Aert Willem Aerden
Bommelaer
, *’s-Gravenmoer <1600
, † >1635.
Zoon van
Willem Aerden Bommelaer
en
Janneken Jansdr ("Jenneken Peters") ( Tgemoet)
.
Afb. ’s-Gravenmoer
Aert was een zoon van Willem Aerden Bommelaer.
In haar testament noemt Janneken: Aentken Willem Bommelaer en Aert Willemss Bommelaer, haeren soon.
Aert Willemss Bommeler heeft in 1617 betaelt de somme van een hondert vijffentseventich rijnsgulden die ick Jochim Arienss bekenne ontfangen te hebben etc.
Op 24-1-1626 werd in Groot Waspik een erfdeling gemaakt door Frans Adriaenss Boeser, mede als voocht van de kinderen van Henrick Adriaenss Boeser [=Panum??], broer, en Peter Toniss als toesiender, Maeijken Adriaenss. Meus Janss x Adriaenken Willemssem, mede als voocht van de kinderen van Aert Willemss Bommeler. Erfgenamen van Adriaen Hendricxss Panum ende Jenneken Janss.
Reeckeninge, bewijs ende relique die bij desen zijn doende Meus Janss inder qualite als vocht ende Jan Arienss Pharo als toesiender vande kinderen van Aert Wilms Bommelaer van allehandelinge ende bewijnde hij vocht in qualite voorss van wegen der voorss kijnderen [..] ende passeren zijnern lesten voorgaende rekeninge gedaen ende gepasseert den lesten februarij 1630 gehadt heeft tot den dach ende datum deser rekeninge toe weesende den xie meij 1635 in Groot-Waspik.
Erffdeelinge voor recht aengebracht bij Arien van Hastel, Jan Aertsen van Hastel, Hendrina van Hastel, Wouter Teunisen nomine uxoris, Jan van Grevenbroeck, Bartholomeus de Hoogh, Cornelia Melsen Bauwdewijns, Arien Geeritsen van Gils, Pieternel van Gils, alle kinderen ende kindtskinderen ende Erffgenamen van Arien Jansen van Hastel, voor een sestepart, Adriaen Vaders, Peeter Doomen, willem Franssen van Ammelroij, Maeijcken Jansen Vaders wed: van Hermen Tielemans, de kinderen van Teeuw Jansen Vaders, Jan Jacobsen Vaders ende de kinderen van Hendrick Jansen Vaders, alle kinderen ende Erffgenamen van Truijcken Jan Mattheeusen oock voor een sestepart, Adriaen Bommelaer, Gijsbert de Ruijter, ende d’Hr: Adriaan van Andel Schout tot Cappel als last ende procuratie hebbende vanden vader ende vooght van het onmondigh kindt van Maeijcken Aertsen Bommelaer, allen kinderen ende Erffgenamen van Aert Bommelaeren, voor een sestepart, de kinderen van Janneken Jacob Stevens met haer drie kinderen, Jan Jacob Stevens drie vier kinderen, Huijbert Borsten in houwelijck hebbende Catelijn Jacob Stevens kinderen ende Erffgenamen van Jacob Stevensen, oock voor een sestepart, d’Hr: Geerit Zeijlmans, Schout tot Waspick ende Coenraet Baes als Armmr: van Waspick voor de kinderen van Huijbert Scheppen, Jan Scheppen, Jan Willemsen Cloodt nomine uxoris, Jenneken Scheppen, Anthonij Huijberden Conincx nomine uxoris, kinderen ende Erffgenamen van Lijsken Jan Teeuwen, oock voor een sestepart, mitsgaders Jan Willemsen Zeijlmans als Erffgenaem van Neeltjen Jansen van Hastel oock voor een sestepart, alle als Erffgenamen van za: Teunis ende Anneken Janssen Teeuwen.
Inden eersten is bij blindt Lodt te deel gevallen den eerste stock vande gelijcke kinderen ende Erffgenamen van Arien Jansen van Hastel, op drie vierendeel geerdt hoijlant, in een stuck van negen geerden, onverdeelt met het Manhuijs van Ste G: den Bergh ende den Armen van Waspick, gelegen onder Cleijn Waspick, streckende van ’s Grevelduijn Cappel aff, noortwaerts op totten Scheijsloot toe, mits uijt te rijcken aenden gemeene boedel eenenveertigh gulden dartien stuijvers ses penningen.
Den tweeden is den tweeden stock te deele gevallen bij blindt Lodt, de gelijcke kinderen ende Erffgenamen van Truijcken Jan Mattheeusen, op een parceel ackerlant als putten en cuijlen genaemt den Geer, gelegen onder Cappel soo groot ende cleijn als den selven aldaer gelegen is, met noch aen gelt vijfftigh gulden, uijt het lodt vanden Hooge Acker, met het part inde twee Boomkens.
Ten derde is bij blindt Loth te deel gevallen den stock vande kinderen ende Erffgenamen Aert Bommelaer, op drie vierendeel geerdt hoijlant, in een stuck van negen geerden, gemeen ende onverdeelt met het Manhuijs van Ste G: den Bergh, en den Armen van Waspick, streckende van ’s Grevelduijn Cappel aff, noortwaerts op, tot den Scheijsloot toe, mits uijt te rijcken tot proffijt vanden gemeenen boedel van Anneken Jan Teeuwen eene somme van eenenveertigh gulden dartien stuijvers ses penningen.
Ten vierde is bij blindt Loth te deel gevallen, den Stock vande gelijcke kinderen ende Erffgenamen van Jacob Stevensen, opden Hoogen Acker, gelegen onder Groot Waspick, soo groot ende cleijn alsden selven akdaer gelegen is, mits aen het loth vanden Geer acker uijt te rijcken vijfftigh gulden, item noch tien gulden inden gelijcke
boedel als vooren.
Opden 8e Meert 1696 soo bekende Adriaan Vader cum suis, als intevenierende voor sijn verdere vrienden, den welcke bekenden vande vijfftigh gulden, door handen van Arjaen Ariensen van Hastel voldaen te sijn.
Ten vijffden is bij blindt lot te deel gevallen den Stock vande gelijcke kinderen ende Erffgenamen van Lijsken Jan Teeuwen, op drie vierendeel Geerts hoijlant, gelegen in Cleijn Waspick, gemeen ende onverdeelt met het Man huijs van Ste G: den Bergh en den Armen van Waspick, streckende van ’s Grevelduijn Cappel aff, noortwaerts op tot den Scheijsloot toe, mits uijt te rijcken tot proffijt vanden gelijcke boedel als vooren, eenenveertigh gulden dartien stuijvers ses penningen.
Ten sesten en ten laetste is bij blindt loth te deel gevallen Jan Willemsen Zeijlmans in qualitijt voorsr, op seecker buijten dijckse delle gelegen opt Stapel eijndt onder Cappel, genaemt de Moole deel, met den last vanden dijck.
Parthijen hebben tot d’een en des anders proffijt vertijt ende vertegen naer den rechte vanden Landen, omme ieder t’sijne te mogen gebruijcken als haer ander vrije ende allodiaal goet en maelcanderen te wegen ende stegen als naer rechte, ende te onderhouden alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechten met recht uijt sijn bedeelde parceel behoorende, onder Conditie dat de geene die op het landt, gelegen in Cleijn Waspick, moeten uijtrijcken hondert en vijffentwintigh gulden. Item die opden Hoogen acker bedeelt sijn moeten uijt rijcken tien gulden, binnen den tijt van tweemael vierentwintigh uren, sullen betaelen aen handen vanden Schout van Cappel, omme daer mede te voldoen sijn voorschot, gedaen ten behoeve vanden gemeene boedel, inden uijtcoop van Lambert Plazier, volgens reeckening op heden gedaen.
Aldus gedaen ende gepasseert ten overstaen van Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaep, Jan Goijertsen Gijben ende Cornelis vanden Hoeck Heemraden, desen 28e December 1695 in Capelle.
×
±1615
Hubertha Lenaerts Petersen (Hubrechtje Lenaerts) Rutten
, *’s-Gravenmoer ±1580
, † >1635.
Kinderen:
-
Jan Aerden Bommelaer
.
Op huijden desen xije meij 1635 compareerden voor mij Wouter Janss, schout, ende heemraden hier ondergeschreven:
- deersame Meus Janss, inder qualite als vocht, ende Jan Artss Pharo, als toesiender, van het onmondich weeskint van Aert Willemss Bommelaer genaemt Jan Aerden, ter eenre, ende
- Cornelis Jochumss, als man ende vocht van Maeijken Aerden, zijne huisvrouwe, geassisteert met Jochum Dirck Rijcken, zijnen vader, ter andere zijde.
Op 5-6-1646 in Groot-Waspik was sprake van een vrijgift tussen Jan Aerden en Cornelis Joachim Rijcken, swager.
Op 1-4-1671 in Groot-Waspik was sprake van een wilceur tussen Jan Aerden Bommelaer, hooijschipper te Waspick, en Cornelis Jochum Rijcken, heemraet, swager.
Beroep: hooijschipper van 1671 tot 1671
×
Dircxken Thomasse Rijcken
.
Dochter van
Thomas Dircxssen Rijcken
en
Anneke Adriaense Cluijter
(?).
Op 21-2-1660 was sprake van een banck bleckeling gronden inde Bagijnen Banck op de west zijde van Willem Ghents vaert in Sgrevelduijn, waarbij genoemd werden: Steven Huijbertss Clauwaerts voor de oostense helft en Corstiaen Wouterssen Reijcken, brouwer tot Sgravenmoer x Lijnken Thomas en Cornelis Roochussen x Adriaenken Thomas mede namens Frans Corneliss Swart x Grietken Thomas, Jan Aerden Bommeler x Dircxken Thomas en Jan Thomas. Alle kijnderen van Thomas Dircxssen Rijcken voor dander ½. Jan Bastiaenss tbv Judich Janss, sijn moeder en Dirck Janssen van Nederveen voor 5/6 en Jan Peeterssen Gheenen voor 1/6.
- ?
Adriaen Aertsen Bommelaer
.
Ende hebbe alsoo indier qualitijt overgegeven met eender vrije gifte soo als recht is, aen ende tot behoeff van Adriaen Aertsen Bommelaer, seecker parceel Driesgroese groot ontrent twee hondt, ofte soo groot ende cleijn als ’t selve gelegen is inden Geer onder Cappel, desen eersten Meert XVIc tweentnegentigh in Capelle.
Adriaen Bommelaer, Gijsbert de Ruijter, ende d’Hr: Adriaan van Andel Schout tot Cappel als last ende procuratie hebbende vanden vader ende vooght van het onmondigh kindt van Maeijcken
Aertsen Bommelaer, allen kinderen ende Erffgenamen van Aert Bommelaeren.
Compareerde in Capelle Jan Willemsen Zijlmans den welcke verclarde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo dat regt is, aan ende tot behoeff van Adriaan Bommelaar, seecker halff buijten dijckse delle, gelegen alhier tot Cappel opt Stapeleijndt, groot int geheel ontrent ses hondt, ofte soo groot ende cleijn alse aldaar gelegen is, onbedeelt met cooper, belent oost Jacob Kivits cum suis, west een steegt, streckende vanden buijten teen vandendijck aff, noortwaarts op tot Nederveen toe. Ende dat met alle dijcken, wegen, stegen, schouwen, watergangenende nabueren rechte, met regt daar uijtgaande, voorts gelooft den vercooper, den cooper inde voorsr. halve del te vrije ende waaren naar den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer calangie ende aantaal dier op is aff te doen tot Nieuwjaar 1704 toe. Coram Adriaan van Andel Schout, Joan Cnaap ende Cornelis vanden Hoech schepenen, desen 26e mert 1704.
Parthijen verclaren voor recht de cooppenningen gereet ende contant te wesen ter somme van vier hondert en vijfftig gulden, en bekent hij vercooper daar van voldaan te wesen datum uts.
Reeckeninghe bewijs ende reliqua die bij desen is doende Thomas Adriaenss Bommelaer als voocht van Jacobus en Catharina Jacobss Bommelaer ivm land gecomen van Anneke Adriaenss Bommelaer, grootmoeder op 26-5-1674 in Groot-Waspik.
×
Lijsbet Glavimans
.
Erffdeelinge voor Regt aan Schout ende Schepenen van ’s Grevelduijn Cappel aangebragt bij Corstiaan, Arien, Anthonij en Peter Corstiaansen Glaviman, Sander de Zeeuw getrouwt met Marie Glaviman, Bartholomeus vander Hoeven getrouwt met Delia Glaviman, Adriaan Bommelaar getrouwt met Lijsbet Glaviman, ende Adtiaan Ketelaar Schoolmr: opde Made, getrouwd met Teunisken Glaviman, alle kinderen en Erffgenamen van Corstiaan Glaviman en Sijken van Clootwijk.
Ende dat vande erffgoederen bij henne voorsr ouders nagelaaten worden verdeeld [..].
Daarbij is bij blindt lot te deel gevallen, Adriaan Bommelaar nomine uxoris, eerst op een buijten dijkse delle, gelegen alhier opt Stapeleijndt, groot ontrent vier hont ofte soo groot en cleijn alse aldaar gelegen is, belent oost een steeg, west Geertruij de Bie, streckende vanden buijten teen vanden dijk aff, noortwaarts op, tot Cleijn Waspik toe.
Item alnog drie hont akkerlant gelegen als vooren, ten weste vande Willem van Gentsvaart, genaamt den den Geer, belent Zuijden Prijna de Bie, noorde de Dreeff vande Hr: de Raat, streckende van Waspik aff, oostwaarts op, tot d’erve vande Hr: de Raat toe.
Item alnog twee en eenen halve mergen weijlant gelegen tot Uijtwijk Lande van Althona, belent west Dirk Bel, oost Jan Mertens met broeders en susters.
Item alnog twee mergen weijlant gelegen inden Duijl onder Weirthuijsen, belent wast de Graffelijkheijt van Hollandt, oost D’hr: mr: Ottjens.
-
Marijken Aerts Bommelaer
, *’s-Gravenmoer ±1620
, † >1676 .
×
±1640
Cornelis Jochums Dirckse Rijcken
, *’s-Gravenmoer ±1609
, † Waspik ±1676.
8 kind(eren)