Floris van Brederode , * ±1235 , † >1305.
Zoon van Dirk (Dirk I Drossaard) van Brederode en Alveradis (Alverade) van Heusden .

Floris was ridder - evenals zijn vader en zijn twee broers. Hij was leenman van graaf Floris V van Holland voor het huis te Doirtoge met 33 morgen land in Monsterambacht in het Westland. Hij was ook ambachtsheer voor de ambachten Zegwaard en Zevenhuizen.

Van Floris zijn de namen bekend van 3 zonen en 1 dochter: Dirk, Jan, Floris en Badeloge. Er was nog een dochter gehuwd met Floris van Duvenvoorde (†1301) en eentje met Daniël II van de Merwede, overl. ca. 1282-4.

--

N.B.

* De vrouw van Floris van Brederode zou mogelijk een dochter van Hugo II van Naaldwijk (±1215-±1263) kunnen zijn, die dan het blok de Doortogne onder Naaldwijk bij haar huwelijk in bracht.
* C. Hoek in het CBG Jaarboek 1994 vindt het plausibel dat de Van der Duyns een tak waren van het geslacht Van Brederode.

--
Floris wordt vermeld van 1270 tot 1306. Hij zal in - of kort na - 1306 zijn overleden.

1. Dirk van der Doortoge , † <2-1306 .
   
   ×   Ermengard (Ermgard) , † <4-1326.
   
   1 kind(eren)



2. Jan van de Doirtoge , † Vroonen 27-3-1297 (gesneuveld) .
   
   2 kind(eren)



3. Floris van de Doirtoge , † <9-1321 .
   
   Floris huwde Beatrijs van Rodenrise, erfdochter van Rodenrijs. Zij bracht onder andere het huis Rodenrijs te Zestienhoven in.
   Beiden worden tot 1310 meermalen genoemd.
   Hij komt voor het laatst voor op 27 mei 1316 en is overleden voor 6 augustus 1321.
   
   
   ×   Beatrijs van Rodenrise .



4. NN. van Brederode .
   
   ×   Floris (Floris I) van Duvenvoorde , † Veere 5-1302 (vermoord).
       Zoon van Aernout Philipsz (Arent I) van Duvenvoorde en Machtilde (Mehaut) van Crayenhorst .
   Floris huwde een dochter van heer Floris van Brederode
   
   Floris trouwde
   1) een dochter van Floris van Brederode;
   2) een dr. of zuster van heer Jacob van der Woude en Sophia van Warmond; zij wordt in 1306 nog als weduwe genoemd.
   
   Floris is de vader van Arent II van Duivenvoorde, begr. in 1343, die trouwde met Jolente van Noetich en de vader was van Arent III van Duivenvoorde, overl. in 1386. Arend was een kleinzoon van Sophia van Warmond.
   
   Floris is ook de vader van Mathilde, die abdis was van Rijnsburg en in 1349 is overleden. Zij was een kleindochter van Floris van Brederode.
   
   Arent III van Duivenvoorde Arentsz-, gehuwd met Simone Sophia Bugge, overlijdt i n 1383. H i j heeft twee zoons. Arent IV van Duivenvoorde, gehuwd met Elburgis van Cralingen, zet de hoofdtak van Duivenvoorde voort. De andere zoon is Dirck van Duivenvoorde. Zie: Nederl. Leeuw 1999.
   Floris en Wouter van Duvenvoorde verloren in mei 1302 het leven bij een aanslag te Veere.
   



5. ??? Badeloge van de Doortoge .
   
   Net als Willem’s 1ste echtgenote was Badelog weduwe van een ridder.
   
   Op verzoek van Willem van Leiden wordt op 28 maart 1326 de lijftocht voor Badeloch, zijn vrouw, door zijn broer, Dirk, burggraaf van Leiden, ridder, gevestigd op de hofstad Het Zand te Katwijk en op een groot aantal percelen land bij elkaar belopende ruim 70 morgen.
   
   
   × ? <1327   Willem van Leijden , † ±1332.
       Zoon van Hendrik van Cuijck en Halewijn (Halewine) van Egmond .
   
   Willem van Leyden was jongere zoon van burggraaf Hendrik van Leyden.
   
   Willem was gehuwd met de vrouwe van der Doortoge. De Doortoge’s stammen af van een jongere zoon van het geslacht Brederode.
   
   Wouter en Catharina waren buitenechtelijke kinderen van Willem van Leijden en worden dusdanig in 1340 vermeld.
   
   De broer van de Leidse burggraaf, heer Willem van Leyden,
   koopt in de omgeving van Zevenhuizen 31/7 morgen land van Dirc van Zevenhuizen, waaraan hij op 28 maart 1326 zijn tweede echtgenote tocht. Als zijn eerste wordt op 16 juni 1309 de weduwe van heer Dirk van der Doortoghe vermeld. Het Teylingse leen is voor 26 september 1328, wanneer de vrouwe van Teylinghen, Catharina de Duybuy, sterft, in handen van Floris Danielszn gekomen, die het in 1329 met ledige hand verzoekt.
   Op 16 juli 1331 nog vermeld, overl. vóór 4 dec. 1332.
   



6. ? NN. van Brederode .
   
   Daniel III van der Merwede, heer van De Merwede, Carnisse, was hoogstwaarschijnlijk gehuwd met een dochter van Floris van Brederode.
   
   B. de Keijzer: "De familie, waaruit de echtgenote van Daniel III van der Merwede is voortgekomen, is herleid uit het feit dat op 7 januari 1310 Floris van der Doortoge na overleg met heer Dirk, heer van Brederode, en heer Daniel IV van der Merwede, ridder, en met toestemming van de vier vierendelen, een jaarrente verkoopt. Floris treedt hierbij op als voogd van jonkvrouw Beatrix, dochter van wijlen zijn broer heer Dirk van der Doortoge.72 Ervan uitgaande dat Daniel IV van der Merwede een neef is van Beatrix van der Doortoge is het verklaarbaar dat Floris van der Doortoge hem in het overleg heeft betrokken. Daarmee wordt ook het terugkeren van de naam Floris onder de kinderen van Daniel IV van der Merwede verklaart. Het is gissen, maar heeft de buitenhuwelijkse relatie van Margriet, de zuster van Daniel III van der Merwede, met Willem, heer van Brederode, soms als een soort genoegdoening geleid tot een echtverbintenis met de van Brederode’s."
   
   
   ×   Daniel van der Merwede , † ±7-1283.
       Zoon van Daniel van der Merwede en ?
   
   In de periode mei/juni 1283 ontving Daniel van der Merwede een aandeel in de (bier)accijns voor zijn ambacht, gelegen binnen de stad Dordrecht.
   
   De heren van der Merwede beschikten over een vrij groot complex leengoederen, gelegen ten zuiden van de Merwede, namelijk de ambachten Merwede en Sliedrecht. Het heraldische wapen van de heren van der Merwede was "in rood een zilveren dwarsbalk, vergezeld boven van negen (5:4) en onder van vijf gouden bollen (3:2:1)".
   
   Zie ook: Artikelen van B. de Keijzer op HoGenDa bij OnsVoorgeslacht.nl en https://opavontuurmetgeschiedenis.wordpress.com/2011/01/26/de-negen-daniels-ridders-op-merwede/
   Overl. tussen mei/juni 1283 en aug./okt. 1283.
   
   
   1 kind(eren)