Heijndrick Gerritsz Cranendonck , * ±1565 , † >8-1618.
Zoon van ? .



× ±1595
    Anna Dircksdr , *Rotterdam, Charlois ±1565 , † <4-1611.    

× ±1615
    Hilletgen Teunisdr (Hilletie Teunis) , * ±1590 , † <1689.
Kinderen:
  1. Gerrit Hendricks Cranendonck , † Rotterdam, Charlois 1645 .
      Charlois, 14-1-1646: Op het verzoek van Dirck Adriaensz. van Stel, vanwege de gemeen
      erfgenamen van Gerrit Heijndrickxsz. Cranendoncq, die is overleden wonende in Katendrecht zonder na te laten kinderen en onder andere roerende goederen nagelaten heeft omtrent 1 morgen land die bij de erfgenamen van ter zijde moet worden geërfd, deze getaxeerd door schout, schepenen en secretaris.


  2. Soetgen Heijnricks (Soetie Heijndricx) Cranendonck , *Rotterdam, Charlois ±1595 , † 1661 , [] Rotterdam, Charlois 1661.

      Op 5-7-1681 testeerde Grietgen Heijnricxs Kanendonck, wede van Geen Aelbregtsz. Zij benoemde tot haar erfgenamen o.a. de kinderen van de overleden Soetgen Hendricxs Kranendonck.
      Charlois, 1661:
      "Ontfangen van de weduw van Jan Pietersz. Winter dat haer soon int hooghkoer beraven leijt".
      "Ontfangen van de kinderen van Jan Pietersz. Winter dat haar moeder int hooghkoer begraven leijt".

    × ±1620   Jan Pietersz de Winter , *Rotterdam, Katendrecht ±1590 , † 10-1656, [] Rotterdam, Charlois 12-10-1656.
      Jan Pietersz de Winter was getrouwd met een dochter van Hendrick Gerritsz Cranendonck. Hun kinderen werden in 1661 vermeld onder de erfgenamen van hun tante Grietje Hendricksdr. Cranendonck.
      Kinderen o.a. Pietertje, Pieter, Ariaentje en Soetie. Hun dochter Adriaentje’s zoon Hendrick werd ook weer Cranendonck genoemd.

      Hij was een zoon van Pieter Willems de Winter.

      Op 11-4-1640 in Charlois compareerde Lenert Adriaensz. Molenaer, inwoner van Charlois. Borgen voor hem zijn Jan Pietersz. Winter "sijn huisvrouwen vader" en Geen Aelbrechtsz. als "oom van sijn huisvrouwen".

      Charlois, 28-4-1657: Leendert Ariensz. Molenaer, wonende in Katendrecht, als getrouwd hebbende Pietertje Jans Winter, en Gijsbert Fransz Baertman, als getrouwd hebbende Adriaentje Jans Winter, beide kinderen en erfgenamen van zaliger Jan Pietersz. Winter, transporteren aan Maeerten Dyngmansz. Boel, onze inwonder, ca. 1,5 mr. land in Robbenoort onder de jurisdictie van Charlois, he naangekomen bij erfenis van hun vader.

      Rotterdam, 12-6-1657:
      Christiaen Maeskant, secretaris van Godschalksoord en Mijnsherenland van Moerkercken, legt een verklaring af op verzoek van Leendert Grool, wonend op het ...huis. Hij is enkele maanden geleden met Pieter Jansz Winter, Aelbrecht Jansz Winter, Claes Coenen uit Barendrecht en Grool in den Haag geweest, voor de zaak die Grool en zijn broers en zusters heeft tegen Claes Coenen en Aelbrecht Jansz de Winter als gemachtigde van de weduwe van Jan Pietersz Winter. Hun zaak werd voorgelegd aan de volgende arbiters: de Mrs.Johan van den Andel, Merten van der Goes, Abram Pandelaert en Rochus Moleschot. Na de verhoren zijn ze weer naar Rotterdam vertrokken, naar het huis van Mees Cornelisz van der Houck. Ze hadden het nog steeds over de zaak en hij heeft toen Claes Coenen horen zeggen, dat hij een dag of twee geleden voor deze zaak al in den Haag was geweest, en daar gesproken had met de advocaten Pandelaert en Strijen, en dat de eerste had gezegd, dat de weduwe van Jan Pietersz Winter wel gelijk zou krijgen. Hierover was de tegenpartij niet te spreken.
      Eveneens compareerde Dieuwertgen Dircx, de vrouw van Mees Cornelisz van der Houck, 43 jaar oud, die verklaarde dat de bovengenoemde lieden inderdaad ’s avonds laat bij haar thuis waren gekomen en daar ook gelogeerd hadden. Ze had gehoord dat die dag uitspraak gedaan was en dat Claes Coenen en Aelbert Winter zeiden dat zij de onderwerping aan het oordeel van de advocaten niet hadden gedaan, zonder vooraf te weten welk advies er uit zou komen. Hierop zei de tegenpartij dat de advocaten dus omgekocht waren, hetgeen Claes Coenen toegaf, er bij voegende, dat het iedereen vrijstond zulke praktijken uit te oefenen en dat ze dat zelf ook hadden mogen doen.
      Verscheen ook Pieter Jans Winter, wonend in Mijnsherenland van Moerkerken, 38 jaar oud, die, na aanhoren van de verklaring van Dieuwertgen, verklaart het daarmee eens te zijn.

      TERZIJDE:
      * Comelis Aerssen Trappenburg tr. in Schoonhoven op 7-1-1698 met Soetje Arentse de Winter en had een zoon Jan, ged. te Berkenwoude op 10-6-1704.
      * Er is een Haagse ondertrouwakte van 29-10-
      1673, waarin een Joosjen Ariens de Winter als jonge dochter van Hoogvliet in ondertrouw ging met Jan Jansz. Starre, weduwnaar wonende in Den Haag.

      Jan Pietersz trad op als getuige bij de ondertrouw van Pieter Jansz (de) Winter , de ondertrouw van Otto Bastiaans (Oth Bastijaens) Maaskant .

    6 kind(eren)


  3. Lijntgen Hendricks Cranendonck , * ±1595 , † 1648 .

      Lijntgen is vermoedelijk te Katendrecht geboren en te Charlois overleden.

      Rotterdam, 13-11-1640:
      Lijndghen Heindricxz Cranendonck, weduwe van Leendert Bastiaense Sleurp, geassisteerd door Dirck Adriaense Stelt, boer, wonende in’t Catendrecht, haar gecooren voocht, verkoopt aan Pieter Clementsz Pors, haar schoonzoon, 250 roeden land in Chaerloos in het Santblock, plus de helft van het huis en de boogerd en gereedschap, voor 120 gulden. Na de dood van verkoopster moet de koper de helft betalen aan Adriaen Leendertse Hoosge, de man van Aryaendgen Leendertsdr, de dochter van de verkoopster.
      Dirck tekent als Dirck Aeriensse van Stel. Belendingen: Adryaen Leendertse Pors, de Sandwegh Pieter Clementse Pors, de vijver.

      Rotterdam, 4-2-1642:
      Lijntgen Heyndricxdr Cranendonck, weduwe van Leendert Bastiaensz Sleurp, met assistentie van haar voogd Dirck Adrijaensz Steltboer, wonende te Catendrecht, verkoopt aan haar schoonzoon Pieter Clementsz Pors: 250 roeden land in Chaerlois in het Santblock, plus de helft van de opstallen, voor 1200 gulden. Hij zal dit na de dood van zijn schoonmoeder, die in het huis mag blijven wonen, betalen aan Adriaen Leendertsz Hoosge, vrouw van haar dochter Adriaentge Leenderts, en hemzelf. Belendingen: Adriaen Leendertsz Pors, de Santwech, Pieter Clementsz Pors, de rivier.

      In het cohier van de 200e penning, opgemaakt op 2-11-1646, over de staat van personen, wonende te Charlois, staat "de weduwe van Lenert Bastiaanse Slurp" aangeslagen voor 2000,-.
      In 1647 verkocht Lijntje een huis en erf te Charlois voor f1200 aan haar dochter Annetje Leenderts Slorp, die voor dit bedrag bij haar in de schuld kwam te staan.

      Op 30-8-1647 worden vermeld: Lijntge Hendricx Cranendonk, wedue van Leendert Bastiaens Slerp, en haar dochter Ariaentje Leenderts Slerp, wede. van Arien Leenderts Hoosje Za., beide wonende te Charlois.

      Rotterdam, 8-2-1652:
      Sebasteaan Willemsz Schulperoot (Schilpperoort), 60 jaar, en Abraham Heijnriksz Verduijn, 54 jaar, beiden wonende in Saarloijs over Maas, getuigen voor de eveneens in Saarloijs wonende Leendert Cornelisz Smeer.
      Zij zijn op 22 mei 1649 ten huize van de schout van Saarloijs geweest met Smeer en Pieter Clementsz Pors, Leendert Cornelisz Plokhaar en Eeuwout Arentsz Verschoor.
      Zij hebben in de regtkamer gehoord en gezien dat Smeer en zijn zwager Pors spraken over de erfenis van Lijntge Heijndriks Kranendonk.

      Charlois, 20-6-1654:
      Annetge Leenderts Slurp, weduwe van Pieter Clementsen Pors, en Leendert Cornelissen Smeer, als man en voogd van Adriaentje Leenderts Slurp, erfgenamen van Leijntgen Heijndricx Cranendoncx zaliger, wonende in Charlois, eisers, contra de weduwe van Jan Warboutsen en diens erfgenamen, mede wonende te Charlois, als borg en principaal in zijn leven geworden zijnde voor Heijndrick Louwens, wonende in Katendrecht, en ten behoeve van Lijntgen Heijndricx Cranendoncx, volgens akte van borgtocht d.d. 22-2-1643. Geeist werd onmiddelijke betaling van 100 Car.gld. alsmede de kosten van de zaak voor het gerecht van Charlois.

      Rotterdam, 20-11-1654:
      - Leendert Cornelisz Smeer, te Charlois, ter ener zijde, en
      - Annetge Leendertsdr Sleurp, weduwe van Pieter Clementsz Pors, zij wordt bij gestaan door haar voogd Bastiaen Arijensz Slorp, ter andere zijde.
      Er is onenigheid over de nalatenschap van Lijntgen Henricx Cranendonck, weduwe van Leendert Bastiaensz Slorp. Het handelt over een som geld van 1200 gulden voortkomend uit de verkoop van een huis met erf. Zij willen door arbitrage de kwestie op lossen. De arbitrage bestaat uit de volgende personen Abraham Henricx Verduijn, Bastiaen Willemsz Schilperoord, Staes Dircx van Jaersvelt, Wouter Huijgen op de Wael, Bastiaen Arijensz Slorp, Herman Arentsz Montfoort, Ewout Aertsz, en Dirck Aertsz Verschoor, hun bevindingen leggen zij voor aan Maerten Deijm en Adriaen Copmeijer, en hun uitspraak is bindend. Hoe de uitslag ook is het geld gaat naar de armen van Charlois.

    ×   Lenaert Bastijaensz Slorp , † <1628, [] Rotterdam, Charlois .
        Zoon van Bastian Adriaensz Slorp en Ariaentje Wouters .
      Kinderen: Annetge en Adriaentgen.

      Leendert was een zoon van Bastiaen Adriaensz. Slurp (begraven in 1596 in Charlois) en Ariaentje Woutersdr. (begraven in 1610 in Charlois). Adriaen Bastiaensz. Slorp werd in 1613 in de kerk van Charlois binnen ’t cruijswerck begraven. Zijn weduwe was Maertgen Pietersdr.

      Lenaert Bastijaensz Slorp was in 1605 ’carckmeester’ van Charlois.

      In 1613 verwierf Leendert een leen van Putten, bestaande uit ¼ deel van 3½ morg n de Kulck te Charlois, dat in 1639 overging op zijn dochter Ariaentje, gehuwd met Adriaen Lenertsz. Hoosgen.

      Charlois, 1-12-1618: Cornelis Adriaensz. Keijser houtcooper tot Rotterdam heeft getransporteerd aan Lenart Bastiaensz. Slorp onze mede schepen omtrent 3 morgen land gelegen in Charlois in het Rietblok.

      Pieter Hendrikse Verboom met Leendert Bastiaanse Slorp en Willem Michielse Verschoor worden in Sept. 1624 in Charlois vermeld.

      Charlois, 25-5-1626:
      Cornelis Cornelisz. ’t Jongh wonende in Barendrecht heeft getransporteerd aan Heijltgen Sijmonsdr. weduwe van Pieter Lenertsz. Weert wonende op Smitshoek een huis en erf in Charlois op Smitshoek.
      Er is een bijbehorende schuldbrief. De weduwe wordt geassisteerd met Lenert Bastiaensz. Slorp onze mede schepen haar gekoren voogd in deze.

      Charlois, 10-4-1627: Arent Pietersz. Kijvidt wonende tot Rotterdam voor hem zelf en als procuratie hebbende van Willem en mr. Cornels Kijvit mede voor haar zelf en als voogden van haar minderjarige zusters als kinderen en erfgenamen van Pieter Arentsz. Kijvit in zijn leven brouwer in de Druijf tot Rotterdam heeft getransporteerd aan Lenert Bastiaensz. Slorp mede schepen omtrent 3 morgen 300 roeden land gelegen in Charlois in het Rietblok.

      In maart 1631 werden de bieraccijns van Charlois voor een halfjaar verpacht aan Jacob Willemse met Leendert Bastiaanse Slorp en Gerrit Adriaanse Molenaar. In September 1624 waren ze verpacht aan Pieter Hendrikse Verboom met Leendert Bastiaanse Slorp en Willem Michielse Verschoor.
      Charlois, 1636: Ontfangen wt handen van Lijntgen Heijndrickx vandat Lenert Bastiaensz. Slurp haar man sa. inde voorkerck begraven is iiii £.

    2 kind(eren)


  4. Joachim Heijnricksz (Jochem Hendricks) Cranendonck , * ±1600 , † Oud-Beijerland 12-2-1652 , [] Oud-Beijerland 1652.

      Oud-Beijerland, 5-10-1624: Bastiaen Arijensz. Notenboom, wonend alhier aan de Sijnckwegt verklaart voor notaris Jacob Spoors schuldig te zijn aan Anthonis Dirrixsz. vander Ste, wonend tegenwoordig in Nieuw-Cromstrijen de somma van 1300 car. gld. i.v.m. ’de overneminge vande beterschap van ontrent’ 191/2 mergen ’bruijckweer’. Hij betaalt 200 car. gld. per jaar m.i.v. ’lichtmis dage’ 1625.Jochem Heijndrixsen, [ondertekent als Jochem Heijndricks Kranendonck] wonend alhier op de Hogeworff en Barent Elders, wonend in Saerlois, staan borg. Getuigen: Cornelis Geerloffs Langeweg en Jan Heijndrixsz. de Groot.

      Charlois, 3-5-1645: Barent Eldertse, Jochem Hendrikse Cranendonck, man van Aalbrechtje Eldertse en Mateeus Cornelisse [Velthoen], man van Jannetje Elderts, kinderen en erfgenamen van Eldert Janse, verhuren twee percelen weiland in het abtsblok.

      Charlois, 25-4-1648: Barent Eldertsz., onze inwoner, heeft getransporteerd aan Jochem Heijndrickxsz. Cranendonck wonende in Oud-Beijerland een derde deel van omtrent 3 morgen weiland gemeen in de voorsz. omtrent 3 morgen in Charlois in het Abts Blok.

      Oud-Beijerland, 2-1-1650: Arien Jansz. van der Mast, wonend onder Moerkercken, verklaart voor notaris Cristiaen van Vliet schuldig te zijn aan Jochum Hendricksz. Cranendonck de somma van 615 gld., 12 st. ’als reste van meerder somme van overneminge van sekere weijde hem compt. bekent ende tot sijnen contentemente vande voors. Cranendonck overgenomen, alsmede over leverantie van een ijecke brugge met een hekge daer op staende.’ Hij zal het bedrag betalen in 6 jaarlijkse termijnen m.i.v. mei 1649. Getuigen: Hendrick van Bergen en Antonij Adriaensen Roothals.

      Oud-Beijerland, 17-2-1650: Jacob Gabrielsz. Schelhouck verkoopt aan Jochum Hendricksz. Cranendonck 5 mergen land in het Tollegors ’soo groot ende cleijn alst selve gelegen is’. Ze leggen de voorwaarden vast voor notaris Cristiaen van Vliet. Cranendonck zal de koopsom van 4701 car. gld., 5 st. betalen in 3 gelijke termijnen, waarvan de eerste in mei 1650 ’nevens de opdrachte’ en de rest een en twee jaar daarna. Getuigen: Arien Jacobsz. van Dalem en Pieter Pleunen.
      Oud-Beijerland, 20-2-1650: Jochum Hendricksz. Kranendonck, ter eenre, en Lenert Lenertsz. de recht, ter andere zijde, leggen voor notaris Cristiaen van Vliet een verklaring af. Jochum Hendricksz. heeft verkocht en geleverd aan de Recht ’drie hoet en een achtendeel somergerst’ op de volgende voorwaarden: ’te weten in gevalle de voors. Cranendonck binnen een jaer, namentl. voor den xxviii januari des toecomende jaer xvic eenenvijftich mocht afflijvich te werden ende overleefft sijn, dat alsdan den voors. Lenert de Recht de gemelte drie hoet 1/8 gerste sal voor niet ende voor de wijncoop hebben.’ Mocht Kranendonck dan nog in leven zijn, dan betaalt de Recht, precies op 28-1-11650 64 car’ gld. per hoet. Getuigen: Cornelis Franssen en Hendrick van Bergen.

      Oud-Beijerland, 7-12-1650: Johannes Pilius [Jan Abramsen Pijl], inwoonder ende coopman alhier, machtigt voor notaris Cristiaen van Vliet zijn schoonvader Jochum Hendricxsz. Cranendonck om te ’compareren voor schout en schepenen van Scharloos ende aldaer mede voor sijn compts derde paert te transporteren cederen ende opte dragen alsulcke ontrent drie mergen lant onder Scharloos,’ die verkocht zijn aan de heer de With te Rotterdam. Getuigen: Johannes Gerritsz. vande Lageweij en Hendrick Turfcloot.

      Charlois, 8-12-1650: Jochem Heijndrixsz. Cranendonck voor hem zelf en als procuratie hebbende van Jan Pijl, zijn schoonzoon, beide wonende in Oud-Beijerland, dezelve procuratie d.d. 7-12-1650, en Matheeus Cornelisz. Velthoen tot Ridderkerk als erfgenaam van Eldert Jansz. zaliger elk voor een derde part hebben getransporteer aan de heer Johan Reijniersz. de Witt tot Rotterdam en dat ten behoeve van Jannetgen Loijers nagelaten weeskind van Abraham Loijer daar moeder van was Jannetgen Reijniersdr. de Witth omtrent 3 morgen weiland in Charlois in het Abtsblok.
      Jochem heeft een grafzerk in de kerk van Oud-Beijerland.

    × <1630   Aelbrechtge Elderts (Aelbrechtje Ellertse) , † <1638.
        Dochter van Eldert Janse (Ellert Jansz) en Leentje Barendse .
      Kinderen: Gerrit, die jong overleed, en Leentge.

      Charlois op 18-10-1640 comp.
      - Eldert Janse, weduwnaar en boedelhouder van Leentje Barendse en voogd over zijn minderjarige kinderen, alsmede zijn meerderjarige kinderen, Barent Ellertse,
      - Teeuw Cornelisse, man van Jannetje Ellertse,
      - Jochem Hendrikse Kranendonk, man van Aelbrechtje Ellertse en Barend Jorisse als voogd van de kinderen van Aelbrechtje Ellertse;
      [zij] verkopen 2½ morgen teel land gelegen in Robbenoord in het sepsenblok, belend ten oosten en zuiden de heer Huijssen ten westen Leendert Dinghen en ten noorden advokaat d’Ouw en Adriaan Fredenburg. koper blijft Bastiaan Genen voor 2275 gulden, borgen Santwech en schout Pors. Voorts wordt verkocht vee, kleding, gereedschap en inboedel.

    × 1638   Ariaentje Ariens .
      Otr. op 17-1-1638 in Oud-Beijerland.

    2 kind(eren)


  5. Grietgen Heijnricxs Cranendonck , * ±1605 , † 1665 , [] Rotterdam, Charlois 6-4-1665.
    Grietgen Heijnricxs trad op als getuige bij de doop van Dirck Dircksz op ’t Dorp .

      R’dam, 12-4-1650: Grietgen Heynricksdr Cranendonck, weduwe van Geen Aelbertsz., int Saerloysse dorp, benoemt tot haar erfgenamen:
      - Areaentgen Leendertsdr Sluerp, dochter van haar zuster;
      - Leentgen Joachimsdr Cranendonck, dochter van haar broer;
      - Joachim Heynricksz Cranendonck;
      - de kinderen van haar overleden zuster Soetgen Heynricksdr Cranendonck;
      - haar halfbroer Adriaen Heynricksz Cranendonck;
      - haar halfzusters Annetgen Heynricksdr Cranendonck en Maritgen Heynricksdr Cranendonck;
      - Pieter Pietersz den Dubbelden zoon van haar overleden halfbroer Pieter Pietersz den Dubbelden den ouden.
      Dit testament vervangt de codicille gemaakt op 18.3.1636 en de testamenten gemaakt op 29.8.1645 en 26.8.1649, alle gepasseerd voor notaris Jacob Duyfhuysen en de belofte gedaan op 10.7.1649 voor Adriaen Jacobsz Gelttelder en Jacob Clementsz, schepenen te Katendrecht. In deze laatste akte is ten onrechte Pieter Clements Pors tot mede-erfgenaam verklaard.

      Charlois, 23-5-1658: Pieter Jansz. Winter en Ot Maeskant, als getrouwd hebbende Soetge Jansdr. Winter, beide wonende in Mijnsheerenland van Moerkerken, en hebben te samen elk voor de helft getransporteerd aan Grietgen Heijndricxsdr. Cranendoncq, onze inwoonster, omtrent 7 hond 50 roeden land, gelegen in Dirck Smeetsland onder Charlois.

      Rotterdam, 5-7-1661: Adriaentgen Leenderts Slurp, huisvrouw van Leendert Cornelisz. Smeer, dochter van Lijntgen Heijndricxs Kranendonck sal., ontvangt een prelegaat van 298 Car.gld. van Grietgen Heijndricxs Kranendonck, en wordt vermeld onder de erfgenamen.

    × <1637   Gheen Aelbrechtsz , [] Rotterdam, Charlois 1648.
      Op 11-3-1636 maakten zij samen een testament. Zij woonden toen bij het veer van het Tolhuis in Katendrecht. Zij benoemde elkaar tot erfgenaam. Grietje maakte op 5-7-1661 voor een 5e maal een testament, waarin zij al haar familieleden opsomde.

      Gheen Aelbrechtsz was landbouwer te Katendrecht.

      R’dam, 21-4-1648: Grietgen Hendricx Cranendonck te Catendrecht machtigt Pieter Clementsz Pors te Charlois om de boedel af te handelen na het overlijden van haar man.


  6. Annijge Heijndrijcsen (Annighjen Hendrix) Cranendonck , *Rotterdam, Katendrecht ±1615 , † >11-4-1689 .
    Annighjen Hendrix trad op als getuige bij de doop van Arij Leenderts Sparreboom .

      Ridderkerk, 6-6-1650:
      - Annitgen Henricxs Kraenendonck, weduwe van Dirck Arijensz op Dorp, wonende te Slikkerveer, geassisteerd door Arijen Henricxsz Kraenendonck te Charlois, haar broer, en Dirck Dircxsz van der Linde, wonende te Strijen, haar zwager, ter ene, en
      - Jacob Arijensz Nuchteren te Ridderkerk en Cornelis Louwen te West IJsselmonde - als behuwd ooms en testamentaire voogden over de nagelaten weeskinderen van de voornoemde Dirck Arijensz op Dorp - ter andere zijde.
      Zij hebben de nalatenschap in een goede verstandhouding met elkaar verdeeld.

      Rotterdam, 11-6-1652: Huwelijkse voorwaarden tussen
      - Jacob Leendertsz, jonggezel, geassisteerd door zijn vader Leendert Ariensz en Arien Crijnen Huijser de Jonge, allen wonend te Ryderkerck, en
      - Annitgen Hendricxdr, weduwe van Dirck Ariensz op ’t Dorp, geholpen door haar broer Arien Heyndricxz Cranendoncq, wonende in Chairlois, en Jacob Ariensz Nuchteren, wonend te Rijderkerck.
      Sterft de bruidegom binnen 3 jaar kinderloos, dan komt zijn ingebracht bezit geheel aan zijn verwanten. Sterft hij later dan wordt hun bezit als gemeenschappelijk goed beschouwd, met uitzondering van 1200 gulden die de bruid inbracht, voor de opvoeding van haar kinderen bij haar eerste man Dirck Ariensz opt Dorp, en haar eventuele latere kinderen.
      N.B. Volgens aantekening in de marge is de huwelijkse voorwaarde op 10-1-1662 herroepen door het echtpaar, die voortaan in gemeenschap van goederen leven.
      Overleden ná 11-4-1689 en wsl. vóór 29-4-1713.

    × Ridderkerk 24-6-1635   Dirck Arensz op ’t Dorp , *Rotterdam, Charlois ±1600 .
        Zoon van Adriaen Jacobsz opt Dorp en Stijntje Pleunen Verschoor .
      Otr. op 3-6-1635 in Ridderkerk.
      Dirck Ariens, wedr. v. Adriaentgen Huijgen, ende Anneken Hendricx, jongedochter uijt Charlois. Eerste gebod gegeven den 3 junij. Bevestigt in Ridderkerck den 24 junij.
      De nagelaten weeskinderen worden genoemd op 6-6-1650: Arijen (12 jr), Ariaentgen (10 jr), Tonis (8 jr), Barber (6 jr), Hendrick (4 jr) en Dirck (1 jr). Verder waren er nog 2 voorkinderen van Dirck (uit diens 1e huwelijk): Huijch Dircxz. en Stijntje Dircxdr.

      Dirk bekleedde diverse functies in Ridderkerk. Zie: "Ons Voorgeslacht" 1997.

      Ridderkerk, 30-6-1647: Dirck Ariensen op ’t dorp, hebbende onder de predicatie sitten drincken tot den schout, waerover hij behoorden vermaent te worden, was niet bij huijs.

      Uitkoop op 2-12-1648 tussen
      - Pietertgen Pietersdr., weduwe van Ploen Ploen Verschoor, in zijn leven dijkgraaf van Dirk Smeetsland, met Lenert Pietersz. [Welhouck], wonende in Poortugaal, haar broeder en gekoren voogd, ter enerzijde, kwam tot uitkoop
      met
      - Dirck Arentsz. opt Dorp [zoon van Stijntje Ploenendr.] met Dirck Jan Jorisz., wonende beiden onder Ridderkerk, als bloedvoogden, zowel van vaders- als moederszijde, van de 2 minderjarige kinderen van Ploen bij Pietertgen, ter andere zijde.
      De uitkoop betrof de kinderen Petronella, 13 jaar, en Barbara Ploenen Verschoor, 11 jaar oud.
      Pietergen zou in de boedel blijven zitten, o.a. bestaande uit een woning, eigen- en bruilanden, dijkboomgaarden, inkomsten van pachten, inboedel, etc. Daarvoor zou zij haar 2 dochters naar behoren opvoeden etc. tot de leeftijd van 16 jaar. Voor hun vaderlijk bewijs zouden zij dan ontvangen: 8 morgen land in Varkensoord in het derde achtste part en nog 2 morgen 450 roeden en 2 morgen 150 roeden weiland in "De 68 Morgen", alsmede 500 pond vlaams. De kleding en gewaden van de vader zouden ten bate van de kinderen worden verkocht.

    × Ridderkerk 7-7-1652   Jacob Leendertsz Slickerveer , *Rijsoord (ZH) ±1625 , † ±1663.
        Zoon van Leendert Ariensz (Lenaerdt Arienszen) Slickeveer en Swaentgen Jansdr .
      Ridderkerk, 1652: "Jacob Leenders, j.m. van Ridderkerck, met Annighjen Hendrix, wed. v. Dirck Ariens, beide won. alhier, getr. den 7 julij".

      In Ridderkerk op 7-7-1663 bereikte Annitge, wed. v. Jacob Leenderts Slickerveer, geass. met Arijen Hendricx Kraenendonck en Dirck Dircks, haar broeder en zwager, een akkoord met de voogden van de 2 weeskinderen Arijen (8 jr) en Jannitge (6 jr). Dochter Hillighjen is kennelijk jong gestorven.

      Jacob Leendertsen, van Ridderkerk, belijdenis Ridderkerk 12-4-1650, tr. in Ridderkerk met Annighjen Hendricx, geb. Ridderkerk, belijdenis Ridderkerk 27-9-1654, won. tot Joncker Verduijn.

      Jacob is een zoon van Leendert Arijensz en Swaentje Jansdr.
      Overl. tussen 27-8-1662 en 7-7-1663.

    10 kind(eren)


  7. Adriaen Hendricksz (Arijen Henricxsz) Cranendonck , * ±1615 , † ±1664 .

      Hij was landbouwer te Katendrecht.

      Rotterdam, 25-11-1653:
      Hilletgen Teunisdr, laatstelijk weduwe van Dirck Ariensz van Stel, wonende in Chairlois in Catendrecht, verhuurt aan haar zoon uit haar eerste huwelijk Arien Henricxz Cranendoncq, zoon van wijlen Henrick Gerritsz Cranendoncq, 5 margen zaai-en weiland in de Hille aldaar, voor 130 gulden per jaar.

      Charlois, 4-5-1667: Warbout Jansz. an de Wel en Maritgen Ariensdr. weduwe van Jan Warboutsz. bekenden schuldig te wezen aan de weeskinderen van Arisen Heijndricxsz. Cranendonck en Neeltgen Cornelisdr. Smeer de som van 1150 car. gld.
      Overleden tussen 4-11-1663 en 2-7-1665.

    ×   Neeltje Cornelis Smeer , *Rotterdam, Charlois ±1635 .
        Dochter van Cornelis Lenertsz Smeer en Maertgen Pietersdr (Maritgen Pietersdr) .
      Geschat geboortejaar.

      Neeltgen is een dochter van Cornelis Leendertsz. Smeer en zij won. in Katendrecht.

      R’dam, 8-12-1654: Arien Henricxsz Cranendonck en zijn vrouw Neeltge Cornelisdr wonend in Catendrecht benoemen elkaar tot erfgenaam met legaten voor hun kinderen en naaste familie.

      R’dam, 22-2-1660: Cornelis Cornelisz Smeer, wonende in Charlois, benoemt tot zijn erfgenamen zijn zusters Barbara Cornelis Smeer, vrouw van Joris Ariensz Schouten, Leentgen Cornelis Smeer, vrouw van Leendert Pietersz Neeff, en Neeltge Cornelis Smeer, vrouw van Adriaen Heinricksz Cranendonck, zijn broer Leendert Cornelisz Smeer, vervolgens Cornelis Pietersz Smeer, de nagelaten minderjarige zoon van zijn broer Pieter Cornelisz Smeer, en Cornelis Woutersz, de nagelaten minderjarige zoon van zijn zuster Jannetge Cornelis Smeer. Barbara, Leentgen en Neeltgen wonen in Katendrecht, Leendert in Charlois, Cornelis Pietersz in Rhoon en Cornelis Woutersz in Charlois. Cornelis benoemt zijn broer Leendert tot voogd over de minderjarigen, die op zijn beurt een toeziend voogd mag aanstellen.

    2 kind(eren)


  8. Maeijcken Heijndricse Cranendonck , *Rotterdam, Katendrecht ±1620 , † >5-1679 .

    × ±1645   Dirck Dircksz (Dirrick Dirricxe) van der Linden , * ±1620 , † Strijen ±1676, [] Strijen .

    4 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.