Leendert Cornelisz (Lenert Cornelisz) ( Kerckhoff) , † <11-1626.
Zoon van ? .



× ? <1580
    Anna Jacobs (van der Meer) , † <4-1589.    

    Dochter van Jacob Dircksz en ?
× <4-1589
    Jannigje Cornelisdr (Jannetge Cornelisse) Kerckhoff , † >2-1630.
Kinderen:
  1. Cornelis Leendertsz Kerckhoff , † <1653 .

    × ±1605   Annetge Willems , * <1585 , † ±1670.

    4 kind(eren)


  2. Arijen Leendersz (Arien Lenertsz) Dijcxman , † <6-1669 .

    × <8-1612   Annitge Pietersdr , * ±1590 , † ±1671.

    4 kind(eren)


  3. Kniertgen Leenderts Kerckhoff , † Rotterdam, Cralingen <10-1652 .

      R’dam, 29-3-1647: Cornelis Leendertsz Coppellenaer verhuurt aan Pieter Adriaense Keet, beiden wonend te Cralingen, de helft van een huis met barch en schuur te Cralingen. De andere helft heeft hij reeds in bezit sinds mei vorig jaar. Zij zijn overeengekomen dat zijn vrouw Coniertje Leendertsdr haar leven lang daarin mag blijven wonen voor 150 gulden per jaar, voorts zijn er nog meerdere bepalingen.

      R’dam, 5-8-1649: Arien Cornelisz Coppellenaer, grutter, en zijn zieke vrouw Willemijntjen Dircxdr benoemen elkaar tot universeel erfgenaam en voogd. Indien Arien eerst sterft benoemt hij zijn dan nog levende ouders Cornelis Leendertsz Coppellenaer en Coniertjen Leendertsdr, wonend te Cralingen aan de Veenwecht, tot erfgenamen in de legitieme portie.

      Boedelscheiding gemaakt op 28-9-1652 tussen Cornelis en Arijen Cornelisz Coppellenaer, Jan Arijens Keet, man van Teuntge Cornelisdr Coppelenaer, Pieter Arijens Keet, man van Neeltgen Cornelisdr Coppelenaer, beiden te Cralingen, allen erfgenamen van Cornelis Leenderts Coppelenaer en Kniertgen Leenderts, hun ouders, overleden te Cralingen, en van Jannetgen Cornelisdr, weduwe van Leendert Cornelisz Kerckhoff, hun grootmoeder van moeders zijde, overleden te Ommoorden, hebben de erfenis gedeeld.
      Cornelis Cornelisz Coppellenaer krijgt de brief verzekerd op het huis en de grutmolen door Dirck Dircx Snel op zijn vader verleden en nu in het bezit van Arijen Cornelisz Coppellenaer, een obligatie van 300 gulden ten laste van Cornelis Aelbrechts Cleij, en een obligatie van 600 gulden ten laste van Pieter Aelbrechts Kleij. Jan Arijens Keet krijgt een obligatie van 1100 gulden ten laste van Arijen Cornelisz Keet, zijn vader.
      Pieter Arijens Keet krijgt de helft van een huis en de helft van 15 morgen land in Cralingen aan de Veenwech. De andere helft heeft hun vader aan Neeltgen gegeven bij haar huwelijk.

    ×   Cornelis Leenderts Coppellenaer , † Rotterdam, Cralingen <10-1652.
        Zoon van Lenert Ariensz Coppellenaer en Ariaentge Cornelisse .
      Kinderen: Teuntje, Neeltje, Arien en Cornelis.

      In H’berg op 16-8-1628 comp.
      - Arien Michielsz en Willem Claesz (van der Bregge) als kerkmeesters, mitsgaders Jan
      Ariensz Decker en Simon Cornelisz Ruijchrock als heilige geest- en armmeesters dezes ambachts, ter eenre, en - Jannetge Cornelisse, weduwe van Lenert Cornelisz,
      - Cornelis Lenertsz de Boer,
      - Cornelis Lenertsz Kerkhoff en
      - Arien Lenertsz Dijcksman, alle drie voor zichzelf,
      - Cornelis Lenertsz Coppelenaer en
      - Pieter Jansz Klinkert nomine uxoris en allen in de naam van
      - Pieter Lenertsz en nog Cornelis Lenertsz Kerkhoff in de naam van
      - Lucas Jansz Coppert, als getrouwd geweest zijnde met Ingetge Lenerts.
      Zij zijn allen erfgenamen van Lenert Cornelisz voornoemd.
      Mitsgaders Severt Jeroensz en Claeske Corsse, allen tezamen possesseurs van het merendeel van
      een woning.

      H’berg, 14-12-1629: Staat en deling van de boedel van Ariaentge Cornelisse, die weduwe was van wijlen Lenert Ariensz Coppelenaer. Erfgenamen:
      - de kinderen van zaliger Jan Lenertsz Coppelenaer,
      - Pieter Lenertsz Coppelenaer,
      - Arien Lenertsz Coppelenaer,
      - Cornelis Lenertsz Coppelenaer de oude,
      - de weduwe van Cornelis Lenertsz jonge Coppelenaer en
      - Cornelis Lenertsz den Boer nomine uxoris.

      R’dam, 6-6-1647: Arien Willemsz Balckenende bemiddelt tussen Cornelis Cornelisz Coppellenaer en zijn vader Cornelis Leendertsz Coppellenaer enerzijds, en Dirck Dircxz van der Snel ten andere zijde, inzake een custingh rentebrieff van 3000 gulden die nog volgestort moet worden. Dat moet nu in 3 à 4 dagen gebeuren, wegens de aankoop van een branderij of grutmolen.

      R’dam, 8-10-1647:
      Cornelis Leendertsz Coppellenaer te Cralingen schenkt zijn dochter Neeltje Cornelisdr, gehuwd met Pieter Adriaensz Keet te Cralingen, de helft van een huis met barg en schuur en 15 morgen land, gelegen aan de Veenwecht te Cralingen, strekkende van de Schravenwech af naar het noorden tot over de Dorckade tot Willem Pietersz zijn land, belendt west Daen Aertsz of Jan Centen, oost de erfgenamen van de advocaat Douza en verder de woning van het oudemannenhuis van de stad. Cornelis schenkt dit met medeweten van zijn andere kinderen, te weten Cornelis, Arien, en Dirck Cornelisz Trul, gehuwd met Teuntje Cornelisdr.

    4 kind(eren)


  4. Pieter Lenertsz .

      Pieter Lenertsz en zijn broer Cornelis Lenertsz. Kerckhoff zijn beiden zonen van Jannigje Cornelisse Kerckhoff. Pieter was de jongste (overlevende) zoon.


  5. Ingetge Lenerts ( Kerckhoff) , † <4-1629 .

      Te H’berg op 16-8-1628 comp. Arien Michielsz en Willem Claesz [van der Bregge] als kerkmeesters, mitsgaders Jan Ariensz Decker en Simons Cornelisz Ruijchrock als heilige geest- en armmeesters dezes ambachts, ter eenre, en
      - Jannetge Cornelisse, weduwe van Lenert Cornelisz,
      - Cornelis Lendertsz de Boer, Cornelis Lenertsz Kerhoff en Arien Lenertsz Dijcksman, alle 3 voor zichzelf,
      - Cornelis Lenertsz Coppelenaer en Pieter Jansz Klinkert nomine uxoris en allen in de naam van
      - Pieter Lenertsz en nog
      - Cornelis Lenerts Kerkhoff in de naam van Lucas Jansz Coppert, als getrouwd geweest zijnde met Ingetge Lenerts,
      allen erfgenamen van Lenert Cornelisz voornoemd, mitsgaders Severt Jeroensz en Claeske Corsse;
      [zij zijn] allen tezamen possesseurs van het merendeel van een woning.

    ×   Lucas Jansz Coppert .


  6. Cornelis Leendtsz den Boer .

      Mogelijk had deze Cornelis een andere moeder (= mogelijke eerdere vrouw van zijn vader), daar hij níet de echternaam van Jannigje heeft overgenomen.

      Pieter Lenertsz drie marge mits twee hont streckende vande Nieuwe Watering aff tot Gerrit Claes Vuick sijn lant toe ten oosten Willem Pieters Cleij ende ten westen Vranck Jansz. Noch twee margen streckende van Willem Jan Ariensz lant aff tot Cornelis Lenertsz den Boer sijn lant toe ten oosten Cornelis Lenertsz Kerckhoff ende ten westen Cors Lenertsz. Borge d selve lande.

      Actum, opten 13 December 1629 in H’berg:
      Inventaris van alle de goederen, roerende ende onroerende, in- ende uijtschulden, die sa. Ariaentgen Corn.dochter, die weduwe was van wijlen Lenert Ariensen Coppellenaer, in haer leven in eygendom beseten ende daer naer metterdoot ontruimt ende achtergelaten heeft. Overgelevert by Corn. Lenertsen den Boer, als ten wiens huise de voorn. weduwe is comen te overlyden, ende Pieter Lenertsen, Corn. Lenertsen ende Arien Lenertsen Coppellenaer, alle drie voor haer selven, mede-erffgen. van de voorn. weduwe, ter presentie van Lenert Jansen Breetvelt ende Arien Jansen Breetvelt, als oomen ende voochden van de kinderen van Jan Lenertsen, mitsgaders Heyndrick Corn. Bout, als voocht van de kinderen van jonge Corn. Lenertsen.
      Compareerde Pieter Lenertsen van Cappelle, Corn. Lenertsen van Cappelle ende Arien Lenertsen van Cappelle, mitsgaders Corn. Lenertsen den Boer, ende verclaerden by eede, haer affgenomen als recht is, desen inventaris te wesen deuchdelyck ende oprecht, sonder met hare wetenschap iets daerinne verswegen ofte ter quader trouwe achtergehouden te syn, belooffden oock indien namaels noch iet tot hare kennisse mochte comen, t ware dan proffyt ofte schade, desen boedel aengaende, t selve bekent te maecken, op desen inventaris te doen amplieren.

      H’berg, 14-12-1629: Staat en deling van de boedel van Ariaentge Cornelisse, die weduwe was van wijlen Lenert Ariensz Coppelenaer. Erfgenamen:
      - de kinderen van zaliger Jan Lenertsz Coppelenaer,
      - Pieter Lenertsz Coppelenaer,
      - Arien Lenertsz Coppelenaer,
      - Cornelis Lenertsz Coppelenaer de oude,
      - de weduwe van Cornelis Lenertsz jonge Coppelenaer en
      - Cornelis Lenertsz den Boer nomine uxoris [= in naam van zijn echtgenote, dus hij was een schoonzoon].

      Corn. Lenertsen den Boer wordt vermeld op 12-8-1630 in H’berg "als behoude oom van de naergelaten weeskinderen van Jan Lenertsen Coppellenaer ende Ariaentgen Jansdochter".

      In H’berg op 9-10-1631 comp. Arien Lenertsz Coppelenaer, Lenert Jansz Breedveld, als voogden van Jannetge en Jaepge Jans, nagelaten weeskinderen van Jan Lenertsz Coppelenaer en Ariaentge Jans, beiden zaliger, in presentie van Arien Jansz Breedveld en Cornelis Lenertsz de Boer als omen van dezelfde kinderen en bekennen verkaveld te hebben.

    ×   Maritge Lenertsdr Coppelenaer .
        Dochter van Lenert Ariensz Coppellenaer en Ariaentge Cornelisse .

      H’berg, 30-1-1632: Staat en deling van de goederen van de vier nagelaten weeskinderen van zaliger Jan Lenertsz Coppelenaer en Ariaentge Jans, beiden zaliger. Aldus geliquideerd bij Arien Lenertsz Coppelenaer en Lenert Jansz Breedveld, als voogden van de voornoemde weeskinderen, mitsgaders Dirk Thiemansz gehuwd met Maritge Jans, ter presentie van Cornelis Lenertsz den Boer gehuwd met Maritge Lenerts.


  7. Maritge Lenerts .

    ×   Pieter Jansz Clinckert .

      Te H’berg op 16-8-1628 comp. Arien Michielsz en Willem Claesz [van der Bregge] als kerkmeesters, mitsgaders Jan Ariensz Decker en Simons Cornelisz Ruijchrock als heilige geest- en armmeesters dezes ambachts, ter eenre, en
      - Jannetge Cornelisse, weduwe van Lenert Cornelisz,
      - Cornelis Lendertsz de Boer, Cornelis Lenertsz Kerhoff en Arien Lenertsz Dijcksman, alle 3 voor zichzelf,
      - Cornelis Lenertsz Coppelenaer en Pieter Jansz Klinkert nomine uxoris en allen in de naam van
      - Pieter Lenertsz en nog
      - Cornelis Lenerts Kerkhoff in de naam van Lucas Jansz Coppert, als getrouwd geweest zijnde met Ingetge Lenerts,
      allen erfgenamen van Lenert Cornelisz voornoemd, mitsgaders Severt Jeroensz en Claeske Corsse;
      [zij zijn] allen tezamen possesseurs van het merendeel van een woning.

      --

      Een Pieter Janse Klinckert en Barber Ariens Overuinde trouwden op 5-12-1694 in Bergschenhoek. Zij lieten op 28-9-1695 in Kralingen een dochter Elisabeth dopen met getuigen Ari Jansz. Overrijn en Maritie Ariens Overrij.


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.