Maritgen Pleunen van der Kooij , * ±1585 , † <5-1645.
Dochter van Pleun Michiels van der Kooij en Neeltge Claesse (van) Thol .

Afb. Delft in de 17e eeuw   



× Delft 7-1-1609
    Jacob Adriaensz (Jacob Arijensz) Overgaauw , * ±1584 , † Delft, Hof van Delft 19-6-1658.
Kinderen:
  1. Sijtgen Jacobs (Cijtje Jacobs) Overgaauw .

      Maerten Adriaendz. van der Ende’s tweede vrouw was Cijtje
      Jacobs Overgauw.

    ×   Maerten Adriaensz van der Ende .

      Maerten Adriaensz. van der Ende. Hij was in 1639 gezworene te Pijnacker, terwijl zijn broer Jan Adriaensz. in 1651 aldaar dit ambt bekleedde.


  2. Michiel Jacobsz Overgaeuw .

    ×   Lijsbet Cornelis de Hoogh .

      Lijsbet’s ouders zijn Cornelis Leendertsz. de Hoogh en Jannetgjen Heindricxdr.

      In Pijnacker op 1-5-1663 comp.
      - Leendert Cornelisz. de Hoogh voor hem zelf wonende in Katwijk alhier,
      - Cornelis Claes Hugensz., als getrouwd met Ariaentje Cornelisdr. de Hoogh wonende in Bleiswijk, mede voor hem zelf, mitsgaders
      - Mighiel Jacobsz. Overgaeuw, als getrouwd met Lijsbeth Cornelisdr. de Hoogh wonende in de Zoetermeersemeerpolder, zowel voor hem zelf en als gemachtigde (volgens procuratie d.d. 28-4-1663 gepasseerd voor notaris Willem van Vrendenburgh binnen Leiden) van
      - Pieter Dircxsz. Elstgeest, schipper binnen Leiden, als weduwnaar en geïnstitueerde erfgenaam van Neeltjen Joostendr., die een dochter was van Joost Arentsz. Kerchoven en in die kwaliteit mede gererechtigd in de goederen van Cornelis Leendertsz. de Hoogh en Jannetgjen Heindricxdr., de voorn. Neeltjen Joosten zaliger grootvader en grootmoeder zaliger,
      en verklaarden - als kinderen en erfgenamen van voorn. Cornelis Leendertsz. de Hoogh en Jannetjen Heindricx - getransporteerd te hebben aan Louijs Junius wonende te Delft een woning als huis, schuren, barg met de grond daar hetzelfde op staat, mitsgaders het land daar achter en bezijden aan gelegen, staande en gelegen in Katwijk in Pijnacker, strekkende van ’s Heerenwegh noortwaarts op tot het eigendom van Peel Reijersz. van der Os cum socijs toe, te verongelden in het geheel voor 5 morgen 2 hond 20 roeden.

      In Pijnacker op 6-11-1666 comp.
      - Maerten Jacobsz. Pijnacker en Grietjen Claesdr. Bogaert, echtelieden won. in het Swaenshals buiten Rotterdam, als in plaatsvan het usufruct gekozen hebbende haar legitieme portie zulks voor haar zelf, mitsgaders
      - Jacob Claesz. Bogaert, wonende op de Buijtenwatersloot in Delft, als oom en testamentaire bloedvoogd, mitsgaders Leendert Cornelisz. de Hoogh en Gerrit Dircxsz. de Hoog, bouwlieden wonende in Catwijck alhier als bij hem Jacob Claesz. Bogaert en Dirck Cornelisz. Bleijswijck, geassumeerde mede voogden over de vijf nog minderjarige kinderen van Grietjen Claesdr. Bogaert, geteeld bij Maerten Jacobsz. Pijnacker voorn., idem
      - Burghjen Maertensdr. Pijnacker, meerderjarige vrijster wonende tot Rotterdam voor haar zelf, en nog alle te samen haar sterk makende en de rato caverende voor
      - Joost Jansz. van Rotterdam in Oost-Indien, getrouwd met Ariaentjen Maertensdr. Pijnacker,
      alle te samen geinstitueerde erfgenamen van Maertjen Jansdr. zal., haar moeder en grootmoeder resp., in haar leven gewoond hebbende en overleden zijnde in het Noordeinde van Berkel, wed. was van wijlen Claes Andriesz. Bogaert, mede zal., volgens het testament d.d. 24-1-1647, gepasseerd bij dezelve Claes Andriesz. Bogaert en Maertjen Jansdr. voor not. Gerrit van der Well tot Delft, en hebben zij comp. getransporteerd aan Dirck Cornelisz. Bleijswijck voorn., der voorsz. kinderen oom en testamentaire mede-voogd wonende in het Noordeinde van Berkel, een partij weiland gelegen voor Catwijck in Pijnacker volgens meting d.d. 26-1-1666 groot 7 morgen 2 hond. Item nog een partij hooiland groot volgens gelijke meting 2 morgen 3 hond 14 roeden gelegen achter Niecoop in Pijnacker. (belender o.a.: de kinderen en erfgenamen van Claes Jansz. Berckel)

    2 kind(eren)


  3. Geertje Jacobs Overgaauw .

    ×   Huijch Arijensz van der Taen .

      Testament opgemaakt op 22-1-1654 in Rotterdam:
      Huijch Adriaensz van der Taen, hovenier, en zijn vrouw Geertge Jacobsdr Overgaeu, wonende aan de singel tussen de Schiedamsepoort en de Havensepoort, waar uithangt het Swarte Paert, benoemen elkaar tot erfgenaam. De langstlevende moet aan de abintestaat erfgenamen een geldbedrag uitbetalen.


  4. Lijsbet Jacobs Overgaauw .
    Lijsbet Jacobs trad op als getuige bij de doop van Cornelis Michielsz Overgaeuw (?) , de doop van Jacob Michielsz Overgaeuw (?) .


  5. Jan Jacobsz Overgaauw .

      Hun zoon Jacob ging in Zuidland wonen.

    ×   Pleuntgen Leenders .

    2 kind(eren)


  6. Neeltgen Jacobs Overgaauw , † <5-1645 .


  7. ? Arijen Jacobse Overgaauw , *Pijacker ±1611 .

    ×   Trijntgen Pijeters , * ±1615 , † >4-1650.

    3 kind(eren)


  8. Claasje Jacobs Overgaauw , *Pijnacker ±1615 , † >10-1686 .

      Claasje Jacobsdr. Overgauw, geb. Pijnacker op de “Overgauw”, bouwvrouw, overl. na 2-
      11-1686.
      Op 22.3.1663 waren zij nog in leven.

    × Delft 14-11-1640   Waling Bastiaansz Groenheide , † <1681.

      Waling Bastiaansz. Groenheide, bouwman, schepen Abtsrecht tussen 1647 en 1672, volger in de Zuidpolder onder Delfgauw 1657, overl. 1672-1680.

      Waling is een zoon van Bastaan Ariensz., bouwman aan de Oostzijde van de Schie onder Abtsrecht, overl. ald. 1620-1637, testeerde als Bastiaan Arijensz. van Hoogewegen 1-10-1620 te Delft (not. Uytenbrouck) met zijn huisvrouw Neeltgen Arijensdr., overl. na haar man, na 7-2-1637

    1 kind(eren)


  9. Jacob Jacobsen Overgaauw , * ±1619 .
    Jacob Jacobsen trad op als getuige bij de doop van Jacobus (Jacob Cornelisz) Overgaauw .
      24 jaar oud op 17-11-1643

      Op 17-11-1643 in Rotterdam werd een verklaring afgelegd:
      Huijgh Ariensz, hovenier, 29 jaar, Jan Melten van Leeuwen, 25 jaar, en Jacob Jacobsz Overgauw, 24 jaar, arbeiders, wonend aan de Cingel buiten de stad, verklaren op verzoek van Jan Hennekin, coopman, het volgende: ze hebben in opdracht van hem een nieuwe sloot van 15 voet breed gegraven tussen het buitendijkse land van de stad en zijn laan, en tussen de berm van de dijk en zijn land. De oude sloot was maar 6 voet breed, en de nieuwe breedte is van zijn land afgegaan.

      Rotterdam, 14-12-1655:
      Pieter Blanckert, schepen, verhuurt aan
      Jacob Jacobse Overgau won. te Hillegersberch een achterhuis, berg en schuur met 35 morgen land, waar huurder reeds woont.

      Te Hillegersberg op 16-1-1660 is gekomen Jacob Jacobsz Overgauw, weduwnaar van Aeltje Jans, en heeft uitkoop gedaan tegen Cornelis en Claas Jansz Huijsman als omen en voogden over Maritge Jacobs, nagelaten weesdochter van de voorszegde Aeltje Jans, bij hem geprocreëerd.

    ×   Aeltje Jans ( Huijsman) , † <1660.

    × Maasland ±1660   Claesje Cornelis van der Pruijs .
      Otr. op 28-12-1659 in Rotterdam, Hillegersberg.
      Jacob Jacobsen Overgaeuw, wed. van Aeltge Jans, van Hillegersberg, met Claesje Cornelis van der Pruijs, j.d. geb. de Boonder Sluijs in Maeslandt, met attestatie van Maeslant, naar Maesland.

      Claesje Cornelis trad op als getuige bij de doop van Jacobus (Jacob Cornelisz) Overgaauw .

    3 kind(eren)


  10. Cornelis Jacobsz Overgaauw , * 1623 , ~Delft 11-10-1623 , † >3-1674 .
    Cornelis Jacobsz trad op als getuige bij de doop van Neeltje Jacobse Overgaauw , de doop van Cornelis Arijens Overgaauw (?) .

      Testament op 4-8-1654 in Rotterdam: Cornelis Jacobsz Overgauw of Overgaeu, huijstimmerman en zijn vrouw Inggetge Ariensdr, wonend te Hillegersberch op het dorp benoemen elkaar wederzijds tot erfgenaam.

      Corn. Jacobss Overgaeu (Timmerman) wordt in 1656-58 in Hillegersberg genoemd.

      Cornelis was in 1674 timmerman te Hillegersberg. In 1665 werd hij ald. vermeld als diaken. In 1677 was hij schepen van Hillegersberg.

      Op 1-4-1674 in Hillegersberg waren Cornelis Jacobsz. Overgaeuw en Ingetie Ariens getuigen bij de doop van Cornelis, zoon van Marijteie Jacobs Overgaeuw en Micchiel Jansz. Verhoef.

      Corn. Jacobss Overgaeu wordt op 9-5-1683 in Bleiswijk vermeld als de vader van Leendert Corneliss Overgaeu.

    × ±1655   Ingetgen Aerjens Oomneeltgen , † >3-1674.

      Ingetgen Aerjens Oomneeltgen is een dochter van zoon Adriaen (Arien) Cornelisz. Oomneeltgen, j.m. van Hillegersberg, won. Berschenhoek, in 1615 wonend in Zegwaart, en diens vrouw Neeltje Gerritsdr., j.d. van Zegwaard, ged. op 2-5-1593 in Zoetermeer, overl. 4-2-1663. Arien was een zoon van Cornelis Willemsz. Oomneeltgen, die in 1602 Heilige Geestmeester was en getrouwd was met Leentgen Adiraensdr. Hun boedelscheiding was op 11-8-1615.
      Zie: "Ons Voorgeslacht" 2019, blz. 475 e.v.

      Op 5-5-1664 te Hillergersberg zijn gekomen:
      - Willem Ariensz Versijen, weduwnaar van zaliger Neeltje Gerrits, te voren geweest zijnde weduwe van Arien Cornelis Oomneeltgen, ter eenre, en
      - Adrian Huijbertsz van Deventer, enige zoon van Neeltge Ariens zaliger,
      - Maritge Ariens, weduwe van Pieter Dirx van der Meer,
      - Cornelis Jacobsz Overgauw, gehuwd met Ingetje Ariens en in de naam van
      - Jan Jansz ’t Hoen, gehuwd met Pleuntge Ariens, mede in de naam van
      - Agnietge Ariens, meerderjarige ongehuwde dochter,
      - allen voor zichzelf, en Bartholomeus Jansz Braet als voogd over Jan Willemsz, Pleuntge Willems en Arien Willemsz Uchtenbroek, kinderen van zaliger Leentge Ariens, daer vader af is Willem Jansz Uchtenbroek, Maritge Willems, weduwe van Michiel Pouwels Smit, Gerrit Willemsz Versijden en Ariaentge Willems Versijde,
      tezamen kinderen en erfgenamen van Neeltge Gerrits voorneomd zaliger, en zij hebben verkaveld.

      Ingetie Ariens was op 26-12-1678 in Hillegersberg getuige bij de doop van een kind (naam níet genoemd) van Harmen Ariensz. Overgaeuw.

      Ingetgen Aerjens trad op als getuige bij de doop van Jacobus Jansz Overgaauw (?) , de doop van Neeltje Jacobse Overgaauw .

    3 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.