Gezin van Jan Boer
Jan
Boer
.
Zoon van
?
.
Kinderen:
-
Dirck Jansen Boer
, [] Capelle (NB) ±5-6-1710.
×
Janneken Wouters Verhagen
, *Loon op Zand ±1655
, [] ’s-Grevelduin-Capelle ±7-4-1718.
6 kind(eren)
- ??
Bastiaen Jansse (Bastjaen Janssen) Boer
.
Op 27-12-1687 in Capelle kocht Bastjaen Janssen Boer, woonende tot Loon op Sant, een buijtendijcxsse delle, gelegen op Stapeleijnt binnen Cappel, groot ontrent drij hont, vijffen seventigh roeden, waer van gelegen is west de Molenstege, alsoo van outs genaemt, oost Jan Antonissen van Pas, streckende uijt den Suijde vande dijck aff, noortwaerts op tot den Ambachte van Nederveen toe. Hij kocht deze ’delle’ van Arien Gijsbert de Greeff in Huwelijck hebbende Elisabeth Dircxssen Moets, woonende tot Breda.
In Capelle wordt begin 1690 Bastiaen Janssen Boer genoemd bij een belending nabij de Nieuvaert.
Compareerde voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Bastiaen Jansse Boer, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Cornelis Sprangers, seecker Streepken ackerlant, gelegen ten Zuijden vande Nieuwstraet, groot ontrent een en een achtste hondt, ofte soo groot ende cleijn alst selve aldaer gelegen is, belent oost de wed: Hendrick den Smit, west den cooper, streckende vander halver Nieuwstraet aff Zuijtwaerts op, tot de Loonse erve toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabuiren rechten met recht daer uiijtgaende, voorts gelooft den vercooper den cooper daer inne te vrije ende waaren naer den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer ende calangie aff te doen tot Nieuwjaer 1697. Coram Adriaen van Andel Schout, Johan Cnaep ende Corstiaan de Zeeuw Heemraden, desen 21e Meij 1697. Parthijen verclaeren voor recht de cooppenningen gereet te wesen ter somme van een
hondert en vijfftigh gulden, en bekent hij vercooper daer van voldaen te wesen, datum ut supra.
Op 5-5-1698 in Capelle Compareerde voor schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Teunis Jansen van Hamont, in houwelijck hebbende Josijntjen Hendricx Boer, den welcke verclaerde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aen ende tot behoeff van Bastiaan Jansen Boer, seecker twee hont ackerlant gelegen ten noorden vande Nieuwstraet, belent oost den cooper, west den vercooper, streckende vander halver Nieuwstraet aff, noortwaerts op tot den dwars weght aff Dullaart toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte, met recht daar
uijtgaende, voorts gelooft den vercooper den cooper daar inne te vrije ende waaren naar den rechte vanden landen, ende alle voorcommer, calangie ende aantaal dier op is aff te doen tot desen dagen toe.
Op 8-3-1700 in Capelle was sprake van een erffdeelinge voor recht aan Schout ende Herechte van s’Grevelduijn Cappel, aangebraght bij Bastiaan Jansen Boer, ter eenre, ende Dirck Cornelisen Craan, ter andere sijde, ende dat van soodanige goederen als hen t’saamen toebehoorende. Daarbij was sprake van een belending aan het erf van Dirck Jansen Boer.
Op den 1e mert 1711 compareerde voor Schout ende Schepenen van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Bastiaan Jansen Boer, den welcke verclarde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo dat regt is, aan ende tot behoeff van Anthonij Timmerman, erst een huijs, hoff en erve groot t’samen ontrent vier en drie vierde hondt ackerlant, ofte soo groot ende cleijn alst ten Zuijden vande Nieuwstraat gestaan ende gelegen is, belent oost Peeterken Peeters Dolck, west Geerit van Riel, streckende vander halver Nieuwstraat aff, noortwaarts op tot den dwars wegt toe.
Compareerde voor Schout ende Schepenen van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Bastiaan Jansen Boer, den welke verclarde wettelijk over te geven met eender vrije gifte soo dat regt is, aan ende tot behoeff van Janneken Verhagen, wed: Dirk Jansen Boer, seeker parceeltje akerlant, groot ontrent een hont, ofte soo groot ende cleijn alst ten noorden vande Nieuwstraat gelegen is, belent oost een steegdeken, west de Cooperse, streckende vander halver Nieuwstraat aff noortwaarts op, tot een dwars steegdeken toe. Item alnog een driesken groot ’t seventig roeden, gelegen als vooren, ofte soo groot ende cleijn alst aldaar gelegen is, belent oost Jacobus Geeritsen Snijder, west de coopperse, streckende vant dwars steegdeken aff, noortwaarts op, tot de Loop toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren regte, met regt uijt de voorsr parceeltjens sijn gaande, voorts gelooft hij vercooper de coopperse, daar inne te vrije ende waaren, naar den regte van Zuijthollandt, ende alle voorcommer Calangie ende aantaal dier op is, aff te doen, Nieuwjaar 1711 toe.
Coram Adriaan van Andel Schout, Cornelis van den Hoek ende Corstiaan de Zeeuw, Schepenen desen 17e Meert 1711.
Parthijen verclaren de Cooppenningen te wesen, ter somme van tagtentig gulden, en bekent hij vercooper daar van voldaan te wesen datum uts.
Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie
de introduktie of
de FAQ.