Jacob Leendertsz ( Vermaes) , *Maasdam ±1580 , † <3-1665.
Zoon van Lenert Jansz en Digna Jacobs Staesdr (IJngetge Jacob Staesdr) .



× ±1600
    Aegken Pouwels Weeda , * ±1580 , † Maasdam <1640.
× ’s-Gravendeel 11-2-1640
    Adriaentje Cornelisse , *’s-Gravendeel ±1595 , † >2-1665.    

Kinderen:
  1. Pouwelis Jacobs ( Vermaes) .

      In 1633 in Maasdam vermeld. Hij had een dochter Aechje Pouwelus, die gehuwd was met Arien Claessen.


  2. Marijken Jacobs (Marichje Jacobs) ( Vermaes) , *Maasdam ±1603 , † >25-5-1675 .

    × Maasdam 26-12-1620   Jan Gijsbertsz van Esch , *Hoogvliet ±1595 .

    2 kind(eren)


  3. Ariaentje Jacobs ( Vermaes) , * ±1605 , † >1651 .

      Ariaentje Jacobs trouwde in 1626 in Maasdam als j.d. van Maasdam met Vas Cornelisz, weduwnaar van Maasdam, heemraad ald. in 1652, 1654 en 1656. Hij was weduwnaar van Neelken Ariens.

      Testament gemaakt bij Vas Corneliss. en Adryaentye Jacobsdr., echte man en vrouw op 13 augustus 1652 in Maasdam: Jan Dirckss. van der Wier en Aryen Janss. Wesenhage, heemraden, Jacob Willemss., secretaris.
      Vas Corneliss. en Adryaentye Jacobsdr., echte man en vrouw, onze inwoners, hij ziek te bedde liggend, zij gezonde zijnde, testeren op de langstlevende. Bemoeienis van de schout en weeskamer wordt uitgesloten.De langstlevende zal voogd over hun minderjarige kinderen zijn en zal de kinderen tot zijn of haar erfgenamen benoemen. Akte getekend door de secretaris. De heemraden plaatsen hun handmerkje.

      Ariaentje Jacobs, geassisteerd met met Jacob Vassen, haar zoon, wordt op 17-3-1666 in Maasdam vermeld.

      In Maasdam op 17-3-1666 compareert Lenert Jacobsen Vermase, stedehouder van Sint Anthoniepolder, voor hem zelf, nog als oom en voogd over de nagelaten weeskinderen van Ingen jacobsen zaliger, en Marichje Jacopsdr., geassisteerd met Aert Janssen en Gijsbert Jacobsen, haar zonen, voor haar zelf, Ariaentje Jacobs, geassisteerd met met Jacob Vassen, haar zoon, voor haar zelf, Leedert Cornelisen Sneuckelaer, hem sterk maken voor Fleuris Janssen van der Wier, als
      getrouwd hebbende Aechje Coornelis [...] en mede comparerende, tezamen kinderen van Neeltjen Jacobs zaliger, allen voorelke een 6e part, en Arien Claessen , als getrouwd hebbende Aechje Pouwelus, zijnde een dochter van Pouwelus Jacobsen, hier voor hem zelve, dienvolgende verklaren zij comparanten, allen erfgenamen van Jacob Leenderts zaliger, gekaveld te hebben.
      - 2 mergen 74 roeden zaailand gelegen in Nieuw-Bonaventura ’aen den maessen wech;, belend O Jacob Jans koeyman, W de wech, Z de vliet en N de kinderen van Ingen Jacobsen, getaxeerd op 600 gld.

    × 1626   Vas Cornelisz van Maesdam , † >1651.
      Maasdam, 1626: Vas Cornelissen, wd. van Maasdam, getr. met Adriaenken Jacobs, jd. van Maasdam

      Vas Cornelisz. van Maesdam.

      Woensdag den 31. mei 1617:
      Pieter Ariensz. Hoffman contra Vas Cornelisz. voor de Hoge Vierschaar van Z.H. Eist 20 gulden als rest van verschenen landpacht. Woensdag den 25. juni 1617: Vas Cornelisz. op Maasdam contra Pieter Ariensz. Hoffman.

    4 kind(eren)


  4. Neeltije Jacobs (Neelken Jacobs) Vermaes , * 1609 , ~Maasdam 20-4-1609 , † <7-1645 .

      Op 17-3-1666 was in Maasdam sprake van de kinderen van Neeltjen Jacobs zaliger, waaronder Aechje Coornelis, getrouwd hebbende Fleuris Janssen van der Wier.

      Vertichtbrief van Cornelis Jacobss. Snokelaer op 14-6-1645 in Maasdam:
      Heyman Jacobss., schout, Job Leendertss. Vogelaer, Cornelis Janss. Gues, heemraden.
      Corn(elis) Jacobss. Snokelaer, weduwnaar van Neeltge Jacobsdr., geassisteerd met Jacob Corneliss. Snokelaer, zijn vader, ten ene zijde, en
      Leendert Jacobss., met Ingen Jacobss., als gerechte bloedvoogden van denagelaten weeskinderen van voornoemde Neeltge Jacobsdr.,aan de andere zijde, accorderen en vertichten de kinderen hun moederlijke besterffenis.
      Snokelaer zal behouden het ’huys, berch, schuyer’ etc., de eigen- en bruiklanden, paarden,koeien, meubelen, de gehele inboel, ploegen, wagens en al het andere tot de bouwerij diendende, de inkomsten en schulden. Daarvoor zal hij zijn drie weeskinderen 500 Car. gld. uitreiken als zij tot hun mondige dage zullen zijn gekomen, te weten 17 jaar oud. De kinderen zijn: Aryen Corn(elis), ca. 6 jaar, Leendert Corn(elis), ca. 5 jaar, en Aegye Cornelis dochter, ca. 3 jaar, te weten aan elk kind 166 gld. 13 stuivers met nog de kleding die van hun moeder is geweest van wol en linnen met nog het ’silverwerck’, welke verkocht zullen worden en voor de kinderen op interest zal worden gezet. Vader Snokelaer zal ook zijn kinderen naar behoren allimenteren en opvoeden etc. Dit onder verband van zijn voornoemde huismet ca. 3 mergen in de dijkagie van Bonaventura onder de jurisdictie van Maasdam, belend O den
      bosem cade, Z Pluen Aryenss. op Puttershoek, W den eersten Cruyswech. Voorts zijn persoon en roerende- en onroerende goederen.
      In de marge staat aangetekend dat Snokelaer over de 500 gld. hij interest zal betalen 4 op 100 en ingaande 1-1-1660, akte dd. 12-1-1660 en getekend door secretaris J. van Breedenhof.
      De [orginele] brief is bezegeld door schout Heyman en heemraad Vogelaer. deze akte ondertekend door schout Heyman, de heemraden Gues en Vogelaer en secretaris J.W. Hoffman.

    × ±1639   Cornelis Jacopsen Sneuckelaer , * 1616 , ~Maasdam 17-8-1616 , † ±1667.
        Zoon van Jacob Cornelisen Sneuckelaer en Bastiaentge Staes .
      De kinderen Arijen, Leendert en Aechje worden na het overlijden van hun moeder vermeld.

      Cornelis was een zoon van Jacob Cornelisse en Bastiaentge Staes.

      Obligatie voor de drie weeskinderen van Neeltge Jacobs tot last van Staes Jacobss. Snokelaer op 1 mei 1647 in Maasdam:
      Vas Cornelissen, Jan Aryenss. van Maesdam, heemraden.
      Stae Jacobss. Snokelaer, onze inwoner, bekent schuldig te zijn aan de drie weeskinderen van Neeltge Jacobs zaliger, met name Aryen, Leendert en Aegyen Corn(elis) 153 Car. gld. 6 stuivers vanwege opgenomen penningen door hem uit handen ontvangen van Leendert Jacobss., wonende in Sint Anthonispolder,, als gerechte bloedvoogd van de kinderen. Hij belooft het geld over een jaar met interest de pewnning 20 in het jaar, te restitueren onder verband van zijn persoon en al zijn roerende- en onroerende goederen. Compareren mede Jacob Corn(elis) Snokelaer, mede heemraad, en Corn(elis) Jacobss. Snokelaer, onze
      inwoners, en stellen zich als borgen. Akte is getekend door secretaris J.W. Hoffman.
      In de marge vermeld dat de akte is gecasseerd in presentie van Willem Maertss., schout, Vas Corn(elis) en Jan A, heemraden dd. 1 mei 1651.
      Onder aan de akte vermeld dat Leendert Jacobss. op 21 mei 1651 van Staes Jacobss. Snueckelaer 191 gld. 12 st. 4 penningen heeft ontvangen, waarvan af gaat 1 gld. voor de schout en heemraden voor verteerde kosten.

      Op Maasdam op 18 november 1656 compareert Bastiaen Cornelisen Bestebruer, onze inwoner, en bekent schuldig te zijn aan Cornelis Jacopsen Sneukelaer, Staes Jacopsen Sneukelaer, Ary Jacopsen Nooteboom, Dirck Jaopsen Nooteboom, Staes Jacopsen Nooteboom, Bastiaentje Jacops, onmondige weeskinderen van zaliger Jacop Ariensen Nooteboom, gezamenlijk erfgenamen van zaliger Jacob Cornelisen Sneukelaer, de somme van 250 gld. tot 40 groten t stuk, als restant van de koop en leverantie van een huis en erve, hem comparant getransporteerd volgens de eigenbroef van dd. 20 december 1655, staande op het dorp Maasdam, belend O Neeltje Dircks en W de huysingen ende werff van Corn[elis] Jacopsen Sneukelaer. Hij belooft dit geld te batelen in twee termijnen, te weten nu eerstekomende mei 1657 150 gld. en de resterende 100 gld. mei 1658. Hij verhypothekeert hiervoor genoemd huis.

      Voor de oudere generaties van de familie Sneuckelaer, zie: "Ons Voorgeslacht" 1966. Zie ook: "De Nederl. Leeuw" 1963.
      Niesken Thonisdr werd op 28-3-1669 in Maasdam genoemd als weduwe en boelhoudster van Corn. Jacobs Sneuckelaer, in zijn leven stedehouder van Maasdam. Zij bezat weiland, gelegen in Nieuw-Bonaventura.

    3 kind(eren)


  5. Leendert Jacobsz (Lenert Jacobsen) Vermaes , * 1612 , ~Maasdam 11-3-1612 , † <2-1704 .

      Hij werd rond 1642 lidmaat in de Sint-Anthoniepolder.

      Leendert Jacobse Vermaese woonde in 1655 "op ’t gadt onder ’s-Gravendeel", nadien woonde hij in de Sint Anthoniepolder. In de S.A.P. was hij schepen in de periode 1657-74 en meermalen stedehouder in de periode 1663-68. In 1683 was hij ouderling in de S.A.P.

      Obligatie voor de twee nagelaten weeskinderen van zaliger Neeltye Jacobs tot laste van Aert Dirckxss. Snijder, wonende aan de Blaak onder Heinenoord, opgemaakt op 11 juni 1651 in Maasdam:
      Willem Meertenss., schout, Jacob Corn(elis) Sneuckelaer, Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
      Aert Dirckxss. Snijder, wonende aan de Blaak onder de jurisdictie van Heinenoord, bekent schuldig te zijn aan Leendert Corneliss. en Aegye Cornelisdr., nagelaten weeskinderen van zaliger Neeltye Jacobs, 187 Car. gld. 12 stuivers 8 penningen vanwewge aangetelde penningen die hij uit handen van Leendert Jacobss. als gereht bloedvoogd van de kinderen heeft ontvangen. Hij belooft dit terug te betalen over een jaar met interest jegens de penning
      20 vant honderd onder verband van zijn persoon en goederen. Jan Joriss. Blaeck, wonende onder de jurisdictie van Heinenoord, en Wouter Leendertss. Treck, wonende op het dorp Puttershoek, stellen zich borgen. De schout en de secretaris J.W. Hoffman ondertekenen de akte. De heemraden plaatsen hun handmerkje.
      Onder de akte is aangetekend dat op 19 mei 1657 de obligatie is betaald aan voogd Leendert Jacopss. in presentie van secretaris J. van Breedenhoff.
      Functie: Schepen van de Sint-Anthoniepolder van 1663 tot 1665
      Functie: Stadhouder van de Sint-Anthoniepolder van 1666 tot 1666
      Overleden tussen 18-5-1671 en 2-2-1704.

    × Sint Anthoniepolder 12-5-1641   Neeltgen Simons ( Smits) , *Rotterdam, Charlois ±1620 , † ±1670.
        Dochter van Simon Gijsbertsz Smit en Wijventje Pieters (Wijvettie Pieters) .
      Otr. op 20-4-1641 in Sint Anthoniepolder.
      Hij was j.m. van Maasdam, zij j.d. van Charlois, won. in de S.A.P. Zij hadden o.a. een zoon Sijmon en een dochter Wijventje.

      Neeltie Simons Smit. Op 18-11-1639 als ongehuwd vermeld in het testament van haar moeder. In 1641 woonde zij in de Sint Anthoniepolder.

      Haar kinderen worden op 25-3-1671 opgesomd:
      - Sijmon, meerderjarig;
      - Jacob, ca. 22 j.;
      - Aechien, ca. 20j.;
      - Wijventie, ca. 12j. oud.

      ’s-Gravendeel, 26-5-1678: Paulus Leendertse Radesteijn, gehuwd met Neeltien Arijens Hoeckseweg, die weduwe was van Jacob Leendertse Vermase, transporteert aan en t.b.v. Aegie Leenders Vermase, de gerechte ¼ deel van 3 morgen en 300 roeden land in twee stukken in NieuwBonaventura. Het eerste deel of stuk van 2 ½ morgen is gelegen aan de 1e Kruisweg aan het stenen heultje en het andere stuk van 1 morgen is gelegen in de Grafelijkheid, door Leendert Jacobs Vermaese aan zijn kinderen, verwekt bij Neeltie Sijmons, voor hun moederlijk bewijs van de uitkoop of een gedeelte daarvan, bewezen. Verkocht voor de som van 220 gulden.
      Sint-Anthoniepolder, 19-2-1670:
      Test. Leendert Jacobs Vermaese en Neeltje Symons. Zij ziek.

      Sint-Anhoniepolder, 25-3-1671:
      Uitkoop kinderen van Leendert Jacobs Vermaese. Symon Leenderts voor hem zelve, Jacob Leenderts oud 22 jaar, Aechie oud 20 jaar en Wijvettie oud 12 jaar.

      Neeltgen Simons trad op als getuige bij de doop van Sijmon Gijsberts Smits (?) .

    ×   Lijsbeth Willems Polderdijk , * 1635 , ~Sint Anthoniepolder 9-9-1635 , † >1706.
        Dochter van Willem Leenderts ( Polderdijck) en Neeltje Jans .
      Otr. op 18-3-1671 in Sint Anthoniepolder.
      "beijde daar wonende; getr. alhier"

      Zij is een dochter van Willem Leendertsz en Neeltje Jansd. Zij ging in otr. op 20-3-1671 in de S.A.P. met Leendert Jacobs Vermazert, wed.nr v. Neeltie Simons.

      Elisabeth Willemse Polderdijck, won. in St. Anthoniepolder, maakte een testament op 19-6-1671.

      S.A.P., 14-4-1693:
      Contract tussen Lijsbeth Willems, wed. Leendert Jacobs Vermaese, en de kinderen. Zij behoudt boedel, moet uitkeren bij mondigheid 4 x f 425,-.

      S.A.P., 8-2-1704:
      Lijsbeth Willems Polderdijk, wed. Leendert Jacobs Vermaese trp. huis aan Aart Jacobs Capiteijn, schoonzoon. Huis, schuur, keet en wagenkeet aan de Wiel en ackertie op de sloot van de weijtje af dat aan de weij henen loopt mitsgaders melioratie van de erve gelegen op het Gat. N. Mon Arijens Velthoen, Z. Lijsbeth Willems, W. en 0. de dijk.

      Overdracht van 1 morgen land in Nieuw-Bonaventura aan de 3e Kruisweg door Lijsbeth Willems, weduwe van Leendert Jacobs Vermaes te ’s Gravendeel, aan Gijsbert Janse van Es op 8-3-1704. Verkocht voor 300 gulden contant geld.

      Lijsbet Will. Polderdijk en Barbara Piet. Polderdijk waren op 16-1-1695 in Numansdorp getuigen bij de doop van Neeltge en Marijchie, dochters van Aert Capitein en Wijvetge Leend.

      Lijsbeth Willems trad op als getuige bij de doop van Willem Bastiaans Polderdijk , de doop van Neeltge Aerts Cappeteijn , de doop van Marijchie Aerts Cappeteijn .

    7 kind(eren)


  6. Ingen Jacobsz van der Maese , * 1614 , ~Maasdam 15-11-1614 , † ±1662 .
    Ingen Jacobsz trad op als getuige bij de doop van Sijmon Leendertsz Vermaes .

      Ingen Jacobs van der Maese woonde in 1664 op "’t gat onder ’s-Gravendeel".

      Op 17-3-1666 in Maasdam was sprake van " de nagelaten weeskinderen van Ingen jacobsen zaliger".

      Maasdam, dd. 19 mei 1655:
      Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Corneliss. en Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
      - Inge Jacobs als getrouwd hebbende Marya Heymans dochter, voor hem zelf, en
      - Cornelya Heymansdr., voor haar zelf, geassisteerd met Aryen Jacobss. Ros, schout in Sandelingenambacht, haar oom, en Jacob Heymenss., haar broeder, en beide voogden hier present zijnde.
      Zij verklaren gegrondkaveld te hebben alzulde stuk lands als zij gemeen en onverdeeld hebben liggen groot 4 mergen 200 roeden genaamd ’de hoeff’, gelegen in het Oudeland van Maasdam, belend O den Ockercamp toe behoorende Jacob Aryenss. Maesdam woonende in Mijnsheerenlant van Moerkercken, Z Cornelis Jacobss. Snueckelaer op Maesdam met bruyckwaer comende met het westeynde aenden Maesdamsen wech en N de heer thuft tot Dordrecht. Hen comparanten aanbestorven bij het overlijden van Marijken Wijtten de voornoemde Marya en Cornelya Heymans bestemoeder, blijkens bij de kavelcedulle bij hen comparanten en de gemene erfgenamen van voorzegde marijken Wijtten gedaan, waarvan de voorzegde Cornelya Heymansdochter gekaveld en gedeeld blijft aan het zaailand liggende aan de Ocker camp groot 14 hont en Ingen Jacobss blijft gekaveld en gedeeld de wei komende aan den maesdamsen wech groot 2 mergen, beiden zonder maat,
      maar met de voet gestoten. Mocht het gebeuren dat het ene stuk groter of kleinen bevonden wordt, zullen zij comparanten gehouden zijn hun land ’’in ongelde te bevrijden’’, te weten Cornelya 2 mergen 200 roeden en Ingen 2 mergen [etc.]. Cornelya zal aan Ingen uitkeren 24 Car. gld. van 40 groten het stuk. [verder nog regeling i.v.m. overpad en te maken watering e.d. ]. De schout, heemraad vas en secretaris J.W. Hoffman zetten hun handtekening. Heemraad Van der Wier zijn handmerkje.
      Overl. tussen 25-3-1660 en 16-2-1664.

    × Maasdam 4-7-1667   Marijken Heijmans (Marichje Heijmens) Capiteijn , * 1631 , ~Maasdam 16-2-1631 , † ’s-Gravendeel ±15-4-1701.
        Dochter van Heijman Jacobssen Capiteijn en Barber Geloffuen (Barbertje Geluen) .
      Kinderen: Gelff, Heijmen, Jacob, Leendert, Barbertje en Aegje Ingens Vermaes.

      Haar tweede echtegenoot, Joost de Pee, was weduwnaar van Annigje Pieters Rijerkerk en eeder van Aaltje Jacobs.

      Maria Heijmens en haar eerste man Inge Jacobsen zijn vermeld op een op 21-11-1660 aangelegde lijst van Maasdamse lidmaten.

      Op 4-10-1699 troffen Weijt, Jan en Ingen Joosten de Pee, kinderen van wijlen Joost Janse de Pee en Marijgje Heijmens Capiteijn, een scheiding van de vaderlijke boedel met Heijmen, Jacob, Leendert en Aegje Ingens Vermaes en met het minderjarige weeskind van Gelf Ingens Vermaes, respektievelijk hun halfbroer en broer, en hun aller moeder, de voornoemde Marijgje Capiteijn.

      ’s-Gravendeel, 6-7-1701: Overdracht van een huis, erf en boomgaard nabij Maasdam onder ’s Gravendeel, tezamen groot 133 roeden, door de erfgenamen van Ingen Jacobse Vermaes en Marijgje Jeijmens Capiteijn aan Wijt Joosten de Pee, die reeds een 1/8 deel in zijn bezit heeft. Verkocht voor 875 Carolusgulden.

      Maasdam, 17-12-1669: Jacob Leenderts, jongman oud 21 jaren en wonende onder de jurisdictie van ’s-Gravendeel, verklaart ten verzoeke van Maerichjen Heijmens wegens haar zoon Jacob Ingensen, jonggezel wonende onder ’s-Gravendeel, als dat Aert Thonissen, jongman wonende opt Gadt, ‘gegaen is met eene roer op den[Boshen/Bosem?] van Maesdam, waer hij attestant int selve geselschap present zijnde gesien ende gehoort heeft dat Aert
      Thonisse zeijde ende versouckt aen den gemelden Jacob Ingensen omme een roer mede tenemen om thuijs te brengen twelck den selven verscheijde reijse instanter weijgerde doch heeft het selve roer noch aengevaert’.

      Maasdam, 8-9-1671: Willem Aertsen an den Endt, omtren 60 jaar en wonende op Maasdam, en Geertje Jans, oud omtrent 50 jaren, wonende op het Gadt onder Maasdam, attesteren ten verzoeke van Marichje Heijmens wegens haar zoon Jacob Ingensen, jongezel onder ´s-Gravendeel geboren. Zij verklaren dat hen gebleken is ten huize van Jacob Pietersen, wonende op Maasdam, dat deze te bed liggende Jacob Pietersen heeft begeert en verzocht om Jacob
      Ingens bij hem te ontbieden, dat deze bij hem gekomen is en waarop Jacob Ingensen aan Jacob Pietersen vroeg of hij “het ongeluck dat gebeurd was hem wilde vergeven”, waarop
      Jacob Pietersen antwoordde “ja Jacob Ingensen mijn vrient ick vergeeft u wt gront van mijn hert in dien ick comme te sterven wil ick niet hebbe dat ghij om mijnen twil soude vluchten ofte een lantlooper zijn”. Voorts zei Jacob Pietersen dat het ongeluk “onnoosel bij gecome ende onversients geschiet”, waarop Jacob Pietersen de hand gaf aan Jacob Ingensen.
      "Den 15 april 1701 ontfangen van Jacob Ingens Vermaes voort regt van begraven van sijn moeder, genaemt Marijgje Arijaens Capiteijn, aengevinge gedaen hebbende onder de classis van drie gulden, dus ƒ 3:0:0."

      De scheiding van de boedel van Marijgje dateert van 13-5-1710.

      Get. bij de overl. aangifte: Jacob Ingensen Vermaas .

    6 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.