Peije Pietersz (Peij Pieterss) ( Metselaer) , † ±1603.
Zoon van Pieter Peijensz en Anna Wouter Janszoonsdr .

Afb. In 1597 woonde Peije Pietersz. in Zoetermeer aan de Brouckwegh.   



×
    NN. .    

×
    Aefgen Pietersdr , † >2-1604.
Kinderen:
  1. Neeltgen Peijesdr , † <4-1604 .
    Neeltgen Peijesdr trad op als getuige bij de doop van Aechtgen Wouter Peijendr .

      Dirck Cornelis Haertsz., weduwenaar van za. Neeltgen Peyesdr., wordt op 13-7-1609 in Zoetermeer vermeld.
      Zij is overl. tussen 11-9-1594 en 26-3-1604.
      Zegwaart, 13-7-1609: za. Neeltgen Peyesdr., geh.m. Dirck Cornelis Haertsz.

    × ?   Dirck Cornelis Haertsz (Dirck Neel Haerten) .

      Haertsz/Haerten is een patroniem, de voornaam van Dirck’s grootvader.

      Dirck Cornelis Haertsz., won. in Zoetermeer, wordt op 31-10-1589 en 28-7-1591 in Zegwaard vermeld. Als Dirck Neel Haerten wordt hij op 1-6-1594 en 2-3-1599 in Zoetermeer vermeld.

      Dirck Cornelis Heartsz, won. in Amstelveen, wordt op 19-5-1602 in Zegwaart vermeld.

      Dirck is wsl. de broer van Pieter Cornelis Haertss/Haerten, heijligengeestmeester van Soetermeer.


  2. Wouter Peijenss (Wouter Peijesz) ( Metselaer) , † <1632 .
    Wouter Peijesz trad op als getuige bij de doop van Neeltgen Claes Janss Peijendr (Neeltgen Claes) , de doop van Neeltgen Claeijs Peij .

      Wouter Peyes Metselaer, wd. v. Aeltgen Crijnsdr., wordt in het dingboek van Zegwaart vermeld.

      Marritgin Joppendr. werd op 8-1-1620 in Berkel geassisteert met Wouter Peijess, haren stiefvader.

      Kerkrekening van Zoetermeer en Zegwaart: "De weduwe van Adriaen Allertsz van der Molen op haar huis, te betalen Lichtmis 15 s. 1617: Wouter Peyensz met zijn zonen i.p.v. de weduwe (1620: de erfgenamen van de weduwe); 1627: Jan Michielsz schoenmaker, Jan
      Woutersz Peys’ weduwe met Frans Karelsz de Huysser i.p.v. Wouter Peyensz; 1636: idem met Frans Karelsz de Huysser of nu zijn weduwe".

      Bij de ’Rollen vat Waken’ van Zegwaard over 1584-85, Ande west zijde [=zuidzijde], gebinnende vande Schinckel, worden Jan Peyen Metselaer en Wouter Peyen beiden genoemd.

      Wouter Peijez. Metselr. wordt op 27-7-1590 vermeld als scheepen van Segwaert.

      Zegwaart, 1589-90: Wouter Peyen gegeven van drye schoot broots 13 ½ stuyvers.

      Wouter Peyez Metselr., scheepen van Segwaert, wordt ald. op 27-7-1590 vermeld.

      Zegwaard, 1600: Wouter Peyez, metselaer betaelt van geleevert broot bij de voors. soldaten gecomsumeert volgende d’zelve specie in de kerck 7 £ 2 stuyvers 8 penningen.

      WOUTER Peijen, wednr. v. Aeltge Crijnen, wonachtigh in Segwart,
      & Pleuntgen Martens, wede. v. Philips Corneliss, woon. bij de Moorcappel;
      otr. 29‑6‑1608; getr. 13‑7‑1608 in Zoetermeer.

      Wouter had zoons Jan en Quijering (Crijn), die allebei een dochter Aeltje hadden, dus Aeltgen was hun moeder. Ook hadden Wouter en Aeltgen een dochter Aechtgen.
      Aeltgen Crijnsdr. was weduwe van ene Jop en had met hem een dochter Marritgin Joppendr., waarvan Wouter Peijenss dus de stiefvader was.

      Kerkrekeningen van Zoetermeer en Zegwaart over 1610: "Wouter Peyesz metselaar,voor tegels in de vloer van het schoolhuis gelegd, voor steen voor de pastorie, voor 4500 klinkers voor de straat van de predikant en voor kalk en arbeidsloon 45 £ 2 s".
      Kerkrekeningen van Zoetermeer en Zegwaard over 1612: "Wouter Peyes metselaar, voor geleverde steen,kalk en arbeidsloon in de afgelopen drie jaar aan de kerk en kerkehuizen 9 £ 1 s."

      Wouter Peyes wordt in 1611 als één van de croosheemraden van Segwaert vermeld. Aldaer de huysen vanWouter Peyen ende Willem Janss ’t water te losen tusschen beyder huysen.

      Wouter Peyen was op 25-1-1612 in Zoetermeer samen met Tryntge Adriaens en Tryn Jaepen getuige bij de doop van Aeltge, dochter van Jan Crijnen uit Zegwaart.

      JAN Wouterss (Peij), jg. van Segwaerdt, & Willemken Cornelis (Timmerman), jd. van Segwaerdt, otr. 22-2-1615; getr. 11-3-1615.
      Consent: Crijn Wouterss (Peij), broeder, in plaets van de vader Wouter Peijen.

      Zegwaart, 1628, Verpondingskohier: "Wouter Peyezn heeft een huys ende erff mit schuyer, barch ende geboompte getacxeert ende
      geprijsseert in huyere vrijs gelts jaerlicxs waerdich te weesen vierendortich carolus gulden".
      Zoetermeer, 1628, Verpondingskohier: "Derde bon Langelants tusschen Arent Henricxzoons Vaert voorsz ende ’t Naeste Weechgen, beginnende van de Broucwech aen zuytoost op totte Walle toe:
      Wouter Peyenszn een deurgaende weer van de wateringe tot aen Arent Henricxzoons Vaert, groot derdalff mergen, getaxeert op 33 gulden, comt den 5en penning: 6,12,0".

      Wouter Peyesz., metselaar, wordt in de periode 1603-1622 in Zoetermeer vermeld. In 1631 was sprake van za. Wouter Peyenss.

      Wouter Peyezoon had een [stief?]kleinzoon Job Jansz., die een kind was van een dochter van Pleuntgen Maertensdr.
      Overl. tussen 11-9-1594 en 26-3-1604.

    × <1595   Aeltgen Quijerincxsdr (Aeltgen Crijnen) , * <1570 , † <1608.

      za. Aeltgen Quijerincxsdr., die geh. was m. Wouter Peijez Metselaer, wordt op 28-9-1607 in Zegwaard als overleden vermeld.

      Te Berkel op 8 jan. 1620 Compareerde:
      Corn. Ariaenss Vogelaer, getrout hebbende Marritgin Joppendr., te vooren wede van Willem Pr. Hillebrantss sa., ende sulcx ter eenre, Marritgin Crijnnendr., wede van Pr. Hillebrantss Snier, geassisteert met Corn. Crijnen Jnthout ende Jasper Crijnen Jnthout, haer swager ende schoonsoon respective, ende sulcx ter andere zijde, Ende bekenden sij Comparanten Jnder voors. qualite voor haer ende hare nacomelingen geapprobeert voor goet, vast ende van waerden gehouden te hebben, Gelijck sij approberen voor goet, vast ende van waerden houdende waren bij dese tgene op den XXIJen martij 1619 tusschen
      Marritgin Joppendr., geassisteert met Wouter Peijess, haren stiefvader, ende sulcx ter eenre, ende de voors. Marritgin Crynen met hare voors. Assistenten, ter Andere sijde, bij henluijden gedaen is, nopende de overdaninge ende overneminge van alsulcke helfte der woninge ende Landen als de voors. Marritgin Joppen ende Willem Pieterss in sijn leven tsamen toebehoort, beseten ende gebruijct hebben, daervan de wederhelft derselver wonninge ende landen door de doot van Willem Pieterss sijne drie nagelate weeskinderen verwect uijt de voors. Marritgen Joppen opgecomen ende aenbestorven is.
      Za. Aeltgen Quijerincxsdr., geh.m. Wouter Peijez Metselaer, wordt op 28-9-1607 en 13-7-1608 in Zegwaart vermeld. Op 30-12-1603 was zij nog in leven.

    × Zoetermeer 13-7-1608   Ploentge Maertensdr , † <5-1646.
      Otr. op 29-6-1608 in Zevenhuizen.
      Wouter Peijenss was weduwnaar van Aeltgen Crijnsdr. Ploentge Maertensdr. was weduwe van Philips Cornelisz. en won. bij Moercappel.

      Ploentge Maertensdr., wede. v. Wouter Peyenss, wordt in 1631 en op 6-1-1641 in Zoetermeer vermeld.

      Zegwaart, 1634, kohier van de verponding: "De weduwe van Wouter Peyen metselaer huys ende erff met barch, schuyr ende plantagie getacxeert op 26 gulden is den 8e p. 3 £ 5 st."

      Pleuntgen Maertensdr., huijsvrouwe van Wouter Peyeszoon, had een dochter en die had een zoon Job Jansz.

      N.B. Een Ploontgen Maertensdr, geh.m. Jop Janss, wordt op 18-3-1579 in Zegwaart vermeld. Za. Pleuntgen Maertens, geh. m. Jop, wordt op 16-4-1646 in Zoetermeer vermeld.
      Overl. tussen 6-1-1641 en 16-4-1646.

    6 kind(eren)


  3. Jan Peijez ( Metselaer) , * <1560 , † <2-1588 .

      Jan Peyez’ kinderen, Claes (geb. ca. 1579), Aechge (geb. ca. 1582) en Cryntge (geb. ca. 1584), en weduwe, Marijtge Claesdr, worden op 27-4-1588 in Zegwaart vermeld.

      Bij de Koningsbede van het dorp Segwaerdt in 1579 wordt genoemd: "Jan Peyesz Metsselaer van beyde huyssen tsamen 1 ½ vierendeel".

      In het Dingboek van Zegwaart over 1584-85 wordt vermeld: Jan Peyen Metselaer Opte Molewech: 1 st. 1,5 st.

      Bij de ’Rollen vat Waken’ van Zegwaard over 1584-85, Ande west zijde [=zuidzijde], gebinnende vande Schinckel, worden Jan Peyen Metselaer en Wouter Peyen beiden genoemd.

      Zoetermeer, 1628, Verpondingskohier: "Wooningen huysen ende landen Binnewech van de Delffsche Walle, ende van de brantschouwe voorsz aff, noortwest opgaende totten Brouckwech toe [..] ende landen onder de molen staende op Jan Peyens kinderen hen landt groot volgens de polderceel: 19 mergen 1½ hont cleyne maet."

      Er was een Peije Jansz. die op 5-2-1623 werd vermeld in de weeskamer van Bodegraven.
      Za. Jan Peyez Metselaer wordt op 27-4-1588 in Zegwaart vermeld. Hij was al overl. vóór 31-1-1588. Postuum vermeld in 1604.

    × <1580   Marijtge Claesdr , † >1587.
      Kinderen: Cleijs, Achge en Crijnken.

      Zoeteermeer, 27-4-1588:
      Marijtge Claes, weduwe van Jan Peije, metselaar, geass. met Willem Claesz., haar broer. Zij bekende bewijs gedaan te hebben jegens Peije Pietersz., grootvader, en Wouter Peijensz., oom, en voogd van de drie nagelaten weeskinderen van wijlen de voorschr. Jan Peijensz., gewonnen bij Marijtge Claesdr., bij namen Claes Jansz., oud ca. 8 jaar, Aechge Jans, oud ca. 5 jaar, en Crijntge Jans, oud ca. 3 jaar, voor hun vaderlijke besterfenisse.

      Marytge Claes, wede. v. Jan (Peij), wordt in 1605 en op 26-6-1606 in Zegwaart vermeld.

      Marijtge Claesdr trad op als getuige bij de doop van Joachem Wouter Peijenss .

    3 kind(eren)


  4. Adriaen Peijenss (Arijen Peijenss) , * <1590 , † >2-1637 .

    × <1607   Jannetje Leenderts (Janneken Leenderts) , [] Zoetermeer 1609.

    × Zoetermeer 29-11-1611   Marritge Adriaens (Martgen Ariens) , † <4-1637.
        Dochter van Adriaen Lambertsz (Arien Lambertsz) en Liedewij Lenerts .
      Otr. op 13-11-1611 in Zoetermeer.
      ADRIAEN Peyenss, wednr. v. Janneken Leenderts, in Segwat wonachtich, & Marritge Adriaens, wede. v. Cornelis Leendertss, in Ommoord wonachtigh.

      Marritgen Adriaens wordt vermeld op 5-11-1603.

      Maritgen Adriaens, vrouw van Adriaen Peijensz. Adriaen Peijensz., man en voogd van Maritgen Adriaens.
      Maritgen heeft zoon Cornelis Jansz.; mede compareerden Jochum Adriaensz. en Crijn Adriaensz. in 1618.

      Testament, opgemaakt te Rotterdam op 15-4-1630:
      Arien Peyen en zijn vrouw Maertgen Ariensdr., wonend te Omwoerden , maken hun testament.
      Hij zal bij de dood van zijn vrouw in plaats van de helft van hun goederen, een stuk land van 5 morgen erven, strekkende van de Doorencaed tot het Predicantslant in Omwoerden, en nog 4 morgen, strekkende van het land van Davit Gerritsz tot de Nieuwe Watering; nog 4 1/2 morgen land, strekkende van de dortssloot tot de Nieuwe Watering, alles gelegen onder de jurisdictie van Hillegonsberch.
      Zij zal bij de dood van haar man hun huis en erf behouden, en 11 1/2 morgen land erven, strekkende van de Doorencaed tot het einde van de dorssloot, waaronder 1 morgen H. Geestlant, en nog een morgen rietland.
      Hij vermaakt aan zijn zoons Pey Ariensz en Peter Ariensz een stuk land van 5 morgen, strekkende van de Doorencaed tot het Predicantslant toe, mits zij aan Henrick Ariensz, hun broer 100 gulden betalen als hij behouden uit Zeelant terugkeert. Hij vermaakt aan zijn laatstgenoemde zoon nog 4 1/2 morgen land, strekkende van de dortsloot tot de Nieuwe Watering en 4 morgen land aan zijn dochters Lidewij Ariensdr en Janneken Ariensdr.
      Als belendingen bij bovengenoemde stukken land worden genoemd: Cornelis Arien Severse, de weduwe van Arien Leendertsz, de Omwoersewech, Davit Gerritsz, Jan Petersz, Arien Fransz, Peye Ariensz, Willem Petersz Cley, Willem Jansz, ’t Gasthuyslant van Schiedam Omwoerselaen.
      Maertgen Ariensdr. is overl. tussen 15-4-1630 en 9-3-1637.

    5 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.