob Staesdr., ten oosten van de Groeneweg. Genoemd: Jan Jacobs Staesz., broeder van Staes Jacobsz.
×
<9-1552
Louris Claesz
, † <1595.
Zoon van
Claes Lourisz
en
Lijsgen Louve
.
Zij hadden dochters Maritge en Willemtge.
Louris Claesz., e.v. Maritge Jacob Staesdr. Mogelijk woonde hij in Dordrecht.
Louris Claesz., ’vleijshouwer’.
Hij was boer in het Heiligegeestland te Mijnsheerenland tot in 1561, sedertdien vleeshouwer te Dordrecht, in 1655 poorter van Dordrecht.
Mijnsheerenland, 29-8-1552:
Huich Jacob Staesz. verkoopt aan Lauris Claesz., de man van zijn zuster, 2 morgen en 1½ hond land in het Heilig Geestland onder de ban van Moerkercken, deze Huich Jacob Staesz. aangekomen en aanbestorven bij overlijden van Maritge, huisvrouw van Jacob Staesz. van Maasdam, zijn moeder. Gelegen in een weer of kamp genaamd De Hoeve van 11 morgen, gemeen voet onder voet met Jacob (Jacob) Staesz., Ingen Jacob Staesdr., Lauris Claesz. en de weduwe van Staes Jacobsz. met haar kinderen; hebbende op het oosten Herman Oom Danielsz., Heer Jan van de Linde en Claes van Renesse, schout van Puttershoek.
Mijnsheerenland, 18 december 1554;
Jan Hermansz., nasaet [= echtgenoot van de weduwe] van Staes Jacobsz., va Maritge van den Poel een jaarlijkse losrente van 6 gouden Cgld verzekerd op de ene helft van 3½ mrg land in het HG-blok in een hoeve van 11 mrg gemeen met Jacob Staesz. en Louris Claesz., ev Maritge Jacob Staesdr.
Genoemd op 24-2-1559 in Mijnsheerenland: Adriaen Woutersz. als voogd van de kinderen van Staes Jacobsz. en de kinderen
van Lauris Claesz., verwekt bij Maritge Jacobs Staesdr.
Mijnsheerenland, 8 januari 1562:
Gemeenschappelijke kaveling tussen Huyman Bleijenburg Adriaensz., Jacob Staesz. van Maasdam, Lauris Claesz. van Dordrecht en Jan Hermansz. van Maasdam. Dit stuk land,
genaamd “De Hoeve” is gelegen in het Heilige-Geestblok, strekkende van de Groene Weg zuidwaarts tot aan de Maas.
Overleden in de periode 1562-1568. Vlg. Slijkerman is hij overl. tussen 1580 en 1594.
2 kind(eren)
-
Jan Jacob Staesz
.
Mijnsheerenland, 24 april 1548:
Staes Jacobsz. van Maasdam van Claes Cornelis Clementsz. te Dordrecht een jaarlijkse losrente van 7 Cgld, verzekerd op 3½ morgen vrij land in het Heilig Geestblok onder de ban van
Moerkercken, in een hoeve van 11 morgen, voet ondervoet met Jacob Staesz. en Domas Lenertsz., ev Maritge Jacob Staesdr., ten oosten van de Groeneweg. Genoemd: Jan Jacobs Staesz., broeder van Staes Jacobsz.
Jan Jacob Staesz. was in 1553 landgebruiker te Mijnsheerenland.
Hij erfde tussen 1548 en 1552 een losrente van zijn broer Staes Jacobsz.
Wsl. overl. vóór 2 mei 1563.
-
Digna Jacobs Staesdr (IJngetge Jacob Staesdr)
, * ±1545
.
×
Lenert Jansz
, * ±1530
, † >1597.
4 kind(eren)
-
Huich Jacob Staesz
, * <1555
, † >6-1573 .
Mijnsheerenland, 29-8-1552:
Huich Jacob Staesz. va. Lauris Claesz., de man van zijn zuster [=tante], 2 morgen en 1½ hond land in het Heilig Geestland onder de ban van Moerkercken, deze Huich Jacob Steasz. aangekomen en aanbestorven bij overlijden van Maritge, huisvrouw van Jacob Staesz. van Maasdam, zijn moder. Gelegen in een weer of kamp genaamd De Hoeven van 11 morgen, gemeen voet onder voet met Jacob [Jacob] Steasz, Ingen Jacob Staesdr., Lauris Claesz. en de weduwe van Staesz Jacobsz. met haar kinderen; hebbende op het oosten Herman Oom Danielsz., Heer Jan van de Linde en Claes van Renesse, schout van Puttershoek.
In 1553 bezat Huich land te Mijnsheerenland. In 1573 was hij bakker in Dordrecht.
Mijnsheerenland, 2 mei 1563:
Lijsbeth Adriaensdr., weduwe van Jacob Staesz. op Maasdam, en Lenert Jansz., e.v. Digna Jacob Staesdr., verkopen aan Heyman van Bleijenburg, waardijn van de Koninklijke Munt te
Dordrecht, 5 hond = 500 roeden land in het Heilige-Geestblok buiten de Maasdammer weg onder de ban van Moerkercken.
Genoemd: Maerten Huymansz., Huich Jacob Staesz., Jan Jacob Staesz., Staes Jacobsz., Neeltge Jacob Staesdr., Joost Staesz. en Maritge Staesdr.
-
Staes Jacobsz
, * ±1555
, † >2-1621 .
Geschat geboortejaar.
Staes Jacobsz was heemraad van Maasdam. Op 29-8-1552 was sprake van de weduwe van Staes Jacobsz. met haar kinderen.
Staes is de vader van Bastiaentge, Mariken en Lijsbeth.
Cornelis Jorisz, won. pietershouck, is [op 14-1-1597] schuldig aan jan Cornelisz Bouffkens, koopman van granen te Dordt, 2 hoed raapzaad van zijn toekomend gewas, wat al betaald is. Indien hij niet leveren kan of dat die zelve "vast vrose" moethij daarvoor leveren 2 hoed gerst. Borg is Staes Jacopsz, won. Maesdam.
Floris Bastiaensz (+) en Staes Jacobsz, beide won. op Maasdam, staan [op 13-1-1598] borg tbv. Jan Cornelisz de Bouff, koopman van greijnen te Dordt, ivm. een borgtocht van 250 kgl met de rente als Jan Cornelisz gepresenteerd heeft aan lijntgen leendertsdr. voor de persoon van Cornelis Jorisz, won. P[ ietershouck].
Staes Jacobsz, won. op Maasdam, is [op 23-6-1598] schuldig aan Elias van Walscappel:1 hoed witte 1/fo 151 tarwe. Is al betaald. Te leveren met St. Maarten 1598. Borg is Arien Danen Visser, won. Maasdam.
×
?
NN. ("Anna Jans")
.
Geschat geboortejaar.
De vrouw van Staes Jacobsz is begr. in Maasdam in de kerk.
3 kind(eren)
-
Neelltge Jacob Staesdr
, * <1564
.
Neelltge was nog onmondig op 2 mei 1663.
Neeltge Jacob Staessendochter, geprocreëerd bij Lijsbeth.
Mijnsheerenland, 2 mei 1563:
Lijsbeth Adriaensdr., weduwe van Jacob Staesz. op Maasdam, en Lenert Jansz., e.v. Digna Jacob Staesdr., verkopen aan Heyman van Bleijenburg, waardijn van de Koninklijke Munt te Dordrecht, 5 hond (= 500 roeden) land in het Heilige-Geestblok buiten de Maasdammer weg onder de ban van Moerkercken.
Genoemd: Maerten Huymansz., Huich Jacob Staesz., Jan Jacob Staesz., Staes Jacobsz., Neeltge Jacob Staesdr., Joost Staesz. en Maritge Staesdr.
-
Jan Jacob Staesz
, * <1564
, † >4-1571 .
De Jonge Jan Jacob Staesz was nog onmondig op 2 mei 1663.
Mijnsheerenland, 2 mei 1563:
Lijsbeth Adriaensdr., weduwe van Jacob Staesz. op Maasdam, en Lenert Jansz., e.v. Digna Jacob Staesdr., verkopen aan Heyman van Bleijenburg, waardijn van de Koninklijke Munt te
Dordrecht, 5 hond = 500 roeden land in het Heilige-Geestblok buiten de Maasdammer weg onder de ban van Moerkercken.
Genoemd: Maerten Huymansz., Huich Jacob Staesz., Jan Jacob Staesz., Staes Jacobsz., Neeltge Jacob Staesdr., Joost Staesz. en Maritge Staesdr.