Jan Gijsbrechtsz in den Engel .
Zoon van ? .

Afb. Dordrecht   


Kinderen:
  1. Hillegont Jans van den Engel , † <12-1620 .

      Cornelis Pietersz. Viskil wordt op 19 nov. 1620 als oom benoemd tot een van de voogden over de kinderen van zijn schoonzusje Hillegont Jansdr. van den Engel en Pieter Pietersz. Schelling.
      † vóór 19 nov. 1620

    × Strijen 20-4-1615   Pieter Pietersz Schelling , * ±1593 , † >10-1620.
        Zoon van Pieter Lambrechts Schelling en Catharina Jans (Trijntje Jans) Lievens (Levinus) .
      Otr. op 4-4-1615 in Dordrecht.

      Pieter Pietersz. Schelling, geb. omstreeks 1594, schoenmaker te Strijen, pachter van het recht van de waag te Strijen.

      Op 19 nov. 1620 worden Jan Pietersz. Schelling en Cornelis Pietersz. Viskil, als ooms tot voogden gesteld over de twee kinderen, Lambert en Jan, van Pieter Pietersz. Schelling en de overleden Hillegont Jansdr. van den Engel. De jongste zoon Jan Pietersz. Schelling, wonend in de Mariapolder onder Prinseland, overlijdt rond 1670. Over het voor hem gereserveerde deel uit de nalatenschap van zijn tante Neeltje Jansdr. van den Engel, dat hij niet bij leven opeiste, werd na zijn overlijden Herman van Reverhorst, die het erfdeel onder zijn beheer had aangesproken door erfgenamen van vaderszijde van de overledene. Eén van de meest volhardende eisers was Claes Jansz. Schelling, een in Westmaas wonende schoenmaker.

      Dinteloord, 14-4-1624: Pieter Pieterse Scellinc uit Strijen, weduwnaar van Anneken Otten, trouwt May Jans, jonge dochter van Millingen, beide wonend in Prinsenland. Getuigen: Cornelis Bolkool, Herman Jacobsen, Sara Roosen en Mayken Jeroens.
      † ná 19 nov. 1620

    2 kind(eren)


  2. Cornelis Jansz van den Engel , [] Dordrecht 27-11-1657.

      Cornelis Jansz van den Engel, kleermaker te ’s-Gravenhage 7 febr.
      1634,184 meester kleermaker te Dordrecht, testeert te ’s-Gravenhage, testeert 24 sept. 1655.

      Neeltgen Jansdr., weduwe van Jan Cornelisz Kievit testeert op 18 febr. 1650. Zij legateert aan haar broer Cornelis Jansz. ƒ100 ineens.
      Hij is begr. vanuit het Manhuis, Dordrecht (Grote kerk) 27 nov. 1657.


  3. Annetge Jans van Engel , * ±1575 , † Strijen ±1621 .

    × ±1600   Cornelis Pieters Viskil , * ±1575 , † <3-1650.

    5 kind(eren)


  4. Grietje Jan Gijsbrechtsdr (Grietje Jans) van den Engel , *Dordrecht ±1576 , † ±1639 .

      Op 21 dec. 1633 transporteren Engelbrecht Adriaensz Onna en Grietje Jans het bodeambt aan hun zoon Adriaen Engelbrechts van Onna, voor ƒ1000.
      † tussen 12 okt. 1638 en 1640

    × ’s-Gravenhage 25-11-1607   Engelbrecht Adriaansz (van) Onna .
      In de Grote kerk in Den Haag getrouwd.

      Engelbrecht Adriaansz (van) Onna, bode van de Staten van Holland, 1607-1633, 26 febr. 1643 op belijdenis aangenomen te Brielle, zoon van Adriaan Engelbrechts, bode van de Staten van Holland, en Trijn Jacobsdr.

      Engelbrecht hertr. Brielle 19 nov. 1641 Barbara Foppe, wonend binnen Den Briel, weduwe van Leendert Meeuwesteyn.

    2 kind(eren)


  5. Alijdt Jans (Aeltgen Jans) van den Engel , *Dordrecht ±1578 , † ±1659 .

      Aeltgen Jans testeert als weduwe 7 maart 1656 en 22 maart 1657.

      De erfgenamen van Neeltje Jans van den Engel, Grietje Engelbrecht, dochter van Engelbrecht Onna en de kinderen en kleinkinderen van Aeltje Jans van den Engel, tekenen voor ontvangst van deze obligatie op 23 dec. 1671.

      In het testament van Janneken Strick laatst weduwe van Servaes Villeersz op 7 febr. 1634 legateert zij aan Gilles Herlet ƒ200 en aan zijn vrouwszuster (Neeltje Jansdr) ƒ100.

      Aeltgen Jans van den Engel weduwe Gillis Herlet testeerte op 7 maart 1656. Zij prelegateert aan haar dochter Aeltje Herlet 50 gulden en haar zilveren en haar zilveren sleutelraeck, de twee nagelaten kinderen van haar dochter Margareta Herlet eveneens ƒ 50, aan de armen van de Nederduitse publieke kerk en de Remonstrantse kerk elk ƒ 50 ineens. Tot haar erfgenamen benoemt zij haar dochter Lijsbeth Herlet, haar zuster Johan Herlet, rentmeester te Meurs, haar tweede dochter Aeltje Herlet en de nagelaten kinderen van haar dochter Margareta bij Adriaen van Reverhorst.
      Op 22 maart 1657 testeert zij opnieuw, herhaalt de wensen uit haar vorige testament, met uitzondering van de kinderen van haar overleden dochter Margaretha, die nu ieder 50 gulden zullen ontvangen.

      Op 31 mei 1659 machtigt Aeltgen Jans van den Engel haar schoonzoon Harmanus van Reverhorst, meester kleermaker, om ten spoedigste uit haar naam 4200 carolusguldens te innen uit een obligatie van oud-burgemeester Johan Sixti.
      † tussen 31 mei 1659 en 16 juni 1660.

      Na het overlijden van Aeltgen Jans van den Engel, tekent Johan Sixti op 16 juni 1660 een schuldbekentenis: hij is bedragen van ƒ1100 schuldig aan Elisabeth Herlet en Johan Herlet, Harmanus van Reverhorst, man van Aletta Herlet en aan Adriaen van Reverhorst ten behoeve van zijn kinderen.

    × ’s-Gravenhage 16-5-1612   Gillis Herlet , † <3-1650.
      In de Grote kerk in Den Haag getrouwd. Kinderen Lijsbet, Margareta, Aeltje en wsl. ook een zoon Johan.

      Gillis Herlet, geb. in het land van Luik, bode van de Staten
      van Holland en Westfriesland (1613, 1615), resigneert 24 juni
      1622, woont in de Papestraat (1613), in de Korte Hoogstraat of Dronkemanstraat vanaf 1615.

      Gillis Herlet testeert met zijn tweede vrouw op 23 juli 1613.

      Gillis Herlet, bode van den Hove van Holland koopt op 6 mei 1615 van Anthonis Croock, eerste deurwaarder van den Hove van Holland een huis en erf aan de Korte Hoogstraat of Donkemanstraat.
      Het huis vererft op de kinderen van hun dochter Margriet Herlet en Adriaen van Reverhorst.
      † vóór 18 febr. 1650

    3 kind(eren)


  6. Cornelia Jans (Neeltje Jans) van den Engel , * ±1586 , † 1661 .
      mogelijk ged. Dordrecht 1 dec. 1586

      Op 4 juni 1624 komen de voogden van de kinderen van Jan Cornelisz. Kievit en Engelbrecht Adriaensz. en Gilles Herlet
      namens hun schoonzuster Neeltje Jansdr. tot overeenstemming over de scheiding van de boedel: Neeltje’s aanspraak op jaarlijks 10 pond groten Vlaams wordt omgezet in uitkering van een bedrag van 400 carolusguldens ineens, en zij ontvangt de 50 gulden die zij bij huwelijk ingebracht had.

      Jannecke Strick, weduwe Servaes Villeersz, bedenkt Neeltje Jans van den Engel in haar testament van 7 febr. 1634 met ƒ100.
      In 1647 is dit een bedrag van ƒ 150 wegens bewezen ‘trouwe diensten’. Ook haar nichtje Aeltgen Herlet wordt bedacht.

      Neeltgen Jansdr., weduwe van Jan Cornelisz Kievit testeert op 18 febr. 1650. Zij legateert aan haar broer Cornelis Jansz. ƒ100 ineens, evenals aan het Armenhuis te ’s-Gravenhage en de diaconie van de Duitse kerk, aan haar nichtjes kleding en snuisterijen. Zij wil begraven worden in de St. Jacobskerk, de begrafenis mag tweehonderd gulden kosten. Neeltje heeft 28 jan. 1630 ten laste van Holland vier lijfrenten, elk van ƒ 25 ’s jaars verschijnende twee keer per jaar op haar eigen leven en op het leven van de vier jongste kinderen van haar zuster Aeltien
      Jans. Tenslotte benoemt zij tot haar erfgenamen, ieder voor een kwart, haar vier zusjes of hun nakomelingen. Tot executeur testamentair benoemt Neeltge Jans Johan Sixti, burgemeester van Den Haag.

      Neeltje Jans van den Engel testeert opnieuw op 29 juni 1660. Zij bezit een obligatie van 1300 carolusguldens op het Comptoir Generaal van Holland die zij ontvangen heeft als erfportie voor Jan Pieters Schellingh saliger.

      De erfgenamen van Neeltje Jans van den Engel, Grietje Engelbrecht, dochter van Engelbrecht Onna en de kinderen en kleinkinderen van Aeltje Jans van den Engel, tekenen voor ontvangst van deze obligatie op 23 dec. 1671.

      Na het overlijden van Neeltje Jansz. van den Engel wordt een boe delinventaris opgemaakt op 22 juni 1661. Een deel van de boedel bevond zich in het huis van haar neef Adriaan van Reverhorst aan de Dronkemanstraat. Mogelijk was zij daar in huis.
      Zij testeert 18 febr. 1650169 en 29 juni 1660, † vlak vóór 27 juni 1661

    × ’s-Gravenhage 13-11-1622   Jan Cornelisz Kievit , † ’s-Gravenhage 20-12-1622.
      Otr. op 30-10-1622 .
      Op 30 okt. 1622 maakten Neeltje Jansdr en Jan Cornelisz. Kievit huwelijksvoorwaarden. Zij zijn in de Grote kerk in Den Haag getrouwd. Jan was wedr. van Adriaentgen Jaspers.

      Jan Cornelisz. Kievit, schoenmaker, † ’s-Gravenhage 30 dec. 1622, wedr. van Adriaentgen Jaspers.

      Jan Cornelisz. Kievit neemt uit de boedel van zijn schoonzuster Willempgen Lodewijcx op 18 nov. 1618 haar huis in de Molstraat over, dat naast zijn eigen woonhuis staat.173 Hij verkoopt dit huis op 13 jan. 1622 aan de goudsmid Hans Biesen.

      De Weeskamer wijst het woonhuis van Jan Cornelisz. Kievit in de (Oude) Molstraat wordt op 16 juni 1633 als erfdeel toe aan zijn meerderjarig geworden zoon Cornelis Jansz. Kievit.


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.