Willem
(Willem I)
van Egmond
, * ±1180
, † Deutschland 17-5-1234 (gesneuveld), [] Egmond aan den Hoef .
Zoon van
Wouter ("Kwade Wouter") van Egmond
en
Mabelia
.
Willem I van Egmond, ridder (1208, 1226), voogd van de Abdij Egmond (1213, 1226, 1228).
Willem was gehuwd met Badeloch van Haarlem, waarmee hij minstens een zoon had, die Gerard heette en hem opvolgde als heer van Egmont. Gerard is in 1252 overleden en had een zoon Willem, die in 1304 is overleden. Van hen stammen de takken Egmond, Gelre, Buren en Boxmeer.
Eind 1226 bepaalt Hendrik I, abt van Egmond, dat ingeval heer Willem van Egmond (‘fideli nostro, domino Wilhelmo advocato Egmondensis ecclesie’) overlijdt zonder wettige zoon na te laten zijn oudste dochter hem zal opvolgen in de voogdij en in alle goederen die hij van de abdij in leen houdt, en indien hij ook geen dochter nalaat zijn oudste wettige broer.
In het voorjaar van 1234 trok hij mee met Floris IV van Holland als vazal om de stedingers een halt toe te roepen, in een van de veldslagen nabij de Elbe werd Willem gedood. Zijn lichaam werd teruggebracht en begraven in het slotkapel in Egmond aan den Hoef.
×
Badeloch
, † 27-4-1244.
Kinderen:
-
Gerard van Egmond
, † Κρήτη, Ελλάδα 25-12-1242 .
×
? <1240
Mabelia
, † 20-4-1262.
1 kind(eren)
-
Wouter (Wouter II) van Egmond
, † 20-8-1272 (gesneuveld) .
In 1648 werd hij vermeld als ridder.
Heer Willem van Egmond beleende op 25 augustus 1274 in recht erfleen Gerard, zoon van heer Wouter van Egmond, op grond van een wettige broederscheiding met een korentiend in Poeldijk, een korentiend in Assendelft, 10 morgen land bij Honselersdijk en in Naaldwijk, en een smaltiend in Loosduinen, naar inhoud van het handschrift, die heer Jan van Egmond toonde te Rinnegom ‘opten huijse’ toen hij deze goederen verzocht.
Hij is gesneuveld in de strijd tegen de West-Friezen 20 augustus 1272.
×
Beatrix van Haarlem
.
Dochter van
Wouter van Haarlem
en
NN. ("Sophia") van Voorne
(?).
Zij wordt in 1261 vermeld.
Beatrix is een dochter van Wouter van Haarlem, vermeld 1215-1236, overl. tussen 15 september 1236 en 23
november 1245, en getr. met (Sophia) van Voorne, dr. van Dirk van Voorne en Alverade van Cuyk.
Beatrix is een zus van Simon van Haarlem, ridder (1248), vermeld 1245-1280,121 baljuw van Zeeland (1250),
baljuw van Kennemerland (1267), overl. tussen 24 september en 1 december 1280, tr. (1) Beatrix (van Teylingen), vermeld 1279 (postuum), dr. van Willem van Teylingen, tr. (2) Catharina van Dale, overl. voor 5 september 1281,122 dr. van Hendrik II, graaf van Dale en heer van Diepenheim, en Bertha van Bentheim.
Heer Simon van Haarlem geeft op 10 februari 1251 in leen aan zijn zwager heer Wouter van Egmond 6½ en 1/4e viertel land, gelegen op de ‘Hoghe dorpe’ onder Heemskerk, 4 en 1/4e made land, gelegen in ‘Hemeskerker broec’, 18 ‘geers’ land, gelegen op ‘die Grote venne’ in de ban van Heemskerk, die hij uit zijn eigen bezit heeft opgedragen, voorts de helft van de tienden van ‘Scommeer’, alsmede 2 pond Hollands per jaar en 100 hoenen, uit de ‘hurewaer’ van de abt in Limmen, en 2 pond Hollands uit de herftsbede van Oesdom, en bepaalt dat die lenen onversterfelijk zullen zijn.
3 kind(eren)