Jan Jansz
Luer
, † <11-1541.
Zoon van
?
.
Jan Jansz. [Adriaensz. ?] Luer was in 1516 vaartmeester van de Willem van Gentsvaart.
Jan Luer werd regelmatig met patroniem Jansz. genoemd, maar soms ook met patroniem Adriaensz. Wsl. betrof het Jan Jan Adriaensz.
In 1542 deelden Jan’s erfgenamen met de weduwe Aentken Jan Lueren de nalatenschap:
- Aentken behield de halve hofstad met de helft van de betimmering en de helft van de dellen daarachter, waar Jan Lueren met haar woonde, nog ¼ deel van de del, onverdeeld [..], nog ¼e deel van een anthoofd aan de noordzijde van Griet Thonis.
- Wouter Cornelisz kreeg het tweede vierendeel van genoemde del, de helft van het anthoofd, nog van het noordeinde drie vierendelen van een anthoofd, en ¹/₈e deel van een anthoofd.
- Rombout Adriaen Cuijsten kreeg ¼e deel met ¹/₈e deel van een anthoofd, met ¹/₈e deel van het vierde vierendeel van het anthoofd waarvan Wouter drie vierendelen heeft.
- Thonis Jansz. kreeg de helft van de stede met anthoofd en ¹/₈e deel van een anthoofd waarvan Wouter Cornelisz. drie vierendelen heeft.
×
NN.
, † <1538.
×
Aentken
, † >1543.
"Aentken Jan Lueren weduwe" .
Op 14 mei 1530 droeg Aentken Heijnrick Jansz.’ huisvrouw namens haar man aan Jan Adriaensz. Luer een stuk moer over. Daarop volgde een schuldbekentenis van Jan Jansz. Luers aan Aentken. In een nevenschrift staat dat Aentken Jan Lueren weduwe deze schuldbrief op zich heeft genomen.
Aenken Jan Lueren weduwe werd nog in 1544 genoemd met een half huis onder Klein-Waspik.
Kinderen:
-
Aentken Jansdr
, † <12-1566 .
×
Wouter Cornelisz ( Roithals)
, † >9-1556.
6 kind(eren)
- ?
NN. Jandr
.
×
??? <3-1542
Rombrecht Adriaensz (Rombout Adriaenss) Kuijsten
, † <1595.
Zoon van
Adriaen Janse Cuijsten
en
Antonia ("Tuen Aen Kuijsten weu")
.
Op 6-2-1542 was sprake van de erffg. van Jan Lueren, namelijk Aenken Jan Lueren weduwe, Wouter Corneliss,
Rombrecht Adriaenss Cuijsten, Thonis Janss.
Rombrecht Adriaen Cuijsten wordt op 20-12-1544 vermeld.
Rombout Adriaensz. Kuijsten en Jan Rommen, zoon, worden op 22-1-1560 vermeld bij een deling.
In Cleijn Waspik op 1-7-1560 was sprake van een procuratie tussen Frans Petersz e.a., enerzijds, en anderzijds Wouter Woutersz richter e.a.
Vermeld werden:
- Frans Petersz, Melchior Janss, Jos Creemer Willemss, Jacop Claess Spruijt, Naut Claess Spruijt, Rom Kuijsten, Jan Wouterss Leur, Jan Janss Hoeffeneer, Jan Huijb Kuijsten, Cornelis Meliss, Jan Staess, Hendrick Willemsz, Adriaen Aertsz, Aen Denis, Peter Mertenss, Wouter Aen Wijten, Adriaen Huijb Kuijsten, Jan Adriaenss Huijgen, Adriaen Adriaenss Scheren [?], Jan Janss, Aen Jan Mertens, Wouter Mertenss,
Adriaen Hermans, Henrick Peer Lucas, Jan Adriaensz Kuijst, Adriaen Janss Schep, Heijltken Goijert Petersz weu cum tutore, Huijman Adriaensz, en Adriaen Adriaensz Deniss. Allen schipper inde parochie van Waspick in de Langstrate.
- Wouter Woutersz richter, Jan Bouwenss, Sever Adriaenss en Willem Hendricsz.
Op 17-1-1561 was sprake van een wilcuer tussen Tonis Huijb Kuijsten, enerzijds, en anderzijds Rombout Adriaensz Kuijst.
In Cleijn Waspik was op 9-12-1594 sprake van een vrijgift tussen Aert Adriaenss Schep e.a., enerzijds, en anderzijds Adriaen Wijt Willemss. Genoemd werden:
- Aert Adriaenss Schep, Jan Adriaenss Schep, Adriaen Handrickss. Adriaen Janss Cuijsten, Janneken Janss, suster, Aert Janss, broer, Gerit Janss x Anneken wed Adriaen Janss Cuijsten en kinderen Anneken en Adriaen. Erfgenamen Rombout Adriaenss Cuijsten.
- En voor de helft van de vrouw van Rom Cuijsten: Lijsken Rijken za nl het gedeelte van Adriaen Handricxss Cruijck (Waelwijck). Cornelis Janss namens Pauwels Meuss (Strien).
Op 17-5-1616 was in Groot-Waspik sprake van een vrijgift van ƒ350 tussen
- Anneken Dierck Foppen wed. en Lenaert Diercxs, soon, enerzijds, en anderzijds
- Wouter Jansz en Peter Tonisz Cuijl.
Het betrof een ackerken saeijlant boven Vroukens vaert, eertijts van Rombout Adriaensz Cuijsten en nu van Dierck Fopen van Driel gecomen, gelegen in Groot Waspik en betaald via 2 wilceuren.
Vrijgift die erffgenamen van Rombout Adriaenss Cuijsten; die wedue van Aert Adriaenss Schep. Op huijden desen xviije julij anno xvjc ende seven compareerden:
- Adriaen Handricxss Panum, vier een derden deel, ende
- Herman Aertss, als man ende voecht van Janneken Jan Cuijstendr., voer hem selven ende mede als volle macht ende procuratie hebbende van
- Gerit Janss, als man ende voecht van Anneken Adriaen Janss Cuijsten wedue, ende mede als volle macht ende procuratie hebbende van
- Aert Janss Cuijsten ende
- Jan Janss Hoevenaer inde apsentie van Jan Janss sijnen soen als man ende voecht van Maeijken Aen Cuijstendr.
Cleijn-Waspik, 4-1-1617:
Adriaen Diercx tot Swendrecht bij Dordrecht machtigt Willem Diercx, zijn broer, zijn deel van de goederen gekomen van Rom Cuijsten te verkopen aan Hilleken Diercx, zijn zus. Een deel van een delle gaat naar zijn broer Huijbert Diercx. Tevens wordt Cornelis Adriaens Seu tot Cappel gemachtigt om tot Cappel en Nederveen een half geerde te verkopen aan Willem Diercx.
Op 18-8-1619 machtigt Adriaen zijn broer Willem.
Op 9-12-1594 was sprake van de erffg Rombout Adriaenss Cuijsten.
Rond 1606:
Accoerde die manhuijs mesters tot Geertruijden bergen; die erffg van Rombout Adriaens Cuijsten.
Erffgenamen: Adriaen Handricxss Pannum, Aert Adriaenss Schep ende Herman Aertss, cum suis.