Aeghtgen Ghijsbrechts ( Schilperoort) , † <5-1618.
Dochter van Ghijsbrecht Jansz ( Schilperoort) en Janneken Cornelisse (?) .

Aagtje Gijsbrechtse.

Voorouders van zowel Joan Bos als Klaas Vermaas.

1. Bastiaen Warboutsz (van der Wel) , † ±1648 .
   Bastiaen Warboutsz trad op als getuige bij de doop van Hermes Celosse (?) .
   
   In Nieuw-Beijerland had hij de leiding op zich genomen van het boerenbedrijf van zijn vrouw, de weduwe Van der Weijde, die er 11 morgen 400 roeden bezat.
   
   Bastiaen was heemraad van de Polder Nieuw-Beijerland 1625-46.
   Beroep: Heemraad van Nieuw-Beijerland. van 1625 tot 1646
   Overleden (kort) vóór 22-3-1648.
   
   
   × ±1625   Haesje Cornelisse Roobol , † >1648.
       Dochter van Cornelis Lenaertsz (Cornelis Lenaertsz de Oude) Roboll en Lijsbeth Cornelisdr .
   Haesje was weduwe van Willem Pietersz. van der Weijde, wonende te Poortugaal, en had met hem de kinderen Jannetje, Dirk, Pieter en Cornelis.
   
   Haesje Cornelisdr. Robol is een dochter van Lijsbeth Cornelisdr.
   
   Te Poortugaal op 3-4-1637 comp. Willem Pietersz. van der Weijde, wonende Poortugaal, als oom en bloedvoogd van de twee onmondige weeskinderen van zijn broeder Floris Pietersz. zal, met name Pieter
   Floren en Cornelis Floren en geeft procuratieaan Bastiaan Warreboutsz., stiefvader van de voorn kinderen, wonende Nieuw Beijerland, om in comparants naam voor schout en schepenen van Strijen te transporteren aan Bastiaan Joosten, getrouwd hebbende Jannetje Floren, de voorsz. weeskinderen zuster van de helft van 3 morgen 3 hond weiland, gelegen in het oudeland van Strijen, omtrent de Strijense oudedijk.
   
   Oud-Beijerland, 22-3-1648:
   Neeltgen Ariens, weduwe van Gijs Aertsz., wonend onder Cromstrijen, ’geassisteert met’ Cornelis Lenertsen Crepelman, wonend Ooltgensplate, verklaart voor notaris Cristiaen van Vliet aan Cijtgen Gerrits, wed. van Gijsbrecht Arentsen van der Dus, ’haer snaer,’ ’getransporteert, gecedeert ende opgedragen’ te hebben de somma van 100 car. gld. ’als haer comparante is competerende van
   Haesgen Corn.dr, wed. van za: Bastiaen Warboutsz. onder Nieuw-Beijerland,
   ’ende dat in soodanige termijnen van achtenvijftich car. guldens als haer compte bij den selven Bastiaen Warboutsz. haer compte was gemaeckt ende gelegateert,’ waarvan de eerste termijn vervalt ’Dorsemart’ 1648 en
   de volgende een jaar later. Cijtgen Gerrits mag daaruit jaarlijks ’tercken’ 50 gld. ter betaling van 100 gld. die Gijs Aertsz. van Cijtgen had geleend. Getuigen: Lenert Cornelisz. van der Veen [tekent: Leendert Cornelis van Vien] en Hendrick van Bergen.
   



2. Neeltgen Warrebouts (Neeltgen Werboutsdr) (van der Wel) .
   
   × <1610   Heijndrick Adriaensz Suijr , † <17-9-1610.
   Zij hadden een kind, dat op 17-9-1610 als wees werd genoemd.
   
   Heijndrick Adriaensz Roonbaert/Suijr.
   
   
   ×   Joost Jansz Tuck , *Melsele, België ±1564 , † Ridderkerk >10-1641.
   
   2 kind(eren)



3. Jan Werboutsz van der Wel , *Rotterdam, Charlois ±1590 , ~Rotterdam, Hillegersberg 11-1623 , † 8-1653 , [] Rotterdam, Charlois 26-8-1653.
   
   Jan Warreboutwsz. Andewell, won. in Charlois.
   
   Jan Warboutsz was schepen, waarsman, ouderling, diaken en kerkmeester van Charlois.
   "Jan Warbouts, door versuijminge in sijnen jonhen tijt niet gedoopt ende nu selvige versoeckende is in presentie van Bastiaen Pieters bij mij in de principaelste stucken der christelijke religie ondersocht, ende behoorlijck geantwoort hebbende, heeft belooft (gelijc hij versocht door den Doop de christelijke gemeijnte ingelijft te worden) sich tot de gemeijnte Christi te begeven. Is daerop met onse attestatie gesonden naar Hillegersberge ende aldaer gedoopt geworden, blijckende bij de attestatie van de predicant aldaer".
   
   Erfgenamen van Werbout Bastiaanse en Aagtje Gijsbrechtse verkochten in Charlois op 3-5-1618: vee, beddegoed, huisraad, graan, bonen en vlas. Jan Werboutse, zoon van Warbout Bastiaanse kocht de woning.
   
   Op de rechtdag te Charlois van 1-12-1624 eiste Jan Warboutsz van Abraham Cornelisz de betaling van 6 gld. vanwege de levering van gerst.
   Op 4-4-1625 in Charlois werd Jan Warboutse vermeld als oom en borg van Cornelis Dirkse, wever te Katendrecht.
   
   In 1640 werd Jan Warboutsz in Charlois vermeld "met sijn suster ende sijn jongen".
   Jan Warboutse, gemachtigde van zijn broer Bastiaan Warboutse, die voogd is van de weeskinderen van Aagje Warboutse en Jacob Jorisse, houtkoper en timmerman, verkoopt kleding en kleinoden van Aagje Warboutse op 2-6-1641 in Charlois.
   
   Charlois, 28-6-1642: Op het verzoek van Jan Warboutsz. wonende in Charlois die binnen
   de behoorlijke tijd genaast had omtrent 1 morgen land in Charlois in het Katendrechtse dat
   Pieter Gijsz. timmerman gekocht had van Dirck Adriaen Florisz. met de vruchten daar op
   staande om 1150 ponden hebben schout, schepenen en secretaris getaxeerd de vruchten
   waard te wezen 90 ponden.
   
   In het cohier van de 200e penning, opgemaakt op 2-11-1646, over de staat van personen, wonende te Charlois, staat Jan Warboutse vermeld voor 1000,-.
   
   Rotterdam, 4-11-1653:
   Johan van der Meyde, oudburgemeester, raad en vroetschap alhier en gecommitteerde van de Heren Staten Generaal alhier, man van Machtelt Thooft en daardoor houder van een losrentebrief verklaart van Maritge Aarens en van Warrebout Jansz weduwe en zoon van Jan Warrebout, tijdens zijn leven gewoond in Charlois, aan hem als bezitter van een hypotheek, verwezen bij vonnis voor het Gerecht van Charlois op 24 Mei 1653, 768 gulden heeft ontvangen over aflossing van een kapitaal met jaarlijkse rente. Van Harman Leendertsz, bij zijn leven schout van Charlois,48 gulden, 81 gulden ten profijte van Pieter Jansz du Bien, en nog rente over 9 jaar en 5 maanden totaal 452 gulden.
   Ten laste van Pieter Clemmensz Pors 50 gulden en Dirck Aertsz verschoor 18 gulden betaald, rest nog 384 gulden te ontvangen.
   Er is nog een rentebrief van 1052 gulden die hij aan de weduwe en haar zoon overdraagt.
   
   
   ×   Maertgen Adriaen Floriszdr (Maritge Aarens) , [] Rotterdam, Charlois 2-3-1670.
       Dochter van Adriaen Florisz en ?
   Twee kinderen jong overleden in reps. 1627 en 1629.
   
   Zij was een dochter van Adriaen Florisz.
   
   Charlois, 26-3-1627:
   - Neeltgen Pietersdr. weduwe en boedelhoudster van Adriaen Adriaen Florisz. geassisteerd met
   - Cornelis Pietersz. haar broeder,
   - Cornelis Lenertsz. Smeer als getrouwd hebbende Maertgen Pietersdr.,
   - Pouwels Pietersz. als getrouwd hebbende Ingetgen Pietersdr. en
   - Cornelis Goossensz. als getrouwd hebbende Ploontgen Pietersdr.
   Zij zijn allen zusters van de voorsz. Neeltgen Pietersdr. en onze inwoners en overzulks mede voogden van de voorsz. weduwe, ter eenre, en
   - Floris Arentsz. en
   - Dirck Adriaen Florisz. en
   - Jan Warbooutsz., als getrouwd hebbende Maertgen Adriaen Floriszdr.,
   Zij allen als voogden van het nagelaten weeskind van Adriaen Adriaen Florisz., daar moeder van is de voorsz. Neeltgen Pietersdr., genaamd Adriaen Adriaensz., oud 2 jaar, ter andere zijde.
   Zij zijn met elkaar in vriendschap veraccordeerd etc. [doorgehaald en bijgeschreven dat deze per abuis hier was opgeschreven.]
   
   Het cohier van de 1000ste en 200ste penning van Charlois van 27-12-1660 vermeldt "Jan Warboutse wedue en soon".
   
   Rotterdam, 4-8-1654:
   - Maritgen Adriaensdr, weduwe van Jan Warrbouts, uit Charlois, bekent 800 gulden geleend te hebben van notaris Leonard van Zijll. Met de overeengekomen betalingsregeling belooft zij tevens haar goederen niet te zullen belasten voordat de schuld is voldaan.
   Zoon Warrebout Jansz uit Charlois stelt zich borg.
   - Maritgen Adriaensdr, weduwe van Jan Warreboutsz (getekend als Andewell), wonend in Charlois, is 800 gulden schuldig aan Leonard van Zijl, notaris, wegen het lenen van geld. Warrebout Jansz (Andewel), de gehuwde enige zoon van Maritgen, wonend in Charlois, stelt zich borg.
   
   Op 3-6-1655 in Charlois was er voortgang van een proces tussen de weduwe van Jan Warboutse, wonende te Charlois, mitsgaders Warbout Jansen, enige nagelaten zoon van erfgenaam van Jan Warboutse, te samen eissers enerzijdes, en Robbrecht Aertse, eveneens wonende te Charlois, anderszijds, inzake achterstallige rente.
   
   Rotterdam, 22-2-1656:
   Warrebout Jansz enige nagelaten zoon van Jan Warreboutsz wonend te Sarlois, verklaart mede namens zijn moeder Maritgen Adriaensdr, dat hij geheel is voldaan door de procureur Leonard van Zijl van een bedrag van tien honderd gulden, welk bedrag van Zijl gevorderd heeft van de secretaris van Sarlois Robbert Aertsz. Zij trekken de machtiging van 28-11-1655 in. Daarnaast hebben zij met aftrek van kosten nog een bedrag van 215 gulden ontvangen.
   
   
   1 kind(eren)



4. Aechtgen Warbouts (van der Wel) , *Rotterdam, Charlois ±1600 , † 1641 .
   
   Rotterdam, 24-9-1642:
   Jacob Jorisz, timmerman en zijn vrouw Barbertgen Jacobs, wonend in Sairloos, benoemen elkaar tot erfgenaam; hij vermaakt een bedrag van 200 gulden aan de twee voorkinderen verwekt bij Aechjen Warbouts, zijn overleden vrouw.
   Overl. tussen 17 feb en 2 juni 1641. Jan Warboutsz en Bastiaen Warboutsz waren voogden van de weeskinderen van Aechtge Warbouts.
   
   Jan Warboutse, gemachtigde van zijn broer Bastiaan Warboutse, die voogd is van de weeskinderen van Aagje Warboutse en Jacob Jorisse, houtkoper en timmerman, verkoopt kleding en kleinoden van Aagje Warboutse op 2-6-1641 in Charlois.
   
   
   ×   Jacob Jorisz (Jacob Jorisse) van der Wijck .
   Otr. op 6-4-1624 .
   Jacob Jorijs, jonggesel, timmerman te Charlois, en Aechtge Warbouts, jonge dochter te Charlois, maakten huwelijkse voorwaarden op 6-4-1624 in Rotterdam.
   Op 17-2-1641 maakten zij gezamenlijk een mutueel testament op. Aegtge lag toen ziek te bedde.
   
   Jacob Jorisz hertrouwde later met Barbergte Jacobs, dochter van Jacob Cornelisz, wagenmaker te Charlois, en Maertgen Adriaens.
   Zijn kinderen Cornelis, Adriaen, Leentje en Sijtgen werden op 3-1-1650 genoemd.
   Beroep: Houtkoper en timmerman