Henric Gillisz
(Heijnrick Gielisz)
van der Hoeck
, † <8-1539.
Zoon van
?
.
HEIJNRICK VAN DER HOECK GIELISZ. is mogelijk een zoon van Gielisz van der Hoeck Henricxsz.
In 1542 droegen Gillis van der Houck Henricks, Wolfert van der Houck Henricks, Kathelijn Henrick van der Houckxdr, Anneke en Jenneke Henrick van der Houckxdrs aan hun moeder Lijsbet, Henrick van der Houcks weduwe, de helft over van een aantal stukken land en rentes.14 In de akte die deze overdracht beschrijft, beloofde Wolfert zijn beide onmondige kinderen, achtergelaten bij Marike Baijens, op te voeden.
Op 15 april werd Marike ook genoemd toen Wolfert van der Hoeck Henricksz aan zijn broer Gielis ten behoeve van de weeskinderen van Adaem van der Duijn, met name Reijnier, Mechtelt en Adam, drie Carolusgulden jaarlijkse rente verkocht. Deze Adam was ambachtsheer van Sprang geweest. Gielis van der Hoeck was niet alleen schout van Sprang, maar ook rentmeester van Mr Jacob van der Duijn, Adams zoon en opvolger.
×
Lijsbeth (Lijske) Verduijn
, * ±1490
, † ±1579.
Zij hadden zonen Gielis en Wolff, droogscheerders.
Kinderen:
-
Wolfert Henricks van der Hoeck
, † ±1547 .
×
Marike Baijens
, † <1543.
2 kind(eren)
-
Gielis Henricks van der Hoeck
, † <10-1580 .
Gielis Henricks van der Hoeck was de schout van Sprang 1538-51.
Hij werd in 1554 samen met zijn moeder, Lijsbeth Heijnrick Gielisz.’ weduwe, genoemd.
Gielis van der Hoeck was in Sprang ook rentmeester van Mr Jacob van der Duijn, zoon en opvolger van Adaem van der Duijn.
Opten xxvije decembris anno xLvj [..] soe is voer ons comen Gerijt Henricxz ende heeft over gegeven met eender vrijer giften zoe recht is Gielis vanden Hoeck Henricxz.
In 1548 werd de voogdijrekening betreffende Heijnrickske en Lijske bij het gerecht ingediend. Daaruit bleek dat hun voogd Gielis Henricks van der Hoeck was, de schout van Sprang. En de kinderen waren die van zijn overleden broer Wolfert Henricks. Van Gielis waren de ouders bekend: hij werd in 1554 samen met zijn moeder, Lijsbeth Heijnrick Gielisz.’ weduwe, genoemd. In 1542 werd het hele gezin vermeld: toen droegen Gillis van der Houck Henricks, Wolfert van der Houck Henricks, Kathelijn Henrick van der Houckxdr, Anneke en Jenneke Henrick van der Houckxdrs aan hun moeder Lijsbet Henrick van der Houcks weduwe de helft over van een aantal stukken land en rentes.14 In de akte die deze overdracht beschrijft, beloofde Wolfert zijn beide onmondige kinderen, achtergelaten bij Marike Baijens, op te voeden. Op 15 april werd Marike ook genoemd toen Wolfert van der Hoeck Henricksz aan zijn broer Gielis ten behoeve van de weeskinderen van Adaem van der Duijn, met name Reijnier, Mechtelt en Adam, drie Carolusgulden jaarlijkse rente verkocht. Deze Adam was ambachtsheer van Sprang geweest. Gielis van der Hoeck was niet alleen schout van Sprang, maar ook rentmeester van Mr Jacob van der Duijn, Adams zoon en opvolger.
-
Catelijn Henricx (Kathelijn Henricksdr) van der Hoeck
, † >4-1581 .
Kathelijn Henrick van der Houckxdr. Zij procedeerde als Lijn Henricxdr. in 1580 tegen de andere erfgenamen.
-
Anneke Henricksdr van der Hoeck
.
Anneke en Jenneke Henrick van der Houckxdrs. Anneke is vermeld in 1542 en 1544.
-
Johanna (Jenneke Henricksdr) van der Hoeck
.
Johanna is vermoedelijk de moeder van Sebert Hendricks of van diens huisvrouw Joostke Dircksdr.:
SEBERT HENRICKS is overl. tussen 27 mei 1581 en 5 aug. 1595. Hij tr. JOOSTKE DIRCKSDR., overl. voor 25 juni 1624.
Sebert Henricks was mogelijk de (schoon)zoon van Johanna (Jenneke) Henricksdr. van der Hoeck. In 1562 was Gielis van der Hoeck voogd over haar kinderen. Seberts dochter Jenneke, die dan naar haar grootmoeder vernoemd zou zijn, zou later trouwen met Hendrick Jans Persijn, de schout van Sprang.
In Sprang op 11-2-1608 was sprake van "die erffinisse van Joostken Seberts wedue".
Sprang, 4-2-1608:
Dat voor ons comen is Lauris Geeritss, ende heeft overgegeven met een vrij gifte zoe als recht is, Wouter Gijsbertss, eenen acker lants gelegen in Vossen ambacht inde oude straet, waer ten oosten naest geerft is Aert Thoniss de Greeff, ende aen de weest zijde Jan Thonis Moenss, streckende vander
Aedestraet noortwaerts op tot den dwaers wech toe, ende Lauris Geeritss heeft gewilcoert ende gelooft desen voorss acker lants te vrijen ende te waeren. Ende allen voor commer aff te doen tot desen dagen toe behoudelijck dat Wouter Gijsbertss gehouden sal sijn temaken allen schouwen, die met recht desen acker lants toestaet te maken.
Actum desen XIIII en Januaris anno XVIc ende acht, present heemraders, Hendrick Arienss Oerman, Frans Corstiaenss ende Denijs Janss. Memorie voor Hendrick Sebertss van seeckere peningen daer
hij de huijsinge mede gecoost heeft van Frans Bastiaenss bij specie als volcht.
Inden ijersten.
- Joostgen Seberden Hendrick haeren soon vuijt greijct tot houwelijcx goet ------ Ic gl.
- Noch heeft Henr Seberden op genomen in gelde ---------------------------------- Ic L gl 150.
- Noch heeft den selven met bouste weijen ofte met weijen geprospereert ------- Ic L gl.
- Noch van een vette beest ontvanghen uit wullen laecken gerede penn bij sijn huijsvrouwe In houwelijck gebrocht samen geestimeert in gelde ter somme van ontrent ---------------------- L gl .
Somme IIIIc L gl.
Joostgen Seberts weduwe heeft dese punten bekent dat soe waerachtich is als boven geschreven staet, in presentie Hendrick Anthoniss Schout, Jan Janss ende Hendrick Arienss Oerman, actum desen IIII en februaris anno XVIc ende acht.
Op huijden desen ixe december anno 1617 [in Capelle] compareerde Dirck Sebertss, mede namens Lis de Roij, sijns huijsvrou moeder, ende mede namens Johannes van Isem[??], procuratie Sprangh 18-11-1617, ende gaff over met een verlijesoo als recht is ten behoeve van Jan Antonis de Leeu. Betaald werd via een wilkeur.
Sprang, 18-12-1628:
Reeckeninge ad reliqua voor Hendrick Janss Persijn van sijnen ontfanck ende vuijtgeeff van Jenneken Sebertss, sijne huijsvrou. Het saldo gaat naar Hendrick, de kijnderen van Handrick Sebertss, Kijnderen van Dirck Sebertss, de kijnderen van Dielis Sebertss ende de kijnderen van Cornelis Sebertss. Aldus gereeckent in presentie Jacob Thoniss, schout Eeten, als administrateur van de kijnderen van Dielis Sebertss, Aelbert Meertens x Sijken Lambertss weduwe van Dielis Sebertss, Hendrick Adriaenss Back als voocht van de kijnderen van Dirck Sebertss, Herbert Janss x Martijntken Hendrickss mede namens sijne huijsvrouwe broeders ende susters, Sebert Hendrickss, present, Herbert Janss mede als voocht van de kijnderen van Cornelis Sebertss ende Neeltken Hendrickss weduwe van Cornelis Sebertss.
Toegevoegd:
Peter Peter Jacobs als voocht van de kijnderen van Handrick Sebertss ende
Herbert Janss x Martijntken sijn voldaen.
Gedoopt in Sprang op 13 mei 1632: Leijsken, dochter van Sebert Handrichs.
Gedoopt in Sprang op 2 april 1634: Jan, zoon van Sebert Handrichs, ruiter in Den Bosch.