Cornelis Cornelisz Olijman , † <3-1604.
Zoon van ? .



×
    Neeltge Jacobs ( Bosch) , † 1604.
5
    NN. .    

Kinderen:
  1. Jacob Cornelisz Olijman , † <3-1625 .

    ×   Grijetgen Aerts (Grietge Aerts) Klinckert , *Rotterdam, Hillegersberg ±1580 , † >1626.

    5 kind(eren)


  2. Trijntge Cornelisse Olijman , † <6-1611 .

      Claes Jansz., gehuwd met Trijntge Cornelisse, wordt op 29-4-1604 in H’berg vermeld.

    ×   Claes Jansz .


  3. Cornelis Cornelisz Olijman , † <6-1658 .

      Cornelis Cornelisz Oliman, schout te Crimpen, was een halfbroer van Inge Cornelisz. Oliman en Neeltgen Cornelisdr.

      Amb. Hillegersberg, 4-6-1620: Cornelis Cornelisz. Oliman transporteert aan Arien Eewoutsz. de Lange, korenkoper tot Rotterdam, zekere custingbrief op 2-4-1617 bij Claes Ariensz. Coomen voor schout ene schpenen van Hillegersberg ten behoeve van hem comparant verleden.

      Rotterdam, 17-7-1635:
      Inge Cornelisz. Oliman bekent van zijn broer, Cornelis Cornelisz, schout te Crimpen, 58 gld. ontvangen te hebben uit de nalatenschap van zijn zuster, Neeltgen Cornelisdr. Tevens verklaart hij aan zijn voorn. broer nog 12 gld. schuldig te zijn.

      Rotterdam, 21-5-1658:
      Cornelis Claesz. Verhoogh te Schiedam, Cornelis Cornelisz. Sman, man van Trijntge Claesdr., allen erfgenamen van Cornelis Corneliszs Oliman, schout te Crimpen, machtigen Pieter Claesz de Hoogh, te Cralingen, mede-erfgenaam, om opdracht te geven tot verkoop van een huis, landerijen en visscherijbenodigdheden.


  4. Agnietje Cornelisse Olijman , † <7-1620 .

      Arien Pouwelsz., gehuwd met Agnietge Cornelisse, wordt op 29-4-1604 in H’berg vermeld.

    ×   Arien Pouwelsz .


  5. Aefge Cornelisse Olijman .

      Pieter Pietersz., gehuwd met Aefge Cornelisse, wordt op 29-4-1604 in H’berg vermeld.

    ×   Pieter Pietersz .


  6. Neeltge Cornelisse Olijman , † <8-1635 .

      Neeltge was een zus van Inge Cornelisz. Oliman en Cornelis Cornelisz., schout te Crimpen.

      Rotterdam, 6-10-1637:
      Joost Cornelisz Olijman, wonend buiten de Goutse Poort, mede-erfgenaam voor een zestiende part in de nagelaten goederen van Neeltgen Cornelis, zijn overleden zuster, getrouwd geweest met Hendrick Aeryensz Rockeveen, bekent uit handen van Cornelis Cornelisz, schout te Crimpen, zijn halfbroer, volkomen voldaan te zijn met een bedrag van [niet leesbaar] gulden.
      Rotterdam, 17-7-1635:
      Inge Cornelisz, oliman bekent van zijn broer, Cornelis Cornelisz, schout te Crimpen, 58 gld. ontvangen te hebben uit de nalatenschap van zijn zuster, Neeltgen Cornelisdr. Tevens verklaart hij aan zijn voorn. broer nog 12 gld. schuldig te zijn.

    ×   Hendrick Ariensz (Heijnderick Aerijensz) Rockeveen , † <1638.

      Pleuntgen Jacobs, wed. van Heijndrick Arienss Rockeveen, en Jisbrant Willemss Levelang, wednr. van Jannetge Pieters, trouwden in Hillegersberg op 14-11-1638 na een otr. ald. op 22 okt.

      Amb. Hillegersberg, 2-3-1623:
      - Heijndrick Ariensz. Ruckeveen transporteert Frans Cornelisz. een partij land van 5 hond gelegen in de Butterdorpse polder.
      - Frans Cornelisz. transporteert Heijndrick Ariensz. Ruckeveen een partij land van 50 roeden.

      Amb. Hillegersberg, 20-3-1623: Crijn Jansz., onze buurman, transporteert Heijndrick Ariensz. Ruckeveen zeker erf te verongelden voor 50 roeden, gelegen in de Butterdorpsepolder.

      Cornelis Heijndricss Roggeveen, j.m., en Trijntjen Abrahams, j.d., gingen op 15-4-1640 in Bleiswijk in ondertrouw. In Hillegersberg gingen zij op 9-4-1640 in ondertr. met attestatie van Bleijswijck, attestatie gegeven om te trouwen 29 April 1640.
      Cornelis Heijndrickse en Trijntje Abrams lieten op 14-10-1659 in Rotterdam een zoon Cornelis dopen.

      Amb. Hillegersberg, 13-1-1620: Joris Ariensz. Backer transporteert aan Heindrick Ariensz. Rockeveen een partij land te verongelden voor 5 hond gelegen in de Butterdorpse polder. Dit land is verbonden voor de ongelden van zekere 5 hond land gelegen in dezelfde polder boven de Achterweg door hem comparant aan Pieter Cornelisz. Versij(de) getransporteerd.

      Amb. Hillegersberg, 31-8-1636:
      Arien Arentsz. Schouten, voor hem zelf, Daem Gerritsz. als man en voogd van Maritgen Arentsdr., de voorn. Arien Arentsz. hem sterk makende en de rato caverende voor Jone Maritgen Arentsdr. weduwe en boedelhoudster van zaliger Jan Wittensz. en nog dezelfde Arien Arentsz. als oom en bloedvoogd van Neeltgen Cornelisdr. nagelaten weeskind van zaliger Cornelis Arentsz. Veltboer, Heijnderick Ariensz. Rockeveen als actie en transport hebbende van Ariaentgen Arentsdr. die daartoe bij procuratie gemachtigd was van Pieter Cornelisz. Kooij haar man, en de voorn. Arien Schouten, Daems Gerritsz. en Rockeveen haar sterk makende en de rato caverende voor Jacob Joosten als getrouwd hebbende Haduwia Arentsdr., Maerten Jansz. aan de Cleijwech als voogd van Dirck Sijmonsz., Sijmon Sijmonsz. en hem sterk makende en de rato caverende voor de verdere kinderen en handen van Sijmon Ariensz., nog de voorn. Arien Arentsz. Schouten als oom en bloedvoogd van de twee jongste kinderen van Reijer Arentsz. en hem sterk makende en de raot caverende voor Dirck Dircksz. Jonge Dirck als voogd van de andere kinderen van dezelfde Reijer Arentsz., te samen erfgenamen van zaliger Annetgen Arentsdr. die in haar leven huisvrouw was van Jacob Claesz., en zulks bij kaveling het recht bekomen hebbende.
      Zij transporteren aan Dirck Dircksz. Jonge Dirck een vijfde part zijnde de portie van voorn. Jacob Claesz. in een custingbrief voor schout en schepenen van Hillegersberg ten behoeve van hem Jacob Claesz. cum socijs verleden d.d. 9-5-1635 [...].


  7. Maritge Cornelisse ( Olijman) .

    × ??   Sander Pietersz .


  8. Joost Cornelisz Olijman .

      Joost is een volle broer van Neeltgen Cornelis en een halfbroer van Cornelis Cornelisz., schout te Crimpen.

      Rotterdam, 6-10-1637:
      Joost Cornelisz Olijman, wonend buiten de Goutse Poort, mede-erfgenaam voor een zestiende part in de nagelaten goederen van Neeltgen Cornelis, zijn overleden zuster, getrouwd geweest met Hendrick Aeryensz Rockeveen, bekent uit handen van Cornelis Cornelisz, schout te Crimpen, zijn halfbroer, volkomen voldaan te zijn met een bedrag van (niet leesbaar) gulden.


  9. Inge Cornelisz Olijman , * ±1582 , † >1662 .
      Ingen Oliman, tapper, 37 jaar, wordt op 29-1-1621 aan de Oudendijck vermeld. Inge was 54 jaar oud op 16-5-1636.

      Inge Cornelisz Olijman, gehuwd met Ariaentge Pieters, wordt op 14-4-1611 te Hillegersberg vermeld als erfgenaam van Jan Jansz Klinkert.

      Inge Cornelisz Olijman wordt op 2-11-1611 in Hillegersberg genoemd als princiaal met Cornelis Cornelisz Olijman en met Jan Claesz Schaap als voogd van Maritge en Annetge Cornelisse.

      Op verzoek van Pleun Cornelisz., waert aan de Oudendijk, wordt op 29-1-1621 te Rotterdam verklaard door Ingen Oliman, tapper, 37 jaar, aan de Oudendijck, dat hij met Allert Cornelisz alias Knechtgen een vat spoeling gedragen heeft, zodat Knechtgen ten onrechte beweert nog verlamd te zijn aan zijn hand.

      Rotterdam, 17-7-1635: Inge Cornelisz, oliman bekent van zijn broer, Cornelis Cornelisz, schout te Crimpen, 58 gld. ontvangen te hebben uit de nalatenschap van zijn zuster, Neeltgen Cornelisdr. Tevens verklaart hij aan zijn voorn. broer nog 12 gld. schuldig te zijn.

      Op 28-1-1636 was in Rotterdam sprake van een Huis 3 gelegen in de Quartelsteeg, belend aan Inge Cornelisdr Oliman.

      Op 3-11-1636 in Hillegersberg comp. Arien Cornelisz Speelman, onze buurman, en koopt uit tegen Frans Cornelisz ’t Baesge en Inge Cornelisz, als voogden van Annetje Ariens, 18½ jaar, Maerten Ariensz, 16 jaar, Maritge Ariens, 13½ jaar, Pleuntge Ariens, 5½ jaar, en Neeltje Ariens, 3¼ jaar, zijn kinderen, geprocreëerd bij Maritge Claesse, zijn overleden huisvrouw.
      Arien Cornelisz Speelman wordt op 16-2-1640 in Hillegersberg vermeld als zijnde gehuwd met Ingetje Cornelisse, erfgename van Cornelis Dirksz Versijden. In 1625 werd Arien Cornelisz Speelman vermeld als gehuwd zijnde met Maritge Claesse, zuster van Aefge Claesse en Neeltge Claesse, dochters van Claes Thijsz.

      Rotterdam, 3-2-1627:
      Cornelis Adriaensz Schoonder, won. te Cralingen, bevestigt schuldig te zijn aan Jan Jansz Voshol backer te Vlaerdingen een bedrag van 53 gulden. Mede compareert Inge Cornelisz Oliman, cleyschieter, die zich borg stelt.

      Rotterdam, 17 juli 1635:
      Inge Cornelisz, oliman bekent van zijn broer, Cornelis Cornelisz, schout te Crimpen, 58 gld. ontvangen te hebben uit de nalatenschap van zijn zuster, Neeltgen Cornelisdr. Tevens verklaart hij aan zijn voorn. broer nog 12 gld. schuldig te zijn.

      Inge Cornelisz Olman, cleyschieter, wordt op 10-12-1635 in Rotterdam vermeld:
      Inge Cornelisz Olman is een zoon van Neeltge Jacobs, die een dochter was van Jacob Jans Bosch. Deze woonde tijdens zijn leven ook in de Boschpolder onder het Ambacht van Berckel.

      Rotterdam, 16 mei 1636: Inge Cornelisz Oliman, 54 jaar ,verklaart op verzoek van Claes Aryensz dat hij, Oliman, heeft betaald aan Joris van Leeuwen, exploitier, al hetgeen hij volgens obligatie schuldig was aan Cornelis van Capelle.

      Rotterdam, 15 mei 1642: Jacob Adriaensz en Cornelis Pietersz Cleij, armmeesters in het ambacht Cralingen, heft de borgtocht op die de Armen hebben t.l.v. Cornelis Cornelisz Bosch, schout van Crimpen; die Bosch naast Cornelis Ariensz Schoontge zal. had voor Inge Cornelis Oliman t.b.v. de Armen. Nu stellen de nagelaten kinderen van Cornelis Ariensz Schoontge, n.l. Willem, Dirck en Grietge Schoon, wonend in Cralingen, zich borg voor Oliman t.b.v. de Armen.

      Te Rotterdam werd op 17-5-1663 voor notaris Gerrit van der Hout een verklaring afgelegd. Jacob Crijnen Roobol, schiemansmaet, Jan Jansz Sum, Pieter Pietersz, Jan Jansz de Lange, Michiel Spree van Bremen, Cornelis Pietersz Schout, Jan Joosten Dorrenboom, Pieter Pieter Woutersz, Jan Otten van Bommel, Johan Lambertsz en Jacob Jacobsz, allen dienend als matroos bij capiteijn Johan de Liefde en geweest zijn in de Straet, verklaren op verzoek van Teunis Hendricksz de Ridder, luitenant bij genoemde capiteijn, dat laatstgenoemde zich correct heeft gedragen tegenover al het scheepsvolk, maar dat de capitein, door jaloezie gedreven, hem uitschold, vernederde en bedreigde. Hierdoor werd Teunis mistroostig en is in Mallagom aan land gebleven. Op 20 mei verklaren Claes Abrahamsz, Pieter Abrahamsz, Jan Crijne van Rossem, bootgesellen, hetzelfde.
      En op 21 mei wordt deze verklaring nog onderschreven door de bootgesellen of matrosen Inge Cornelis, olijman, Reijnier Lodewijckse, Schrevet Gerritsz, Jacob Arijensz, Robbert Ariensz, Maerten Aeck van Gent, Claes Cornelisz, Jan Jaspersz, Jacob Rokesse, Arent Cornelis Pijl en Huijgh Pietersz Dullaert.
      Inge Cornelis, olijman, legde op 17 mei 1663 in Rotterdam een verklaring af.

    ×   Ariaentge Pieters ( Koij) .

      Ariaentge Pieters had wsl. zusters Maritge Pieters, gehuwd met Arien Dirksz, en Jannetje Pieters, gehuwd met Michiel Jansz, zoals vermeld op 14-4-1611 in Hillegersberg.

    2 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.