Gherit Jorisz
(Geryt Jorysz)
van der Wolff
, * ±1527
, † ±1581.
Zoon van
Joris Pietersz (Joris Peter Jansz)
en
Marij (Mary Joris Pieter Jansz wde)
.
Afb. Meerkerk
Op 9-6-1552 in Noordeloos was sprake van Geryt Jorysz., oud ca. 26 jaar.
Geryt Jorysz. (van der Wolf) te Meerkerk.
Noordeloos, 26-9-1560: Cornelis Henricxz transp. aan Gherit Jorisz 2m op dwe NZ van Ndls gegeven in huwelijkse voorwaarden, strekk v/d ½e dwarssloot van ‘t leen af t/d thientwetering, bov Jan Meertsz en ben. de nonnen van St Servaes te Utrecht.
Cors Henricxz beclaeght Gerit Jorisz en Adriaen Adraensz op 7-11-1560 om de thuyn dicht te houden van de werff, die hij van hen gehuurd heeft.
Gherit Jorisz beclaeght op 5-12-1560 Govert Willemsz 20 st wegens dat hij de tuijn staande bij Aertgen Steessen niet dicht gehouwen heeft gedurende 2 jaar.
Gerit Jorisz stelt zich borg voor zijn broer Adriaen Jorisz. op 19-12-1561.
Noordeloos, 5-2-1562: De schout van s’herenwege beclaeght Peter Gheritsz, Bastiaen Petersz, Anthonis Cornelisz, Adriaen Petersz, Gherit Jorisz, Adriaen BOTH en Hubert Gijsbertsz 7 st per morgen per jaar voor 9 jaren wegens molengeld.
Gerit Jorissen beclaeght op 2-10-1562 Bastiaen Peterssen om het land door hem gepacht en gemijnt hem te laten.
Te Noordeloos op 11-12-1567 becklaeght Gerrit Jorisz. Lenert Henrickssen voor 16 gl. 5 st. wegens koop van een paard.
Op 29-10-1568 bekende Gerit Jorissen 12 gl. schuldig te zijn aan Corns Henricksen Backer.
Noordeloos, 22-4-1570: Marij Joris Pieter Jansz wde met haar gekozen voogd Henrick VAN NES transporteert aan haar zoon Gerit Jorisz 1m gemeen in 17m op de NZ van Ndls, in de hofstede van Joris Petersz za, strekk v/h leen af t/d thiendwetering, bov Adriaen Jorsz en ben de nonnen van Ste Servaes.
Noordeloos, 29-5-1570: Gerit Jorisz. en Adraen Jorisz., als omen en bestorven voogden v/d weeskinderen van Jan Symonsz, met name Bastiaentgen, Symontgen en Peterken Janszoenen, (die) voorn Jan Symonsz verwekt heeft bij Marij Joris Petertszdr. za., transporteren aan voorn Jan Symonsz. 2m 3/4h zoals elk kind 4¼ h aanbestorven kreeg wegens hum moeders goed, volgens de boedelscheiding door hem gedaan op 22-4-1570, gelegen op de NZ van Ndls gemeen in 7½m met Jan Symonsz en de vicarie van St Jacobs althaer in de kerk te Gorinchem, met timmeringe en tuelinge daarop, strekk v/d herenweg t/d thiendwetering, bov Adriaen Andriesz met het kerkeland en ben Cornelis Adriaensz Snijder.
Noordeloos, 27-3-1572:
Jan Symonsz transporteert aan Gerit Jorisz., als voogd van Margriet en Joris Jan die Snijders dochteren, 18 gl 10 st, dien hij nog moet ontvangen van Gerit Fransz Coster.
Voorn. Jan Symonsz transporteert aan Gerit Jorisz., als voogd van Bastiaen, Symon en Peterke Janszoenen, een rentebrief groot 50 schilden, sprekende op Cornels Cornelisz ESSEBOOM en die Jan Symonsz beuren zal, wanneer de kinderen mondig worden. Voorn. Jan Symonsz transporteert aan Gerit Jorisz., als voogd van Bastiaen, Simon en Peterke Janszoenen, een rentebrief groot 80 cg, sprekende op Gerit Fransz Coster en gehypothekeerd op de ‘halff Houff’ op Bovenbotersloot.
Noordeloos, 19-11-1573:
Gerit Jorisz., voor hem zelf en vervangende zijn broers en zusters, beclaeght Pleuntgen Petersdr 700 schilden, die zij moest uitreiken uit zake van een zekere leen achtergelaten door haar bestemoeder Marij Joris Peter Jansz wde.
Belending met 1 morgen land aan de noorzijde van Noordeloos op
16-2-1523: Joris Pietersz. bij dode van Pieter Jansz., zijn vader;
14-11-1545: Pieter Jorisz. bij dode van Joris Pieter Jansz., zijn vader;
24-2-1554: Gerard Jorisz. voor Pleuntje, dochter van Pieter Jorisz., zijn nicht, bij dode van haar vader;
31-3-1581: Jacob Willemsz. Bakker te Gorinchem voor Pleuntje, zijn vrouw, bij dode van Gerard Jorisz.;
28-1-1583: Joris Gerardsz. bij overdracht door Jacob Willemsz. Bakker voor Pleuntje, diens vrouw;
5-5-1614 & 28-11-1616: Joris Gerardsz. met ledige hand;
5-1-1619: Joris Gerardsz. van der Wolf bepaalt dat het leen in de gemene boedel zal blijven tot de jongste erfgenaam mondig is;
28-9-1620: Gerard Jorisz. bij dode van Joris Gerardsz. van der Wolf, zijn vader.
Belening met 1 morgen laand aan de noordzijde van Noordeloos, gemeen met Pieter Jansz., vader van de leenman:
28-9-1504: Adriaan Pieter Jansz. bij overdracht door Willem van Dam Willemsz.;
5-4-1531: Joris Pieter Jansz. bij overdracht door Adriaan, zijn broer;
14-11-1545: Pieter Jorisz. bij dode van Joris Pieter Jansz., zijn vader;
24-2-1554: Gerard Jorisz. voor Pleuntje, dochter van Pieter Jorisz., zijn nicht, bij dode van haar vader;
31-3-1581: Jacob Willemsz. Bakker te Gorinchem voor Pleuntje, zijn vrouw, bij dode van Gerard Jorisz.;
28-1-1583: Adriaan Gerardsz. bij overdracht door Jacob Willemsz. Bakker voor Pleuntje, diens vrouw;
18-2-1597: Joris Gerardsz. voor Gerard Adriaansz. bij dode van Adriaan Gerardsz., gehuwd met Neeltje Klaasd., diens vader, met bepaling over een te bouwen huis;
5-5-1614 & 28-11-1616: Gerard Adriaanz. met ledige hand;
7-12-1626: Gerard Jorisz. van der Wolf bij overdracht door Gerard Adriaansz. Vonk;
8-5-1630: Gerard Jorisz. te Meerkerk ook voor ’Willem, Adriaan en Annetje Joris, zijn broers en zuster, bij dode van Joris Gerardsz., hun vader.
Kinderen:
-
Adriaan Gerardsz
.
Belening met 1 morgen land aan de noordzijde van Noordeloos op 28-1-1583 op Adriaan Gerardsz. bij overdracht door Jacob Willemsz. Bakker voor Pleuntje, diens vrouw. Overdracht op 18-2-1597 op Joris Gerardsz. voor Gerard Adriaansz. bij dode van Adriaan Gerardsz., gehuwd met Neeltje Klaasd., diens vader, met bepaling over een te bouwen huis. Overdracht op 5-5-1614 op Gerard Adriaansz. met ledige hand. overdracht op 7-12-1626 op Gerard Jorisz. van der Wolf bij overdracht door Gerard Adriaansz. Vonk.
×
Neeltje Claesdr
.
1 kind(eren)
-
Joris Gerardsz (Joris Gerritsz) van der Wolf
, * ±1564
, † ±1620 .
4 kind(eren)