Arien Cornelisz (Aerie Cornelise) Brommert , † <1647.
Zoon van ? .



× <1636
    Marijken Wouters .
Kinderen:
  1. Cornelis Ariensz (de) Brommert , † ±1679 .

    × ±1650   Margien Cornelisse van Dijck , * ±1630 , † <1678.

    × Puttershoek 3-11-1677   Ariaantje Jacobs Leenheer , *Rijsoord (ZH) 1656 , ~Rijsoord (ZH) 9-7-1656 , † Puttershoek ±15-3-1735.
        Dochter van Jacob Willemsz (Jonge) Leenheer en Leijntge Arijens Droogendijck .
      Otr. op 16-10-1677 in Puttershoek.
      Ariaentgen was j.d. van Rijsoord. Cornelis was weduwnaar van Marigien Cornelisdr. van Dijck.
      Als weduwe zou Ariaantje hertrouwen met Teunis Wouters van de Grient, zoon van Wouter Thoonisse van de Grient.

      Ariaantje was een dochter van Jacob Leenheer en Leijntje Arijen Drogendijk.

    1 kind(eren)


  2. Wouter Ariaense Brommert , *Puttershoek ±1629 , [] Poortugaal 21-9-1691.
      Wouter Arensz. Brommert, won. Stoutjensdijk, was 33 jaar oud op 29-5-1663.

      Wouter Ariens Brommer(t), j.m. van Puttershoek, wonende onder Oud-Beijerland (1654), weduwnaar, wonende Westmaas (1665), boer in De Group.

      Op de rechtdag van 25 maart 1655 in De Group eiste Wouter Ariensz Brommen, als getrouwd hebbend de weduwe van Hessel Hendricx Renoij, van Hendrick Cornelisz van Dijck de betaling van 38 gulden 8 stuiver vanwege de verkoop van een koe door Hessel destijds gedaan voor Leendert van Dijck.

      Mijnsheerenland, 29.5.1663:
      Wouter Arensz. Brommert, wonende op Stoutjensdijk onder het gerecht van de Greup annex de Westmaas, onder het baljuwschap van Strijen, oud 33 jaar, en Pauwelus Hermanse Snellenberg, schepen van de Greup, verklaren onder eed, dat ene Leendert Coijnen uit NieuwBeijerland herwaarts gekomen is om in de omliggende plaatsen te gaan werken. Verder verklaren zij dat hij bij Wouter Arensz. Brommert in de herberg is komen te logeren. Na enige
      dagen daar te hebben gelogeerd, zal hij tegen de herbergier gezegd hebben: “Wouter, ick sal hier wt u huijs moeten gaen en gaen logeren op een ander, want de gerechten en armmeesters laten weten, dat in dien ick langer hier in u huijs blijve, dat sij mij mijn kinderen sullen thuijs senden, want opdat t hier een herberge is meijnen sij dat ick hier al mijn gelt vertere!”
      Op grond daarvan is Leendert Crijnen bij Gijsbert Leendertse Elant gaan wonen. Na 6 of 7 dagen daar gewoond te hebben, is de predikant van Nieuw-Beijerland met één van zijn kinderen komen aanrijden en heeft het kind voor het huis van Gijsbert Leendertse Elant afgezet en zijn er met paard en wagen weer vandoor gegaan. Dit gezien hebbende zal Leendert Crijnen gezegd hebben: “Wat sal ick gaen maecken, men doet mij groot ongelijck, want die van Nieuw-Beijerland hebben mijn goedje aengeslagen en daer vooren belooft mijn kinderen te houden en nu stieren sij mij één van mijn kinderen alsoo naeckt en bloot thuis. Sij hebben die kinderen oock al willen senden naer Steenbergen, soo sij voorgaven dat de kinderen aldaar geboren waeren, maar sij hebben hen van daer oock moeten weder nemen”.
      Korte tijd na deze woorden, is Leendert Crijnen, geboren onder de jurisdictie van NieuwBeijerland, onder de jurisdictie van Mijnsheerenland overleden.
      Genoemd: Hubbert de Schepper, Heer van Sinchem, oud 36 jaar, en Gijsbert Leenderts Elant, oud 29 jaar.

      Op 6-4-1675 comp. Wouter Ariensz. Brommert, wonende Poortugaal, als procuratie hebbende van Maria Hoogwerf, eerst weduwe van Pieter van Goudswaard, in zijn leven burgemeester van Rotterdam en lest weduwe van Adriaan van Rooijen, in zijn leven dijkgraaf van Groot Zuid Beijerland (de procuratie gepasseert voor Adriaan Maas, nots tot Rotterdam dd 3-4-1675) en bekent de som van fl. 1800 schuldig te zijn aan Adriaan Hogendijk.
      In marge comp. Adriaan Hogendijk, notaris tot Rotterdam, de schuld was afgelost dd 6-11-1675.
      Poortugaal, 1691: Den 21 september is begraven in de kerk van Poortugael Wouter den Brommert Fl. 5.-.-.

    ×   Ariaentgen Hendricks (van (der)) Zijll , † <4-1665.
      Otr. op 27-9-1654 in Westmaas.

      In 1653 komt Hessel Hzn. Renoij zelf nog als koper van een merriepaard en als borg voor, maar op 8 februari 1654 betaalde de
      weduwe van Hessel 15 gulden voor het genoemde paard.

      Op 18 maart 1665 stelde het gerecht van De Group de in Heenvliet wonende Arien Bastiaensen Zegher en de in Geervliet wonende Pieter Hendericks van der Zijll aan tot voogden van moederswege van Henderick Hesselsen, het kind van zaliger Ariaentgen Hendericks bij haar eerste echtgenoot Hessel Hendericks, en van Maijken Wouters, haar kind bij haar tweede man Wouter Ariensen Brommen. Pieter was een broer van de moeder der weeskinderen en Arien was getrouwd met een zuster van haar.
      Op dezelfde dag kwam Wouter Ariensen Brommert, weduwnaar van Ariaentgen Henderick, met voogd Van der Zijll, die tevens de medevoogd verving, en in bijzijn van Zijtgen Henderickx, de vrouw van de afwezige voogd Zeger, na de staat der boedel aanschouwd te hebben tot akkoord over de kinderen hun moederlijke besterfenis. Wouter zou in de boedel blijven zitten die hij met zijn vrouw bezeten had, bestaande uit ’huys, hoff, haeffelijcke en meuble goederen, en daarvoor zou hij de circa negen jaar oude Maijken Wouters (zijn eigen dochter) tot de leeftijd van 18 jaren naar behoren groot brengen en vervolgens kleden en een uitzet naar staat der boedel uitreiken. Aan het voorkind (zijn stiefzoon) Henderick Hesselsen Renoij zou hij bij het op zichzelf gaan wonen zijn kist en ’de kleeren machtich is te verdienen’ uitreiken en in voldoening van zowel zijn vaderlijke als moederlijke besterfenis zou hij met mei
      1665 zes Carolus gulden betalen en aan hem of zijn voogden ’de grootste ’goude rinck’ van zijn moeders juwelen laten volgens, terwijl Maijken Wouters de daarop volgende grootste ’goude rinck’zou krijgen.
      Voogd Pieter tekende als met de naam ’Van Si!’, terwijl Zijtgen haar merkje plaatste.
      Eveneens op 18 maart 1665 verklaarde Wouter Ariensen Brommer in presentie van de schepenen van De Group dat hij de beloofde zes gulden en de grootste gouden ring aan voogd Pieter en aan diens zuster Sijchen Heindrickx uitgereikt had.

    × 1665   Luickje Heindrickx Pervaes .
        Dochter van Hendrick Cornelisz Pervaes (?) en Aerjaentge Jansdr (?).
      Wouter Ariensz Brommer, wedr., won. te Westmaas, en Luikje Hendricx Pervaes, j.d., won. te Poortugaal. Kinderen: Hendrick, Ariaentje & Stijntie.

      Zij was wasl. een dochter van Hendrick Cornelisz Pervaes/Perfaes, boer aan het Molenend te Poortugaal, en mogelijk Aerjaentge Jansdr.

    4 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.