Willem
(Willem III)
van Strijen
, † <4-1285.
Zoon van
Willem (Willem II) van Striene
en
NN. ("Elisabeth")
(??)
.
Afb. Het wapen van de heren van Strijen vertoont rode schuinkruisjes op een gouden schild.
Willem van Strene(n), heer van Strijen
Willem III, heer van Strijen, vermeld in de periode 1252-1273, kreeg op 11 juni 1253 dispensatie van de paus om te hertrouwen nadat hij zijn eerdere vrouw wegens overspel had verstoten - mits hij niet schuldig was aan haar dood. Hij hertrouwde met zijn minnares Mathilde bij wie hij al minstens één kind had. In 1269 verwierf hij tolvrijheid voor zijn onderdanen bij de tol van Niemandsvriend bij Sliedrecht.
Willem III, heer van Striene, verkreeg op 11 Juni 1253 de pauslijke goedkeuring op zijn huwlijk met vrouw Mathilde. Aan die goedkeuring werd de voorwaarde verbonden, dat noch hij, noch zij aandeel had gehad aan den dood van de Vrouwe van Striene, Willem’s eerste vrouw, waarmede deze dus blijkbaar niet op goeden voet was.
Uit de pauslijke acte blijkt, dat zij reeds voor haar huwlijk een of meer kinderen van Willem had. Een hiervan nu is terug te vinden in Tielman ver Machtildensone, die in 1293 tresorier van Dordt was, en wiens nageslacht den naam van Striene voerde.
De heeren van Zevenbergen stamden af van Willem Hugo’szoon van Strijen, die door zijn vollen neef Willem, heer van Strijen, in 1290 met Zevenbergen beleend.
Willem, heer van Strijen, voerde een wapen in zijn zegel van 1242 met 3 schuinkruisjes in keel (rood) op een gouden veld; Godfried van Schoten, heer van Breda, voerde 3 zilveren schuinkruisjes op een schild in keel (rood).
--
N.B. Er is veel onduidelijkheid en onenigheid over de echtgenote(s) van de heren van Strijen, vooral van Willem III.
--
×
??? ±1254
Aleid von Helpenstein
, † ±23-6-1309.
Pauselijke goedkeruing verkregen op 11 juni 1253. Zij was zijn 2e vrouw. Zij hadden al een kind voordat zij trouwden.
Kinderen:
-
Willem (Willem IV) van Strijen
, * ±1255
, † ±1294 .
×
? ±1280
NN. ("Oda") van Borsele
, † <1295.
Dochter van
Peter van Borsele
(?) en
"Hadewich" van Cruijningen
(?).
Volgens Schwennicke/Isenburg betreft het idd. een dochter van Peter, heer van Borsselen en Goes, die vóór 1288 met Willem van Strijen is getrouwd. Haar dochter Hadewy noemt in 1294 Floris van Borselen haar oom.
Haar voornaam is níet zeker. Eén van haar dochters heet Hadewich en zou vernoemd kunnen zijn naar Hadewich van Cruijningen. Hadewich van Cruijningen zou weer een dochter zijn van Godfried van Cruijningen en Oda van Pumbeke, waar de vrouw van Willem van Strijen vernoemd naar zou kunnen zijn, aangezien hun dochter Aleidis ook weer een dochter Oda had.
In het jaar 1326 werd het noodig geoordeeld een nadere grensafbakening tusschan Holland en Brabant vast te leggen en talrijke enquêtes werden daartoe ingasteld. Een getuigenis, dat van heer Jan van Cruiningan, is van belang; hij vertelt dat "heren Florans van Borselan ende ic quamen ridan uta Zeeland anda wilden wesen in dia Haghe, tote dan Grave Florens . . . . ende dat hair Florens ende ic reden tote Oisterhouta an, tota den hare van Striana, die doe ter tyt wilen haren Florens suster hadda. . . . enda dit was ommetrant dia tyd, dat dia wich te Woaringhan (d.i. 1288) was, luttele are, jof latere”.
B. de Keijzer noemt haar "Aleida" en zou zij zijn hertrouwd met een Van Randerode.
Heer Willem was gehuwd geweest met een zuster
van heer Florens van Borselen.
4 kind(eren)