Magteltjen Hendricx
Swartouw
, *Sandelingen-Ambacht 1656
, ~Hendrik-Ido-Ambacht 24-12-1656
, † Sandelingen-Ambacht 9-1719.
Dochter van
Hendrick Theunissen Swartouw
en
Lijntgen Aries (Leentie Aries)
.
Magteltjen Hendricx
trad op als getuige bij
de doop van
Lijntje Otte van der Vorm
.
Wellicht geb. in het Volgerland van Sandelingenambacht. Gedoopt als Maijke. Op 13-4-1669 was zij ca. 12 jaar oud.
Na gedane belijdenisse is tot lidmaat des geloofs aangenomen op 2 april anno 1695: Macheltie Hendericks Swartouw.
Op 10 juni 1710 maakten Claes Paulusse van Lantsmeer en Maggeltie Hendrickse Swartouw in hun huis aan de ’Veerse dijck’ onder het Volgerland van Sandelingenambacht een testament op de langstlevende. Deze zou voogd over hun minderjarige kinderen zijn en moest hen tot mondigheid groot brengen naar staat der boedel, waarna elk kind 25 Car. gld. uitgereikt zou krijgen. Na eventueel overlijden van de langstlevende zou de ouderlijke boedel onverdeeld moeten blijven totdat het jongste kind mondig zou zijn geworden en ondertussen moest deze uit de boedel geallimenteerd worden. De testateuren plaatsten hun handmerkje.
Van 3 augustus 1720 dateert de afrekening van de boedel. Elk der zeven staken ontving 735 gld. Dit waren Ie Aegje Claesen van Lantsmeer, vrouw van Hendrick de Koninck, 2e Cornelia Claesen van Lantsmeer, vrouw van Gerrit Aryense de Ronde, 3e Lijsbet Claesen van Lantsmeer, vrouw van Dammis Pieterse Lodder, 4e Hendrick Claesen van Lantsmeer, 5e de nog minderjarige Dirck Claesen van Lantsmeer, 6e de vier kinderen van de overleden Paulus Claesen van Lantsmeer, en 7e het kind van de overleden Lijntje Claesen van Lantsmeer bij Pleun Jansen de Gelder.
Eerder dat jaar, op 9 mei, hadden de erfgenamen het huis in het Volgerland van Heerjansdam met 150 roeden land voor 600 gld. getransporteerd aan mede-erfgenaam Damis P(iete)rs Lodder.
Op 18 juni 1720 hadden zij tevens de 8 akkeren buitendijkse grienden in het Volgerland van Rijsoord en Strevelshoek voor 47 gld. 5 st. overgedragen aan Willem Hendricxe de Gelder uit het Volgerland van Sandelingenambacht.
Overl. aan de Veerschendijck onder het Volgerland van Sandelingenambacht in sept. 1719.
Van 25 oktober 1719 dateert de inventaris van de boedel van Maggeltje Hend(ricks) Swartouw, in leven weduwe van Claes Paulussen van Lantsmeer, in leven gewoond hebbende en in september dat jaar overleden aan den ’Veersendijck’ onder het Volgerland van Sandelingenambacht. De boedel werd opgegeven door Hendr(ick) de Koninck, getrouwd met Aegje Claesse van Lantsmeer, Gerrit Ariensen de Ronde, getrouwd met Cornelia Claese van Lantsmeer, Dammis Pieterse Lodder, getrouwd met Lijsbet Claesen van Lantsmeer, en Hendrick Claessen van Lantsmeer, kinderen en erfgenamen van Maggeltje. Tevens nog door Pleun Janse van Gelder, in huwelijk gehad hebbende Lijntje Claesen van Lantsmeer en als gesurrogeerde voogd over de minderjarige kinderen van Maggeltje volgens akte voor (dezelfde) notaris Hendrick van der Hoep van 9 november 1716.
Aan vaste goederen was er ten eerste het ’huys, schuier, keete’ en melioratie van dijkerf, zowel binnen- en buitendijks, aan de ’Veersendijck’ onder het Volgerland van Sandelingenambacht, alwaar Maggeltje overleden was. Voorts een huis met schuur en over de watering gelegen boomgaard en melioratie van dijkerf aan dezelfde dijk, maar nu liggend in het Volgerland van Heerjansdam. Tot mei 1720 mocht dit huis vrij bewoond worden door de weduwe van Maggeltje’s overleden zoon Paulus Claesen van Lantsmeer.
Verder was er nog de onder het Volgerland van Sandelingenambacht gelegen ’lange griend’ ter grootte van 207 roeden die werd gebruikt als boomgaard en ’tuyn land’ en niet verhuurd was. Tenslotte waren er nog de 8 akkeren buitendijkse grienden of’Twaelff Roeden’ aan de ’Veersen Dijck’ onder het Volgerland van Rijsoord en Strevelshoek. Het woonhuis van de overledene bestond uit een voorhuis, zijkamertje, keuken, opkamertje, zolder en schuur, waarvan de inboedel gedetailleerd omschreven is.
Aan lijfsieraden is een ’silver hooftijser’ genoemd, waaruit dus blijkt dat de boerinnen deze toen op het eiland IJsselmonde droegen. In de schuur lag ongesingeld vlas en ook was er een ’hooghaers schuyt met sijn seyl’ en toebehoren. Voornoemde Pleun Jansz (van Gelder) was aan de boedel geld schuldig vanwege gehuurd vlasland van de overledene. Onder de schulden is o.a. sprake van verschuldigde huur voor (vlas)land, voor koop van tienden in Zeeland (te Dirksland, toen behorende tot die provincie), voor het laten rijden van vlas, voor geleverd bier van een brouwer uit Prinseland en chirurgijnskosten, o.a. van die uit Alblasserdam.
×
±1680
Nicolaus (Claes Paulusz) Lantsmeer
, * 1658
, ~Landsmeer (NH) 3-1658
, † >5-1710.
Kinderen:
-
Aegje Claes (Aefje Claes) Lantsmeer
, * ±1681
, † >1740 .
Aefje Claes
trad op als getuige bij
de doop van
Claas Gerritsz de Ronde
,
de doop van
Maggeltje Gerrits de Ronde
,
de doop van
Magteltje Gerrits (Magteltie Gerrits) de Ronde
,
de doop van
Lijntje Gerritze de Ronde
.
Aegje Claesen van Lantsmeer, vrouw van Hendrick de Koninck. In 1727 had zij onmondige kinderen in leven.
Zij huwde - mogelijk te Hendrik-Ido-Ambacht tussen 5 mei en 25 oktober 1719 - met Hendrick Willemsz. de Koning(h) (de Koninck, de Coning), ged. Hendrik-Ido-Ambacht 24 februari 1692, boer aan de Veersendijk in het Volgerland van Heerjansdam, overl. na 1740, zoon van Willem Aertsz. Koning en Claisje Michielsdr. Snouck.
De doopakte noch de trouwakte van Aegje werd in de Zwijndrechtse Waard of elders op het eiland IJsselmonde gevonden.
Vermoedelijk trouwde zij te Hendrik-Ido-Ambacht tussen 5 mei 1719, de datum van de laatste trouwinschrijving aldaar tot het hiaat tot 1788, en 25 oktober 1719, wanneer zij uitdrukkelijk als vrouw van de Koningh is vermeld.
In 1727 had zij onmondige kinderen in leven. Deze zullen dus ook in het hiaat van de doopregisters (1712-1788) te Hendrik-Ido-Ambacht ten doop zijn gehouden.
Overigens was zij zeker 10 jaar ouder dan haar echtgenoot.
Zie: Ons Erfgoed 2002.
×
±1719
Hendrik Willems de Koning
, * 1692
, ~Hendrik-Ido-Ambacht 24-2-1692
, † >1740.
Zoon van
Willem Aarse (Wilm Arense) de Koning
en
Leichje Michiels (Leijghjen Michiels) Snoeck
.
Hendrick, v: Willem Aarse Koning, m: Claisje Michiels Snouck
Weeskamer Hendrik-Ido-Ambacht, 11-8-1710:
In de rekening van de boedel van Leijgje Michielsdr. Snoek vermeld twee voorzonen van de voorn. Leijgje Michiels Snoek met name Pleun Jan de Gelder en Michiel Jan de Gelder en twee nakinderen m.n. Hendrik Willems de Coninck en Jan Willems de Coninck.
-
Lijntje Claes Lantsmeer
, * 1683
, ~Hendrik-Ido-Ambacht 6-8-1683
, † <1719 .
Lijntie van Lantsmeer werd op 23 april 1707 na belijdenis lidmaat te Hendrik-Ido-Ambacht.
Op 25 december 1709 liet dit echtpaar hun jongste kind Lijntien te Hendrik-Ido-Ambacht dopen. Mogelijk is Lijntje toen al overleden in het kraambed.
Overl. tussen 25 december 1709 en 9 december 1718.
×
Hendrik-Ido-Ambacht 11-12-1707
Pleun Janse de Gelder
, * 1682
, ~Hendrik-Ido-Ambacht 5-4-1682
, † >10-1727.
Zoon van
Jan Pleune (de) Gelder
en
Leichje Michiels (Leijghjen Michiels) Snoeck
.
Zij waren j.m. en j.d. wonende te H-I-A. Van dit paar was in aug. 1720 nog één kind in leven.
Pleun was vlasboer op de hofstede van zijn schoonmoeder aan
de Veersendijk in het Volgerland van Sandelingenambacht (tot in 1720)
2 kind(eren)
-
Cornelia Claes (Kornelia Klaasse) Lantsmeer
, * 1686
, ~Hendrik-Ido-Ambacht 22-9-1686
, † Groote Lindt ±21-11-1747 .
Kornelia Klaasse
trad op als getuige bij
de doop van
Gerrit Ariens de Ronde
(?)
,
de doop van
Gerrit Klaasse de Ronde
,
de doop van
Cornelia Ariens de Ronde
.
Cornelia Claesen van Lantsmeer, vrouw van Gerrit Aryense de Ronde.
Zij huwde Hendrik-Ido-Ambacht 2 oktober 1710 met Gerrit Ariensz. de Ronde, ged. Zwijndrecht 28 augustus 1689, j.m. 1710, weduwnaar wonende onder Groote Lindt (1753), woonde te Hendrik-Ido-Ambacht, Zwijndrecht en Ridderkerk, vlasboer te Groote Lindt sedert 1731, overl. (3 gld. impost betaald Groote Lindt 2 oktober) 1757, zoon van Aryen Jansz. de Ronde, in het Volgerland van Heeroudelandsambacht, en Dirckje Leendertsdr. van Lierde. Hij huwde 2e (hij 6 gld. impost betaald Groote Lindt 11 januari en ondertr. te Zwijndrecht en akte van huwelijkse voorwaarden 12 januari) 12 januari 1753 met Neeltje Vogelesang, weduwe van Paulus van Oeveren (van Overen).
×
Hendrik-Ido-Ambacht 2-10-1710
Gerrit Arijense de Ronde
, * 1689
, ~Zwijndrecht 28-8-1689
, [] Groote Lindt ±2-10-1757.
Gerrit Ariensz. de Ronde, j.m., met Cornelia van Landsmeer, j.d.
Kinderen o.a. Ari, Claas, Dirk, Maggeltje & Lijntje.
Gerrit zou een zoon zijn van Arien jansz. de Ronde en Dirkje Leendertsd. van Lierde.
Overl. (3 gld. impost betaald Groote Lindt 2 oktober) 1757.
7 kind(eren)
-
Paulus Claesz Lantsmeer
, * 1688
, ~Hendrik-Ido-Ambacht 14-11-1688
, † <9-1720 .
Paulus Claesz
trad op als getuige bij
de doop van
Claas Gerritsz de Ronde
.
Paulus huwde te Oud-Alblas op 24 juli 1712 met Caetje Cleyse Lansert, j.d. van Oud-Alblas (1712), woonde bij de oude steenplaats in het Volgerland van Sandelingenambacht, vlasarbeidster onder Hendrik-Ido-Ambacht 1720/1721, overl. ná 5 januari 1737.
In aug. 1720 was sprake van de vier kinderen van de overleden Paulus Claesen van Lantsmeer.
×
? Oud-Alblas 24-7-1712
Catalijna Cleijssen Lansert
, * ±1688
, ~Oud-Alblas 30-1-1689
, † >1736.
Dochter van
Claeijs Meertensz
(?) en
Sijghje Willems Bras
(?).
Paulus Claesz. van Lantsmeer, j.m. van ’t Ambacht, en Caetje Cleijse Lansert, j.d. van Oud-Alblas.
Doopget. Claes Willems Bras, Catalijntje Willems Bras, Sijgje Meertens.
Wsl. werd Caetje op 30 januari 1689 te Oud-Alblas gedoopt als Catalina, dochter van Cleys Meertensz. en Sijtje Willems Bras. Haar broer Leendert werd aldaar dan gedoopt op 1 september 1687.
Op 7 maart 1721 legden de ca. 29 jaar oude Ary Ariense Salij en de ca. 18 jaar oude Marijgje Jans van der Burgh, inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht, op verzoek van de daar wonende Cornelis Hendricxe de Jongh en zijn huisvrouw Lijntje Jans Bel, waardin in ’het swaentje’, verklaringen af over kwaadsprekerij en schelden door Caetje Cleysse), weduwe van Paulus Claes van Lantsmeer, in de swingelkeet van Jan Cornelisse Hoek over voornoemde Lijntje, gedaan in december 1720 en januari 1721. Caetje had o.a. gezegd: ’mijner Willem [= zoon Willem Paulusz. van Lantsmeer] singter al een deuntje van dat luyt, den jonge heer int swaentje, de hennigjes volgens het haentje’.
Caetje Cleysen Lansert, weduwe van Paulus Claes Lantsmeer, wonende bij de Oude Steenplaats in het Volgerland van Sandelingenambacht, stelde bij akte van 5 januari 1737 haar broer Leendert Cleys Lansert, wonende te Alblas, en haar neef Leendert Leenderts van Driel, wonende onder Strevelshoek, tot voogden over haar na te laten minderjarige kinderen en erfgenamen. De akte werd ten haren huize opgemaakt, welke zij bekrachtigde met haar handmerkje.
Get. bij de doop:
Claas Willemsen (Claes Wilms) Bras
en
Catalijntje Willems (Caetje Willems) Bras
.
4 kind(eren)
-
Lijsbeth Claes Lantsmeer
, * 1690
, ~Hendrik-Ido-Ambacht 4-6-1690
, † >8-1729 .
×
±1715
Dammis Pieterze Lodder
, * 1692
, ~Heerjansdam 16-11-1692
, † >8-1729.
1 kind(eren)
-
Henderick Claesz van Lantsmeer
, * 1694
, ~Hendrik-Ido-Ambacht 26-12-1694
.
Henderick was samen met zijn broer Dirck vlasboer in het Volgerland van Sandelingenambacht. In 1727 was Henderick schepen van Sandelingenambacht. Hij is vermeld als lidmaat te Hendrik-Ido-Ambacht 27 maart 1725, als wonende aan den Dijk, en in 1732.
-
Trijntje Claes Lantsmeer
, * 1696
, ~Hendrik-Ido-Ambacht 19-8-1696
, † 1719 .
Zij huwde Hendrik-Ido-Ambacht 21 april 1718 met Jan Dirks Kersse, j.m. van ’Oudheunen’ [?], wonende Hendrik-Ido-Ambacht 1718, overl. na 15 september 1719.
Op 15 september 1719 maakten Jan Dircxe Kerssen en zijn vrouw Trijntje Claas van Lantsmeer in hun huis aan de ’Veerse Dijk’ onder het Volgerland van Sandelingenambacht een testament op de langstlevende. Deze zou voogd over de eventuele kinderen zijn en diende deze naar behoren groot te brengen en bij mondigheid aan elk van hen 1 ’silvere ducaton’ of 3 gld. 3 st. uit te reiken. Beiden plaatsten hun handmerkje.
Kort nadien stierf Trijntje kinderloos.
Ooverl. tussen 15 september en 25 oktober 1719.
×
Hendrik-Ido-Ambacht 21-4-1718
Jan Dirk Kersse
.
-
Dirck Claesz Lantsmeer
, * 1699
, ~Hendrik-Ido-Ambacht 26-4-1699
, † >7-1720 .
Dirck was samen met zijn broer Henderick vlasboer in het Volgerland van Sandelingenambacht.