Leentge Bastiaens
(Leendertge Bastiaens)
( Bloke)
, * ±1565
, † <1657.
Dochter van
?
.
Geschat geboortejaar.
Op 27 jan. 1638 testeerde in haar huis te Westmaas voor een notaris uit Dordrecht Leendertgen Bastiaensdr., laatst weduwe van Quirijn Cornelisz. van der Tas, wonende „int Munnickelant onder ’t resoort van de Westmase [...] in tamelijcke gesontheijt haers lichaems". Zij benoemde zowel haar voorkinderen Anthonis Dircksz. van der Ste, Bastiaen Dircksz. van der Stee, Mariken Dircks van der Ste en Neeltgen Dircx van der Stee uit haar eerste huwelijk met Dirck Jacobsz., als haar nakinderen Dirck Quirijnsz. van der Tas en Agatha van der Tas uit haar huwelijk met Quirijn Cornelisz. van der Tas, elk voor een zesde deel tot haar universele erfgenamen. De kinderen zouden de door haar nagelaten vaste goederen niet mogen belasten of verkopen voordat zekere door haar gestelde borgtochten voor enige van haar kinderen in de boedel verrekend zouden zijn. Haar zoons en schoonzoons benoemde zij tot voogden over haar eventuele minderjarige erfgenamen.
Op 19-5-1649 verkocht Dirck Ariensz. Cranendonck ruim 3 morgen land in Cromstrijen, dat hij had geërfd van zijn grootmoeder Leentge Bastiaensdr., laatst weduwe van Crijn Cornelisz. van der Tas.
In een akte van 7 sept. 1656 worden twee kinderen van Maertge Dirks (van der Stee) genoemd als mede-erfgenamen van (hun grootmoeder van moederszijde) Leentge Bastiaens (Bloke).
×
<1590
Dirck Jacobs (van der Stee)
, † 30-4-1597, [] Westmaas .
Kinderen: Anthonis, Bastiaen, Mariken/Maijcken en Neeltgen.
×
>1596
Quirijn Cornelisz (Crijn Cornelisz) van der Tas
, † 6-4-1627, [] Westmaas .
Zoon van
Cornelis Wouter Pietersz
en
Agata Quijrinnen (Aechgen Crijnen)
.
Getr. in de periode 1590-1600.
Leendertge was wed. van Dirck Jacobsz. uit het geslacht Van der Stee, overl. op 3-4-1596, zerk te Westmaas, zoon van Jacob Aertsz.
Quirijn (Crijn) Cornelisz. Munnickelant alias Van der Tas.
Hij was boer in het Munnikenland onder Westmaas, schepen van Westmaas in 1608 en 1613 en dijkgraaf van Nieuw- en Klein-Cromstrijen 1617-1627.
Crijn was doopgetuige te Ridderkerk op 7 juli 1585 en 16 aug. 1593, zijn (latere) vrouw op 24 okt. 1599.
Crijn had een zoon Dirck Quirijnsz. (Crijnen) van der Tas(bergen), boer onder Westmaas, schepen van Westmaas, die trouwde met Leendertje Cornelisdr. (van) Luchtenburgh.
Crijn had een dochter Anneke Crijnen van der Tas, begr. in Westmaas, die gehuwd was met Jacob Heindrickxsz. van der Giessen, zoon van Hendrick Gijsbertsz. van (der) dessen (Gijsen), boer, en Liedewij Jacobsdr. (van) Goutswaert. Hij was eerder getrouwd geweest.
Crijn Cornelisz. Munnickelant komt voor op een van 20 nov. 1614 daterende lijst van eigenaren van de gorzen in Nieuw-Cromstrijen en op 9 dec. dat jaar was hij als zodanig present in de St. Jorisdoelen te Dordrecht om de bedijking van Klein Cromstrijen te regelen.
Bij akte van 25 mei 1615 nam de in Westmaas woonachtige Crijn Cornelisz. [van der Tas] een schuld wegens verschuldigde landpachten over van zijn halfbroer (en stiefschoonzoon), de Cillaarshoekse boer Arij Cornelisz. Bootser / Cranendonck.
Zie: Ned. Leeuw 1997.
Rotterdam, 31-12-1641: Dirck Crijnen van der Tas, wonend bij de Westmase, schuldenaar, en Bastiaen Dircxsz van der Stee, wonend op de Westmase en Dirck Ariensz Luchtenburch, wonend onder Moerkercken als borgen bekennen 2.000 gulden schuldig te zijn aan Willem van der Aa, secretaris alhier, wegens geleende gelden.
Rotterdam, 9-6-1642: Dirck Crijnen van der Tas, wonend bij de Westmase, schuldenaar, en Bastiaen Dircxsz van der Stee, wonend op de Westmase en Dirck Ariensz Luchtenburch, wonend onder Moerkercken als borgen bekennen 6.000 gulden schuldig te zijn aan Maria Claes, weduwe van Cornelis Arckenbout, in zijn leven raet.
Rotterdam, 21-5-1643: Dirck Adriaensz Cranendonck, wonende in de Hitsart, heeft 1500 gld geleend van notaris Adriaen Kieboom te Rotterdam. Dirck Leendertsz Verhouck, te Sint Anthonispolder, en Dirck Crijnen van der Tas uit Westmaes staan borg.
Rotterdam, 7-6-1643: Bastiaen Dircxsz van der Stee uit Westmase, als eigen schuldenaar, en Dirck Ariensz Luchtenburch uit Moerkerckenlant en Dirck Crijnen van der Tas uit Westmase als borgen, zijn 2000 gulden schuldig aan Willem van der Aa, secretaris van Rotterdam, over geleend geld.
Rotterdam, 6-3-1644: Dirck Krijnen van der Tas, wonende bij de Westmase, als schuldenaar, Bastiaen Dircx van der Stee te Westmase en Dirck Ariens Luchtenburch, schout van Mijnsheerenlant, wonende onder Moerkercken, als borgen, verklaren schuldig te zijn aan Andries Sourij, out schepen alhier, de somma van 6000 gulden t.z.v. geldlening.
Rotterdam, 9-3-1644: Bastiaen Dircx van der Stee en Grietje Lauwens te Westmase, benoemen elkaar tot erfgenaam met een bepaling t.a.v. van hun eventuele kinderen, zijn moeder en haar dochter Adriaentje Luchtenburg, geprocreerd door Mathijs van Meeuwen. Als voogden worden benoemd Dirck Krijnen van der Tas en Dirck Ariens Luchtenburg.
Rotterdam, 24-5-1644: Dirck Crijnen van der Tas, wonend bij Westmaze, als schuldenaar, en Bastiaen Dircxsz van der Stee, wonend op Westmase, als borg, zijn 1500 gulden schuldig aan Arent van der Graeff, notaris, voor heden geleend geld.
De grafzerk van Quirijn is thans nog in de kerk van Westmaas te vinden, waarop thans nog de volgende tekst te lezen is:
„(h)ier leit begraven (c)rin cornelissen van der (t)as / in syn l(e)ven geweest / dickgr(aeff) van nievw / ende (cr)omstrien /st(erf) (den) 6 april 1627.
Kinderen:
-
Anthonis Dircksz (Thonis Dircksz) van der Ste
, * >1585
.
Anthonis Dircksz. van der Ste(e) / Heijden in Zuid-Beijerland.
Mijnsheerenland, 25.4.1633:
Anthonis Dircksz. van der Stee, wonende onder de dijkage van Zuid-Beijerland, “nasaet” van Claes Jacobsz. Hoogvliet, constitueert t.b.v. Cornelis Willemsz. van Abbenbroek in Oud-Beijerland, een jaarlijkse losrente ten bedrage van 62 Car.gulden en 10 stuivers. Hij zekert dit bedrag op 2 morgen en 200 roe land in De Tien Kavelen onder de dijkage van Beijerland op de grond van Moerkercken (ook: het poldertje Moerkercken).
Dit land is hem aangekomen bij huwelijk met Lijntge Lenertsdr. en Lijntge aangekomen bij overlijden van Neeltge Cornelis Joostendochter, wijlen huisvrouw van Jacob Sanders, moeder van haar 1e overleden man. Oost: de nieuwe dijk, zuid: Sebastiaen Adriaensz. schipper op Heinenoord, west: de grens van Egmont en noord: Wouter Anthonisz. in Oud-Beijerland. Welke landerijen de voornoemde Jacob Sanders aangekomen zijn door koop van Marichge Sebastiaensdr., weduwe van Gerrit Pietersz. Hagesteyn op 8.6.1600.
×
<5-1633
Lijntge Lenertsdr
.
Mijnsheerenland, 4.1.1635:
Anthonis Dircksz. van der Heijden in Zuid-Beijerland, “nasaet” van Claes Jacobsz. Hoogvliet, verkoopt aan Anthonis Rutten van Son en Adriaen Woutersz. Roothals 2 morgen en 200
roeden land, zijnde het 1/3 deel van 7 morgen: Oost: de nieuwe dijk, zuid: Sebastiaen Adriaensz. Crijnen, schipper op Heinenoord, west: de grens van Egmont en Moerkercken en noord: Wouter Anthonisz. Dit land is de verkoper aangekomen bij huwelijk met zijn tegenwoordige huisvrouw Lijntge Lenertsdr. en haar aangekomen bij erfenis van Neeltge Cornelis Joostendr., de moeder van haar 1e man Pieter Thonisz. Genoemd: Cornelis Jansz. en Thonis Symonsz., erfgenamen van Neeltge Cornelis Joostendr.
-
Sebastiaen Dircx (Bastiaen Dircxsz) van der Stee
, * >1585
, † <4-1655 .
Boedelscheiding op 26-10-1640 tussen
- Dirck Adriaensz. Luchtenburg, won. in Mijnsheerenland;
- Bastiaen Dircxsz. van der Stee, won. onder Westmaas;
- Dirck Crijnen van der Tas, won. onder Westmaas.
Rotterdam, 9-3-1644: Bastiaen Dircx van der Stee en Grietje Lauwens te Westmase, benoemen elkaar tot erfgenaam met een bepaling t.a.v. van hun eventuele kinderen, zijn moeder en haar dochter Adriaentje Luchtenburg, geprocreerd door Mathijs van Meeuwen. Als voogden worden benoemd Dirck Krijnen van der Tas en Dirck Ariens Luchtenburg.
Rotterdam, 24-5-1644: Dirck Crijnen van der Tas, wonend bij Westmaze, als schuldenaar, en Bastiaen Dircxsz van der Stee, wonend op Westmase, als borg, zijn 1500 gulden schuldig aan Arent van der Graeff, notaris, voor heden geleend geld.
Mijnsheerenland, 5.12.1661:
Dirck Adriaensz. Meeldijk en Simon Anthonisz. van der Koeij, executeurs van het testament van zaliger Dirck Adriaensz. Luchtenburg, voormaals schout in Mijnsheerenland, verzoeken de secretaris Christiaen Maeskant rekening, reliqua en bewijs te doen van de boedel van Adriaen van der Hoeck en Bastiaen Dircksz. van der Stee.
×
Margaritha Lauwerens (Grietje Lauwens)
, † >1667.
Kinderen: Machtelt, Cornelia en Elisabeth.
Rotterdam, 26 mei 1644:
Bastiaen Dircxsz van der Stee en zijn vrouw Grietje Lauwerensdr., wonend in Westmaes, maken langstlevend testament en legateren aan hun dochters Magtelt, Cornelia, Elisabeth en tevens aan Grietje’s voordochter Ariaentje Luchtenburchs enige duizenden guldens. Bepalingen worden gemaakt betr. vooroverlijden, legaat aan de Huijsarmen te Westmaes, voogdij etc.
In 1658 draagt Grietgen Laurens, weduwe van Bastiaen Dircksz. van der Stee op Westmaas, draagt 300 roeden land in Westmaas-Nieuwland, gelegen ten westen van de Westdijk tegenover het huis daar Wouter Pietersz. de oude in pleegde te wonen, over aan Coenraet Cocx te Rotterdam.
4 kind(eren)
-
Maijcke Dircks van der Stee
, *Westmaas ±1590
, † >1640 .
×
±1609
Adriaen Cornelis Bootser
, * ±1570
, † <8-4-1623.
×
>1609
Cornelis Hendricx Weeda
, * ±1600
, † ±1641.
Zoon van
Heijndrick Pouwelsz Weeda
en
Barber Gerrits
.
Cornelis en Maijcke hadden een zoon Arie Cornelis Weeda, die nog minderjarig was, toen zijn vader overleed. Maijcke was wedwue van Arijen Cornelisz. Bootser, boer te Cillaarshoek en weduwnaar van Maritge Claesdr. Lem. Uit haar eerste huwelijk had Maijcke een zoon Dirck.
Cornelis trouwde met Maaike Dirks van der Stee, weduwe van Adriaan Cornelisz Kranendonk. Uit beide huwelijken had zij een zoon.
Cornelis was boer in Groot-Cromstrijen.
1643-1646 wordt genoemd als periode, waarin hij zou zijn overleden, want hij zou in 1643 koper zijn geweest in ’s-Gravendeel.
2 kind(eren)
-
Neeltge Dircks van der Stee
, * ±1595
.
Op 2 nov. 1616 maakten Willem Maertens, geassisteerd met zijn vader Maerten Willemsz. uit Oost-Barendrecht, en Neelke Dircxdr., geassisteerd met haar „schoonvader" (stiefvader) Crijn Cornelisz. [van der Tas], wonende op Westmaas, te Dordrecht akte van huwelijkse voorwaarden. De aanzienlijke welstand van familie van de bruid blijkt wel uit het feit dat zij 2500 gld. in kontanten in het huwelijk bracht en 1½ morgen land onder Mijnsheerenland, alsmede nog haar gerechte en nog ongedeelde 1/8 part in de boedel, waarvan haar stiefvader de helft toekwam.
×
1616
Willem Maertens
.
Cromstrijen, 15-1-1641: Cornelis Hendricx Weeda, wedr. van Maertge Dircx, ter eenre, en Basttijaen Dircx, Dirck Crijnen van der Tas en Willem Maertens, oomen en behout oomen en voogden van ADriaen Cornelisse, minderjarige zoon van Cornelis Hendricx Weda, verwekt bij Maertge Dircx; Dirck Ariens Bootzer, mede zoon van Maartje Dircx, bij haar verwekt door Arien Cornelis Bootser, haar eerste man.
-
Dirck Quirijnsz (Dirck Crijnen) van der Tas
, * >1596
, † 1653 .
Dirck Quirijnsz. (Crijnen) van der Tas(bergen), boer onder Westmaas, schepen van Westmaas, wonend bij de Westmase, die trouwde met Leendertje Cornelisdr. (van) Luchtenburgh.
Rotterdam, 31 dec. 1641: Dirck Crijnen van der Tas, wonend bij de Westmase, schuldenaar, en Bastiaen Dircxsz van der Stee, wonend op de Westmase, en Dirck Ariensz Luchtenburch, wonend onder Moerkercken, als borgen bekennen 2.000 gulden schuldig te zijn aan Willem van der Aa, secretaris alhier, wegens geleende gelden.
Rotterdam, 9 juni 1642: Dirck Crijnen van der Tas, wonend bij de Westmase, schuldenaar, en Bastiaen Dircxsz van der Stee, wonend op de Westmase, en Dirck Ariensz Luchtenburch, wonend onder Moerkercken, als borgen bekennen 6.000 gulden schuldig te zijn aan Maria Claes, weduwe van Cornelis Arckenbout, in zijn leven raet.
Rotterdam, 6 mrt 1644: Dirck Krijnen van der Tas, wonende bij de Westmase, als schuldenaar, Bastiaen Dircx van der Stee te Westmase en Dirck Ariens Luchtenburch, schout van Mijnsheerenlant, wonende onder Moerkercken, als borgen, verklaren schuldig te zijn aan Andries Sourij, out schepen alhier, de somma van 6000 gulden t.z.v. geldlening.
Oud-Beijerland, 21-3-1648: Dirck Krijnen vander Tas, wonend ’bij de Westmase,’ als eijgen schuldenaer, Bastiaen Dircxsz. van der Stee, wonend op de Westmase, en Dirck Ariensen Luchtenburch, schout van Mijnsheerenlant, wonend onder Moerkercken, als borgen, verklaren voor notaris Cristiaen van Vliet schuldig te zijn aan Arent van der Graeff, notaris te Rotterdam, de somma van 6000 gld. i.v.m. een lening, verstrekt ter aflossing van een obligatie d.d. 8-3-1644, t.b.v. Andries Sourij, ’raet inde vroetschap der Stede Rotterdam.’ Getuigen: Joost van der Graeff en Sijmon Ariensen scheeptimmerman.
Rotterdam, 19-8-1655: Leendertgen Cornelis van Luchtenburch, weduwe van Dirck Crijnen van der Tas, uit Cromstrijen (in Numanspolder), draagt een aan haar te ontvangen erfenis over aan haar kinderen. Bij testament van haar en haar man uit 1651 is zij verplicht hun kinderen op te voeden en bij volwassenheid 5.000 gulden uit te keren (als hypotheek op de goederen).
De betreffende erfenis krijgt zij uit de boedel van wijlen Cornelis Lepelaer, in leven secretaris van graaf Mouris van Nassau.
×
<1638
Leendertje Cornelisse (van) Lughtenburg
, † >9-1654.
Dirck Crijnen van der Tas en zijn huisvrouw Leendertje Cornelis
komen voor op een van 1647 daterende lijst van lidmaten te Westmaas. Zij hadden i.e.g. een zoon Quirijn.
In 1654 woonde zij in de Numanspolder.
Mogelijk was zij een dochter van Cornelis Adriaensz. Luchtenburgh.
Op 10 nov. 1637 assisteerde Dirck Crijnen van der Tas zijn schoonzuster Adriana van Luchtenburg bij verkoop van land in de polder Nieuw-Bonaventura.
Boedelscheiding op 26-10-1640 tussen
- Dirck Adriaensz. Luchtenburg, won. in Mijnsheerenland;
- Bastiaen Dircxsz. van der Stee, won. onder Westmaas;
- Dirck Crijnen van der Tas, won. onder Westmaas.
Een akte gedateerd 10 juli 1642 noemt Dirck Arens Luchtenburg en Dirck Crijnen van der Dassen (!) als administrateurs van de boedel van Mathijs van Leeuwen en Adriana van Luchtenburg.
Leendertie Cornelis Luchtenburgh, weduwe van Dirck Crijnen van der Tas, wonende in Numanspolder, geassisteerd met Quirijn van der Tas, haar zoon en haar voor die gelegenheid gekozen voogd, transporteerde op 17 okt. 1654 aan de heer Huygo Repelaer, wonende te Dordrecht, twee morgen weiland in het Oudeland van Strijen, zuidelijk belend aan de Strijense Westdijk.
1 kind(eren)
-
Agatha Quirijns (Agatha Crijnen) (van der) Tas
, *Westmaas >1596
, [] Dordrecht 12-3-1680.
De zieke Agatha Crijnendochter van der Tas, wettige huisvrouw van s(injeu)r Cornelis van Cuyckhoven, wonende binnen Dordrecht, maakte op 15 mei 1632 een testament. Aan „de rechte huijsarmen" van Westmaas, „dar van zij geboortig is", legateerde zij 100 Car. gld. en aan die van Dordrecht „staende onder de bedieninge van den diaconie der Duytsche kercke" 50 car. gld. Haar man benoemde zij tot haar universele erfgenaam onder de voorwaarde dat hij hun kind of kinderen naar behoren zou groot brengen etc. en hun bij mondigheid of huwelijk 2000 Car. gld. zou uitkeren. Bij haar kinderloos overlijden zouden haar „vrienden" ab intestato 1000 Car. gld. ontvangen. Zij benoemde haar man tot voogd over haar na te laten kinderen. Zij tekende als „Agata vander Tas.
Begr. in de Grote Kerk van Dordrecht, vanaf een adres bij de Nieuwbrug.
×
Dordrecht 6-7-1631
Cornelis van Cuickhoven
, ~Dordrecht ±1-12-1603
.
tr. met attestatie van Westmaas
Mogelijk doop; doop van een kind zonder naam.
Cornelis van Cuickhoven, mogelijk ged. Dordrecht 1 dec. 1603 (als een onbenaamd kind), j.m. van Dordrecht, wonende Wijnstraet (1631), kapitein (1632), luitenant (1672) te Dordrecht, begr. (wonend: bij de Nieuwbrug) Dordrecht (Grote Kerk) 9 dec. 1672, zoon van Johan (Jan) van Cuyckhoven en Anna Voocht Adamsdr.
-
Anneken Quijrijns (Anneken Crijnen) van der Tas
, * ±1600
, † ±1627 , [] Westmaas .
Anneken van der Tas moet in de periode 1625-1629
zijn gestorven op 2 dec.; de grafsteen is níet geheel leesbaar.
×
±1625
Jacob Heindrickxsz van (der) Giessen
, † <8-1647.
Zoon van
Heijnderick Gijsbertsz van der Giessen
en
Liedewij Jacobs (van) Goutswaert
.
3e vrouw
Jacob woonde op een hofstede in de Group.
Op onbekende datum vergaderden ten huize van Jacob Heynricxse van der dessen in de Group: Heyndrick en Pieter Ariensz. Hoogendijckx, gebroeders van Geertruyt Ariensdr., laatst overleden huisvrouw van genoemde Van der Giessen, in hun kwaliteit van ooms en naaste bloedvoogden van de vier nagelaten weeskinderen van hun zuster Geertruyt.
Mijnsheerenland, 21-12-1621:
Jacob Heijnricksz. van der Giessen, wonende in Westmaas-Nieuwland, verkoopt aan Willem Dircksz. Romeijn op Heinenoord 2 mrg en 300 roeden bouwland in Westmaas-Nieuwland. Oost de gemenelands watering, zuid Anthonis Simonsz., west de nieuwe dijk van Moerkercken en noord de weduwe van Sebastiaensz. op t Stoutge. Dit land is de verkoper aangekomen bij huwelijk met Grietge Anthonisdochter [zijn eerste echtgenote].
Op 18-3-1630 in Oud-Beijerl. werd een huis verkocht door:
- Jacob Heijndricksz. van der Gijsen,
- Seger Jacobsz. Cranendonck,
- Sebastiaen Oolen van der Houck voor hemzelf en vervangende het weeskind van
- Elisabeth Heijndricksdr., geprocr. bij Pieter Dammisz. Vermeulen, mitsgaarders
- de weeskinderen van Cornelia Cranendonck, geprocr. bij Gerrit Adriaensz. Fonckestaert, en
- Franchoijs van Bleijswijck als man van Marija Cranendonck;
allen kinderen en erfgenamen van za. Lidewij Jacobs;
- Claesz Adriaensz., schout van Westmaas, als man van Elijsabeth Jacobsdr.,
- Lenert Cornelisz., als man van Adriaentje Claesdr.,
- Arij Cornelisz. Meeldijck vervangende zijn zoon Cornelis Ariensz. Meeldijck, man van Maertgen Cornelisdr. Jongkint, dochter van Maertgen Claesdr., geprocr. bij Cornelis Leendertsz. Jongkint;
gezamelijk kinderen en erfgenamen van Haestgen Lambrechts za.
Van 4 juli 1647 dateert een kopie van de „coren cedulle" van de verkochte vruchten te velde van de kinderen en erfgenamen van zaliger Jacop Hendericxz. van der Gijssen. Deze vruchten stonden op de hofstede in de Group waar Van der Gijsen overleden was.