Neeltje Cornelis Jans
Lamme
, * ±1613
.
Dochter van
Cornelis Jansz Lammen
en
Lijsbeth Pieters Baers
.
Zij was 7 jaar oud op 21-6-1621.
Neeltje Comelis Janszoonsdr. Lammen.
×
±1645
Wouter Schouten
.
×
±1650
Jan Pleunen Dolaart
, * ±1600
, † <1663.
Jan Pleunen
trad op als getuige bij
de overlijdensaangifte van
Arie Jansz Dolaart
.
Zoon van
Pleun Bastiaens Doolaert
en
Neeltge Teuwendr
.
Jan Pleune had een huis in het Land van Essche in 1635. In 1657 wordt hij in Strijen genoemd als koper.
Kinderen:
-
Marij Wouters Schouten
, *Noord-Polsbroek ±1648
, † ±1737 .
×
Adriaen Jansz Verhoef
, * ±1650
.
×
<5-1718
Jacob Gerritsz (Jacob Gerrit Ariens) Verleun
, [] Polsbroek ±19-2-1685.
Zoon van
Gerrit Verleun
en
?
Jacob Gerrits Verleun. Ook Van der Leun komt voor.
Oudewater, 19-1-1664: Huwelijkscontract tussen
- Jan Jansz Boer, jonghman woonende in Roosendael, geassisteert met Jan Gerritsz Boer zijn vader, Willem Jansz Lamme swaeger, Arien Willemsz Tasman oom ende voocht maternel, Floris Gerritsz van Sluijs ende Jacob Gerritsz Verleun, beyde oomen van svaders sijde, ende Jan Jacobsz Moen nomine uxoris mede oom van svaders zijde, toecomende bruydegom, ter eenre, ende
- Gerrichjen Huijberts, jongedochter woonende in Diemerbroeck, geassisteert met Eijmbert Huijbertsz haer broeder, Jacob Gerritsz Rietvelt swaeger, Gerrit Cornelisz Hoogenberch nomine uxoris oom van smoeders zijde, Arien Dircxz van der Neut ende Claes Ariensz Verwel, beyde hare neven, toecomende bruyt, ter andere sijde.
Hij brengt in drie mergen vrij eygen lants leggende in Rosendael gemengder voor in ses mergen daervan den voornoemde zijnen swaeger nomine uxoris de wederhelfte competerende is, wesende de versz ses mergen belent oost des bruydegoms versz vader, ende west Gerrit Willemsz van Velsen, streckende voor uyt de halve Killesloot ter halver Hoincoper lantscheydinge toe, met een nieuw bedde ende zijn toebehooren boven de cleederen tzijnen lijve ende rugge behoorende.
Zij brengt in eerstelijck de somme van eenhondert guldens haer alleen ende particulierlick competerende van Maerten Ariensz Blonck woonende tot Weerder, Item noch de gerechte helfte van twaelff mergen vrij eygen ende onbelast lant met huys, bergen, schuer, potinge ende plantinge daerop staende ende gelegen in Diemerbroeck, dewelke haer en haer broer int gemeen yder voor de helfte is competerende, noch de huer vande helft van negen mergen lants daervan den eygendom is competerende het Convent van St. Paulus t’Utrecht, noch de helfte van een veulen merrie, dertien koeyen off veersen ende verdere haeff, mitsgaders de helfte vande bouwgereetschap, melckerie huysraet ende meubele goederen jegenwoordich inde versz huysinge bergen ende schuer zijnde ende bij haerlieden mede int gemeen beseten.
Oudewater, 16-5-1669: Huwelijkse voorwaarden tussen
- Jan Beuckelsz Vermij, jonghman woonende onder de jurisdictie van Bodegraven, geassisteert met Beuckel Jacobsz Vermij sijnen vader, ende Geerloff Jacobsz Vermij sijnen oom paternel, mitsgaders Willem Jansz van Vliet oom en gewesen voocht maternel, Jan Jansz van Vliet mede oom maternel, ende Jan Jacobsz Craen sijnen swager, ter eenre, Ende
- Leentgen Floris van Sluijs, jongedochter woonende opde Noortsijde van Polsbroeck, gesterckt met Floris Gerritsz van Sluijs, out burgemeester van Noort Polsbroeck haren vader, Jacob Gerritsz Verleun ende Jan Gerritsz Boer, hare oomen van ’svaders zijde, mitsgaders Arien Gerritsz Coen haer swager, ende Claes Cornelisz haren neeff, ter andere zijde.
Hij brengt in eerstelijck een vierdepart ende een achtste part in vijftien mergen lants, gelegen soo op de Zuytsijde onder Bodegraven als anders, streckende en belendt vermogens de lootcedulle daervan tusschen hem, sijn susters ende susterkinderen opgerecht, alsmede noch negentien coebeesten, twee peerden met vier hockelingen, den huysraet en meubele goederen, en voorts ’tgunt tot de bouwerie en melckerie is behoorende, sulcx hij jegenwoordich is possiderende en gebruyckende, en specialijck met de laste van tweeduysent driehondert gulden aen verscheyde persoonen te betalen.
Zij brengt in de somme van drieduysent gulden.
Jacob Gerritse Verleun met 4 morgen land wordt op 31-5-1670 in Noord-Polsbroek genoemd.
Op 8-2-1673 in Rosendaal, ten huyse van de comparant, compareerde Jan Gerritsz Boer, woonende in Rosendaal, sieckelijk te bedde leggende, verclaarde om sonderlinge redenen en consideratien hem (soo hij seyde daartoe moverende) tot eenige voogden over de naergelaten kinderen van Marrigie Jans sijne overleden dogter en derselver goederen genomineert en gestelt te hebben:
Jacob Gerritsz Verleun en Flooris Gerritsz Versluijs, beyde sijn comparants halve broeders, met uitsluiting van alle anderen. Getuigen: Hendrick Aartsz Vergeer ende Jan Daamen beyde gebueren vande comparant, en de notarisklerk Coenraat Porselius.
Begraafregistratie op 19-2-1685 te Polsbroek van Jacob Gerretze Verleun.
9 kind(eren)
-
Neeltje Jans Dolaart
, * 1650
, † <1699 .
Neeltje Jans Dolaart trouwde <1671 Arie Andriesz van Strijen (*±1647, +±1691), zoon van Andries van Strijen en Jobje Anthonisse Verweel.
×
<1671
Arie Andriesse van Strijen
, * ±1647
, † ±1691.
Zoon van
Andries Claesz van Strijen
en
Jopje Anthonisse (Jopgie Teunisse) Verweel
.
Kinderen: Neeltie (2x), Andries (2x) en Jopie.
1 kind(eren)
-
Pleun Janse Dolaart
, * 1656
, ~Strijen 24-9-1656
.
×
±1675
Leentje Pieters (Lijntie Pieters) Bagher (Bachoven)
, * ±1655
.
Zij hadden ook nog een zoon Mattheus Pleune Dolaart, die in Strijen woonde.
Leengtje Bagher of Bachoven.
4 kind(eren)